EKKêEHI
Pi AVONTUREN VAINI
HAANTJEZWiTS
Volgens recht en wet
'tls heus niet zo'n wonder!
ÏLuuupI uit de, rJhejeAwirdttl
Ik begin vandaag met een praatje
©ver de Raadselwedstrijd. Dat is een
groot succes geworden. Nog nooit heb
ik zoveel brieven en briefkaarten ont
vangen. Elke dag bracht de post er
een massa.
Lang niet alle oplossingen waren
echter goed. Niks erg hoor, want de
raadsels waren moeilijk. Ik laat ze
hier nog eens volgen met de antwoor
den er achter:
Wat valt door de glazen zonder ze
te breken? Zonnestralen
Welke bergen vindt men veel in ons
land? Herbergen
Wie heeft geen mond en toch tan
den? Een kam
Welke huizen hebben geen
vensters? Slakhuizen
Op welke stoelen zitten geen
mensen? Paddestoelen
Welk lood kan men niet
smelten? Potlood
Er waren ook oplossingen bij, die
b.v. in plaats van een kam, een vork
of een zaag als uitkomst vermelden
Of inplaats van herbergen, hooiber
gen. Die oplossingen zijn natuurlijk
niet fout. Ook niet als Jullie inplaats
van zonnestralen, het licht schreven
of zoals er een deed inplaats van slak
huizen, klokhuizen. Die loten dus ook
mee naar de twee prijzen.
EN NU DE PRIJZEN
Ik moest er wel om loten. En dus
heb Ik alle oplossingen in een bus
gedaan en er twee uitgetrokken.
Een voor de groep tot 10 jaar en
«en voor de groep van 1080 jaar.
In de eerste groep was de gelukkige
LIESBETH VETMAN, C 13, Moerbeek
Nieuwe Niedorp.
In de tweede groep:
RIETJE PAULTSSE. K.v 'tVeerstr. 22
Alkmaar.
De orijzen heb ik reeds verzonden.
En nu enkele antwoorden. Nel Dub-
be d in de Schagerwaard dank ik har-
tfeliik voor de postzegels. Ook mijn
ha-»elijke dank aan de dame die een
sigarenkistje vol bracht en die onbe
kend wenste te blijven
Tk was echt blij. dat ik weer eens
wa» van mijn vriendinnetje Sneeuw-
wiMe hoorde Jii wordt een grote meid
hoor!
T>e schoolclub te Bergen dank ik
ook voor de postzegels, evenals oom
H«nk en het personeel van de Rotter
doTice Bankverenlging. Leuk. dat ook
de ouderen bezinnen mee te doen.
Klaasje Kloosterboer in de Heerhu-
gr.'x-nqrd heeft me ook werkelijk ple-
zl«*r eedaan met haar postzegel*, even-
el- .T#»nnv de Rrume te Oudesluis.
•TulTie ziet dat er al weer heel war
'z>"o binn°hgekomen Met elkaar dui-
ze^d^n Fün hoor! Bij de Raadselwed-
sHM ontving ik he«»l wat aardit?»
befjes van neuwe vriendjes en vrien
dinneties o.a. van Kee< Tol in Sin-
Pr» nerns. van Don we en Aafke Kroes
in Rarsingerhorn. Welkom in de vrier
dnT»Vrft|.g Jannl- Smit pit TMrkshorr
schreef me eindeliik ook weer eens
geduurd Jannie! En dan Martin
W-'«smeer. Wat lammer dat Je vergeten
h<*bt de tekeningen in' te sturen Mar
tin Fnfin een volgende keer beter.
En nu wacht ik maar weer op de
brieven waarin Jullie me schrijft over
het Sinterklaasfeest.
Dag allemaal!
OnM POR P^CTRTTS 3 8CHAOEN
Het was de laatste nachten bar koud
geweest en huiverend waren we 's
nachts op de zitstok dicht tegen el
kaar aangek.open. Klokkie, die het
bij de deur te tochtig vond, kwam
naast me op de stok zitten. Natuurlijk
maakte ik direct plaats voor haar,
maar omdat ik in het nachtelijk duis
ter Minorcaan niet zag, je weet wel,
die Spaanse haan met zijn zwarte huid.
struikelde ik over deze en viel op de
grond. Toen ik weer op de stok wilde
springen, had hij juist mijn plaatsje
bezet. Perplex over zoveel brutaliteit
ben ik nijdig bij de tochtige deur gaan
zitten. Rheumatiekerig en koud werd
ik 's ochtends een uur te vroeg wak
ker, rekte mijn stijve nek een beetje
uit en kraaide dat het tijd was om op
te staan. De kippen hadden nog niet
veel zin Ze zijn nogal kippig in het
donker moet je weten, dus stapte ik
alleen uit het hok en liep over de hob
belige grond naar de sloot om een
slokje water te gaan drinken. Ja, ik
weet, het is niet goed te Praten, dat je
het op een zuipen zet als je verdriet
hebt, maar ja, wat doet een haan al
niet in zijn ellende. En dan, ik voel
me veel sterker als ik gedronken heb
en ik had me voorgenomen, om Minor
caan eens op een oud-hollandse ma
nier te vertellen dat hij eigenlijk niets
te vertellen had.
Bij de sloot gekomen, duwde ik hef
tig mijn snavel omlaag om een grote
slok te nemen. Het was alsof ik een
klap met een sluisdeur op mijn neus
kreeg .Misschien overdrijf ik wat, dus
laat ik maar zeggen huisdeur Maar
pijnlijk was het. Verwonderd keek ik
op en dacht aan een valse streek
van Rooinelc. Deze hoorde ik evenwei
uit de verte een kraaiduel met Minor
caan aangaan. Opnieuw hapte ik in de
sloot en wederom kreeg ik een Joe
Loewiser voor mijn hanekaken. Dat
was niet pluis. Van schrik nam ik
stappen van een meter of drie Nou ja.
twee dan. Gelukkig kwam juist de
baas aanstappen en hij had een em
mer bij zich om de drinkbakken te
vullen. „Zo, zo, Haantjezwets", zei hij
tegen me .terwijl hij de emmer zo hard
in het water sloeg dat het kraakte, „het
heeft lekker gevrdren vannacht, er ligt
ijs in de sloot". Nu begon ik het te
begrijpen. Mijn snavel was afgestoten
op de ijslaag. Nieuwsgierig, of nee, ge
ïnteresseerd bedoel ik, ging ik weer
naar de sloot en probeerde een stukje
ijs te pakken Eerst glibberde het uit
mijn snavel. Een tweede keer was ik
fortuinlijker en wist ik een groot stuk
ijs te bemachtigen. Met mijn beroem
de omhaal .die Rooinek. dikwijls haast
doet barsten van jaloersheid, wipte ik
het stuk ijs mijn keelgat in. Nou. mijn
vrienden, dat was een gewaarwording
De heer Willy Gordon was uitste
kend op de hoogte van wat hoort en
niet hoort, maar toegegeven moet wor
den, dat hy zich weinig van het eer
ste aantrok en geringe gewetensbe
zwaren voor het laatste betoonde. Hy
had onschuldige blauwe ogen, brede
schouders, jeugdige charme en abso
luut geen geweten. Hij ging door het
leven onder het motto: „Haai wat er
te halen valt", vooral, wanneer het
andermans bezittingen betrof.
Toch stond hij deze avond een ze-
depreek af te steken tegen een mooi
slank meisje, terwijl hij leunde tegen
de '-ailing van de oceaanstomers
Smokkelen is niet eerlijk", merk
te hij op.
„O, nee? Nou en wat zou dat?"
„Je handelt tegen de wet, Mildred".
„Wat ondeugend! Maar dat is niets
nieuws voor mij Willy Elke keer, dat
ik er met mijn auto op uitga, handel
ik tegen de wet, de Verkeerswet. Ik
ben nu eenmaal een wetteloos wezen,
mijnheer Gordon, en hoe vlugger U
daar achter komt. hoe beter voor U"
Willy wierp zijn leermeesterstoon
opzij en werd een gewoon, modern
vriendje „Je bent een sufferd. Stel je
nu eens voor, dat ze je straks in New
York te pakken krijgen. Denk je nu
echt, dat je je dan eruit zult redden?
Denk erom, je oude heer woont in
Park Avenue; Je hebt je douanever
klaringen al ingediend en niets verteld
van dat halssnoer van twin
tigduizend dollars ,dat je in Amster
dam hebt gekocht nou, dat is toch
een opgelegd bewijs.
„Je redeneert, als een rechter", ju
belde zy, „ga alsjeblieft nog een beetje
doo- Ik houd ervan".
Zij zullen je sierraden in beslag ne
men, je opleggen en je goe
de naam door de slijk halen En waar
om? Voor een paar stomme dollars"
„Mis poes! Het gaat niet om de dol
lars. Het gaat om de sport. Ik zal tien
keer zo trots op die ketting zijn, als
ik weet, dat ik Uncle Sam bij de neus
heb gehad. Dat is nu onze beroemde
nationale geest: „Wat niet weet. wat
niet deert!"
Een gevaarlijk devies", meende Wil
ly. „Waar heb je die rommel opgebor
gen?"
„In de dubbele bodem van mijn ma-
ke-up koffertje. Het bestaat niet, dat
ook maar één douane-ambtenaar het
in zijn hoofd zal halen al die potjes en
Ons korte verhaal
door
Octavus Roy
M'n krop scheen te splijten en ik keek
op een moment zo scheel, dat ik de
zon en de maan tegelijk zag opkomen
en ondergaan. Als een verkeersagent
heb ik voor de rest van de dag vlam
men spuwend in het hok gestaan Toen
ik '8 avonds op het tochtige plekje van
de zitstok zat, herinnerde ik me, dat
ik die dag vergeten had te drinken.
De zeven kabouters
van Sneeuwwitje
Bruin grinnikte toen Unk Wunk
vroeg, waarom de kabouters hem had
den afgerost De kabouters werden op
nieuw woedend en misschien zouden
ze wel weer begonnen zijn, maar ze
verwachtten dat het stekelvarken hen
wel gelijk zou geven en dus deden ze
het verhaal van Sneeuwwitje opnieuw.
Unk Wunk rolde zich tot een bal op.
zodat er niets anders dan stekels te
zien waren en toen zei ook hij: „Bruin
heeft gelijk. Kijk jullie eerst maar eens
in Elfenstad. Dan praten we weer"
Knorrepot en Langhaard, Hummeltje
en Zonderhaar, Welgemoed, Krombeen
en Wipneus stonden doodverbaasd te
kijken. Het bestond immers niet?
Sneeuwwitje was het allerliefste en het
alleraardigste schepseltje, dat er op de
wereld bestond.
„Ik moet het eerst zien, voordat Ik
het geloof' zei Hummeltje. Hij draaide
zich om en liep toornig het bos in. De
andere zes volgden zijn voorbeeld. Hun
neuzen staken in de wind. Wat zouden
ze zich nog boos maken op een beer
en een stekelvarken. Wat zouden die
nu verstand hebben van lieftallige
schepseltjes.
Bruin lachte, dat de tranen langs
zijn wangen liepen en Unk Wunk
streek zijn stekels glad. eZ gingen op
hun gemak in het gras liggen.
Toen zei Unk Wunk: „Aardige man
netjes. Waar komen die zo een twee
drie vandaan? Blijven ze hier?" Bruin
knikte.
„Voorlopig wel. Tenminste als het ze
bevalt En ik hoop het maar, want we
kunnen nog een hoop aardigheid met
ze hebben".
Bruin kneep zijn ogen half dicht en
fluisterde tegen Unk Wunk: „De moe
ten eens een keer met ze naar Elfen-
stad gaan. Ik wed, dat ze binnen tien
minuten verliefd zijn op een elfje. Dan
zouden we misschien nog een bruiloft
leunnen houden".
Unk Wunks oogjes begonnen te
schitteren. Want hij hield dol veel van
feestjes. En een bruiloft tussen ka
bouter en elfjes zou wel het allermooi
ste zijn, wat hU ooit had meegemaakt
Hij wilde direct al plannen gaan ma
ken voor een tocht naar Elfenstad.
De hooge lucht wekt den eetlust op, en daarom maken bekwame
vingers op twee kilometer boven de aarde een lunch klaar, die in
de beste hotels niet wordt overtrof/en. (KLM.-foto.)
't Is toch eigenlijk maar een wonder,
zo'n f f ntje op 3000 meter boven de
aarde! En er zullen wel een heleboel
huisvrouwen zijn, die zich afvragen
hoe de charmante stewardessen dat
zaakje voor elkaar krijgen. Dat zaï
toch bepaald niet meevallen als men
weet, dat dertig passagiers plus be
manning best wat lusten.
Toch wél de moderne techniek
vond de oplossing. De KLM dient n.1
complete diepvriesmaaltijden op, die
maanden en maanden tevoren klaar
gemaakt kunnen worden. Zo worden
de apruitj J3, die aardappeltje^ het
vlees en de jus bevroren tot een 40
graden onder nul en de kok heeft
vrijwel niets anders te doen dan deze
klompjes ijs te smelten en op tem
peratuur te brengen. En 't mooiste is.
dat al dit voedsel van eigen bodem
komt. De heerlijke zandpe-ertjes van
achter de duinen kunnen het beleven,
dat ze ergens boven Bagdad in de
maag van een KLM-piloot of een Ne
derlandse minister verdwijnen!
Gewicht is een zoek van gewicht
aan boord van een KLM-toesteL Daar
om worden de maaltijden opgediend
in plasticborden na bewaard te zijn in
keurige alluminum-bakjes. Ja, de tijd
gaat snel en de techniek verbetert! U
en wij zullen het zonder twijfel be
leven, dat bevroren maaltijden iets
heel gewoons worden ook voor de
haastige huisvrouw, die met de kin
deren naar het strand trekt, terwijl ?a-
p- thuis z'n evroren prakkie uk de
Ijskast haalt en enkele minuten later
smakelijk zit te eten!
flesjes over de hoop te halen voor 'n
kettinkje"
„Vooruit dan maar", zuchtte Willy.
cmokkel jü dan maarWees
maar een smokkelaarster, alg je dan
tenminste maar een goeie bent! Kijk
niet telkens weer ,of die ketting er nog
is, kijk niet naar het koffertje, als je
het inlevert, maar doe -het ook niet
te onverschillig'.
„Maak je maar niet dik. Ik ben vol
komen door de wol geverfd en zo hard
als een bikkel. Mijn douane verklaring
li,«*1 al in Ae hut van rie administrateur,
mijn halssnoer heb ik goed verborgen
en ik zal verder over de hele zaak niet
meer denken tot ik veilig en wel tfhuis
Willy nam haar hand in de zijne:
„Jammer, dat je een misdadigster bent
Mildred Ik was dol op je" Hij zuchtte
éven: „Ik ben nog dol op je".
„Kom je me opzoeken in de gevan
genis?"
„Ik zal proberen je er een baantje
als opzichteres te bezorgen", beloofde
hij.
De avond voor de boot zou binnen
lopen .besloten de jongelui die van het
schip onderweg toch al een soort gek
kenhuis hadden gemaakt, de bar te
plunderen en een daverende afscheide
fuif te geven. Toen het schip om twee
uur 's morgens in quarantaine ging,
was het feest in volle gang. Om half
drie vertrouwde Willy juffrouw Mil
dred Garrison toe aan de armen van
een enthousiaste jongeling, die meteen
met haar wegdanste. Daarop slenterde
de heer Gordon de zaal uit en ging
de andere kant van het schip op, het
geschetter van de jazz-band steeds ver
der achter zich latend. Toen hij het
B-dek bereikte, waar de hut van zijn
scheeps-Duicinea zich bevond, verloor
zijn gezicht de jongenachtige uitdruk
king en hiervoor in de plaats kwam 'n
vrij harde, verbeten blik in zijn oger.,
een vastberaden trek om zijn mond,
kortom de uitdrukking, die de heer
Gordon voor zijn zakelijke onderne
mingen reserveerde.
Hij trad de hut binnen en deed de
deur achter zich op slot. Snel opende
hij Mildreds koffers en kasten op zoek
naar het kleine make-up koffertje. Hij
rnaar Bruin haj daar nog geen zin in.
Het was hem nog te warm. Ze kon
den beter wachten, tot de dagen wat
frisser werden. En bovendien was er
nog heel wat te doen, wilden ze het
leven voor de kabouters een beetje
dragelijk maken. Daar was in de eer
ste plaats het vraagstuk van de ver
lichting van het hol. Bruin begon in
een van zijn grote oren te peuteren,
toen hij het geval aan Unk Wunk uit
legde.
Unk Wunk schudde van ^e pret. Maar
hy had meteen een oplossing gevonden
„Kom maar mee", riep hij tegen
Bruin. En terwijl ze naar het hol lie
pen, vertelde Unk Wunk wat hij voor
plannetjes had. Eerst moest het hol
grondig schoongemaakt worden. Dan
mooie slaapplaatsen gemaakt, want ze
zouden alles in het werk stellen om
de kabouters in het bos te houden en
danJa, dat komt volgende week
wel weer.
(Wordt vervolgd»
HOE ONTSTAAT EEN
REGENBOOG
Antwoord aan Janny den Das te Pee
ten
Ja, dat is een heel moeilijke v.-aag,
Janny. Je h#bt natuurlijk nog nooit
een regenboog aan een strakblauwe
hemel gezien? Dat kan ook niet Een
regenboog komt tot stand, doordar de
lichtstralen breken op de heel fijne
waterdeeltjes die zich in de lucht be
vinden. Zo'n waterdeeltje werkt als 'a
prisma, je weet wel, dit i« een drie
kantig stuk glas. Een zekere mijnheer
Isaac Newton heeft ontdekt, dat licht
stralen, door de zon uitgezonden, uit
golflengten bestonden Hij bemerkte
dat wit licht niet enkelvoudig was,
doch samengesteld uit verschillende
kleuren. Hiermede was men echter
nog niet tevreden. Huygens ✓zocht ver
der en bevond omstreeks 1650, dat el
ke kleur licht een andere golflengte
had; zo heeft rood licht de langste en
violet licht de kortste golflengte.
Oranje, geel. groen en blauw staat*
daar weer tussen in. Als ons oog nu
getroffen wordt door een lichtstraal
met een lange golflengte, dan zien
wij dat als rood Nog langere golf
lengten zien wy niet. maar, doen zich
bij ons voor als warmtegolven. De
kortste zichtbare golf is violet. Nog
korter is ultra-violet, weer korter Rönt
'genstralen. Het is evenwel hier genoeg
als je weet, dat de in de lucht zweven
de waterdeeltjes de lichtstralen doen
afbuigen, waardoor deze in bundels
van gelijke lichtgolven ons oog berei
ken.
werkte met de vaardigheid en voor
zichtigheid van een chirurg, bij een
gevaarlijke operatie; snel, maar zon
der haast, nauwkeurig zonder onhan
dig te zijn
Roof was zijn manier van zaken doen
en juist nu namen die zaken een grote
vlucht Hij kreeg de koffer te pakken,
lichtte de dubbele bodem op en pakte
het diamanten halssnoer .Toen legde
hij alles weer op zijn oude plaats, liet
het halssnoer in zyn zak glijden en
slenterde langzaam naar de feestzaal
terug.
De heer Gordon was buitengewoon
tevreden over zichzelf. In de eerste
plaats zou Juffrouw Garrison naar al
le waarschijnlijkheid het halssnoer niet
missen en in de tweede plaats zou zy
or wel voor waken een rel te schop
pen, want zij had het snoer immers
niet op de douaneverklaring vermeld.
In de derde plaats kon hij het snoer
altijd nog overboord gooien, als hem
het vuur na aan de schenen werd ge
legd. Maar er was een grote kans, dat
alles van een leien dakje zou gaan.
H\j zou de loopplank afgaan, rijker en
gcwetenlozer dan ooit, en van één
ding overtuigd, dat hü zyn vriendschap
met Mildred rustig aan de kant kon
zetten. Hy had haar het hof gemaakt,
haar beroofd en daarmee uit
De volgende morgen of 9 ut» werd
het grote sdhip omzwermd door een
„Ik ben noidig op de hele wereld"
zoi de barrebier. Gelukkig was-ie maar
an ut inzeipen en den ken ut een beet
je laie. As-ie noidig is, terwoil-ie ut
mes in z'n handen heb, is ut veul er
ger. Dan wul je er wel tussen uit.
„Wat den?" vroeg Kees, die inzeipt
werd. Hai had ut nag niet zoid, of de
kwast wier in z'n mond stopt „Wacht
je beurt of", bromde de barrebier. „Ik
zei ut je gerust wel vertelle. Ik heb
een dag of wat leden een artikel in
onze krant lezen over die gulden bal
slag en deer skreve ze over, dat de
vakbeweging an de Meniste.- vroegen
heb om die ok ie geven an mense. d»c
/an de zeuventig tot de honderd gul
den in de week verdiene.
De skroiver was ut deer niet mee
iens. Afoin, zo zelle er nag wel meer
weze. Maar er benne er ok, die ut er
wel mee iens benne. We hewwe hier
in ons land een Stichting van de Ar-
boid. Ik heb altoid docht, dat dat een
merakel mooi ding was. Deer zit van
van alles is. Wergevers en werkne
mers zitte deer deur mekaar en den
Prate ze over hullie .verskillende belan*
ge. Je zouwe zo miene, deer ken wat
goeds uit vortkomme. Want ut is wel
derus goed ,as de baze cn de knechts
wat van mekaar of wete. Maar wat ze
deer nou uutbroed hewwe, nei, dar
rooit er nei moin zin hillegaar niet op"
Kees was inzeipt en de barrebier
wou beginne te skeren, toe Klaas zoi.
„Vertel eerst efkes uit. Ut is een beetje
onsekuur. We hewwe dat al meer bat
de hand had".
De barrebier groinsde ..Je hpwwe
geloik. Kees wacht wel efkes".
En toe begon-ie weer.
„Koik, die Stichting heb advies uit-
brocht an de menister. Ok over die
loonbaislag. En die vonde ok, dat die
lui, die van de zeventig tot honderd
in de week verdiene. een gulden bai-
slag nodig hadde, Afoin, deer ken je
lang en breid over deliberere. Al ben
ik ut met die skroiver in onze krant
iens, dat er den wel are gezïnne ben
ne, die meer as een gulden loonbaislag
nodig hewwe
Toe krege we een insedent. Want toe
vroeg Dirk zo langs z'n neus weg: ..Je
benne toch zeker gien commenist?"
Nei mense, die barrebier spoog vuur.
Want ut mag den een rare hapskeer
weze, maar hai is demekraat in hart en
niere en van de dictatuur moet-fe kil
le gaar niks hewwe. En as je nering
doend benne, den ken je lang niet hew
we, dat ze je voor commenist uitmakc
Want al zei je ze nou nag zo best skere
ze kenne dat nou ienmaal ni, - hewwe
Tenminste de meiste niet
„Ik vind dat een zuinige vrau„
snauwde-ie teugen Dirk. „Wat heb dat
deer nou mee te maken? As ie miene,
dat er ut ien of aar krom is en je zeg
ge, dat je dat krom vinde, mag dat
of mag dat niet? Docht je dat de men
se den derekt maar zoie: ..Das een cora
menist. Dat heb er nou hillegaar niki
mee te maken. Ut was beter v.eest as
je me uitprate leiten haddc. Ik ben
benuuwd, wat je den zegge zelle"
Dirk knipperde een beetje met z'n
ouge, maar hai hield z'n aigén stil' En
toe gong de barrebier weer deur:
..Dus die Stichting van de Arboid
wul die hougere inkomens ok een gul
den meer geve. Maar toe drong ut toch
tot hullie deur. dat ze ok nog wat doen
moste voor de mense die ouderdoms
pensioen hewwe ingevolge de nood
wet Drees, Want ja, die wet L vooij
houp mense een uitkomst weest. maar
as je een. inkomen hewwe, dal zö om
de twintig gulden droit, of er nag een
endje t>eneden bloift .den zei je on* nag
wel ontdekke kenne, dat ut leven de
leste toid een skeppie duurder wor.-cn
is. Afoin, dat hewwe die lui van de
Stichting ok voelt. En deer hewwe ze
ok advies over uitbroebt an de Me-
nistiy. Om kort te gaanNel,
reide jullie er een keer nei
„Zestig cent voor gehuwde en dertig
cent voor de ongehuwde", zoi Klaa»
met een grafstem ..Ik heb ut ok lezen.
En ik heb een lilluk woord gebruikt,
toe ik las, dat die Stichting dat an de
Menister van Sociale Zake vroeg. Maar
ik hoop toch, dat de Menister er niet"
intrapt".
Toe trok Dirk z'n gezicht in ce plooi
en hai zoi deftig:
„Wie heeft, die zal gegeven worden
en wie
„Ik wou, dat je me derus skore". zoi
Kees. „De zeip drougt allegaar op. Tk
ben ok al over de voif en zestig, dat
je begroipe, dat ik me al een beetje
skoren voeL Ik wul nou werkelük wel
een keer skoren worre.
Afoin, hai is skoren.
FIGARO
troep kleine dienstbootjes. Willy zag
Mildred n eerder dan toen zij el
kaar ontmoetten op de kade bij de
loods, waar hun bagage zou worden
gecontroleerd. Milderd zag er vrolijk
en onbezorgd uitWilly slaakte
een zucht van verlichting .Zij had onge
twijfeld niets van de juwelen diefstal
gemerkt Willy wenste zichzelf geluk
en was nog steeds bezig ,toen hy hoor
de, hoe Milderd zich tot een van de
douane-beambte wendde en zei:
„Ik moet u zeggen, dat ik een stom
me vergissing heb gemaakt"
„Zegt u het maar, juffrouw".
„Ik heb een halssnoer ia Amsterdam
gekocht voor twintigduizend dollar
en ik heb het niet gemeld op mijn
douanever klaring"
Willy voelde het bloed uit zyn hoofd
wegtrekken HU luisterde en vreesde
het ergsteI
„Dat komt in orde juffrouw", ant-
w oor de de beambte. „U kunt dat nu
nog rustig doen. Waar is die ketting?"
Het meisje wendde zich vrolijk tot
de diep teleurgestelde Gordon. „Deze
heer heeft het sinds gisteren voor mbU
in bewaring. Geef het nu maar aan de
inspecteur, Willy"
De inspecteur bekeek de ketting, die
Gordon aarzelend uit zijn zak haalde,
en ging op zoek naar de taxateur.
Mildred richtte zich met haar lief
ste lachje to» Willy en zei:
„Wat lief van je. Willy om mij tegen
mijzelf te beschermen. Als je dit niet
gedaan had. zou ik een smokkclaarster
zijn geweest Maar dat wilde je niet
hé? Je zou het vreselyk hebben ge
vonden, als Iemand zo iets oneerlykg
zou hebben gedaan. Jouw devies if
immers: Eerlijk duurt het langst!"
Een van de laatste opnamen van
kroonprinses Elisabech van Engeland
dlc onlangs een zoontje het leven heelt
geschonken.