EKKêEHI Pi AVONTUREN VAINI HAANTJEZWiTS Volgens recht en wet 'tls heus niet zo'n wonder! ÏLuuupI uit de, rJhejeAwirdttl Ik begin vandaag met een praatje ©ver de Raadselwedstrijd. Dat is een groot succes geworden. Nog nooit heb ik zoveel brieven en briefkaarten ont vangen. Elke dag bracht de post er een massa. Lang niet alle oplossingen waren echter goed. Niks erg hoor, want de raadsels waren moeilijk. Ik laat ze hier nog eens volgen met de antwoor den er achter: Wat valt door de glazen zonder ze te breken? Zonnestralen Welke bergen vindt men veel in ons land? Herbergen Wie heeft geen mond en toch tan den? Een kam Welke huizen hebben geen vensters? Slakhuizen Op welke stoelen zitten geen mensen? Paddestoelen Welk lood kan men niet smelten? Potlood Er waren ook oplossingen bij, die b.v. in plaats van een kam, een vork of een zaag als uitkomst vermelden Of inplaats van herbergen, hooiber gen. Die oplossingen zijn natuurlijk niet fout. Ook niet als Jullie inplaats van zonnestralen, het licht schreven of zoals er een deed inplaats van slak huizen, klokhuizen. Die loten dus ook mee naar de twee prijzen. EN NU DE PRIJZEN Ik moest er wel om loten. En dus heb Ik alle oplossingen in een bus gedaan en er twee uitgetrokken. Een voor de groep tot 10 jaar en «en voor de groep van 1080 jaar. In de eerste groep was de gelukkige LIESBETH VETMAN, C 13, Moerbeek Nieuwe Niedorp. In de tweede groep: RIETJE PAULTSSE. K.v 'tVeerstr. 22 Alkmaar. De orijzen heb ik reeds verzonden. En nu enkele antwoorden. Nel Dub- be d in de Schagerwaard dank ik har- tfeliik voor de postzegels. Ook mijn ha-»elijke dank aan de dame die een sigarenkistje vol bracht en die onbe kend wenste te blijven Tk was echt blij. dat ik weer eens wa» van mijn vriendinnetje Sneeuw- wiMe hoorde Jii wordt een grote meid hoor! T>e schoolclub te Bergen dank ik ook voor de postzegels, evenals oom H«nk en het personeel van de Rotter doTice Bankverenlging. Leuk. dat ook de ouderen bezinnen mee te doen. Klaasje Kloosterboer in de Heerhu- gr.'x-nqrd heeft me ook werkelijk ple- zl«*r eedaan met haar postzegel*, even- el- .T#»nnv de Rrume te Oudesluis. •TulTie ziet dat er al weer heel war 'z>"o binn°hgekomen Met elkaar dui- ze^d^n Fün hoor! Bij de Raadselwed- sHM ontving ik he«»l wat aardit?» befjes van neuwe vriendjes en vrien dinneties o.a. van Kee< Tol in Sin- Pr» nerns. van Don we en Aafke Kroes in Rarsingerhorn. Welkom in de vrier dnT»Vrft|.g Jannl- Smit pit TMrkshorr schreef me eindeliik ook weer eens geduurd Jannie! En dan Martin W-'«smeer. Wat lammer dat Je vergeten h<*bt de tekeningen in' te sturen Mar tin Fnfin een volgende keer beter. En nu wacht ik maar weer op de brieven waarin Jullie me schrijft over het Sinterklaasfeest. Dag allemaal! OnM POR P^CTRTTS 3 8CHAOEN Het was de laatste nachten bar koud geweest en huiverend waren we 's nachts op de zitstok dicht tegen el kaar aangek.open. Klokkie, die het bij de deur te tochtig vond, kwam naast me op de stok zitten. Natuurlijk maakte ik direct plaats voor haar, maar omdat ik in het nachtelijk duis ter Minorcaan niet zag, je weet wel, die Spaanse haan met zijn zwarte huid. struikelde ik over deze en viel op de grond. Toen ik weer op de stok wilde springen, had hij juist mijn plaatsje bezet. Perplex over zoveel brutaliteit ben ik nijdig bij de tochtige deur gaan zitten. Rheumatiekerig en koud werd ik 's ochtends een uur te vroeg wak ker, rekte mijn stijve nek een beetje uit en kraaide dat het tijd was om op te staan. De kippen hadden nog niet veel zin Ze zijn nogal kippig in het donker moet je weten, dus stapte ik alleen uit het hok en liep over de hob belige grond naar de sloot om een slokje water te gaan drinken. Ja, ik weet, het is niet goed te Praten, dat je het op een zuipen zet als je verdriet hebt, maar ja, wat doet een haan al niet in zijn ellende. En dan, ik voel me veel sterker als ik gedronken heb en ik had me voorgenomen, om Minor caan eens op een oud-hollandse ma nier te vertellen dat hij eigenlijk niets te vertellen had. Bij de sloot gekomen, duwde ik hef tig mijn snavel omlaag om een grote slok te nemen. Het was alsof ik een klap met een sluisdeur op mijn neus kreeg .Misschien overdrijf ik wat, dus laat ik maar zeggen huisdeur Maar pijnlijk was het. Verwonderd keek ik op en dacht aan een valse streek van Rooinelc. Deze hoorde ik evenwei uit de verte een kraaiduel met Minor caan aangaan. Opnieuw hapte ik in de sloot en wederom kreeg ik een Joe Loewiser voor mijn hanekaken. Dat was niet pluis. Van schrik nam ik stappen van een meter of drie Nou ja. twee dan. Gelukkig kwam juist de baas aanstappen en hij had een em mer bij zich om de drinkbakken te vullen. „Zo, zo, Haantjezwets", zei hij tegen me .terwijl hij de emmer zo hard in het water sloeg dat het kraakte, „het heeft lekker gevrdren vannacht, er ligt ijs in de sloot". Nu begon ik het te begrijpen. Mijn snavel was afgestoten op de ijslaag. Nieuwsgierig, of nee, ge ïnteresseerd bedoel ik, ging ik weer naar de sloot en probeerde een stukje ijs te pakken Eerst glibberde het uit mijn snavel. Een tweede keer was ik fortuinlijker en wist ik een groot stuk ijs te bemachtigen. Met mijn beroem de omhaal .die Rooinek. dikwijls haast doet barsten van jaloersheid, wipte ik het stuk ijs mijn keelgat in. Nou. mijn vrienden, dat was een gewaarwording De heer Willy Gordon was uitste kend op de hoogte van wat hoort en niet hoort, maar toegegeven moet wor den, dat hy zich weinig van het eer ste aantrok en geringe gewetensbe zwaren voor het laatste betoonde. Hy had onschuldige blauwe ogen, brede schouders, jeugdige charme en abso luut geen geweten. Hij ging door het leven onder het motto: „Haai wat er te halen valt", vooral, wanneer het andermans bezittingen betrof. Toch stond hij deze avond een ze- depreek af te steken tegen een mooi slank meisje, terwijl hij leunde tegen de '-ailing van de oceaanstomers Smokkelen is niet eerlijk", merk te hij op. „O, nee? Nou en wat zou dat?" „Je handelt tegen de wet, Mildred". „Wat ondeugend! Maar dat is niets nieuws voor mij Willy Elke keer, dat ik er met mijn auto op uitga, handel ik tegen de wet, de Verkeerswet. Ik ben nu eenmaal een wetteloos wezen, mijnheer Gordon, en hoe vlugger U daar achter komt. hoe beter voor U" Willy wierp zijn leermeesterstoon opzij en werd een gewoon, modern vriendje „Je bent een sufferd. Stel je nu eens voor, dat ze je straks in New York te pakken krijgen. Denk je nu echt, dat je je dan eruit zult redden? Denk erom, je oude heer woont in Park Avenue; Je hebt je douanever klaringen al ingediend en niets verteld van dat halssnoer van twin tigduizend dollars ,dat je in Amster dam hebt gekocht nou, dat is toch een opgelegd bewijs. „Je redeneert, als een rechter", ju belde zy, „ga alsjeblieft nog een beetje doo- Ik houd ervan". Zij zullen je sierraden in beslag ne men, je opleggen en je goe de naam door de slijk halen En waar om? Voor een paar stomme dollars" „Mis poes! Het gaat niet om de dol lars. Het gaat om de sport. Ik zal tien keer zo trots op die ketting zijn, als ik weet, dat ik Uncle Sam bij de neus heb gehad. Dat is nu onze beroemde nationale geest: „Wat niet weet. wat niet deert!" Een gevaarlijk devies", meende Wil ly. „Waar heb je die rommel opgebor gen?" „In de dubbele bodem van mijn ma- ke-up koffertje. Het bestaat niet, dat ook maar één douane-ambtenaar het in zijn hoofd zal halen al die potjes en Ons korte verhaal door Octavus Roy M'n krop scheen te splijten en ik keek op een moment zo scheel, dat ik de zon en de maan tegelijk zag opkomen en ondergaan. Als een verkeersagent heb ik voor de rest van de dag vlam men spuwend in het hok gestaan Toen ik '8 avonds op het tochtige plekje van de zitstok zat, herinnerde ik me, dat ik die dag vergeten had te drinken. De zeven kabouters van Sneeuwwitje Bruin grinnikte toen Unk Wunk vroeg, waarom de kabouters hem had den afgerost De kabouters werden op nieuw woedend en misschien zouden ze wel weer begonnen zijn, maar ze verwachtten dat het stekelvarken hen wel gelijk zou geven en dus deden ze het verhaal van Sneeuwwitje opnieuw. Unk Wunk rolde zich tot een bal op. zodat er niets anders dan stekels te zien waren en toen zei ook hij: „Bruin heeft gelijk. Kijk jullie eerst maar eens in Elfenstad. Dan praten we weer" Knorrepot en Langhaard, Hummeltje en Zonderhaar, Welgemoed, Krombeen en Wipneus stonden doodverbaasd te kijken. Het bestond immers niet? Sneeuwwitje was het allerliefste en het alleraardigste schepseltje, dat er op de wereld bestond. „Ik moet het eerst zien, voordat Ik het geloof' zei Hummeltje. Hij draaide zich om en liep toornig het bos in. De andere zes volgden zijn voorbeeld. Hun neuzen staken in de wind. Wat zouden ze zich nog boos maken op een beer en een stekelvarken. Wat zouden die nu verstand hebben van lieftallige schepseltjes. Bruin lachte, dat de tranen langs zijn wangen liepen en Unk Wunk streek zijn stekels glad. eZ gingen op hun gemak in het gras liggen. Toen zei Unk Wunk: „Aardige man netjes. Waar komen die zo een twee drie vandaan? Blijven ze hier?" Bruin knikte. „Voorlopig wel. Tenminste als het ze bevalt En ik hoop het maar, want we kunnen nog een hoop aardigheid met ze hebben". Bruin kneep zijn ogen half dicht en fluisterde tegen Unk Wunk: „De moe ten eens een keer met ze naar Elfen- stad gaan. Ik wed, dat ze binnen tien minuten verliefd zijn op een elfje. Dan zouden we misschien nog een bruiloft leunnen houden". Unk Wunks oogjes begonnen te schitteren. Want hij hield dol veel van feestjes. En een bruiloft tussen ka bouter en elfjes zou wel het allermooi ste zijn, wat hU ooit had meegemaakt Hij wilde direct al plannen gaan ma ken voor een tocht naar Elfenstad. De hooge lucht wekt den eetlust op, en daarom maken bekwame vingers op twee kilometer boven de aarde een lunch klaar, die in de beste hotels niet wordt overtrof/en. (KLM.-foto.) 't Is toch eigenlijk maar een wonder, zo'n f f ntje op 3000 meter boven de aarde! En er zullen wel een heleboel huisvrouwen zijn, die zich afvragen hoe de charmante stewardessen dat zaakje voor elkaar krijgen. Dat zaï toch bepaald niet meevallen als men weet, dat dertig passagiers plus be manning best wat lusten. Toch wél de moderne techniek vond de oplossing. De KLM dient n.1 complete diepvriesmaaltijden op, die maanden en maanden tevoren klaar gemaakt kunnen worden. Zo worden de apruitj J3, die aardappeltje^ het vlees en de jus bevroren tot een 40 graden onder nul en de kok heeft vrijwel niets anders te doen dan deze klompjes ijs te smelten en op tem peratuur te brengen. En 't mooiste is. dat al dit voedsel van eigen bodem komt. De heerlijke zandpe-ertjes van achter de duinen kunnen het beleven, dat ze ergens boven Bagdad in de maag van een KLM-piloot of een Ne derlandse minister verdwijnen! Gewicht is een zoek van gewicht aan boord van een KLM-toesteL Daar om worden de maaltijden opgediend in plasticborden na bewaard te zijn in keurige alluminum-bakjes. Ja, de tijd gaat snel en de techniek verbetert! U en wij zullen het zonder twijfel be leven, dat bevroren maaltijden iets heel gewoons worden ook voor de haastige huisvrouw, die met de kin deren naar het strand trekt, terwijl ?a- p- thuis z'n evroren prakkie uk de Ijskast haalt en enkele minuten later smakelijk zit te eten! flesjes over de hoop te halen voor 'n kettinkje" „Vooruit dan maar", zuchtte Willy. cmokkel jü dan maarWees maar een smokkelaarster, alg je dan tenminste maar een goeie bent! Kijk niet telkens weer ,of die ketting er nog is, kijk niet naar het koffertje, als je het inlevert, maar doe -het ook niet te onverschillig'. „Maak je maar niet dik. Ik ben vol komen door de wol geverfd en zo hard als een bikkel. Mijn douane verklaring li,«*1 al in Ae hut van rie administrateur, mijn halssnoer heb ik goed verborgen en ik zal verder over de hele zaak niet meer denken tot ik veilig en wel tfhuis Willy nam haar hand in de zijne: „Jammer, dat je een misdadigster bent Mildred Ik was dol op je" Hij zuchtte éven: „Ik ben nog dol op je". „Kom je me opzoeken in de gevan genis?" „Ik zal proberen je er een baantje als opzichteres te bezorgen", beloofde hij. De avond voor de boot zou binnen lopen .besloten de jongelui die van het schip onderweg toch al een soort gek kenhuis hadden gemaakt, de bar te plunderen en een daverende afscheide fuif te geven. Toen het schip om twee uur 's morgens in quarantaine ging, was het feest in volle gang. Om half drie vertrouwde Willy juffrouw Mil dred Garrison toe aan de armen van een enthousiaste jongeling, die meteen met haar wegdanste. Daarop slenterde de heer Gordon de zaal uit en ging de andere kant van het schip op, het geschetter van de jazz-band steeds ver der achter zich latend. Toen hij het B-dek bereikte, waar de hut van zijn scheeps-Duicinea zich bevond, verloor zijn gezicht de jongenachtige uitdruk king en hiervoor in de plaats kwam 'n vrij harde, verbeten blik in zijn oger., een vastberaden trek om zijn mond, kortom de uitdrukking, die de heer Gordon voor zijn zakelijke onderne mingen reserveerde. Hij trad de hut binnen en deed de deur achter zich op slot. Snel opende hij Mildreds koffers en kasten op zoek naar het kleine make-up koffertje. Hij rnaar Bruin haj daar nog geen zin in. Het was hem nog te warm. Ze kon den beter wachten, tot de dagen wat frisser werden. En bovendien was er nog heel wat te doen, wilden ze het leven voor de kabouters een beetje dragelijk maken. Daar was in de eer ste plaats het vraagstuk van de ver lichting van het hol. Bruin begon in een van zijn grote oren te peuteren, toen hij het geval aan Unk Wunk uit legde. Unk Wunk schudde van ^e pret. Maar hy had meteen een oplossing gevonden „Kom maar mee", riep hij tegen Bruin. En terwijl ze naar het hol lie pen, vertelde Unk Wunk wat hij voor plannetjes had. Eerst moest het hol grondig schoongemaakt worden. Dan mooie slaapplaatsen gemaakt, want ze zouden alles in het werk stellen om de kabouters in het bos te houden en danJa, dat komt volgende week wel weer. (Wordt vervolgd» HOE ONTSTAAT EEN REGENBOOG Antwoord aan Janny den Das te Pee ten Ja, dat is een heel moeilijke v.-aag, Janny. Je h#bt natuurlijk nog nooit een regenboog aan een strakblauwe hemel gezien? Dat kan ook niet Een regenboog komt tot stand, doordar de lichtstralen breken op de heel fijne waterdeeltjes die zich in de lucht be vinden. Zo'n waterdeeltje werkt als 'a prisma, je weet wel, dit i« een drie kantig stuk glas. Een zekere mijnheer Isaac Newton heeft ontdekt, dat licht stralen, door de zon uitgezonden, uit golflengten bestonden Hij bemerkte dat wit licht niet enkelvoudig was, doch samengesteld uit verschillende kleuren. Hiermede was men echter nog niet tevreden. Huygens ✓zocht ver der en bevond omstreeks 1650, dat el ke kleur licht een andere golflengte had; zo heeft rood licht de langste en violet licht de kortste golflengte. Oranje, geel. groen en blauw staat* daar weer tussen in. Als ons oog nu getroffen wordt door een lichtstraal met een lange golflengte, dan zien wij dat als rood Nog langere golf lengten zien wy niet. maar, doen zich bij ons voor als warmtegolven. De kortste zichtbare golf is violet. Nog korter is ultra-violet, weer korter Rönt 'genstralen. Het is evenwel hier genoeg als je weet, dat de in de lucht zweven de waterdeeltjes de lichtstralen doen afbuigen, waardoor deze in bundels van gelijke lichtgolven ons oog berei ken. werkte met de vaardigheid en voor zichtigheid van een chirurg, bij een gevaarlijke operatie; snel, maar zon der haast, nauwkeurig zonder onhan dig te zijn Roof was zijn manier van zaken doen en juist nu namen die zaken een grote vlucht Hij kreeg de koffer te pakken, lichtte de dubbele bodem op en pakte het diamanten halssnoer .Toen legde hij alles weer op zijn oude plaats, liet het halssnoer in zyn zak glijden en slenterde langzaam naar de feestzaal terug. De heer Gordon was buitengewoon tevreden over zichzelf. In de eerste plaats zou Juffrouw Garrison naar al le waarschijnlijkheid het halssnoer niet missen en in de tweede plaats zou zy or wel voor waken een rel te schop pen, want zij had het snoer immers niet op de douaneverklaring vermeld. In de derde plaats kon hij het snoer altijd nog overboord gooien, als hem het vuur na aan de schenen werd ge legd. Maar er was een grote kans, dat alles van een leien dakje zou gaan. H\j zou de loopplank afgaan, rijker en gcwetenlozer dan ooit, en van één ding overtuigd, dat hü zyn vriendschap met Mildred rustig aan de kant kon zetten. Hy had haar het hof gemaakt, haar beroofd en daarmee uit De volgende morgen of 9 ut» werd het grote sdhip omzwermd door een „Ik ben noidig op de hele wereld" zoi de barrebier. Gelukkig was-ie maar an ut inzeipen en den ken ut een beet je laie. As-ie noidig is, terwoil-ie ut mes in z'n handen heb, is ut veul er ger. Dan wul je er wel tussen uit. „Wat den?" vroeg Kees, die inzeipt werd. Hai had ut nag niet zoid, of de kwast wier in z'n mond stopt „Wacht je beurt of", bromde de barrebier. „Ik zei ut je gerust wel vertelle. Ik heb een dag of wat leden een artikel in onze krant lezen over die gulden bal slag en deer skreve ze over, dat de vakbeweging an de Meniste.- vroegen heb om die ok ie geven an mense. d»c /an de zeuventig tot de honderd gul den in de week verdiene. De skroiver was ut deer niet mee iens. Afoin, zo zelle er nag wel meer weze. Maar er benne er ok, die ut er wel mee iens benne. We hewwe hier in ons land een Stichting van de Ar- boid. Ik heb altoid docht, dat dat een merakel mooi ding was. Deer zit van van alles is. Wergevers en werkne mers zitte deer deur mekaar en den Prate ze over hullie .verskillende belan* ge. Je zouwe zo miene, deer ken wat goeds uit vortkomme. Want ut is wel derus goed ,as de baze cn de knechts wat van mekaar of wete. Maar wat ze deer nou uutbroed hewwe, nei, dar rooit er nei moin zin hillegaar niet op" Kees was inzeipt en de barrebier wou beginne te skeren, toe Klaas zoi. „Vertel eerst efkes uit. Ut is een beetje onsekuur. We hewwe dat al meer bat de hand had". De barrebier groinsde ..Je hpwwe geloik. Kees wacht wel efkes". En toe begon-ie weer. „Koik, die Stichting heb advies uit- brocht an de menister. Ok over die loonbaislag. En die vonde ok, dat die lui, die van de zeventig tot honderd in de week verdiene. een gulden bai- slag nodig hadde, Afoin, deer ken je lang en breid over deliberere. Al ben ik ut met die skroiver in onze krant iens, dat er den wel are gezïnne ben ne, die meer as een gulden loonbaislag nodig hewwe Toe krege we een insedent. Want toe vroeg Dirk zo langs z'n neus weg: ..Je benne toch zeker gien commenist?" Nei mense, die barrebier spoog vuur. Want ut mag den een rare hapskeer weze, maar hai is demekraat in hart en niere en van de dictatuur moet-fe kil le gaar niks hewwe. En as je nering doend benne, den ken je lang niet hew we, dat ze je voor commenist uitmakc Want al zei je ze nou nag zo best skere ze kenne dat nou ienmaal ni, - hewwe Tenminste de meiste niet „Ik vind dat een zuinige vrau„ snauwde-ie teugen Dirk. „Wat heb dat deer nou mee te maken? As ie miene, dat er ut ien of aar krom is en je zeg ge, dat je dat krom vinde, mag dat of mag dat niet? Docht je dat de men se den derekt maar zoie: ..Das een cora menist. Dat heb er nou hillegaar niki mee te maken. Ut was beter v.eest as je me uitprate leiten haddc. Ik ben benuuwd, wat je den zegge zelle" Dirk knipperde een beetje met z'n ouge, maar hai hield z'n aigén stil' En toe gong de barrebier weer deur: ..Dus die Stichting van de Arboid wul die hougere inkomens ok een gul den meer geve. Maar toe drong ut toch tot hullie deur. dat ze ok nog wat doen moste voor de mense die ouderdoms pensioen hewwe ingevolge de nood wet Drees, Want ja, die wet L vooij houp mense een uitkomst weest. maar as je een. inkomen hewwe, dal zö om de twintig gulden droit, of er nag een endje t>eneden bloift .den zei je on* nag wel ontdekke kenne, dat ut leven de leste toid een skeppie duurder wor.-cn is. Afoin, dat hewwe die lui van de Stichting ok voelt. En deer hewwe ze ok advies over uitbroebt an de Me- nistiy. Om kort te gaanNel, reide jullie er een keer nei „Zestig cent voor gehuwde en dertig cent voor de ongehuwde", zoi Klaa» met een grafstem ..Ik heb ut ok lezen. En ik heb een lilluk woord gebruikt, toe ik las, dat die Stichting dat an de Menister van Sociale Zake vroeg. Maar ik hoop toch, dat de Menister er niet" intrapt". Toe trok Dirk z'n gezicht in ce plooi en hai zoi deftig: „Wie heeft, die zal gegeven worden en wie „Ik wou, dat je me derus skore". zoi Kees. „De zeip drougt allegaar op. Tk ben ok al over de voif en zestig, dat je begroipe, dat ik me al een beetje skoren voeL Ik wul nou werkelük wel een keer skoren worre. Afoin, hai is skoren. FIGARO troep kleine dienstbootjes. Willy zag Mildred n eerder dan toen zij el kaar ontmoetten op de kade bij de loods, waar hun bagage zou worden gecontroleerd. Milderd zag er vrolijk en onbezorgd uitWilly slaakte een zucht van verlichting .Zij had onge twijfeld niets van de juwelen diefstal gemerkt Willy wenste zichzelf geluk en was nog steeds bezig ,toen hy hoor de, hoe Milderd zich tot een van de douane-beambte wendde en zei: „Ik moet u zeggen, dat ik een stom me vergissing heb gemaakt" „Zegt u het maar, juffrouw". „Ik heb een halssnoer ia Amsterdam gekocht voor twintigduizend dollar en ik heb het niet gemeld op mijn douanever klaring" Willy voelde het bloed uit zyn hoofd wegtrekken HU luisterde en vreesde het ergsteI „Dat komt in orde juffrouw", ant- w oor de de beambte. „U kunt dat nu nog rustig doen. Waar is die ketting?" Het meisje wendde zich vrolijk tot de diep teleurgestelde Gordon. „Deze heer heeft het sinds gisteren voor mbU in bewaring. Geef het nu maar aan de inspecteur, Willy" De inspecteur bekeek de ketting, die Gordon aarzelend uit zijn zak haalde, en ging op zoek naar de taxateur. Mildred richtte zich met haar lief ste lachje to» Willy en zei: „Wat lief van je. Willy om mij tegen mijzelf te beschermen. Als je dit niet gedaan had. zou ik een smokkclaarster zijn geweest Maar dat wilde je niet hé? Je zou het vreselyk hebben ge vonden, als Iemand zo iets oneerlykg zou hebben gedaan. Jouw devies if immers: Eerlijk duurt het langst!" Een van de laatste opnamen van kroonprinses Elisabech van Engeland dlc onlangs een zoontje het leven heelt geschonken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 3