Als de jeugd naar de bioscoop gaat
VOORMENS
Abonneert U op
dit blad
WmHcl
3
le Amateur-Gentleman
Belangrijk probleem:
Wat is het psychologische effect
van de moderne film
DE JEUGD wil naar de bioscoop. In Amerika wordt het
aantal wekelijkse bioscoopbezoekers geschat op raim
80 millien, waarvan 11 mlllioen onder de 14 jaar. In En
geland kan het aantal wekelijkse bezoekers geschat worden
op 25 a 30 mlllioen.-met 47, millioen Jeugdigen (na-oorlogs
tijd). Zonder twijfel liggen deze getallen voor Nederland
veel lager. Maar het lijkt waarschijnlijk, dat llt een kwestie
van tijd is. Door de Nederlandse Bioscoopbond werd ons ver
zekerd, dat binnen enkele jaren iede rNederlands dorp zijn
eigen bioscoop zal hebben. Kunnen wij dit alles emt een rim-
peloos optimisme zijn eigen weg laten gaan? Of slaat de
schrik ons dusdanig om hetr hart, dat wij voor het jeugdig
eemoed ieder contact met deze vorm van tijdpassering wen_
s te vermijden? Beide wegen zijn rechtlijnige wegen en
met de rechtlijnigheid is men altijd het snelste klaar. Onze
tijd is echter verre van rechtlijnig. aDt ervaart iedere op-
voder, iedere rechter, iedere wetgever.
toren zijn bij een beoordeling.
Het doel van het „Instituut Film
en Jeugd" is nu opvoeders, rech
ters en wetgevers te helpen bij het
vinden van een Juiste basis voor
hun waardering van de bij uitstek
moderne vorm van vrije-tijdsbe-
steding: de film.
Het wenst dit te doen door: het
bevorderen, stimuleren en even
tueel verrichten va nonderzoekin-
gen naar de invloed van de film
op de gedragswijzen, geestelijke
gezondheid en sociale maatstaven
van jeugdige personen en groe
pen; het adviseren tot maatrege
len op grond van resultaten dier
onderzoekingen^ het steunen, be
vorderen en initiëren van strevin
gen, welke volgens het oordeel
van de Stichting zich bewegen in
de richting van groter zorg nopens
de jeugd met betrekking tot film
vertoningen.
Het bestuur van het Instituut
wordt sgmhrbrre2E6.g mrbmbm
wordt gevormd door ervaren so
ciologen, psychologen, vertegen
woordigers van de Nationale Fe
deratie voor de Geestelijke Volks
gezondheid en van de filmwereld
en enige leden, die aan de Depar
tementen van Sociale Zaken en
van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen zijn verbonden.
Sinds de oprichting van het In
stituut werden contacten' gezocht
met naburige landen en landen
over zee. alsmede met de UNESCO
Tot slot nog een kleine statistiek
overgenomen uit „The problem of
leisure" van Henry Durant, waar
uit blijkt, hoe de belangstelling
van de Jeugd jongens zowel als
meisjes voor de sport en boe
ken terugloopt, zodra zij de
school achter zich heeft, en hoe
in die periode de bioscoop in ver
sterkte. mate op de voorgrond
Jongens: enigerlei tak van
sport (behalve wandelen en
fietsen): voor het verlaten der
school, 57.8 procent, op 15-jarige
leeftijd 49.8 procent; lezen:
idem. 53 procent, op 15-jarige
leeftijd 51.9 procent; bioscoop:
idem 28.9 procent, op 15-jarige
leeftijd 45.6 procent.
Meisjes: enigerlei tak van
sport (behalve wandelen en
fietsen): voor het verlaten der
school 36.4 procent ,op 15-jarige
leeftijd 2.9 procent; lezen:
idem 57 procent .op 15-jarige leef_
tiid 44.7 procent; bioscoop:
idem 25.2 procent, op 15-jarige
leeftijd 36.5 procent.
„Niets heeft in de laatste
vijftig jaren van de iQoeligste
geschiede£is van alle tijden
meer gedaan om zonde en mis
daad te verminderen en het ge
luk, de opvoeding en de voor
uitgang van het mensenras op
te voeren, dan de film; en als
de rechtdenkende, intelligente
mensen in dit. land de filmver
vaardigers willen steunen bij
het geven van gezond amuse
ment, dan zullen zij zeker nog
meer bereiken in de naaste toe
komst."
IN AMERIKA ONDERZOEK
VERLER DAN BIJ ONS.
Van de twee meningen, hier
naast vermeld, over de invloed
van de film op het denken en de
gedragingen van de moderne
mens is ht eerste citaat van een
Amerikaans rechter, het tweede
van Henry Durant, een bekend
Amerikaans sociolog.
Dat de film invloed uitoefent
daarover bestaat bij geen van bei
den enige twijfel. Dat de invloed
via het bewegende beeld dieper
gaat dan via enig ander inter-
medair, staat voor beiden vast.
Waar beiden echter radicaal uit
eengaan, is de aard van de invloed.
Het komt er slechts op aan te we
ten en vast te stellen, welke in
vloeden positief, welke negatief
Zijn.
-ii Amerika is men hierin veel
verder gekomen dan in West-Eu
ropa. Door de enorme achterstand,
waarin de oorlog ons heeft ge
bracht .staat het onderzoek naar
Invloeden, die de volkeren in al
hun geledingen raken en die uit
onze samenleving niet meer weg
te denken vallen niet alleen, maar
de tendens vertonen, dat zij die
samenleving in steeds sterker ma
te zullen gaan beheersen, nog in
de kinderschoenen.
Wat nu zou eenvoudiger zijn,
wat zou meer moeizame arbeid
besparen dan de resultaten van
onderzoekingen, die men elders
gedaan heeft, ook voor ons land
te aanvaarden en over te nemen.
Toch zou dit allerminst verant
woord zijn. Ieder lanl, ieder volk,
heeft een eigen structuur, sociolo
gisch. psychologisch, historisch.
Veel kunnen zij van elkaar leren,
veel van elkanders methodiek en
techniek overnemen. De resulta
ten daarvan moeten echter in vol_
gtrekte vrijheid kunnen worden
afgelezen.
Het Jnstituut Film en Jeugd",
dat in 1947 in Den Haag werd op
gericht, en sinds het voorjaar van
1948 als Stichting optreedt, heeft
de nood onderkent, die er m Ne
derland bestaat ten aanzien van de
omvetendheid, waarin zowel het
verantwoordelijke publiek als de
filmtechnici verkeren ten aanzien
van het psychologisch effect van
de film op de toeschouwer en meer
speciaal op de jeugdige toeschou
wer.
WAT DOET DE FILM?
De vraag, die dagelijks wordt
gesteld door mensen .die bewust
hun tijd beleven, is: „Wat doet de
film?" Dit is ook de vraag, waar
filmkeuringen mee worstelen. Het
ene wordt goedgekeurd, ar volgens
ene wordt afgekeurd, het andere
wordt goedgekeurd. Maar volgens
welke waardemeter? Is die waar
demeter juist? Is die waardemeter
Iets anders, iets objectievers dan
een gevoel, een mening, die
resultante is van opvoeding,
traditie .geloof, wereldbeschou
wing. of hoe men het noemen wil,
waarbij men allerminst moet ver
geten, dat vermoeidheid, lichame
lijk welzijn, mee-bepalende fac-
„Belangrijker nog dan de pers
is de bioscoop. Deze tovert het
dure interieur of de gewoonten
der rijken voor de ogen dier
genen, die er anders geen
voorstelling van zouden heb
ben.
Overdaad, macht, vrije tijd
worden vjellswaar op het doek
gebracht op een wijze, die er
op berekend is aan te tonen,
dat zij slechts klatergoud zijn,
vergeleken met het solide goud
van deugden als trouw en een
voud. Misschien hébben zulke
lessen in ethiek hun uitwer
king. Het is echter niet daar
voort dat bioscoopbezoekers
hun geld uitgeven. Hun wens
is het in de rol van een ander
spanningen en verrukkingen
te ondergaan, weelde en ro
mantiek te beleven, zij het dan
ook uit de tweed ehand. Deze
aspecten van de film oefenen
een diepe invloed op de vor
ming van waardebegrippen".
„OSSERVATORE ROMANO" OVER
OORLOG
„Osservatore Romano". het semi of
ficiële bind van het Vaticaan, schrijft,
dat de kerk, zelfs indien een „rechtvaar
dige oorlog" zou uitbreken, deze niet
zou dukJen wegens de onref,-*'-!w»-,:",
den, die het gevolg zoude^zijn van het
gebruik der huidige oorlogswapens.
„Een oor'og tegen de Sovjet Unie zou
nu, zelfs indien dit land werd verslagen,
niet het verdwijnen van Let communis
me betekenen", aldus het blad.
„DE MANNEN HEBBEN HUN KANS
GEHAD"
Senator Margaret Chase Smifh (Rc
publ'ekin uit Maine), heeft in een vraag
gesprek voor de radio te Washington
voorgesteld een wereldvredecougres te
houden van vrouweMike afgevaardigden,
ook uit de Sovjet- Unie, daar „de ma-i
nen hun kans hadden gehad". Zij hal
hel gevoel, dat wanneer er een dozijn
vooraanstaande vrouwen uit de VS.
F snkriik. Engeland en zelfs Ru^ind
ter'id was de methode te hespreken om
tot een veieldvrede te komen, zij i»rs
zou Tor kunnen bereiken. ..Vrouwen zou
den 3e sch nhaar gevaarlijke Imi-sse
kunnen vermijden, die de mannen tot
n»i toe hebben bereikt", zo zcide zij
MEVROUW SPOOR MET VACANTIE IN NEDERLAND.
Met het vlaggeschip Oranjevan de Mij Nederland arriveerde
Dinsdagochtend de echtgenote van generaal Spoor, mevrouw M.
Spoor-Dijkema, voor een welverdiende rust in het vaderland, welke
vacantie zij bij familie in de provincie Groningen zal doorbrengen.
Op de kade te Amsterdam passeefémevrouw Spoor de passencontrole
VERKEERDE KLEUR
In de trein zit een mijnheer met een
allemachtig aardig hondje. Het beestje
is ogenschijnlijk zeer lieftallig en tegen
de medereizigers vriendelijk, zoals het
een goed opgevoede hond betaamt. We
vermaken ons met het diertje. Als we
dan echter In Heiloo stoppen wil het
toeval, dat de ware aard van het dier
boven komt. Plotseling worden we op
geschrokken door een ontzaglijk nijdig
gekef. Verbaasd zien we, dat het zo
vreedzame diertje in heftige woede ont
stoken is, bij het aanschouwen van de
rode pet van de stationschef, die heen
en weer loopt. Telkens als de rode pet
in het gezichtsveld verschijnt, wordt, het
hondtje woedend. Misschien gelooft u
het niet en denkt u, dat de lenskijker
fantaseert. Zo is het. niet. Want nog
maar nauwelijks is de rode pet uit het
eerieht, of een even rood damestasje
trekt zijn aandacht. En het wekt zijn
woede in nog heviger mate op. De vro
Hjkheid in de trein is uitbundig, vooral*
de chef bemerkt waar het om gaat en bij
het vertrek van de trein zijn kleurig
hoofddeksel nog even treiterend ver
toont.
Dan keert de rust terug eu we krij
gen gelegenheid ons de vraag voor te
leggen, welk duister drama achter deze
onredelijke haat tegen het rode verbor
gen mag liggen.
Is u met de Paasdagen thuis geble
ven? Dat is 'n niet onverstandige inval.
De len« kon echter niet worden vrijge
steld en wij moesten er dus op uit, om
de drukte op te nemen. Te meten
noemt men dat in vaktechnische krin
gen. Welnu, we hebben gemeten. Wel
niet met de ellemaat en ook niet met de
liter. Maar we hebben toch zoveel^ druk
te aanschouwd, dat het om tenslotte
ellen de keel uithing. Het was niet
mooi meer. We hebben onszelf in het een
tram van het land afgevraagd of er nog
wel mensen thuis waren. Alles scheen
van een wilde trekkingsdrang bezeten.
Het eerst hebben we getracht ons licht
op te steken bij een Het weer
leende zich er voor Helaas hebben we
echter een tegenzin in ijs en dns bestel
den we geen ijsje, maar stelden beroeps
matig ouze vragen. Hoe de zaken gin
gen. hoe druk het was, of er al room in
het ijs zot. Wellicht dat er een hele ijs
reportage in zat.
Hoe druk het was, hadden we niet te
vragen. Er sond een rij mensen te
wachten om geholpen te worden. Ant
woord van de yscoman kregen we dan
ook niet. Alleen keek hy vuil. Dat kwam
misschien omdat we onze vragen niet
tactisch inkleedden. Want tenslotte ver
veelde het hem zo, dat hij zei, dat we
maar eens opsmoesten. We heb
ben aan dat verzoek voldaan. Toen we
ons door de menigte worstelden, hoorden
we hem tegen ijseters zeggen: „Zeker
zo'n kerel van de belastingen Die pro
beren je op alle mogelijke manieren te-
menpen". Toen wisten we precies hoe
druk het was.
Op het Centraal station reden extra
trainen naar de ho'1 en veilen. De mensen
die met deze treinen meegingen, moeten
zich ontzaely1? hebben geamuseerd. Om
Men uur werd omgeroepen, dat er over
t'ep minufen een evtratrein zou rilden.
Meteen begon de bestorming. Die van
de RasM"e was er een vreedzame onder
neming bri. Het zou ftns inziens niet
kwaad zlin. aTs ze bil de spoorwegen
n-tp-V h*>rMie*tonwers fn diepst namen.
D:e konden dan bH zo'n gelegenheid
er'«-»Uct wonden. Hoewel we er afin
twi'felen of ze er nog meer mensen In
zenden kunnen krijgen Wat moeten die
mensen het benauwd gebed hebben En
nu hadden ze nog geen bloemen by zich.
De terugtocht zal nog veel luisterrijker
zijn geweest. Verbrande kormen en ver
trante bloemen. Maar ze zullen toch ge
no^en hebben van de kleurige bollen
velden.
Trouwens niet alleen die treinreizigers
De automobilisten in nog heviger mate.
Het is altyd nog een beetje gemakkely
ber om met de auto naar de bollen
velden te gaan, dan met de trein. Nu,
er waren er genoeg. Als er een ogen
blik een stremming in het verbeir was,
dan stond<yi er na enkele minul;n tien
tallen auto's op een ry. Voor de ge
wone man achter d# lens was het lege
lykertyd imposant en tegenstrijdig. Want
hy heeft nog geen auto. En dus vroeg
lenskyker zich met grote zorg af, koe
veel deviezen er wel nodig zijn geweest
om de stroom benzine te betalen, die op
de beide Paasdagen verbruikt is door
de gélukkige eigenaars van glanzende
limousines. We gunnen ze echter graag
dit etrautje, want anderen hebben er
ook een graantje van meegepikt.
Dat vroegen we aan een houder van
een restaurant op een der drukste pun
ten Gelukkig hadtien we iets geleerd van
onze ervaringen iij de ijsman en eerst
iets hesteld, dat ons de nodige lafenis
bracht. En toen werd ons in het geheim
verteld, dat deze beide Paasdagen meer
hadden opgeleverd dan vorige zomer de
hele maand Juli. Het was dan ook een
heTe toer om iets te bekomen, terwijl je
vorige maand wel een kanonskogel door
de lege restauratie kon schieten. Want
hei regende en stormde doorlopend.
We verklappen echter Jekker de naam
niet aan onze minister van Financiën,
noch aan zijn dienstknechten.
De rijwielherstellers waren weer niet
zo tevreden. Er was weinig te verdie
nen. Niet dat er niet genoeg fietse-s <.p
de wegen waren. Integendeel. Ze krioel
den er op als mug?cn op een vuil ta
fel Maar de banden waren te nieuw
Naar men ons mededeelde werd er
slechts sporadisch een plof of een zucht
vernomen. Zeer ten ongerieve van de
rijwielherstellers, die overigens deze
schadepost genoeglijk namen, maar tot
girote vreugde van de talloze Hollanders
die met verhitte gezichten door de scho
ne Hollandse dreven zwoegden. Ze
zweetten de hele dag. om tegen de avond
te gaan mopperen. Want de wind stak
op en die hadden hem tegen. De genoeg
Hjlosfe Paas hebben de verstandigen ge
had, die de hele dag rustig zaten te kb'
ken naar de ontluikende bomen. Je kon
ze zien groeien.
1L
OLYMPISCHE SPELEN
BUENOS AIRES
CANDIDAAT VOOR 1WS
De voorzitter van de Argentijnse
zwembond en vertegenwoordiger
van de raad der lichamelijke op
voeding is per vliegtug naar Rome
vertrokken, waar hij in het kader
van de bijeenkomst van het inter
nationaal Olympisch comité dé
candidatuur van Buenos Aires voor
de organisatie der spelen van 1950
naar voren zal brengen. Neri ver
tegenwoordigt eveneens de stad
Buenos Aires. Verscheidene le<l«n
van het IOC, afkomstig van Zuid-
Amerikaanse landen, zouden van
plan zijn de stad Buenos Aires op
het congres te steunen.
VRIJDAG 22 APRIL 1949.
Hilversum I 301 m. 7.00 en 8.00
Nws; 7.30 en 8.15 Gram. muziek; 9.00
Salviseh concert; 10.00 Morgenwijding;
10.30 Voor de vrouw; 10.45 Moderne
pianomuziek; 11.30 Orgelspel; 12.00
Promenade orkest; 13.00 Nws; 13.30
The Avrolians; 14.00 Kookpraatje;
14.20 Franse gram. platen; 15.00 Boe
kenschouw; 15.20 Engels concert; 16.00
Kamerorkest; 16.30 Voor de jeogd;
17.00 Filmland presenteert; 17.20 Wij
en de muziek; 18.00 Nws; 18.30 Ned.
Slryitkr.; 19.00 Denk om de bocht;
19.30 Nederland en zijn gewesten;
20.00 Nws; 20.05 Zaïvgrecital; 20.30
Jeruzalem, lezing 21.00 Men vraagt en
wy draaien; 21.30 Hoorspel; 22.00 Bui
tenl. overz.; 22.15 Swing and Sweet;
23.00 Nws.
Hilversum II 415 m. 7.00 en 8,00
Nws; 7.15 en 8.15 Gram. muziek; 9.15
Voor de zieken; 10.05 Symph. concert;
10.30 Morgendienst; 11.00 Gram, pl.;
11,20 Zangreciui; 1.50 Kon. M.Tvrr
Kapel; 12.33 Orgelconcert; 13.00 Nws;
13.15 Ensemble Selecta; 14.00 Nerl. Ka
merkwartet 14.40 Voor de vrouw; 15.00
Operette concert; 16.00 Strijksextet;
16.35 Gram .muziek; 17.00 Johtinn
Strauss; 17.45 Omroeporkest; 18.45
Geestelijke V -wen; 19.00 en 20.00
Nws; 20.15 Opwekkingssamenkomst;
21.30 Trio Fantasia; 21,50 Muziekfo
ruin; 22.30 NCRV kwartet; 23.00 Nws.
«•ilingc
larkten
PURMEREND 19 APRIL 1949.
Eierenmarfct: 1300 kipeieren 11—
11.50; 2500 eendeneieren 7.50; 1100
kievitseieren 10.
Veemarkt: Runderen, totaal 1544 st
95 vette koeien, levering; 114S gelde
koeien 330625, goed; 191 melk en
kalfkoeien 550—875, iets vlugger; 23
pinken- 230425, goed; 22 stieren 350
S50, kei lm; 65 graskalveren 1S5325
goed; 1129 nuchtere kalveren voor de
slacht, levering; id. id. voor de fokke
ry 3280, stug; 6 vette vnrkens voor
de slacht, levering; 8 fok zeugen 175
325. stug; 871 biggen 4070. goed;
475 schapen voor de weidery 5268,
goed; iel. voor de fokkerü 35120.
goed: 162 lammeren; 76 bokken en ge'
ten 1060. stug; 31 nearden 375750
stug. 4302 dieren totaal.
Pluimveemarkt: 1500 oude kinnen
en hanen (witte en rode) 2 252.50 p.
kg; 250 id. (blauwe) 2 60—2 30 p. kg;
150 henen 57 p. stuk; 200 jonge
hanen (blauwe) 2.502 90 p. kg; 130C
id. (witte en rode) 2—2 25 p kg; 300
jonge eenden, oude eenden 22.50 p.
stuk; 400 konijuen 18 p. stuk; 20
ganzen 46 p. stuk.
NOORD SCHARWOUDE 20 APRIL
84500 kg rode kool 13—17 20: 1*00
kg gele kool 14.10—16; 3300 kj w.He
kool 10.70—1140; 15000 kg witlof I
20—25; TT 17—22: ITT 10—14; 2200
kg rabarber 2; 600 kg prei 4; 1300 kg
uien 10.1010 80; 1500 kg bevelanders
4 10—4.30.
WARM EN HUIZEN 20 APRIL
2000 kg witlof I 16—19; II 10—11;
afwykende 12; 1100 kg gele kool 13.10;
4500 kg rode kool 13 90—13.30.
BR OP LANGEND?JK 20 APRIL
9000 g witlof I 15—22; II 10—12;
3200 kg rabarber 56 50; 500 kg rode
kool 14.40.
JEFFERY FARNOL:
Barnabas is ondenueg naar de feest-
zaal, waar hij, als plotselinge fa
voriet van uitgaand Londen, zal
worden gehuldigd. Maar met zijn
gedachten is onze jongeman er niet
helemaal bij. Hij heeft nog steeds
geen brief ontvangen van Cleone.
63)
Nooit had White, deze historische
club, een meer illuster gezelschap on
der zijn dak bijeen gehad: hertogen,
koninklijke en andere figuren, lopen
elleboog aan elleboog de trap op. Ja.
White is tot barstens toe vol vanavond,
want de halve Grote Wereld is hier,
dat wil zeggen, de manlijke helft, allen
één voor één met het vaste en onwan
kelbare doel te eten en te drinken ter
ere en .glorie van Barnabas Beverley.
Onmiddellijk begint het banket; de
lucht is vervuld met gelach en gepraat
en het springen van kurken; kellners
vliegen af en aan; schotels komen en
gaan: steeds luider wordt het gepraat
en gelach.
En Barnabas? Hij. op wie de groot
ste aandacht is gevestigd, moest geluk
kig zijn. Hoger komen kan hij niet, want
vanavond dineert hij met prinsen. Zo
zit Barnabas te midden van de glans
en de schittering van dit alles; hij glim
lacht tegen de een. buigt voor de an
der. spreekt beurtelings met allen en
vraagt zich af of er nog een brief
uit Hawkhurst van Cleone komt En
nu houdt het heen en weer vliegen
van kellners op, verstomt het rinkelen
van glas en zilver en het gepraat en
gelach en staat een pokdalige gentleman
op, grijpt met de ene hand zijn over
hemd en heft met de andere een vol
glas op. schraapt zijn keel en begint:
„Gentlemen ,ik ben een Engelsman
en derhalve kortaf en eenvoudig
drommels kortaf erg kortaf! Gentle
men, ik wens een woord te zeggen bij
deze gelukkige en gedenkwaardige ge
legenheid en wel dit: Als Engelsman
bewonder ik natuurlijk moed en ver
metelheid Mr. Beverley heeft moed
en vermetelheid daarom drink ik
op hem. Gentlemen, we hebben zulke
rasechte Engelsen als Beverley nodig.
Zolang we mannen als Beverley onder
ons hebben, zal Engeland geen vreemd
juk te dragen hebben en als triompha-
tor de eerste in vrede en de eerste in
oorlog zijn. Gentlemen, ik drink op
Mr. Beverley, daar hij een ware sports
man is. Op de gezondheid van Mr.
Beverley, heren!"
Dan buigt de pokdalige voor Barna
bas. drinkt-zijn glas leeg en gaat zitten
te midden van luide toejuichingen en
een daverend hoera van „Beverley! Be
verley!" vergezeld door het rinkelen
van glazen.
En nu staan op hun beurt andere
gentlemen op en steken speeches af,
meer of minder welsprekend, bloemrijk.
geestig en uitbundig; maar alle vol van
ae goede eigenschappen van Barnabas
Beverley, die hoort, dat hij een all
round sportsman, een glanzend licht en
een der bolwerken van Oud-Engeland
is.
En naar dit alles luistert hü met wis
selende emoties en met één oog op de
deur, verlangend uitziend naar de zo
lang verbeide brief. Maar het ogenblik
is gekomen, dat hij antwoorden moet;
aller ogen zijn op hem gericht, alle
glazen zijn gevuld; zelfs de kellners
tonen belangstelling, als te midden van
toejuichingen de gast van de avond
opstaat wat blozend, wat zenuwach
tig. maar met een vaste blik.
En terwijl Barnabas daar als een
elegante, flinke en sierlijke gestalte
staat, kunnen alle ogen weer de onbe
rispelijke snit van zijn jas en de platte
revers zien. Vóór hij spreken kan,
wordt in de stilte de stap van zware
voeten voor de deur gehoord en kijkt
Barnabas, steeds denkend aan de brief,
daar angstig heen; maar het wordt
weor stil en een zucht smorend, begint
hij-
„Miine heren! Zozeer ben ik mij de
eer. die eii mij bewijst, bewust, dat het
mij moeiljjk valt uitdrukking te geven
aan mijn
Maar weer lawaai bij de deur; ge
schuifel van voeten en georevel van
stemmen: vol verwachting houdt bi? op,
waarop de hoorders boos: „Stilte!"
roenen. waarna hij onnieuw beeint.
„Inderdaad, heren, ik vrees, dat geen
woorden van mij. hoe welsprekend ook,
voor u voldoende kunnen uitdruk
ken
„O, Barnabas!" roept een diepe stem.
„Ja, het is Barnabas!"
Terwijl die woorden weerklinken,
wordt de groep protesterende kellners
door een sterke arm op zijde geschoven
en stapt een ondanks het landelijke cos-
tuum knappe gestalte de feestzaal bin
nen en staat John Barty in het licht
der vele kaarsen te knipogen. John
Barty, zijn vader!
Barnabas sloot zyn ogen, legde zyn
hand op de rug van de dichtstbijzijnde
stoel en bleef zo staan met gebogen
hoofd en een vreemd gesuis in zijn
oren. Langzamerhand wordt dit gesuis
minder, tot hij stemmen om zich kan
horen, een boos geschreeuw:
„Zet hem eruit!"
„Gooit de schooier op straat!"
„Trapt hem naar beneden!"
En te midden van dit steeds toene
mend lawaai kon Barnabas de stem
van zijn vader onderscheiden en daarin
was een klank die hij vroeger nooit ge
hoord had, iets aarzelends, iets angstige.
„Barnabas? Barnabas? O, ben jij dat,
mijn jongen, ben jy dat?"
Nog stond hij daar met gebogen
hoofd, zijn grijpende vingers klemden
zich styf om de stoelrug, terwijl het
lawaai om hem heen steeds luider en
dreigender klonk.
„Gooi hem eruit!"
„De trap af!"
„Bij George!" riep een markies, op
staande en zijn jas dichtknopend, „als
niemand anders het wil, zal ik het zelf
proberen. Hij ziet eruit, alsof hij aar
dig boksen kan. Kom mee, goede man,
je moet er of hier uit of je moet er
aan geloven heus je moet!"
Maar toen hij naar hem toeging, hief
Barnabas zijn hoofd op, hield hem met
een gebaar tegen en zag zyn vader al
leen in een woedende kring staan. En
John Barty's ogen waren groot en
troebel, zijn gewoonlijk rode wangen
bleek, ofschoon met iets meer "dan vrees,
toen hij, langzaam de kring van drei
gende gezichten, die hem omgaf, aan
kijkend, het witte, verwilderde gezicht
van zijn zoon zag. En bij het zien daar
van kreunde John Barty en deed een
stap naar de deur; maar niemand ver
roerde zich om plaats voor hem te ma
ken „Een een vergissing, heren,"
prevelde hij. „Ik ik zal gaan!"
Terwijl die stamelende woorden wer
den geuit, stapte Barnabas in ds k:
stak zijn hand in de slappe arm van
zijn vader en keek met bleke wangen
en hoog opgeheven hoofd het gez;'schap
rond. „Mijne heren," zei hij. „Ik heb
de eer u voor te stellen John Barty,
vroeger bekend als Beroemde John"
ex-kampioen van Engeland en eige
naar van de herberg „De Jachthond",
m ii n vader!"
Een ogenblik van stilte! Een stilte
zó diep dat niemand scheen adem te
halen; een lang lang ogenblik, waarin
Barnabas zich het doelwit voelde van
aller ogen ogen, waarin hij meende
verbazing te zien, die door verschillende
phasps heen. plaats maakte voor een
steeds toenemende minachting. Daar
om keerde hij allen de rug toeen ging
voor het raam in de donker» street
staan staren
(Wordt vervolgd).