3
Uitvoering van cultuur-technische werken
vereist inschakeling bedrijfsleven
Brochure Stichting voorde Landbouw
geeft waardevolle wenken
Kappie,
l tWrrrr
De teelt van pootaardappelen
Le Amateur-Gentleman
Arbeidsvoorziening in de landbouw
VOOR ONS ligt een brochure: J)e sociaal-economische beteke
nis van het cultuurtechnische werk voor de werkgelegenheid sra
de Landbouw", door de Stichting voor de Landbouw uitgegeven.
De schrijver van deze verhandeling is de heer J. K. Mei se,
hoofdinspecteur van het Bureau Oogstvoorziening en adviserend
lid van de hoofdafdeling Sociale Zaken van genoemde Stichting.
In de inleiding wordt over de positie van de landarbeider gezegd,
dat menige landarbeider tijdens de oorlog getoond heeft meer te
zijn dan een mechanisme, dat alleen in staat is^om arbeid te le
veren Velen van hen hebben daadwerkelijk gestreden voor een
vreedzame samenleving, waarin de rechten van de mens worden
geëerbiedigd. Tot de rechten, wa arvoor de landarbeiders in de
oorlog gestreden hebben, behoort volgens de heer Melse óók het
recht op een voortdurende werkgelegenheid voor iedere arbei
der, die werken kan en werken wil.
In ons vorig artikel is reeds
weergegeven, dat vooral de akker_
bouw en. in mindere mate, de ge
mengde bedrijven niet voldoende
werkgelegenheid voor de arbeiders
hebben. Door mechanisatie en toe
passing van rationele arbeidsme-
thoden kan een zekere nivellering
van de arbeidstoppen worden
verkregen. Dit is echter niet vol
doende en wij hebben gezien, dat
tijdens de wintermaanden vele
landarbeiders worden ontslagen.
Vooral de grotere bedrijven, waar
door vreemde arbeiders het meeste
werk wordt verricht, passen zich
gewoonlijk aan door het aanne
men en ontslaan van arbeiders.
Op deze wijze besparen de werk
gevers enkele maanden arbeids_
loon.
ZWARE LAST
De kleine bedrijven .waarop de
boer vaak met zijn gezinsleden
werkt, dragen deze winterwerk
loosheid zélf. Het is dan ook niet
te verwonderen, dat men vooral op
deze bedrijven vaak met finan
ciële moeilijkheden te kampen
heeft. De medewerkende gezinsle
den en de boeren voelen er niets
voor om op de D.U.W.-objecten te
gaan werken of eventueel in de
overbruggingssteun opgenomen te
worden. In de drie seizoenen, voor
jaar. zomer en herfst, kunnen de_
ze mensen werken en dan neemt
men de winter wel zoals deze is.
Wanneer men deze kleine bedrij
ven van nabij bekijkt, komt men
onder de indruk van het vele werk
dat de boer of tuinder met zijn
mede-arbeiders verricht. Men ploe
tert van de vroege ochtend tot de
late avond. M~t handenarbeid
wordt het bedrijf gevoerd. De fi
nanciën laten vaak niet toe, dat
machines gekocht worden. Men
huldigt de idee. dat handenarbeid
door eigen personeel het goed-
kooost is. RH de afzet van de pro.
ductci men echter, d«t, de
concurrentie cr-r»*orp
(met mechanisatie #>n «fschnivh'g
van op de
Overheid-) vele moeilijkheden op
levert,.
DE UITWIJKMOGELIJK
HEID.
Bij de tegenwoordig vastgestelde
prijzen voor de producten heeft
men de improductieve uren in de
prijzen niet opgenomen (behalve
feestdagen, vacantie. e.d.). Het is
duidelijk, dat men dus naar moge
lijkheden moet uitzien om voor de
arbeiders een blijvende werkgele
genheid in de landbouw en voor de
kleine boeren en medewerkende
gezinsleden een aanvullende werk
gelegenheid te vinden. De cultuur_
technische werken bicden hiervoor
voldoende mogelijkheden.
Wat zijn eigenlijk cultuur-tech
nische werken? Wanneer grond in
cultuurgrond wordt veranderd of
hiertoe blijvend geschikt wordt ge
maakt. hebben wij met cultuur
technische maatregelen te doen.
Ieder zal zulke werken wel eens ge
zien hebben. Een sloot uitdiepen,
drainage aanleggen, begreppelen
van een land of egaliseren. de on
gelijke ligging vereffenen. herver_
kavelen mogen wii hiertoe reke
nen. Wij zouden dit kleinere wer
ken kunnen noemen. Daar tegen
over staan de grotere werken, zo
als inpolderingen van de Wierin-
germeer en Noord-Oostpolder en
verder ruilverkavelingen en ontgin
ningen.
Het zijn dus werkzaamheden, die
op het platteland uitgevoerd wor
den en direct van belang zijn voor
onze agrarische bedrijven. In vroer
gere jaren werden deze werkzaam
heden door de boer met zijn arbei
ders uitgevoerd. De afgravingen
van de venen, in cultuur brengen
van heide- en zandgronden kun
nen in het bijzonder genoemd wor
den. Op deze wijze kon de boer zijn
bedrijf verbeteren, terwijl de ar
beiders zich door de vaste werkge
legenheid gebonden voelden aan 't
bedrijf.
De crisis omstreeks 1880 en 1930
heeft een grote werkloosheid te
weeg gebracht. Vooral na de laat
ste crisis is de situatie op de cul
tuur-technische werken geheel ver
anderd. Het in dienst houden van
arbeiders voor korte tijd werd nor
maal geacht en de Overheid moest
de arbeider, als hü geen werk had,
maar onderhouden. De cultuur
technische werken werden werk
verschaffingsobjecten.
In 1940 veranderde dit door de
greep van de Duitse bezetter, die
voor zijn oorlogsmachine ook de
seizoenarbeiders uit de landbouw
opeiste. De werkverschaffing werd
drastisch beperkt en de dreigende
deportatie noodzaakte naar ande_
re middelen uit te zien om deze ar
beiders In het land te houden. De
uitvoering van cultuur-technisch
werk in de vorm van zogenaamde
boerenwerken kwam tot stand. Op
de kosten van uitvoering werd een
gelijkwaardige subsidie verstrekt
als op de werkverschaffing.
VELE VOORDELEN
Ook na de oorlog bestaat er nog
veel belangstelling voor. deze boe
renwerken en andere cultuur-
tor^niscb^ objecten en zeker niet
zolder reden.
Wat ziin de voordelen van deze
cv^unr-feehnlsche werken?
Na het hierboven vermelde en 't
voorgaande artikel over de ar
beidsvoorziening in de landbouw
zal een puntsgewijze opsomming
van de voornaamste voordelen wel
voldoende en duidelijk zijn.
Ie. De cultuur-technische werken
liggen over het gehele land ver
spreid en zijn dus gemakkelijk
te bereiken voor de arbeiders.
2e. Zij geven aan de boeren en ar
beiders de zo dringend nodige
aanvullende werkgelegenheid
tijdens de wintermaanden.
3c. Het vertrouwen In een blijvende
werkgelegenheid in de land
bouw zal de arbeidsrust ten
goede komen en het beroepsbe-
wustzijn bevorderen, terwijl de
scholing der arbeiders in de
hand wordt gewerkt.
4e. Als gevolg hiervan zal het wel_
vaartspeil van boer en arbeider
verhoogd worden. De verbeterde
grond zal de bedrijfsuitkomsten
verhogen.
5e. De arbeidsvoorziening in de
landbouw wordt minder zorge
lijk. terwijl het bedrag aan
werklozensteun (overbruggings
steun en subsidie D.U.W.-werk-
zaamheden) verminderd kan
worden.
6e. Bij een eventuele werkloos
heidsverzekering kan met deze
„full-employment" rekening ge
houden worden en behoeft al
leen voor verzuim wegens onT
werkbaar weer te worden gere
serveerd.
Deze voordelen kunnen verwe
zenlijkt worden als de subsidie op
de cultuur-technische werken ook
verantwoord is.
VERSTREKKENDE IN
VLOED
Cultuur-technische werkzaam
heden zijn rendabel, wanneer de
interest van de bestede kosten ge
lijk is aan de verhoging van de
netto-opbrengst, welke er door
wordt verkregen. Naarmate de
werkzaamheden op een bepaald
object meer of minder rendabel
zijn, zal voor het niet-rendabele
gedeelte subsidie door de Overheid
moeten worden verstrekt. Deze
subsidie-verstrekking is verant
woord omdat door cultuur-techni
sche werken de nationale produc
tie en het maatschappelijk inko_
men wordt verhoogd. De hierdoor
mogelijk gemaakte rationalisatie
zal in het algemeen ook een gun
stige invloed uitoefenen op de kost
prijzen en op de concurrentiemo-
gelijkheid met het buitenland. On
voldoende voortgang van deze
werkzaamheden is één der belem
merende factoren van de kost
prijsverlaging in de tegenwoordige
tijd*Het spreekt vanzelf, dat bij
de volgorde van uitvoering de ren
dabele werkzaamheden voorrang
moeten hebben, opdat de uitge
putte staatskas niet onnodig be
last wordt.
De noodzaak om tot verlaging
van de kostprijzen te komen en 't
feit, dat het sociaal-economisch
onverantwoord moet worden ge
acht, dat valide arbeidskrachten
niets doen (met de daaraan ver
bonden heilloze steunverlening)
verplichten ons een zo volledige
mogelijke werkgelegenheid in de
landbouw te scheppen. Als prac-
tisch bezwaar tegen het opstellen
van voldoende werkgelegenheid in
de vorm van cultuur-technische
werken wordt aangevoerd, dat de
landbouwers de kern van vaste ar
beiders zullen verminderen. Hier
kan tegenover worden gesteld, dat
alle arbeiders in principe vaste ar-
reiders vehoren te zijn. D.w.z. vol
ledig voor rekening van het bedrijf
moeten komen (al of niet met be
hulp van subsidie).
Het bezwaar geldt eerst dan,
wanneer buiten het bedrijf cul_
tuur-technische werken worden
uitgevoerd, waarheen de arbeiders
kunnen gaan. Is de uitvoering van
dit object niet geheel rendabel,
dan wentelt het bedrijf, dat de ar
beiders ..afschuift" een deel van
ziin plicht op de staat af.
In deze gevallen Is preventief
toezicht op de overgang gewenst,
hetgeen mogelUk is door Inschake
ling van de Plaatselijke Commis
sies van de Stichting voor de
Landbouw.
en de uitvinding
van
Signor Rivaldi
17. De list van Signor Rivaldi was
gelukt. De Kraak was gered, maar
nu waren ze nog niet veel verder
Diep in gedachten pakte Kappie
een van de werktuigen op. die de
zeemensen hadden achtergelaten.
Opeens gaf hij een schreeuw en
begon opgewonden te dansen. De
anderen dachten al. dat hij gek
geworden was. „Arm Capitano",
Dit bezwaar geldt dus ln hoofd
zaak bij niet-rendabele objecten.
Dat de arbeiders op rendabele ob
jecten werken, hetzij op eigen be
drijf, hetzij daarbuiten, is niet in
het minst bezwaarlijk, mits dit in
georganiseerd overleg plaats vindt
en de werken in de sfeer van de
landbouw blijven. In het georgani
seerd overleg bij de indeling van
de werkgelegenheid moeten de be-
drijfswerkzaamheden, welke de
kern van de werkgelegenheid be
horen uit te maken, betrokken
worden. Slechts op deze wijze kan
een teeltplan worden opgesteld,
waarvan en de boer en de arbeider
het hoogste profijt trekken.
In de hantering van het begrip
„behoud vaste kern" megen de be_
langen van de arbeiders niet wor
den verwaarloosd. Is er werkelijk
geen werk op het bedrijf, dan is
het ook voor hen beter, dat zij tij
delijk buiten het bedrijf werk heb
ben (bedoeld Is hier de vaste kern
in ruimere zin).
GEDEC KN'1'RAT iTSEERDE
ORGANISATIE
Willen de plannen slagen, dan is
decentralisatie in de organisatie
nodig, omdat bekendheid met de
plaatselijke toestand van het aller
grootste belang is. In de eerste
plaats zal nodig zijn een onder
zoek naar de werkgelegenheid ter
plaatse, waarna in overleg met de
C.T.D. en andere lichamen concre_
te plannen voor de komende tij
den van slapte worden opgesteld.
De verhouding beschikbare arbei
ders tot werkgelegenheid, welke
door dit onderzoek voor de ver
schillende gebieden wordt gevon
den, doet wellicht ook de eis naar
voren kemen, dat behalve maatre
gelen op korte termijn ook maat
regelen op langere termijn nood
zakelijk zijn.
Voor de uitvoering van de ont
worpen plannen is volgens de heer
Melse de hoofdafdeling Sociale
Zaken van de Stichting voor de
Landbouw het aangewezen orgaan
Uitvoering zou kunnen geschieden
door een kleine commissie uit deze
afdeling, waarin vertegenwoordi
ging van de Directie voor de Land
bouw en het Landbouw-Econo-
misch Instituut eveneens gewenst
kan zijn.
Als richtlijn voor de werkzaam
heden van deze Commissie dient
gewerkt te worden naar een vast
schema, omvattende een onder
zoek naar de aanwezige werkgele
genheid, een onderzoek naar de
beschikbare arbeiders. gevolgd
dom: een omschrijving van de taak
der organen van de Stichting van
de Landbouw, bij de uitvoerige der
te ontwerpen plannen. Indien men
begint met een onderzoek naar de
diréete behoefte, dan kan daarop
volgen een onderzoek, dat voor
ziet in maatregelen op lange ter
mijn. Behalve deze punten zullen
rbfj dit onderzoek nog betrokken
'moeten worden: het bevolkings
vraagstuk op het platteland, de
toekomstmogelijkheden voor land
arbeiders in verband met de me
chanisatie enz. en het woning
vraagstuk. waarbij meer dan tot
nu toe gelet d'ent te worden op de
werkgelegenheid. Wordt door sa
menwerking van alle bedriifsgeno-
ten het beoogde doel bereikt, dan
zal de bedrijfszekerheid voor de
landbouw belangrijk toenemen,
terwijl voor boerenarbeiders een
grotere bestaanszekerheid het ge_
volg zal zijn.
Tot besluit kan hieraan worden
toegevoegd, dat de beoogde orga
nisatie dus steunt op de inschake
ling van het bedrijfsleven. De prak
tijk is echter momenteel, dat de
Overheid (met name cultuur
technische dienst. Rijksdienst Uit
voering Werken en Rijksarbeidsbu
reau) de organisatie van deze
werken ln handen heeft.
Men onderscheidt hierbij A., B.
en C-werken en boeren-werken.
Deze laatste worden onder leiding
van de boer uitgevoerd. De boer
en gezinsleden, alsmede de vaste
en losvaste arbeiders van de boer
en de buren-boeren, die als zelf
standige landbouwers bij de P.B.H
zijn ingeschreven èn hun zoons,
mogen alleen op deze werken ge
plaatst worden. Op andere werken
kunnen de arbeiders alleen werk
vinden, indien zij eerst werkloos
gemaakt zijn. Na registratie van
de arbeiders op het arbeidsbureau
worden zij verwezen naar deze
werken. Deze werkwijze Is in strijd
met het aankweken van het be-
roepsbewustzijn van de arbeiders
en wij kunnen ons daarom volle
dig aansluiten bij het hierboven
weergegeven organisatieschema
van de heer Melse. waarbij de
landbouw zélf ingeschakeld wordt.
DINSDAG 26 APRIL 1949.
Hilversam 1 301 m. 7.00 en 8.00
Nwh; 7.30 en 8.15 Gram. platen; 8.55
Voor <le vrouw; 9.00 Schubert concert;
10.00 Morgenwijding; 10.15 Arbeidsvi
taminen; 11.00 Soft and Sweet; 11.30
Voor de zieken; 12.00 Lyra trfo; lifOO
Nws; 1320 The Fairy Ariation Work»
Band; 14.00 Met naald en schaar; 14.30
Ttadio matinee; 16.40 Voor de jeug<k
17.30 Gram muziek; 1800 Xwi; 18.30
Ned. Strjjdkr.; 19.15 Pianorecital; 20.00
Nws; 20.15 Bonte Dinsdagavondtreia
met Jan van Riemsdijk; 21.45 Buiten],
overzicht; 22.00 Pro Musica; 22.30
Zaugreciial; 23.00 Nws.
Hilversum II 415 m, 7.00 en 800
Nws; 7.15 en 8.15 Gram. platen; 9.05
Lichtbaken; 9.55 M11 ziek kalender10.15
Gram. muziek 10.10 Schoolradio; 1100
Dansmuziek; 11.40 „Bolero" van Ra
vel; 12.03 Pianorecital; 12.33 en 13.20
Orkest zonder naam; 13.00 Nws; 14.00
Kei. Kamerkwartet; 14.30 Voor de
rronw; 1500 Schoolradio; 15.30 Ster
renparade; 16 00 Voor de zieken; 1700
Voor de jeugd; 17 45 Amnsementsork.;
18.20 Alma Musica; 19.00 en 20.00
Nws: 19.15 Jobann Sfranss; 20.15
Dode Zielen, hoorspel naar Nieola.ns
Gogolö; 22.20 Pianorecital; 23.00 Nwa.
Productie en prijsvorming in het
komende oogstjaar
De telers van pootaardappelen
zün vorige jaren vrij geweest om
te bepalen hoeveel pootaardappe
len zij wilden verbouwen. Aange
zien voor het product goede prij
zen konden worden gemaakt, leg
den veie telers zich op het ver
bouwen van pootaardapplen toe.
Ondanks de door deskundigen ge
geven waarschuwing, dat de teelt
zou moeten worden verminderd,
werd deze echter onverminderd
voortgezet. Hierdoor werd het aan
bod van poetaardappelen zo groot
dat een deel als zodanig niet kan
worden verkocht. De prijzen wer
den dientengevolge lager.
In bovenstaande zin antwoordde
de heer Mansholt. minister van
landbouw, visserij en voedselvoor
ziening. toen hem door de heer v.
Deling, lid van de Tweede Kamer
vragen werden gesteld over de
maatregelen, welke de regering
overweegt met betrekking tot de
productie en de prijsvorming van
pootaardappelen in het komende
oogstjaar.
Minister Mansholt heeft verder
ten aanzien van de regelingen, die
in verband met deze afzetmoeiliik
heden in het afgelopen jaar zijn
getroffen, de voorstellen, welke
hem van de zijde van het Bedrijf
schap voor zaaizaad en pootgoed
en de Stichting voor de landbouw
hebben bereikt, overgenomen. Ook
▼oor het Jaar 1949 worden thans
voorst'Ten uit gewerkt, door dit. be
drïtfschan te zewion rnet hef- geor
ganiseerde bedrijfsleven, die de
^'"ister ter beoordeling tegemoet
ziet.
Het vraagstuk van een eventu
ele beperking van de productie is
tevens in dit onderzoek betrok
ken. De minister is er echter
geenszins van verzekerd daUeen
oplossing zal worden gevonden.
Hem is geen Nederlands systeem
van verkooptechniek bekend, waar
door prijsbederf ten gevolge van
een algemeen overaanbod op de
buitenlandse markt zou kunnen
worden voorkomen. Slechts wan
neer Nederland op net gebied van
de teelt van pootgoed een mono
polie zou bezitten, zou het in staat
zijn de prijzen zodanig te stellen,
dat prijsbederf zou zijn uitgeslo
ten. Aangezien echter ook in an
dere landen pootgoed wordt ge
produceerd, zodat tegen concur
rerende prijzen moet worden ge
leverd. is in geval van een te groot
aanbod op de buitenlandse marict
'n priisval niet te vermijden door
maatregelen van Nederlandse zij
de alleen. Zou Nederland lp zoda
nig geval beneden een zekere pril»
geen pootgoed wille-n leveren- dar.
zou zulks slechts tot gevoeg
ben, dat, ingeval de wereldmarkt
prijs lager bet dan de*e door Ne
derland verlangde prijs, de ent-
tuur elders kan worden aangemo*
di«*d ten nadele van de pootgoed-
export van Nederland in de toe
komst.
Wat het gevaar van prBsbedert
van het Nederlands product door
onderlinge concurrentie van de
Nederlandse evoedltenTs op *n zelf
de bnltenlapdco rnerVt of door hl
nd pvoranntwi op een Ne
ffortondse rn«rvt betreft. kar» de
minister mededelen. dat het be-
rfrtïfsrhan voor zaaizaad er» poot
goed onderzoekt, of maatraderen
kunnen worden genomen om d'f
gevaar te ondervangen. De m'r».
ziet de voorstellen van het bedrijf
schap in dezen met belangstelling
tegemoet.
zei Rivaldi, „hij zeker waterzon-
steek". Maar toen ze kwamen kij_
ken. zagen ze dat het stuk gereed_
schap, dat Kappie in zijn handen
had, van het zuiverste goud was,
evenals de andere werktuigen, die
nog op de grond lagen. ,JDit groot
schatvermogen", juichte Rivaldi.
„Nu wij allemaal zeer rijkgestelde
lieden!" „Ja", bromde de Maat, „en
wat hebben we er aan? Nog geen
prentebriefkaart kun je er voor
kopen. Nog niet eens een glaasje
bier..
„Daar had hij gelijk in. Zolang
ze geen middel hadden gevonden
om hier weg te komen, hadden ze
niets aan al dat goud. De anderen
werden er stil van. Iedereen stond
diep na te denken, wat er nu ge
beuren moest en zo merkte nie
mand, dat Signor Rivaldi op zijn
eentje wegslenterde. Die kon be
ter nadenken als hij wandelde, en
dat wilde hij nu proberen. Hij h*d
nog niet zo ver gelopen, toen bU
ineens een donkere schaduw hi 't
water zag. Hij keek op en merkte,
dat hij voor een gezonken onder-"
zeeboot stond.
JEFFERY FARNOL:
Ba ma bos heeft een vreselijke ont
dekking gedaani hij heeft de woe
keraar Gaunt vermoord op zijn ka
mer gevonden.
Barnabas spoedde zich weg van de
plaats van verschrikking. Waarheen hij
ook keek, steeds zag hij Jasper Gaunt
achterover liggend in zijn stoel, het
hoofd bengelend naar één kant de
avond was vol van hem. Vlug liep Bar
nabas door vuile straten en langs stille
huizen tot hij bü een zekere deur kwam
Hij herinnerde zich, dat het slot kaoot
was, en probeerde dus de deur te openen,
doch de grendels waren ervoor gesciio-
ven. Hij klopte dus eerst zacht, dan
harder en harder, totdat eindelijk de
deur plotseling opengerukt werd en een
vrouw verscheen, die niet al te stevig
een kaars in haar hand hield.
„Nou, nachtbraker!" begon zü met niet
tl te vaste tong. „Wat wil je op dit
uur van de nacht wat betekent dat
kloppen op een fatsoenlijke deur?"
„Is Mr. Barrymaine thuis?"
„Mr. Barrymaine?" herhaalde de
vrouw, vetdruppels spattend, terwijl zij
de kaars omhoog hield in haar onvaste
handen. „Wat wil je op dit uur van
Doch dan zag zij Barnabas' schitterend
costuum.
„Kan ik Mr. Barrymaine spreken?"
„Ja, mijnheer dezen kant, en let op
het opstapje, mijnheer. Mr. Barrymaine
spreken, ja, eerste verdieping en wilt
u zo goed zijn hem te vragen of hij zijn
voeten of als u dat liever wilt, zijn
straathanden stil wil houden
„Zijn voeten?"
„Ook zijn benen, mijnheer, als u zo
goed zoudt willen zijn, mijnheer!
„Wat bedoel je?"
„Kom maar luisteren, mijnheer!" En
zij deed een deur open en wees met een
onvaste vinger naar boven. „Dot doet
hü nu al sedert hü een uur geleden
thuis kwam. Het is niet hard, misschien,
maar het is irriterend heel irriterend.
Als hü dansen wil, moet hü liever wat
rondlopen in plaats van op een en de
zelfde plek te blijven luister maar!"
En zij wees met haar vinger naar een
gedeelte van het plafond, vanwaar het
getrappel van rusteloze voeten kwam,
en toch bleven de voeten steeds op de
zelfde plek.
„Ik zal naar boven gaan," zei Barna
bas. Hü knikte tegen de slonzige vrouw,
haastte zich de gang door en de donkere
trap op en bleef voor een vuile deur
staan. Hü bracht zyn oor aan het paneel
en hoorde een gesmoord, hees. maar
aanhoudend geluid, dat telkens weer
oprees tot een gejammer, om dan weer
te dalen, doch zonder ooit geheel op te
houden. Dan voelde Barnabas de deur
wijken; hü deed die zacht open, ging
naar binnen en sloot haar weer.
De kamer was heel donker, behalve
waar de maan een straal wierp door het
raam zonder gordijrea; met het gelaat
r.aar beneden lag daar een in elkaar
gedoken gestalte, van welker onzicht
bare lippen het geluid kwam lange,
hijgende zuchten; ten gestalte, die
kronkelde en kromp' als iemand, die
gemarteld wordt, welker gebalde vuisten
op het gerafelde karpet sloegen, terwijl
tussen het snikken en het slaan van die
gebalde handen gebroken gebeden klon
ken, vermengd met eden en kreunende
verzekeringen. Barnabas kwam een stap
dichterbij en onmiddellijk richtte de
kronkelende gestalte zich op een elle
boog op; zich neerbuigend keek Barna
bas in het verwilderde gezicht van Ro
nald Barrymaine.
„Beverley!" hijgde hü- „Wat wil je?
Ga weg laat me alleen!"
„Neen, jü moet weg op staande
voet. Je moet Londen vannacht verlatm!"
„Wat bedoel je?"
„Je moet morgenavond op zijn laatst
uit Engeland weg zijn!"
Barrymaine keek op naar Barnabas
en streek zijn tong een paar maal ';er
zijn lippen vóór hü weer zeide: „Bever
ley. wat bedoel je?"
„Ik weet waarom je je rechterhand
verborgen houdt!"
Barrymaine huiverde plotseLng, n tar
zijn strakke blik sloeg hij niet neer; al
leen parelden, terwül hü trachtte te
spreken, doch zonder een woord te kun
nen uitbrengen, op zyn gerimpeld voor
hoofd en zijn bleke wangen zweetdrop
pels. Eindelijk ge'u» te het hem iets te
zeggen, zij het ook op hers fluis c*tnde
toon; „Wat bedoel je?"
„Ik bedoel, dat ik vannacht dit f.wkje
laken gevonden en het als een Mok van
de opslag van 'jouw mouw herkend heb,
en dat ik het geklemd gevonden h:b in
Jasper Gaunfs dode hand."
Met een hese. hijgende gil wierp Bar
rymaine zich weer met zijn gezicht op
de grond en kromp in een als iemand
in doodsstryd. „Het was mijn bed -ling
niet o. God, het was mün I -doeling
niet!" kreunde hij en zich oprichtend op
zijn knieën greep hij Barnabas met
smekende handen beet. „O, Beverley, ik
zweer je dat het mün plan niet was het
te doen. Ik ben er vanavond heen ge
gaan. om achter de waarheid te komen,
en hü heeft me gedreigd, hü heeft me
gedreigd, zeg ik je en toen hebben
we gevochten en hij was sterk en slin
gerde me tegen de muur. En toen,
Beverley terwül we vochten kreeg
ik de dolk te pakker, en stak ik
blindelings naar hem. En o, mijn God,
Beverley ik zal nooit vergeten hoe
bij "rochelde! Ik hoor het nu rog!
Maar het was mijn bedoeling niet het
te deen. O. ik zweer je-
„Maar I-U aood en nu
„Je zal me toch n\d verraden Bever
ley?", deed Barrymaine AngBtig, "Ik
b<-n niet bang om te sterven, maar een
gr.Z
„Neen, daar moet Je van gered wor
den". zei Barnabas m"' nadruk.
(Wordt vervolgd).