3 Uitvoering van cultuur-technische werken vereist inschakeling bedrijfsleven Brochure Stichting voorde Landbouw geeft waardevolle wenken Kappie, l tWrrrr De teelt van pootaardappelen Le Amateur-Gentleman Arbeidsvoorziening in de landbouw VOOR ONS ligt een brochure: J)e sociaal-economische beteke nis van het cultuurtechnische werk voor de werkgelegenheid sra de Landbouw", door de Stichting voor de Landbouw uitgegeven. De schrijver van deze verhandeling is de heer J. K. Mei se, hoofdinspecteur van het Bureau Oogstvoorziening en adviserend lid van de hoofdafdeling Sociale Zaken van genoemde Stichting. In de inleiding wordt over de positie van de landarbeider gezegd, dat menige landarbeider tijdens de oorlog getoond heeft meer te zijn dan een mechanisme, dat alleen in staat is^om arbeid te le veren Velen van hen hebben daadwerkelijk gestreden voor een vreedzame samenleving, waarin de rechten van de mens worden geëerbiedigd. Tot de rechten, wa arvoor de landarbeiders in de oorlog gestreden hebben, behoort volgens de heer Melse óók het recht op een voortdurende werkgelegenheid voor iedere arbei der, die werken kan en werken wil. In ons vorig artikel is reeds weergegeven, dat vooral de akker_ bouw en. in mindere mate, de ge mengde bedrijven niet voldoende werkgelegenheid voor de arbeiders hebben. Door mechanisatie en toe passing van rationele arbeidsme- thoden kan een zekere nivellering van de arbeidstoppen worden verkregen. Dit is echter niet vol doende en wij hebben gezien, dat tijdens de wintermaanden vele landarbeiders worden ontslagen. Vooral de grotere bedrijven, waar door vreemde arbeiders het meeste werk wordt verricht, passen zich gewoonlijk aan door het aanne men en ontslaan van arbeiders. Op deze wijze besparen de werk gevers enkele maanden arbeids_ loon. ZWARE LAST De kleine bedrijven .waarop de boer vaak met zijn gezinsleden werkt, dragen deze winterwerk loosheid zélf. Het is dan ook niet te verwonderen, dat men vooral op deze bedrijven vaak met finan ciële moeilijkheden te kampen heeft. De medewerkende gezinsle den en de boeren voelen er niets voor om op de D.U.W.-objecten te gaan werken of eventueel in de overbruggingssteun opgenomen te worden. In de drie seizoenen, voor jaar. zomer en herfst, kunnen de_ ze mensen werken en dan neemt men de winter wel zoals deze is. Wanneer men deze kleine bedrij ven van nabij bekijkt, komt men onder de indruk van het vele werk dat de boer of tuinder met zijn mede-arbeiders verricht. Men ploe tert van de vroege ochtend tot de late avond. M~t handenarbeid wordt het bedrijf gevoerd. De fi nanciën laten vaak niet toe, dat machines gekocht worden. Men huldigt de idee. dat handenarbeid door eigen personeel het goed- kooost is. RH de afzet van de pro. ductci men echter, d«t, de concurrentie cr-r»*orp (met mechanisatie #>n «fschnivh'g van op de Overheid-) vele moeilijkheden op levert,. DE UITWIJKMOGELIJK HEID. Bij de tegenwoordig vastgestelde prijzen voor de producten heeft men de improductieve uren in de prijzen niet opgenomen (behalve feestdagen, vacantie. e.d.). Het is duidelijk, dat men dus naar moge lijkheden moet uitzien om voor de arbeiders een blijvende werkgele genheid in de landbouw en voor de kleine boeren en medewerkende gezinsleden een aanvullende werk gelegenheid te vinden. De cultuur_ technische werken bicden hiervoor voldoende mogelijkheden. Wat zijn eigenlijk cultuur-tech nische werken? Wanneer grond in cultuurgrond wordt veranderd of hiertoe blijvend geschikt wordt ge maakt. hebben wij met cultuur technische maatregelen te doen. Ieder zal zulke werken wel eens ge zien hebben. Een sloot uitdiepen, drainage aanleggen, begreppelen van een land of egaliseren. de on gelijke ligging vereffenen. herver_ kavelen mogen wii hiertoe reke nen. Wij zouden dit kleinere wer ken kunnen noemen. Daar tegen over staan de grotere werken, zo als inpolderingen van de Wierin- germeer en Noord-Oostpolder en verder ruilverkavelingen en ontgin ningen. Het zijn dus werkzaamheden, die op het platteland uitgevoerd wor den en direct van belang zijn voor onze agrarische bedrijven. In vroer gere jaren werden deze werkzaam heden door de boer met zijn arbei ders uitgevoerd. De afgravingen van de venen, in cultuur brengen van heide- en zandgronden kun nen in het bijzonder genoemd wor den. Op deze wijze kon de boer zijn bedrijf verbeteren, terwijl de ar beiders zich door de vaste werkge legenheid gebonden voelden aan 't bedrijf. De crisis omstreeks 1880 en 1930 heeft een grote werkloosheid te weeg gebracht. Vooral na de laat ste crisis is de situatie op de cul tuur-technische werken geheel ver anderd. Het in dienst houden van arbeiders voor korte tijd werd nor maal geacht en de Overheid moest de arbeider, als hü geen werk had, maar onderhouden. De cultuur technische werken werden werk verschaffingsobjecten. In 1940 veranderde dit door de greep van de Duitse bezetter, die voor zijn oorlogsmachine ook de seizoenarbeiders uit de landbouw opeiste. De werkverschaffing werd drastisch beperkt en de dreigende deportatie noodzaakte naar ande_ re middelen uit te zien om deze ar beiders In het land te houden. De uitvoering van cultuur-technisch werk in de vorm van zogenaamde boerenwerken kwam tot stand. Op de kosten van uitvoering werd een gelijkwaardige subsidie verstrekt als op de werkverschaffing. VELE VOORDELEN Ook na de oorlog bestaat er nog veel belangstelling voor. deze boe renwerken en andere cultuur- tor^niscb^ objecten en zeker niet zolder reden. Wat ziin de voordelen van deze cv^unr-feehnlsche werken? Na het hierboven vermelde en 't voorgaande artikel over de ar beidsvoorziening in de landbouw zal een puntsgewijze opsomming van de voornaamste voordelen wel voldoende en duidelijk zijn. Ie. De cultuur-technische werken liggen over het gehele land ver spreid en zijn dus gemakkelijk te bereiken voor de arbeiders. 2e. Zij geven aan de boeren en ar beiders de zo dringend nodige aanvullende werkgelegenheid tijdens de wintermaanden. 3c. Het vertrouwen In een blijvende werkgelegenheid in de land bouw zal de arbeidsrust ten goede komen en het beroepsbe- wustzijn bevorderen, terwijl de scholing der arbeiders in de hand wordt gewerkt. 4e. Als gevolg hiervan zal het wel_ vaartspeil van boer en arbeider verhoogd worden. De verbeterde grond zal de bedrijfsuitkomsten verhogen. 5e. De arbeidsvoorziening in de landbouw wordt minder zorge lijk. terwijl het bedrag aan werklozensteun (overbruggings steun en subsidie D.U.W.-werk- zaamheden) verminderd kan worden. 6e. Bij een eventuele werkloos heidsverzekering kan met deze „full-employment" rekening ge houden worden en behoeft al leen voor verzuim wegens onT werkbaar weer te worden gere serveerd. Deze voordelen kunnen verwe zenlijkt worden als de subsidie op de cultuur-technische werken ook verantwoord is. VERSTREKKENDE IN VLOED Cultuur-technische werkzaam heden zijn rendabel, wanneer de interest van de bestede kosten ge lijk is aan de verhoging van de netto-opbrengst, welke er door wordt verkregen. Naarmate de werkzaamheden op een bepaald object meer of minder rendabel zijn, zal voor het niet-rendabele gedeelte subsidie door de Overheid moeten worden verstrekt. Deze subsidie-verstrekking is verant woord omdat door cultuur-techni sche werken de nationale produc tie en het maatschappelijk inko_ men wordt verhoogd. De hierdoor mogelijk gemaakte rationalisatie zal in het algemeen ook een gun stige invloed uitoefenen op de kost prijzen en op de concurrentiemo- gelijkheid met het buitenland. On voldoende voortgang van deze werkzaamheden is één der belem merende factoren van de kost prijsverlaging in de tegenwoordige tijd*Het spreekt vanzelf, dat bij de volgorde van uitvoering de ren dabele werkzaamheden voorrang moeten hebben, opdat de uitge putte staatskas niet onnodig be last wordt. De noodzaak om tot verlaging van de kostprijzen te komen en 't feit, dat het sociaal-economisch onverantwoord moet worden ge acht, dat valide arbeidskrachten niets doen (met de daaraan ver bonden heilloze steunverlening) verplichten ons een zo volledige mogelijke werkgelegenheid in de landbouw te scheppen. Als prac- tisch bezwaar tegen het opstellen van voldoende werkgelegenheid in de vorm van cultuur-technische werken wordt aangevoerd, dat de landbouwers de kern van vaste ar beiders zullen verminderen. Hier kan tegenover worden gesteld, dat alle arbeiders in principe vaste ar- reiders vehoren te zijn. D.w.z. vol ledig voor rekening van het bedrijf moeten komen (al of niet met be hulp van subsidie). Het bezwaar geldt eerst dan, wanneer buiten het bedrijf cul_ tuur-technische werken worden uitgevoerd, waarheen de arbeiders kunnen gaan. Is de uitvoering van dit object niet geheel rendabel, dan wentelt het bedrijf, dat de ar beiders ..afschuift" een deel van ziin plicht op de staat af. In deze gevallen Is preventief toezicht op de overgang gewenst, hetgeen mogelUk is door Inschake ling van de Plaatselijke Commis sies van de Stichting voor de Landbouw. en de uitvinding van Signor Rivaldi 17. De list van Signor Rivaldi was gelukt. De Kraak was gered, maar nu waren ze nog niet veel verder Diep in gedachten pakte Kappie een van de werktuigen op. die de zeemensen hadden achtergelaten. Opeens gaf hij een schreeuw en begon opgewonden te dansen. De anderen dachten al. dat hij gek geworden was. „Arm Capitano", Dit bezwaar geldt dus ln hoofd zaak bij niet-rendabele objecten. Dat de arbeiders op rendabele ob jecten werken, hetzij op eigen be drijf, hetzij daarbuiten, is niet in het minst bezwaarlijk, mits dit in georganiseerd overleg plaats vindt en de werken in de sfeer van de landbouw blijven. In het georgani seerd overleg bij de indeling van de werkgelegenheid moeten de be- drijfswerkzaamheden, welke de kern van de werkgelegenheid be horen uit te maken, betrokken worden. Slechts op deze wijze kan een teeltplan worden opgesteld, waarvan en de boer en de arbeider het hoogste profijt trekken. In de hantering van het begrip „behoud vaste kern" megen de be_ langen van de arbeiders niet wor den verwaarloosd. Is er werkelijk geen werk op het bedrijf, dan is het ook voor hen beter, dat zij tij delijk buiten het bedrijf werk heb ben (bedoeld Is hier de vaste kern in ruimere zin). GEDEC KN'1'RAT iTSEERDE ORGANISATIE Willen de plannen slagen, dan is decentralisatie in de organisatie nodig, omdat bekendheid met de plaatselijke toestand van het aller grootste belang is. In de eerste plaats zal nodig zijn een onder zoek naar de werkgelegenheid ter plaatse, waarna in overleg met de C.T.D. en andere lichamen concre_ te plannen voor de komende tij den van slapte worden opgesteld. De verhouding beschikbare arbei ders tot werkgelegenheid, welke door dit onderzoek voor de ver schillende gebieden wordt gevon den, doet wellicht ook de eis naar voren kemen, dat behalve maatre gelen op korte termijn ook maat regelen op langere termijn nood zakelijk zijn. Voor de uitvoering van de ont worpen plannen is volgens de heer Melse de hoofdafdeling Sociale Zaken van de Stichting voor de Landbouw het aangewezen orgaan Uitvoering zou kunnen geschieden door een kleine commissie uit deze afdeling, waarin vertegenwoordi ging van de Directie voor de Land bouw en het Landbouw-Econo- misch Instituut eveneens gewenst kan zijn. Als richtlijn voor de werkzaam heden van deze Commissie dient gewerkt te worden naar een vast schema, omvattende een onder zoek naar de aanwezige werkgele genheid, een onderzoek naar de beschikbare arbeiders. gevolgd dom: een omschrijving van de taak der organen van de Stichting van de Landbouw, bij de uitvoerige der te ontwerpen plannen. Indien men begint met een onderzoek naar de diréete behoefte, dan kan daarop volgen een onderzoek, dat voor ziet in maatregelen op lange ter mijn. Behalve deze punten zullen rbfj dit onderzoek nog betrokken 'moeten worden: het bevolkings vraagstuk op het platteland, de toekomstmogelijkheden voor land arbeiders in verband met de me chanisatie enz. en het woning vraagstuk. waarbij meer dan tot nu toe gelet d'ent te worden op de werkgelegenheid. Wordt door sa menwerking van alle bedriifsgeno- ten het beoogde doel bereikt, dan zal de bedrijfszekerheid voor de landbouw belangrijk toenemen, terwijl voor boerenarbeiders een grotere bestaanszekerheid het ge_ volg zal zijn. Tot besluit kan hieraan worden toegevoegd, dat de beoogde orga nisatie dus steunt op de inschake ling van het bedrijfsleven. De prak tijk is echter momenteel, dat de Overheid (met name cultuur technische dienst. Rijksdienst Uit voering Werken en Rijksarbeidsbu reau) de organisatie van deze werken ln handen heeft. Men onderscheidt hierbij A., B. en C-werken en boeren-werken. Deze laatste worden onder leiding van de boer uitgevoerd. De boer en gezinsleden, alsmede de vaste en losvaste arbeiders van de boer en de buren-boeren, die als zelf standige landbouwers bij de P.B.H zijn ingeschreven èn hun zoons, mogen alleen op deze werken ge plaatst worden. Op andere werken kunnen de arbeiders alleen werk vinden, indien zij eerst werkloos gemaakt zijn. Na registratie van de arbeiders op het arbeidsbureau worden zij verwezen naar deze werken. Deze werkwijze Is in strijd met het aankweken van het be- roepsbewustzijn van de arbeiders en wij kunnen ons daarom volle dig aansluiten bij het hierboven weergegeven organisatieschema van de heer Melse. waarbij de landbouw zélf ingeschakeld wordt. DINSDAG 26 APRIL 1949. Hilversam 1 301 m. 7.00 en 8.00 Nwh; 7.30 en 8.15 Gram. platen; 8.55 Voor <le vrouw; 9.00 Schubert concert; 10.00 Morgenwijding; 10.15 Arbeidsvi taminen; 11.00 Soft and Sweet; 11.30 Voor de zieken; 12.00 Lyra trfo; lifOO Nws; 1320 The Fairy Ariation Work» Band; 14.00 Met naald en schaar; 14.30 Ttadio matinee; 16.40 Voor de jeug<k 17.30 Gram muziek; 1800 Xwi; 18.30 Ned. Strjjdkr.; 19.15 Pianorecital; 20.00 Nws; 20.15 Bonte Dinsdagavondtreia met Jan van Riemsdijk; 21.45 Buiten], overzicht; 22.00 Pro Musica; 22.30 Zaugreciial; 23.00 Nws. Hilversum II 415 m, 7.00 en 800 Nws; 7.15 en 8.15 Gram. platen; 9.05 Lichtbaken; 9.55 M11 ziek kalender10.15 Gram. muziek 10.10 Schoolradio; 1100 Dansmuziek; 11.40 „Bolero" van Ra vel; 12.03 Pianorecital; 12.33 en 13.20 Orkest zonder naam; 13.00 Nws; 14.00 Kei. Kamerkwartet; 14.30 Voor de rronw; 1500 Schoolradio; 15.30 Ster renparade; 16 00 Voor de zieken; 1700 Voor de jeugd; 17 45 Amnsementsork.; 18.20 Alma Musica; 19.00 en 20.00 Nws: 19.15 Jobann Sfranss; 20.15 Dode Zielen, hoorspel naar Nieola.ns Gogolö; 22.20 Pianorecital; 23.00 Nwa. Productie en prijsvorming in het komende oogstjaar De telers van pootaardappelen zün vorige jaren vrij geweest om te bepalen hoeveel pootaardappe len zij wilden verbouwen. Aange zien voor het product goede prij zen konden worden gemaakt, leg den veie telers zich op het ver bouwen van pootaardapplen toe. Ondanks de door deskundigen ge geven waarschuwing, dat de teelt zou moeten worden verminderd, werd deze echter onverminderd voortgezet. Hierdoor werd het aan bod van poetaardappelen zo groot dat een deel als zodanig niet kan worden verkocht. De prijzen wer den dientengevolge lager. In bovenstaande zin antwoordde de heer Mansholt. minister van landbouw, visserij en voedselvoor ziening. toen hem door de heer v. Deling, lid van de Tweede Kamer vragen werden gesteld over de maatregelen, welke de regering overweegt met betrekking tot de productie en de prijsvorming van pootaardappelen in het komende oogstjaar. Minister Mansholt heeft verder ten aanzien van de regelingen, die in verband met deze afzetmoeiliik heden in het afgelopen jaar zijn getroffen, de voorstellen, welke hem van de zijde van het Bedrijf schap voor zaaizaad en pootgoed en de Stichting voor de landbouw hebben bereikt, overgenomen. Ook ▼oor het Jaar 1949 worden thans voorst'Ten uit gewerkt, door dit. be drïtfschan te zewion rnet hef- geor ganiseerde bedrijfsleven, die de ^'"ister ter beoordeling tegemoet ziet. Het vraagstuk van een eventu ele beperking van de productie is tevens in dit onderzoek betrok ken. De minister is er echter geenszins van verzekerd daUeen oplossing zal worden gevonden. Hem is geen Nederlands systeem van verkooptechniek bekend, waar door prijsbederf ten gevolge van een algemeen overaanbod op de buitenlandse markt zou kunnen worden voorkomen. Slechts wan neer Nederland op net gebied van de teelt van pootgoed een mono polie zou bezitten, zou het in staat zijn de prijzen zodanig te stellen, dat prijsbederf zou zijn uitgeslo ten. Aangezien echter ook in an dere landen pootgoed wordt ge produceerd, zodat tegen concur rerende prijzen moet worden ge leverd. is in geval van een te groot aanbod op de buitenlandse marict 'n priisval niet te vermijden door maatregelen van Nederlandse zij de alleen. Zou Nederland lp zoda nig geval beneden een zekere pril» geen pootgoed wille-n leveren- dar. zou zulks slechts tot gevoeg ben, dat, ingeval de wereldmarkt prijs lager bet dan de*e door Ne derland verlangde prijs, de ent- tuur elders kan worden aangemo* di«*d ten nadele van de pootgoed- export van Nederland in de toe komst. Wat het gevaar van prBsbedert van het Nederlands product door onderlinge concurrentie van de Nederlandse evoedltenTs op *n zelf de bnltenlapdco rnerVt of door hl nd pvoranntwi op een Ne ffortondse rn«rvt betreft. kar» de minister mededelen. dat het be- rfrtïfsrhan voor zaaizaad er» poot goed onderzoekt, of maatraderen kunnen worden genomen om d'f gevaar te ondervangen. De m'r». ziet de voorstellen van het bedrijf schap in dezen met belangstelling tegemoet. zei Rivaldi, „hij zeker waterzon- steek". Maar toen ze kwamen kij_ ken. zagen ze dat het stuk gereed_ schap, dat Kappie in zijn handen had, van het zuiverste goud was, evenals de andere werktuigen, die nog op de grond lagen. ,JDit groot schatvermogen", juichte Rivaldi. „Nu wij allemaal zeer rijkgestelde lieden!" „Ja", bromde de Maat, „en wat hebben we er aan? Nog geen prentebriefkaart kun je er voor kopen. Nog niet eens een glaasje bier.. „Daar had hij gelijk in. Zolang ze geen middel hadden gevonden om hier weg te komen, hadden ze niets aan al dat goud. De anderen werden er stil van. Iedereen stond diep na te denken, wat er nu ge beuren moest en zo merkte nie mand, dat Signor Rivaldi op zijn eentje wegslenterde. Die kon be ter nadenken als hij wandelde, en dat wilde hij nu proberen. Hij h*d nog niet zo ver gelopen, toen bU ineens een donkere schaduw hi 't water zag. Hij keek op en merkte, dat hij voor een gezonken onder-" zeeboot stond. JEFFERY FARNOL: Ba ma bos heeft een vreselijke ont dekking gedaani hij heeft de woe keraar Gaunt vermoord op zijn ka mer gevonden. Barnabas spoedde zich weg van de plaats van verschrikking. Waarheen hij ook keek, steeds zag hij Jasper Gaunt achterover liggend in zijn stoel, het hoofd bengelend naar één kant de avond was vol van hem. Vlug liep Bar nabas door vuile straten en langs stille huizen tot hij bü een zekere deur kwam Hij herinnerde zich, dat het slot kaoot was, en probeerde dus de deur te openen, doch de grendels waren ervoor gesciio- ven. Hij klopte dus eerst zacht, dan harder en harder, totdat eindelijk de deur plotseling opengerukt werd en een vrouw verscheen, die niet al te stevig een kaars in haar hand hield. „Nou, nachtbraker!" begon zü met niet tl te vaste tong. „Wat wil je op dit uur van de nacht wat betekent dat kloppen op een fatsoenlijke deur?" „Is Mr. Barrymaine thuis?" „Mr. Barrymaine?" herhaalde de vrouw, vetdruppels spattend, terwijl zij de kaars omhoog hield in haar onvaste handen. „Wat wil je op dit uur van Doch dan zag zij Barnabas' schitterend costuum. „Kan ik Mr. Barrymaine spreken?" „Ja, mijnheer dezen kant, en let op het opstapje, mijnheer. Mr. Barrymaine spreken, ja, eerste verdieping en wilt u zo goed zijn hem te vragen of hij zijn voeten of als u dat liever wilt, zijn straathanden stil wil houden „Zijn voeten?" „Ook zijn benen, mijnheer, als u zo goed zoudt willen zijn, mijnheer! „Wat bedoel je?" „Kom maar luisteren, mijnheer!" En zij deed een deur open en wees met een onvaste vinger naar boven. „Dot doet hü nu al sedert hü een uur geleden thuis kwam. Het is niet hard, misschien, maar het is irriterend heel irriterend. Als hü dansen wil, moet hü liever wat rondlopen in plaats van op een en de zelfde plek te blijven luister maar!" En zij wees met haar vinger naar een gedeelte van het plafond, vanwaar het getrappel van rusteloze voeten kwam, en toch bleven de voeten steeds op de zelfde plek. „Ik zal naar boven gaan," zei Barna bas. Hü knikte tegen de slonzige vrouw, haastte zich de gang door en de donkere trap op en bleef voor een vuile deur staan. Hü bracht zyn oor aan het paneel en hoorde een gesmoord, hees. maar aanhoudend geluid, dat telkens weer oprees tot een gejammer, om dan weer te dalen, doch zonder ooit geheel op te houden. Dan voelde Barnabas de deur wijken; hü deed die zacht open, ging naar binnen en sloot haar weer. De kamer was heel donker, behalve waar de maan een straal wierp door het raam zonder gordijrea; met het gelaat r.aar beneden lag daar een in elkaar gedoken gestalte, van welker onzicht bare lippen het geluid kwam lange, hijgende zuchten; ten gestalte, die kronkelde en kromp' als iemand, die gemarteld wordt, welker gebalde vuisten op het gerafelde karpet sloegen, terwijl tussen het snikken en het slaan van die gebalde handen gebroken gebeden klon ken, vermengd met eden en kreunende verzekeringen. Barnabas kwam een stap dichterbij en onmiddellijk richtte de kronkelende gestalte zich op een elle boog op; zich neerbuigend keek Barna bas in het verwilderde gezicht van Ro nald Barrymaine. „Beverley!" hijgde hü- „Wat wil je? Ga weg laat me alleen!" „Neen, jü moet weg op staande voet. Je moet Londen vannacht verlatm!" „Wat bedoel je?" „Je moet morgenavond op zijn laatst uit Engeland weg zijn!" Barrymaine keek op naar Barnabas en streek zijn tong een paar maal ';er zijn lippen vóór hü weer zeide: „Bever ley. wat bedoel je?" „Ik weet waarom je je rechterhand verborgen houdt!" Barrymaine huiverde plotseLng, n tar zijn strakke blik sloeg hij niet neer; al leen parelden, terwül hü trachtte te spreken, doch zonder een woord te kun nen uitbrengen, op zyn gerimpeld voor hoofd en zijn bleke wangen zweetdrop pels. Eindelijk ge'u» te het hem iets te zeggen, zij het ook op hers fluis c*tnde toon; „Wat bedoel je?" „Ik bedoel, dat ik vannacht dit f.wkje laken gevonden en het als een Mok van de opslag van 'jouw mouw herkend heb, en dat ik het geklemd gevonden h:b in Jasper Gaunfs dode hand." Met een hese. hijgende gil wierp Bar rymaine zich weer met zijn gezicht op de grond en kromp in een als iemand in doodsstryd. „Het was mijn bed -ling niet o. God, het was mün I -doeling niet!" kreunde hij en zich oprichtend op zijn knieën greep hij Barnabas met smekende handen beet. „O, Beverley, ik zweer je dat het mün plan niet was het te doen. Ik ben er vanavond heen ge gaan. om achter de waarheid te komen, en hü heeft me gedreigd, hü heeft me gedreigd, zeg ik je en toen hebben we gevochten en hij was sterk en slin gerde me tegen de muur. En toen, Beverley terwül we vochten kreeg ik de dolk te pakker, en stak ik blindelings naar hem. En o, mijn God, Beverley ik zal nooit vergeten hoe bij "rochelde! Ik hoor het nu rog! Maar het was mijn bedoeling niet het te deen. O. ik zweer je- „Maar I-U aood en nu „Je zal me toch n\d verraden Bever ley?", deed Barrymaine AngBtig, "Ik b<-n niet bang om te sterven, maar een gr.Z „Neen, daar moet Je van gered wor den". zei Barnabas m"' nadruk. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 3