Til klIQ een anc^ere were'c'» 41/2 uur van Amsterdam RESULTAAT VAN 500 UREN KNUTSELENI Wandeling in het rietveld Geef de Arabier een handvol pinda's en hij heeft een handeltje ALS DE OUDE BEDELAAR in ren winkelportiek van de Ave- nue de France wakker wordt, ls het nog zeer vroeg ln de ochtend. De koude heeft hem gewekt. Immers, ook 'n April nacht ln Tunis kan koud en vochtig zijn. Blind ls deze be delaar. Stof en vliegen doofden bet licht ln zijn ogen. zoals dat gebeurt bij zovele Arabieren. En bedelen ls een eerzaam beroep. Overdag zit hij honderd passen verder, op zijn gewo ne plaats bij de trap van een kerk. Rhytmisch laat hij 'n 20- franc-stuk in zijn metalen bedelnap op en neer dansen en verdient er misschien nog veertig francs bij. Rhytmisch dreunen ook de vier motoren van een KLM- machine op datzelfde vroege uur. even voordat geland wordt op het uitstekend ingerichte vliegveld van Tunis—El Aouina, wat in het Nederlands vertaald „de pruim" betekent. Regel matig landen drie maal per week vroeg ln de morgen de KLM-machlnes van de Trans-Sahara-route noordwaarts vlie gend in Tunis. In vier en een half uur is de machine na deze tussenlanding ln Amster-dam. waar 't nu zomer wordt. Holland heeft een goede naam In deze korte tijd heeft de bede laar misschien één keer zijn ge kletter met het geldstuk onderbro ken om Allah's zegenwens af te smeken over een milde gever. Slechts luttele uren vloog die Franse zakenman, die op El Aoui na instapte, van de zomer terug naar het begin van de zomer. „Vier en een half uur vliegen ls *t". zo zei hij gisteren tegen een vriend, „en dan ben ik weer terug" Het einde van een vacantie. Zij zaten op een café-terras ln Sidl Bou Said. Een lieflijk plaats- Je, enkele kilometers ten noorden van Tunis, gelegen aan de groen blauwe Golf van Tunis. Trapsge wijs is het dorpje gebouwd tegen een heuvel, die steil uit zee op rijst, slechts een smal strand over latend. Waar kan men beter zijn laatste vacantiedag doorbrengen dan op een terras, vijfhonderd me ter boven een spiegelgladde zee, die overgaat in een nevelige on eindigheid en slechts ten dele be grensd is door de vage contouren van heuvelachtige kusten? Blauw is de hemel en blauw ook ls het traliewerk van de vrouwen- ve-trekken van de omliggende hui zen. Tropisch-warm schijnt de Aorilzon in dit noordwestelijk deel van Afrika. Ver beneden haalt een visser zijn netten binnen. Morgen zu"en de visjes netjes in het gelid met hun kopjes omhoog op de v'smarkt van Tunis verhandeld w rden. D°n Ls een van die twee F anse heen a! weer terug, zoals hij dat zelf uitdrukt. DE ZOMER TEGEMOET Wekelijks, op Maandag. Woens dag en Zaterdag, tegen het vallen van de schemering, komt er een KLM-DC-6 uit Amsterdam in Tu nis aan. De zomer tegemoet is de ze machine gevlogen. Lichtjes twinkelen ovsral rond de Golf van Tunis. De schaduwen over Sidl Bou Saids schilderachtige witte huis jes, over de villa-tjes en ruines van Carthago en over de haven werken van La Gaulette. de na tuurlijke haven van Tunis, worden op dat uur snel dieper. O pde schaars verlichte asphalt- weaen .die van Tunis naar de plaatsen in de omtrek leiden, haasten in lompen gehulde Ara bieren zich naar de stortplaatsen van het stadsvuil. Als groepen grauw-grijze wezens, die ln het schemerduister niets - menselijks meer hebben, lopen zij in sukkel draf langs de b§rm van de wegen, vaak zware Jutezakken met hun buit van afval op de rug torsend. Het zijn de allerarmsten, die op deze wt1ze het dagelijks brood bij een trachten te krijgen, want gro te armoede heerst onder een be langrijk deel van de Arabieren in Tunis. Daarnaast is er ook grote rijkdom. Arm of rijk echter, vrij wel lednre Arabier handelt. Alle dagen van de week is er een uitgebreide markt ln 't Euro pese deel van de stad. Kooplieden, die van heinde en ver komen, ar riveren er reeds vroeg ln de och tend om hun koopwaren uit te stallen. Tegen'acht uur ls het er al stampvol. Kleurig als een zo merse tuin zijn de enorme ulttsal lingen groenten. Crème-witte b'oemko'en. goud-gele worteltjes, paarse artisjokken en oranje si naasappelen zijn er te koop. En n'et te vergeten, de Hollandse aa-daope'en. Zo worden ze ten minste genoemd. Iets wat uit Ne derland komt namelijk, duidt ln d°ze stad een eerste kwaliteit aan: Ho'landse sigaretten, Hollandse b- t. Hollandse melk en Holland se kaas zijn veel begeerde produc ten. En die koopman, die deze wa ren verhandelt, verkondigt dit feit dan ook op luidruchtige wijze, trachtend het marktrumoer en h~t geschreeuw van zijn huurlie den te overstemmen. RUMOER GENOEC De mark ls ondergebracht in een uitgestrekt complex, dat voor een deel overdekt is. Poorten en hui zen bakenen het terrein af. Aan deze poo ten liggen, zitten of staan de bedelaars en vullen de Ji'cht met hun rumoerig geklaag. Marskramers en kleine kooplieden trachten hun koopwaar door schel geroep aan de man te brengen. Geef de Arabier een doosje siga retten, een tuiltje viooltjes of een korfje maanzaad en hij heeft een handeltje. De zaak is klein, de om zet nog geringer. Want hij is niet de enige, die dat doet. Honderden lopen er rond met hun miniatuur negoties Dadels, pinda's, krake lingen, droge broodjes, stukjes touw en kauwgum: daaruit be staat hun handelsonderneming. Op de Avenue de France, een van de brede lanen van Tunis, waar druk geflaneerd wordt door de Europese bevolking, vinden de ze handeltjes hun hoogtepunt. Be delaars en kooplui maken de hoofdstraten tot een grote kermis. Trams rijden er luid-klingelend en gierend doorheen. Auto's, enke le wielrijders, huurkoetsjes en Arabische vrachtwagens, bespan nen met nietige paardjes. vullen de straten vaak tot het uiterste. Vcoral tegen zes uur. Dan lijkt het wel of de gehele bevolking uitgelopen ls om mede te doen aan de pantoffel-parade in de grote avenues. Fransen. Italianen, Joden en Arabieren slenteren lang zaam over de trottoirs. In de har tjes, d e allen geheel aan de straat kant open zijn, is geen plaats on bezet. Er wordt gedobbeld aan ho ge toonbanken om een rondje. Op de terrassen hetzelfde beeld. Hier enkele Fransen, die druk gesticu lerend de waardevermindering van de franc bespreken, elders 'n groep Intellectuële Arabieren, die elkaar het laatste nieuws uit de krant vertellen. Ook de gesluierde vrouwen doen mee aan het luchtige en vrolijke straatleven. Met de hand houden zij de sluier tot onder de ogen. Het witte overkleed omhult hen geheel Doch onder dat overkleed dragen zM gewone Europese kleding. Het elegante. Parijse schoeisel van de masten ve-raadt dat duidelijk. Velen van hen pikken 's avonds ln gezelschap van hun echtgeno ten een bioscoopje of gaan ergens een kopje koffie drinken. De meeste Arabieren (ook de be- r gesitueerden) wonen in de Me dina ,de Arabische wijk van Tunis Dit stadsdeel ls omgeven door oude, vuil-witte wallen en kunstig gebouwde poorten. Hier leven tal lozen in krottcrige, stinkende wo ningen en slechts enkelen in koe le paleizen of hulzen die verfraaid zijn met mozaiken en kunstig stu- cadoorwerk. Tapijten en lopers dekken de vloeren van deze woon steden: Grote banken met zijden- kussens noden tot zitten en con verseren. terwijl men zwarte kof fie drinkt aan lage. ronde tafels. In deze Medina liggen de Soukhs een complex, dat de winkelwijk van het Arabisch stadsdeeL Een warreligé opeenhoping van nauwe straatjes, die bijna allen overdekt zijn. Vooral de Joden en Arabie ren drijven hier in de duizenden kiene wnkeltjes hun handel. Naar gelang van de koopwaar zijn deze Soukhs in verschillende wijken in gedeeld. Zo is er de wijk van de zilversmeden, de koperbeweriiers, de wevers, de sandalenmakers, de parfumverkopers en nog vele an deren. Vaak wordt men naar bin nen genood om ln de schemerige achterruimte van de winkel een kopje koffie te drinken. Zonder verplichting tot kopen overigens. Wordt er echter niets gekocht dan is een lang loven en bieden het gevolg. Maar de vertrekkende klant, die na ar'? s.^artier rruer- handelen met een nietig onsje ogenzwart verdwijnt, wordt als een vorst uitgeleide gedaan. Alsof hij de hele zaak had leeggekocht. IEDER LIJKT GELUKKIG Kleurig en schilderachtig zijn deze Soukhs. Alles kan men er kopen: neteldoek voor sluiers, vlees, groenten, parfums, sigaret ten tapijten koper- en zilverwerk, kortom te veel om op te noemen. Vooral in de ochtenduren is het er tjokvol want dan worden er ge woonlijk de inkopen gedaan. De Mohammedaanse vrouwen in hun witte klederdracht, de mannen met hun veelkleurige overkleding en rode fez. De rijken vaak ln ge waden .die in fraaie patselkleuren zijn uitgevoerd, de armen in' wal gelijke lompen gehuld. Zij winke len en kopen en allen zijn er ge lukkig, schijnbaar zelfs de bede laars. Het grootste deel van deze Soukhs ls gebouwd ln de 12e eeuw, het tijdperk van de Hafsidets, onder wie Tunis een van de belangrijk ste handels- en industriesteden van Noord-Afrika is geweest. Thans, 11a een lange inzinking, bloeit dé buitenlandse handel van Tunesië weer op. Sinaasappelen, olijfolie .dadels en fosfaten zijn de b°l°ngrijkste export-producten. Het verkeer met het buitenland groeit gestadig. Vooral het lucht verkeer. Regelmatig gonzen de grote metalen vogels, waarvan er velen ln Nederland hun nest heb ben, in de strak-blauwe lucht bo ven Tunis. Twee middelen van vervoer, van orgine overigens door duizenden jaren van elkaar gescheiden. Als je tegenwoordig door onze landstreek rijdt of wandelt, kost het Je wel eens moeite Je voor te stellen, dat Westfriesland in vroe ger eeuwen een groot gebied was met niet anders dan rietvelden, moerassen, meren en hier en daar op de hogere gronden wouden. De bossen zijn verdwenen. De rietvelden bijna niet meer te vin den, de moerassen droog en de meren herschapen in vruchtbare polders. Hier en daar zijn er ech ter nog van die prachtige woeste plekjes, die Je zouden doen denken dat er nog' een wildernis ls. met een ongestoord natuurleven. Het zijn er maar weinige en veelal mag je er nog niet eens komen. Maar als Je tijd en gelegenheid hebt, moet jullie toch niet verzuimen om zo'n rietveld te betreden. Oom Rob heeft dat genoegen meermalen gehad. In het voorjaar in de zomer en in de winter. Voor al ln het voorjaar en in de zomer is er ontzaglijk veel te genieten. De laatste Jaren was het moeilijk om vergunning te krijgen zo'n rietveld te betreden, want Je maakt nogal wat riet stuk en het riet is nu Immers duur. Maar als Je uit kijkt valt het erg mee. En mis schien ls de eigenaar wel een kin dervriend, dat hij met Je meegaat. Als Je dan ln een rietveld bent van een paar h a., dat ls toch wer kelijk niet zo heel groot hè, en je zit temidden van het hoge riet, terwijl je geweldig moet uitkijken om niet in een gat weg te zakken, dan heb je het gevoel of je ln 'ri onmetelijk veld verdwaalt bent. En dan heb Je meteen een klein beetje eoj,\ idee, hoe de eerste be woners zich hier gevoeld moeten hebben, toen er van wegen nog geen sprake was en wolven en be ren niet tot de meest ongewone ontmoetingen behoorden. Vooral ln het voorjaar, als de vogels druk ln de weer zijn, is een tocht door het rietveld onbeschrij felijk mooi. Vooral als je een veld aantreft, dat tamelijk hoog ligt en waar dus de vogels op de grond hun nesten kunnen maken. Dan wemelt het er van de rietzangers, de heggemussen, de snippen, de tjiftjaffen, de tureluurs, de wilde eenden, de bremslulpertjes. de ka- rekleten en wat al niet meer voor vogels. Overal om je heen vliegen ze op. En natuurlijk doe je Je best om een nest te vinden. Niet om het leeg te halen, want daar heb je geen vreugde aan, maar om de vo gels te bestuderen en om Je ken nis van de natuur te verrijken. Maar moeilijk, dat het is om de nesten van die rietzangers te vin den. Want Je denkt eerst natuur lijk, dat ze hun nestje ln de oude hoge rietstengels bouwen. Maar dat ls mis. Dat ls het nest van de karakiet en die vind Je ln de re- ge! niet zo vroeg in het voorjaar, of het moet een oud nest zijn van het vorig jaar. De rietzangers ech ter nestelen ln de ruigte op de grond. En er ls zo ontzettend veel ruigte, dat het wel heel moeilijk is een nest te vinden. Als Je ech ter kalm te werk gaat en niet als een wildeman door het rietbos draaft, vind Je de nesten en zie je het vogeltje zenuwachtig heen en weer schieten. En misschien heb Je dan ook eens het geluk, dat Oom Rob had, toen hij langzaam door het rietbos dwaalde. Toen werd mijn oog plotseling getroffen, door een fonkelende straal temidden van een hoop ruigte. Ik bleef onmiddellijk staan, want dat betekende natuurlijk iets. Ik was er misschien drie meter af, maar lk kon maar niet uitmaken wat het was. Ik bleef heel stil staan en toen verdween plotseling de straling. Meteen wist ik het. Een oog staarde me aan. En dat was even gesloten geweest. Het was het oog van een wilde eend. De snavel verborgen in de ruigte en voor de rest zo prachtig van kleur bij de omgeving, om nooit te vergeten. Ik ben heel langzaam en heel stU achteruit gelopen. Dat kun Je beleven ln het riet bos. l>ob de Groot van de Vergiliusstraat 28 te Zaandam is pas vijftien jaar. Nochtans is hij een knap kunstenaar: Kijk eens naar dat poppenhuis, dat hij maakte. F.r is een gang en een trap, die naar de slaap kamers leidt. In die gang hangt een kapstok en er liggen vaste kleden op de vloer. Men ziet een piano, een brandende haard, een radiotoestel en een compleet ameublement. De" lampen kunnen branden dank zij een zelfvervaardigd stopcon tact, dat aansluiting geeft op het normale licht- net. Een vaste wastafel met spiegel en afvoerbuis ontbreekt iniet. Er liggen (door moeder gehaakte) spreien op de bedden en overal fctaan bloem potten voor de ramen. Het is een wonder van knutselwerk van deze jongeman. Op het dak ligt een fijn-grintlaag. En dit alles maakte hij in zo'n vijfhonderd vrije avonduren, zonder model, zonder hulp. Denk niet. dat Rob, dat poppenhuis voor zich zelf maakte, 't Is een ge schenk. Binnenkort gaat hij in het groot be ginnen. Dan bouwt hij een duivenhok. Want de duivensport heeft hem. als zovele andere jon geren. te pakken. Rob de Grooth heeft nu van de bekende cineast Joop Geesink de uitnodiging ontvangen in zijn poppen film-studio te komen werken, want Geesink is enthousiast over het poppenhuis. Rob gaat nog niet naar de filmstudio, hij is nog te jong. Maar wanneer hij ouder is, mag hij tóch terugkomen. Geesink zég iats in deze jongen, uit wie wel licht een fikndécior-bouwer kan groeien Foto Jovkhart. Ons vervolgverhaal De zeven Kabouters van Sneeuwwitje Naast de burgemeester zaten twee heel oude elfenrechters. met- witte prulken op en de kabouters waren ingesloten door talloze po- lttfe-elfen. „Wat kom Jullie hier doen in Elfenstad", vroeg de bur gmeester en hij sprak zo bars en 'keek zo boos, dat de hele elfenbe volking sidderde. De kabouters echter waren zelf veel te boos om bang te ^ijn. Was dat een behandeling. Alleen za ten ze een beetje met de vraag van de burgemeester in hun maag. Want als ze hem vertelden, dat ze naar Elfenstad gekomen waren om er Elfjes weg te halen, daar die op hun zaten te wachten, kon het wel eens zijn, dat de manlijke elfenbe volking zo woedend werd, dat ze opnieuw werden opgesloten en daar voelden ze voorlopig niets voor. Ze keken mekaar aan en ze ke ken naar de burgemeester, maar ze zeiden niets. O. o, wat werd die burgemeester nijdig. Want Ja ln Elfenland is het al net als bij de mensen. Je hebt verstandige bur gemeesters en Je hebt er bljk die beter schoenmaker hadden kunnen worden. Wat dat betreft hadden de ka bouters het slecht getroffen. Want de burgemeester van Elfenstad was een heel driftig oplopend heerschap en toen de Kabouters daar zo nors en zwijgend stonden, pakte hij zijn hoed. en beval de politie-elfen om ze weer naar de gevangenis te brengen. Van schrik klapten alle zeven kaboutermonden open. maar ze vergaten geluid te geven en ln een wip werden ze door de bewakers weer naar buitengebracht. Het was bitter koud op het plein en de be vroren sneeuw kraakte onder hun voeten. De koude had echter de bevol king van elfenstad niet weerhou den om naar het plein te komen. Er was Immers iets bijzonders aan de hand. Geweldig, wat was het een gedrang. Er was bijna geen doorkomen aan. Er werd geduwd en gedrongen en er werden 'op merkingen gemaakt, sommige zo erg, dat de kabouters er van bloos den. maar andere daar en tegen weer van heel vriendelijke aard. De stad scheen in twee kampen verdeeld. Plotseling zagen de ka bouters zeven heerlijke lieve elf jes staan, die hen met stralende ogen aankeken. Er was echter geen gelegenheid voor een gesprek, want achter die lieve elfjes ston den zeven bars uitziende elfen va ders en daarachter zeven bijna nog barser uitziende elfenmoeders. Het was duidelijk, dat die iets afwisten van de komst van de ka bouters en tevens, dat ze er niets van wilden weten. In het gedrang voelde Hummel tje plotseling, dat hem Iets in de handen werd gestopt. Verrast keek hij op en k*ek ln een paat stra lende elfenoogjes. Voor hij echter ook maar een teken kon maken, werden ze voortgedrongen, over 't Waar blijven jullie? Hoe is het, hebben jullie de zo mer in je hoofd, of hebben jullie geen briefpapier meer? Er komen wel enkele inzendingen binnen, maar mij nog niet genoeg. Natuür lijk ls er ook nog een derde moge lijkheid, en wel, dat jullie niets be leefd hebben. Dat kan ik me echter niet al te best indenken. Lid zijn van de club van Oom Rob en dan niets beleven? Dat klopt niet met el kaar! Oom Rob ls al lang geen jochie meer, maar hij beleeft alle dagen wat. Soms meer dan hem lief is. Dus vrienden en vriendinnen, aan de slag. We verlengen de termijn van inzending tot 8 Juni en dan verwacht ik van julle een mooie brief met een beschrijving van wat je dit voorjaar beleefd hebt. Ik heb er vier aart-ge prijzen voor. Dus doe je best. En dan zetten we de wedstrijden voorlopig stop. Na tuurlijk vind ik het fUn als jullie me evengoed blijft schrijven en dan antwoord ik Jullie, maar de zomer ls geen tijd voor wedstrij den. We beginnen weer met Sep tember. En dan heb ik een heel aardig plannetje, maar daar schrijf ik nu nog niet over. Dat moet beslist een verrassing blij ven. DENEMARKEN—HOLLAND. De 12e Juni is de landenwedstrijd tussen de voetbalelftallen v. De nemarken en Holland. Hoe zal de uitslag zijn? Ook daarvoor heb ik nog twee mooie prijzen liggen. Probeer dus de Juiste uitslag te raden. Het is wel lastig, want Je kunt van de Hollanders weinig zeggen. Van de Fransen winnen ze met 4—1 en van de Engelsen ver liezen ze met 40 .terwijl de Fran sen van de Engelsen verliezen met maar drie tegen een. Nu maak ik het nog moeilijker voor Jullie, hè? Stuur de inzendingen naar Oom Rob. Postbus 3. Schagen. plein, in de richting van de ge vangenis. Vijf minuten later klapte de deur achter hen dicht. Ze zateft opnieuw opgesloten. Knorrepot zag er uit of h!J sou ontploffen. Hij was zo rood als 'n kalkoense haan en de haren hin gen langs zijn gezicht. En de an dere kabouters waren niet minder woedend. Alleen Hummeltje scheen in een stralend humeur. Hij zat dicht bij het venster en maakte zijn hand open. Daar kwam een briefje uit. dat hij aan de ver baasde kamerdaen voor "las. „Lieve kabouters. Wat zijn we blij, dat Jullie gekomen bent. We vreesden al. dat Bruin en ünk Wunk de afspraak vergeten had den. Vannacht om twaalf uur. als de maan onder ls, kotsen we on der de muur van de vevangenls om met Jullie te praten. Tot van nacht dus, aan weerszijden van de muur. Zeven dolgelukkige elfjes". Ja, dat stond er heus. En het was een hele poos stil, toen Hum meltje voorgelezen had. Toen Oom Rob een jochie was Nog een paar weken en dan zijn ze er weer. Weet jullie al wat ik bedoel? De duikers Wat hebben we toch wel een plezier gehad met die dingen. In de eerste plaats was het zoeken al een heerlijke sport en waren we al voor dag en dauw in de weer om toch maar niet te laat te komen. Het gevolg was, dat we de duikers veel te vroeg afplukten en het maar van die dunne armetierige duikertjes waren. Als er dan een dag of wat later iemand met van die prach tige dikke sigaren naar huis liep, waren we niet te houden en snor den net zo lang, tot we ze ook ge vonden hadden. Maar bij ons in de buurt groei den nooit dikke duikers. We moes ten er altijd ver om weg en het nare was. dat je dan steeds op het land en in het riet terecht kwam van boeren, die Je helemaal niet kende. In de regel zagen die je lie ver helemaal niet. Het was dus midden ln de tijd, dat we .duikers gingen zoeken. En omdat we dikkers wilden hebben, moesten we ver. Direct na de mld dag trokken we er op uit. Het was een halve dag. dus we hadden de hele middag voor ons liggen. Na een wandeling van een paar uur kwamen we langs een vaart, waar naar men ons verteld had prach tige duikers moesten groeien. Vol goede moed klommen we het hek over scharrelden door het lange gras en inderdaad, daar zagen we ze staan. Maar natuurlijk hele maal aan de buitenkant van de rtetzoom En als jullie wel een1* duikers hebt gezocht, weet Jullie, dat het dan niet meevalt om ze te krijgen. Het zou wel een zwem partij worden. Hoewel het een beetje koud was trokken we de kleren uit en net stonden we alle drie met niets meer aan, toen we opgeschrikt werden door een kort geblaf. Achter ons stond een ver vaarlijke hond, die nijdig zijn lip optrok. Waarschijnlijk hebben we wel kippenvel gehad van de kou. maar aan het kloppen van ons hart zou Je zeggen, dat het van angst was. Ik hoop voor jullie'dat het Je niet overkomt, dat Je ooit tegenover een kwade hond komt te staan, als Je niets aan hebt. Want dan voel Je Je echt hulpe loos. De hond ging liggen. WIJ haalden verruimd adem. En we dorsten ons te bewegen. Dat was echter niet de bedoeling van het monster. Zodra we maar een be weging maakten, gromde hij. Zo hebben we wel een uur gestaan, terwijl we ons niet durfden bewe gen. Toen merkte de boer, dia achter het huls kwam. toevallig, dat er iets aan de hand was. Nog nooit heb lk iemand zo luid horen lachen als die boer. Maar het bleek achteraf helemaal geen kwa je kerel te zijn .want tc-en we hem vertelden waar het ons om te doen was. nam hU ons mee. toen we eenmaal onze kleren aanhad den en met een schuitje konden we bij de duikers komen. Steeds denk ik nog aan een stel jongens zonder kleren met een kwade hond voor zich.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 3