Til klIQ een anc^ere were'c'» 41/2 uur
van Amsterdam
RESULTAAT VAN 500 UREN KNUTSELENI
Wandeling in het rietveld
Geef de Arabier een handvol pinda's en
hij heeft een handeltje
ALS DE OUDE BEDELAAR in ren winkelportiek van de Ave-
nue de France wakker wordt, ls het nog zeer vroeg ln de
ochtend. De koude heeft hem gewekt. Immers, ook 'n April
nacht ln Tunis kan koud en vochtig zijn. Blind ls deze be
delaar. Stof en vliegen doofden bet licht ln zijn ogen. zoals
dat gebeurt bij zovele Arabieren. En bedelen ls een eerzaam
beroep. Overdag zit hij honderd passen verder, op zijn gewo
ne plaats bij de trap van een kerk. Rhytmisch laat hij 'n 20-
franc-stuk in zijn metalen bedelnap op en neer dansen
en verdient er misschien nog veertig francs bij.
Rhytmisch dreunen ook de vier motoren van een KLM-
machine op datzelfde vroege uur. even voordat geland wordt
op het uitstekend ingerichte vliegveld van Tunis—El Aouina,
wat in het Nederlands vertaald „de pruim" betekent. Regel
matig landen drie maal per week vroeg ln de morgen de
KLM-machlnes van de Trans-Sahara-route noordwaarts vlie
gend in Tunis. In vier en een half uur is de machine na
deze tussenlanding ln Amster-dam. waar 't nu zomer wordt.
Holland heeft een
goede naam
In deze korte tijd heeft de bede
laar misschien één keer zijn ge
kletter met het geldstuk onderbro
ken om Allah's zegenwens af te
smeken over een milde gever.
Slechts luttele uren vloog die
Franse zakenman, die op El Aoui
na instapte, van de zomer terug
naar het begin van de zomer.
„Vier en een half uur vliegen ls
*t". zo zei hij gisteren tegen een
vriend, „en dan ben ik weer terug"
Het einde van een vacantie.
Zij zaten op een café-terras ln
Sidl Bou Said. Een lieflijk plaats-
Je, enkele kilometers ten noorden
van Tunis, gelegen aan de groen
blauwe Golf van Tunis. Trapsge
wijs is het dorpje gebouwd tegen
een heuvel, die steil uit zee op
rijst, slechts een smal strand over
latend. Waar kan men beter zijn
laatste vacantiedag doorbrengen
dan op een terras, vijfhonderd me
ter boven een spiegelgladde zee,
die overgaat in een nevelige on
eindigheid en slechts ten dele be
grensd is door de vage contouren
van heuvelachtige kusten?
Blauw is de hemel en blauw ook
ls het traliewerk van de vrouwen-
ve-trekken van de omliggende hui
zen. Tropisch-warm schijnt de
Aorilzon in dit noordwestelijk deel
van Afrika. Ver beneden haalt een
visser zijn netten binnen. Morgen
zu"en de visjes netjes in het gelid
met hun kopjes omhoog op de
v'smarkt van Tunis verhandeld
w rden. D°n Ls een van die twee
F anse heen a! weer terug, zoals
hij dat zelf uitdrukt.
DE ZOMER TEGEMOET
Wekelijks, op Maandag. Woens
dag en Zaterdag, tegen het vallen
van de schemering, komt er een
KLM-DC-6 uit Amsterdam in Tu
nis aan. De zomer tegemoet is de
ze machine gevlogen. Lichtjes
twinkelen ovsral rond de Golf van
Tunis. De schaduwen over Sidl Bou
Saids schilderachtige witte huis
jes, over de villa-tjes en ruines
van Carthago en over de haven
werken van La Gaulette. de na
tuurlijke haven van Tunis, worden
op dat uur snel dieper.
O pde schaars verlichte asphalt-
weaen .die van Tunis naar de
plaatsen in de omtrek leiden,
haasten in lompen gehulde Ara
bieren zich naar de stortplaatsen
van het stadsvuil. Als groepen
grauw-grijze wezens, die ln het
schemerduister niets - menselijks
meer hebben, lopen zij in sukkel
draf langs de b§rm van de wegen,
vaak zware Jutezakken met hun
buit van afval op de rug torsend.
Het zijn de allerarmsten, die op
deze wt1ze het dagelijks brood bij
een trachten te krijgen, want gro
te armoede heerst onder een be
langrijk deel van de Arabieren in
Tunis. Daarnaast is er ook grote
rijkdom. Arm of rijk echter, vrij
wel lednre Arabier handelt.
Alle dagen van de week is er
een uitgebreide markt ln 't Euro
pese deel van de stad. Kooplieden,
die van heinde en ver komen, ar
riveren er reeds vroeg ln de och
tend om hun koopwaren uit te
stallen. Tegen'acht uur ls het er
al stampvol. Kleurig als een zo
merse tuin zijn de enorme ulttsal
lingen groenten. Crème-witte
b'oemko'en. goud-gele worteltjes,
paarse artisjokken en oranje si
naasappelen zijn er te koop. En
n'et te vergeten, de Hollandse
aa-daope'en. Zo worden ze ten
minste genoemd. Iets wat uit Ne
derland komt namelijk, duidt ln
d°ze stad een eerste kwaliteit aan:
Ho'landse sigaretten, Hollandse
b- t. Hollandse melk en Holland
se kaas zijn veel begeerde produc
ten. En die koopman, die deze wa
ren verhandelt, verkondigt dit feit
dan ook op luidruchtige wijze,
trachtend het marktrumoer en
h~t geschreeuw van zijn huurlie
den te overstemmen.
RUMOER GENOEC
De mark ls ondergebracht in een
uitgestrekt complex, dat voor een
deel overdekt is. Poorten en hui
zen bakenen het terrein af. Aan
deze poo ten liggen, zitten of
staan de bedelaars en vullen de
Ji'cht met hun rumoerig geklaag.
Marskramers en kleine kooplieden
trachten hun koopwaar door schel
geroep aan de man te brengen.
Geef de Arabier een doosje siga
retten, een tuiltje viooltjes of een
korfje maanzaad en hij heeft een
handeltje. De zaak is klein, de om
zet nog geringer. Want hij is niet
de enige, die dat doet. Honderden
lopen er rond met hun miniatuur
negoties Dadels, pinda's, krake
lingen, droge broodjes, stukjes
touw en kauwgum: daaruit be
staat hun handelsonderneming.
Op de Avenue de France, een
van de brede lanen van Tunis,
waar druk geflaneerd wordt door
de Europese bevolking, vinden de
ze handeltjes hun hoogtepunt. Be
delaars en kooplui maken de
hoofdstraten tot een grote kermis.
Trams rijden er luid-klingelend
en gierend doorheen. Auto's, enke
le wielrijders, huurkoetsjes en
Arabische vrachtwagens, bespan
nen met nietige paardjes. vullen
de straten vaak tot het uiterste.
Vcoral tegen zes uur. Dan lijkt
het wel of de gehele bevolking
uitgelopen ls om mede te doen
aan de pantoffel-parade in de
grote avenues. Fransen. Italianen,
Joden en Arabieren slenteren lang
zaam over de trottoirs. In de har
tjes, d e allen geheel aan de straat
kant open zijn, is geen plaats on
bezet. Er wordt gedobbeld aan ho
ge toonbanken om een rondje. Op
de terrassen hetzelfde beeld. Hier
enkele Fransen, die druk gesticu
lerend de waardevermindering
van de franc bespreken, elders 'n
groep Intellectuële Arabieren, die
elkaar het laatste nieuws uit de
krant vertellen.
Ook de gesluierde vrouwen doen
mee aan het luchtige en vrolijke
straatleven. Met de hand houden
zij de sluier tot onder de ogen. Het
witte overkleed omhult hen geheel
Doch onder dat overkleed dragen
zM gewone Europese kleding. Het
elegante. Parijse schoeisel van de
masten ve-raadt dat duidelijk.
Velen van hen pikken 's avonds
ln gezelschap van hun echtgeno
ten een bioscoopje of gaan ergens
een kopje koffie drinken.
De meeste Arabieren (ook de be-
r gesitueerden) wonen in de Me
dina ,de Arabische wijk van Tunis
Dit stadsdeel ls omgeven door
oude, vuil-witte wallen en kunstig
gebouwde poorten. Hier leven tal
lozen in krottcrige, stinkende wo
ningen en slechts enkelen in koe
le paleizen of hulzen die verfraaid
zijn met mozaiken en kunstig stu-
cadoorwerk. Tapijten en lopers
dekken de vloeren van deze woon
steden: Grote banken met zijden-
kussens noden tot zitten en con
verseren. terwijl men zwarte kof
fie drinkt aan lage. ronde tafels.
In deze Medina liggen de Soukhs
een complex, dat de winkelwijk
van het Arabisch stadsdeeL Een
warreligé opeenhoping van nauwe
straatjes, die bijna allen overdekt
zijn. Vooral de Joden en Arabie
ren drijven hier in de duizenden
kiene wnkeltjes hun handel. Naar
gelang van de koopwaar zijn deze
Soukhs in verschillende wijken in
gedeeld. Zo is er de wijk van de
zilversmeden, de koperbeweriiers,
de wevers, de sandalenmakers, de
parfumverkopers en nog vele an
deren. Vaak wordt men naar bin
nen genood om ln de schemerige
achterruimte van de winkel een
kopje koffie te drinken. Zonder
verplichting tot kopen overigens.
Wordt er echter niets gekocht dan
is een lang loven en bieden het
gevolg. Maar de vertrekkende
klant, die na ar'? s.^artier rruer-
handelen met een nietig onsje
ogenzwart verdwijnt, wordt als een
vorst uitgeleide gedaan. Alsof hij
de hele zaak had leeggekocht.
IEDER LIJKT GELUKKIG
Kleurig en schilderachtig zijn
deze Soukhs. Alles kan men er
kopen: neteldoek voor sluiers,
vlees, groenten, parfums, sigaret
ten tapijten koper- en zilverwerk,
kortom te veel om op te noemen.
Vooral in de ochtenduren is het
er tjokvol want dan worden er ge
woonlijk de inkopen gedaan. De
Mohammedaanse vrouwen in hun
witte klederdracht, de mannen
met hun veelkleurige overkleding
en rode fez. De rijken vaak ln ge
waden .die in fraaie patselkleuren
zijn uitgevoerd, de armen in' wal
gelijke lompen gehuld. Zij winke
len en kopen en allen zijn er ge
lukkig, schijnbaar zelfs de bede
laars.
Het grootste deel van deze Soukhs
ls gebouwd ln de 12e eeuw, het
tijdperk van de Hafsidets, onder
wie Tunis een van de belangrijk
ste handels- en industriesteden
van Noord-Afrika is geweest.
Thans, 11a een lange inzinking,
bloeit dé buitenlandse handel van
Tunesië weer op. Sinaasappelen,
olijfolie .dadels en fosfaten zijn de
b°l°ngrijkste export-producten.
Het verkeer met het buitenland
groeit gestadig. Vooral het lucht
verkeer. Regelmatig gonzen de
grote metalen vogels, waarvan er
velen ln Nederland hun nest heb
ben, in de strak-blauwe lucht bo
ven Tunis.
Twee middelen van vervoer, van
orgine overigens door duizenden
jaren van elkaar gescheiden.
Als je tegenwoordig door onze
landstreek rijdt of wandelt, kost
het Je wel eens moeite Je voor te
stellen, dat Westfriesland in vroe
ger eeuwen een groot gebied was
met niet anders dan rietvelden,
moerassen, meren en hier en daar
op de hogere gronden wouden.
De bossen zijn verdwenen. De
rietvelden bijna niet meer te vin
den, de moerassen droog en de
meren herschapen in vruchtbare
polders. Hier en daar zijn er ech
ter nog van die prachtige woeste
plekjes, die Je zouden doen denken
dat er nog' een wildernis ls. met
een ongestoord natuurleven. Het
zijn er maar weinige en veelal mag
je er nog niet eens komen. Maar
als Je tijd en gelegenheid hebt,
moet jullie toch niet verzuimen
om zo'n rietveld te betreden.
Oom Rob heeft dat genoegen
meermalen gehad. In het voorjaar
in de zomer en in de winter. Voor
al ln het voorjaar en in de zomer
is er ontzaglijk veel te genieten.
De laatste Jaren was het moeilijk
om vergunning te krijgen zo'n
rietveld te betreden, want Je maakt
nogal wat riet stuk en het riet is
nu Immers duur. Maar als Je uit
kijkt valt het erg mee. En mis
schien ls de eigenaar wel een kin
dervriend, dat hij met Je meegaat.
Als Je dan ln een rietveld bent
van een paar h a., dat ls toch wer
kelijk niet zo heel groot hè, en je
zit temidden van het hoge riet,
terwijl je geweldig moet uitkijken
om niet in een gat weg te zakken,
dan heb je het gevoel of je ln 'ri
onmetelijk veld verdwaalt bent.
En dan heb Je meteen een klein
beetje eoj,\ idee, hoe de eerste be
woners zich hier gevoeld moeten
hebben, toen er van wegen nog
geen sprake was en wolven en be
ren niet tot de meest ongewone
ontmoetingen behoorden.
Vooral ln het voorjaar, als de
vogels druk ln de weer zijn, is een
tocht door het rietveld onbeschrij
felijk mooi. Vooral als je een veld
aantreft, dat tamelijk hoog ligt en
waar dus de vogels op de grond
hun nesten kunnen maken. Dan
wemelt het er van de rietzangers,
de heggemussen, de snippen, de
tjiftjaffen, de tureluurs, de wilde
eenden, de bremslulpertjes. de ka-
rekleten en wat al niet meer voor
vogels.
Overal om je heen vliegen ze op.
En natuurlijk doe je Je best om
een nest te vinden. Niet om het
leeg te halen, want daar heb je
geen vreugde aan, maar om de vo
gels te bestuderen en om Je ken
nis van de natuur te verrijken.
Maar moeilijk, dat het is om de
nesten van die rietzangers te vin
den. Want Je denkt eerst natuur
lijk, dat ze hun nestje ln de oude
hoge rietstengels bouwen. Maar
dat ls mis. Dat ls het nest van de
karakiet en die vind Je ln de re-
ge! niet zo vroeg in het voorjaar,
of het moet een oud nest zijn van
het vorig jaar. De rietzangers ech
ter nestelen ln de ruigte op de
grond. En er ls zo ontzettend veel
ruigte, dat het wel heel moeilijk
is een nest te vinden. Als Je ech
ter kalm te werk gaat en niet als
een wildeman door het rietbos
draaft, vind Je de nesten en zie je
het vogeltje zenuwachtig heen en
weer schieten. En misschien heb Je
dan ook eens het geluk, dat Oom
Rob had, toen hij langzaam door
het rietbos dwaalde.
Toen werd mijn oog plotseling
getroffen, door een fonkelende
straal temidden van een hoop
ruigte. Ik bleef onmiddellijk staan,
want dat betekende natuurlijk iets.
Ik was er misschien drie meter af,
maar lk kon maar niet uitmaken
wat het was. Ik bleef heel stil
staan en toen verdween plotseling
de straling. Meteen wist ik het.
Een oog staarde me aan. En dat
was even gesloten geweest. Het
was het oog van een wilde eend.
De snavel verborgen in de ruigte
en voor de rest zo prachtig van
kleur bij de omgeving, om nooit te
vergeten. Ik ben heel langzaam en
heel stU achteruit gelopen.
Dat kun Je beleven ln het riet
bos.
l>ob de Groot van de Vergiliusstraat 28 te
Zaandam is pas vijftien jaar. Nochtans is hij
een knap kunstenaar:
Kijk eens naar dat poppenhuis, dat hij maakte.
F.r is een gang en een trap, die naar de slaap
kamers leidt. In die gang hangt een kapstok en
er liggen vaste kleden op de vloer. Men ziet een
piano, een brandende haard, een radiotoestel en
een compleet ameublement. De" lampen kunnen
branden dank zij een zelfvervaardigd stopcon
tact, dat aansluiting geeft op het normale licht-
net. Een vaste wastafel met spiegel en afvoerbuis
ontbreekt iniet. Er liggen (door moeder gehaakte)
spreien op de bedden en overal fctaan bloem
potten voor de ramen. Het is een wonder van
knutselwerk van deze jongeman. Op het dak
ligt een fijn-grintlaag. En dit alles maakte hij
in zo'n vijfhonderd vrije avonduren, zonder
model, zonder hulp. Denk niet. dat Rob, dat
poppenhuis voor zich zelf maakte, 't Is een ge
schenk. Binnenkort gaat hij in het groot be
ginnen. Dan bouwt hij een duivenhok. Want de
duivensport heeft hem. als zovele andere jon
geren. te pakken.
Rob de Grooth heeft nu van de bekende cineast
Joop Geesink de uitnodiging ontvangen in zijn
poppen film-studio te komen werken, want
Geesink is enthousiast over het poppenhuis. Rob
gaat nog niet naar de filmstudio, hij is nog te
jong. Maar wanneer hij ouder is, mag hij tóch
terugkomen.
Geesink zég iats in deze jongen, uit wie wel
licht een fikndécior-bouwer kan groeien
Foto Jovkhart.
Ons vervolgverhaal
De zeven Kabouters
van Sneeuwwitje
Naast de burgemeester zaten
twee heel oude elfenrechters. met-
witte prulken op en de kabouters
waren ingesloten door talloze po-
lttfe-elfen. „Wat kom Jullie hier
doen in Elfenstad", vroeg de bur
gmeester en hij sprak zo bars en
'keek zo boos, dat de hele elfenbe
volking sidderde.
De kabouters echter waren zelf
veel te boos om bang te ^ijn. Was
dat een behandeling. Alleen za
ten ze een beetje met de vraag
van de burgemeester in hun maag.
Want als ze hem vertelden, dat ze
naar Elfenstad gekomen waren om
er Elfjes weg te halen, daar die op
hun zaten te wachten, kon het wel
eens zijn, dat de manlijke elfenbe
volking zo woedend werd, dat ze
opnieuw werden opgesloten en
daar voelden ze voorlopig niets
voor.
Ze keken mekaar aan en ze ke
ken naar de burgemeester, maar
ze zeiden niets. O. o, wat werd die
burgemeester nijdig. Want Ja ln
Elfenland is het al net als bij de
mensen. Je hebt verstandige bur
gemeesters en Je hebt er bljk die
beter schoenmaker hadden kunnen
worden.
Wat dat betreft hadden de ka
bouters het slecht getroffen. Want
de burgemeester van Elfenstad
was een heel driftig oplopend
heerschap en toen de Kabouters
daar zo nors en zwijgend stonden,
pakte hij zijn hoed. en beval de
politie-elfen om ze weer naar de
gevangenis te brengen.
Van schrik klapten alle zeven
kaboutermonden open. maar ze
vergaten geluid te geven en ln een
wip werden ze door de bewakers
weer naar buitengebracht. Het was
bitter koud op het plein en de be
vroren sneeuw kraakte onder hun
voeten.
De koude had echter de bevol
king van elfenstad niet weerhou
den om naar het plein te komen.
Er was Immers iets bijzonders aan
de hand. Geweldig, wat was het
een gedrang. Er was bijna geen
doorkomen aan. Er werd geduwd
en gedrongen en er werden 'op
merkingen gemaakt, sommige zo
erg, dat de kabouters er van bloos
den. maar andere daar en tegen
weer van heel vriendelijke aard.
De stad scheen in twee kampen
verdeeld. Plotseling zagen de ka
bouters zeven heerlijke lieve elf
jes staan, die hen met stralende
ogen aankeken. Er was echter geen
gelegenheid voor een gesprek,
want achter die lieve elfjes ston
den zeven bars uitziende elfen va
ders en daarachter zeven bijna
nog barser uitziende elfenmoeders.
Het was duidelijk, dat die iets
afwisten van de komst van de ka
bouters en tevens, dat ze er niets
van wilden weten.
In het gedrang voelde Hummel
tje plotseling, dat hem Iets in de
handen werd gestopt. Verrast keek
hij op en k*ek ln een paat stra
lende elfenoogjes. Voor hij echter
ook maar een teken kon maken,
werden ze voortgedrongen, over 't
Waar blijven jullie?
Hoe is het, hebben jullie de zo
mer in je hoofd, of hebben jullie
geen briefpapier meer? Er komen
wel enkele inzendingen binnen,
maar mij nog niet genoeg. Natuür
lijk ls er ook nog een derde moge
lijkheid, en wel, dat jullie niets be
leefd hebben.
Dat kan ik me echter niet al te
best indenken. Lid zijn van de
club van Oom Rob en dan niets
beleven? Dat klopt niet met el
kaar! Oom Rob ls al lang geen
jochie meer, maar hij beleeft alle
dagen wat. Soms meer dan hem
lief is.
Dus vrienden en vriendinnen, aan
de slag. We verlengen de termijn
van inzending tot 8 Juni en dan
verwacht ik van julle een mooie
brief met een beschrijving van wat
je dit voorjaar beleefd hebt. Ik
heb er vier aart-ge prijzen voor.
Dus doe je best. En dan zetten we
de wedstrijden voorlopig stop. Na
tuurlijk vind ik het fUn als jullie
me evengoed blijft schrijven en
dan antwoord ik Jullie, maar de
zomer ls geen tijd voor wedstrij
den. We beginnen weer met Sep
tember. En dan heb ik een heel
aardig plannetje, maar daar
schrijf ik nu nog niet over. Dat
moet beslist een verrassing blij
ven.
DENEMARKEN—HOLLAND.
De 12e Juni is de landenwedstrijd
tussen de voetbalelftallen v. De
nemarken en Holland. Hoe zal de
uitslag zijn? Ook daarvoor heb
ik nog twee mooie prijzen liggen.
Probeer dus de Juiste uitslag te
raden. Het is wel lastig, want Je
kunt van de Hollanders weinig
zeggen. Van de Fransen winnen ze
met 4—1 en van de Engelsen ver
liezen ze met 40 .terwijl de Fran
sen van de Engelsen verliezen met
maar drie tegen een. Nu maak ik
het nog moeilijker voor Jullie, hè?
Stuur de inzendingen naar Oom
Rob. Postbus 3. Schagen.
plein, in de richting van de ge
vangenis.
Vijf minuten later klapte de
deur achter hen dicht. Ze zateft
opnieuw opgesloten.
Knorrepot zag er uit of h!J sou
ontploffen. Hij was zo rood als 'n
kalkoense haan en de haren hin
gen langs zijn gezicht. En de an
dere kabouters waren niet minder
woedend. Alleen Hummeltje scheen
in een stralend humeur. Hij zat
dicht bij het venster en maakte
zijn hand open. Daar kwam een
briefje uit. dat hij aan de ver
baasde kamerdaen voor "las.
„Lieve kabouters. Wat zijn we
blij, dat Jullie gekomen bent. We
vreesden al. dat Bruin en ünk
Wunk de afspraak vergeten had
den. Vannacht om twaalf uur. als
de maan onder ls, kotsen we on
der de muur van de vevangenls
om met Jullie te praten. Tot van
nacht dus, aan weerszijden van de
muur. Zeven dolgelukkige elfjes".
Ja, dat stond er heus. En het
was een hele poos stil, toen Hum
meltje voorgelezen had.
Toen Oom Rob een
jochie was
Nog een paar weken en dan zijn
ze er weer. Weet jullie al wat ik
bedoel? De duikers Wat hebben
we toch wel een plezier gehad met
die dingen. In de eerste plaats
was het zoeken al een heerlijke
sport en waren we al voor dag en
dauw in de weer om toch maar
niet te laat te komen. Het gevolg
was, dat we de duikers veel te
vroeg afplukten en het maar van
die dunne armetierige duikertjes
waren. Als er dan een dag of wat
later iemand met van die prach
tige dikke sigaren naar huis liep,
waren we niet te houden en snor
den net zo lang, tot we ze ook ge
vonden hadden.
Maar bij ons in de buurt groei
den nooit dikke duikers. We moes
ten er altijd ver om weg en het
nare was. dat je dan steeds op het
land en in het riet terecht kwam
van boeren, die Je helemaal niet
kende. In de regel zagen die je lie
ver helemaal niet.
Het was dus midden ln de tijd,
dat we .duikers gingen zoeken. En
omdat we dikkers wilden hebben,
moesten we ver. Direct na de mld
dag trokken we er op uit. Het was
een halve dag. dus we hadden de
hele middag voor ons liggen. Na
een wandeling van een paar uur
kwamen we langs een vaart, waar
naar men ons verteld had prach
tige duikers moesten groeien. Vol
goede moed klommen we het hek
over scharrelden door het lange
gras en inderdaad, daar zagen we
ze staan. Maar natuurlijk hele
maal aan de buitenkant van de
rtetzoom En als jullie wel een1*
duikers hebt gezocht, weet Jullie,
dat het dan niet meevalt om ze te
krijgen. Het zou wel een zwem
partij worden. Hoewel het een
beetje koud was trokken we de
kleren uit en net stonden we alle
drie met niets meer aan, toen we
opgeschrikt werden door een kort
geblaf. Achter ons stond een ver
vaarlijke hond, die nijdig zijn lip
optrok. Waarschijnlijk hebben we
wel kippenvel gehad van de kou.
maar aan het kloppen van ons
hart zou Je zeggen, dat het van
angst was. Ik hoop voor jullie'dat
het Je niet overkomt, dat Je ooit
tegenover een kwade hond komt
te staan, als Je niets aan hebt.
Want dan voel Je Je echt hulpe
loos. De hond ging liggen. WIJ
haalden verruimd adem. En we
dorsten ons te bewegen. Dat was
echter niet de bedoeling van het
monster. Zodra we maar een be
weging maakten, gromde hij. Zo
hebben we wel een uur gestaan,
terwijl we ons niet durfden bewe
gen. Toen merkte de boer, dia
achter het huls kwam. toevallig,
dat er iets aan de hand was. Nog
nooit heb lk iemand zo luid horen
lachen als die boer. Maar het
bleek achteraf helemaal geen kwa
je kerel te zijn .want tc-en we hem
vertelden waar het ons om te
doen was. nam hU ons mee. toen
we eenmaal onze kleren aanhad
den en met een schuitje konden
we bij de duikers komen.
Steeds denk ik nog aan een stel
jongens zonder kleren met een
kwade hond voor zich.