Van vrouw tot vrouw I Brieven van Mr. Willem Eland Vaderdag Padvinders bij hun waterkamp ïluiuuA, uii de óJkeeAurin&eJt EEN VERZAMELAAR OP DE VELUWE Zomerse pakjes Puls heeft geen vermogen meer ONDER DE MENSEN Amice. Gisteren wandelden Mllo en Ik ©p het Zandvoorise strand, waar .ondanks de koude wind verschei dene jongelui t,e water gingen. Op een ogenblik vloog ons als een hinde een zestien of zeventienja rig meisje in badpak voorbij, iets zo lieflijks om aan te zien. dat geen mens er enig kwaad bij den ken kon. dan misschien een in een zwart pak. stijf toegeknoopt heer. die schuins en kwaad keek. terwijl ieder normaal mens recht ui: en plezierig keek In een bad stoel mij zonnend las ik toen voor het eerst van het lawaai rondom de twaalf naakten van den ver maarden schilder van Dongen, die door B en W zijn in de kelders gezet en ik wou je toch eens vra gen, wat je daar zelf van denkt. In een Rotterdams museum hing ongeveer hetzelfde levenswerk v. den nu 72-jarlgen Delftshavenaar van Dongen en terwijl misschien zes lichtschuwe Rotterdammers schuins en kwaad keken, keken honderden en honderden normale bezoekers rechtuit en plezierig. Be grijp eens goed: dat waren dus zes. of drie? of zestien? mensen, die ineens aan iets „onzedelijks" dachten, en als onverzettelijke ze deüjkheldsbevorderaars hadden ze het verlangen, zoveel mogelijk an dere mensen* iedere gedachte aan onzedelijkheid te besparen, reden waarom een van hen. een man met veronderstel ik oliebol len in zijn schedelholte inplaats van hersenen, bij B en W van Rotterdam protesteerde, met, verderfelijke gevolg, dat de twaalf stuks werden weggeborgen en dat niet zes of drie.of zestien men sen zich gingen ergeren, maar nu tienduizenden, want dit ge val van artistieke terreur ging ging natuurlijk over telefoon- en telegraafdraad heel Neder land en Europa over. en met het nog ergere gevolg dat niet zes 01 drie of zestien mensen de prikkel ondergingen van. In' verband met onzedelijk heid. aan naakten te denken, maar tienduizenden! Alsjeblieft, mijnheer. En wat denk je hiervan, amice? A'Iele zei smalend: Wat moeten da. 'n ongezonde stakkers zijn. die overal de onzuiverheid zien! Hun liefdeleven is zeker niet in ©rde! Dat was scherp gezegd van Adele maar ze trof, dunkt mij, de spij ker op de kop. In een van mijn vorige brieven heb ik het al gehad over dé enorme betekenis van een liefdeleven, da- in zichzelf voldoe Hing vindt Zodra daar manco's *ijn verhaalt het lichaam die op ie geest. Dan komen de „onge zonde belangstellingen". Zodra de patiënt een blote arm ziet. een wat diep uitgesneden halsje, die'n normaal en gelukkig mens nog wat prettiger stemmen dan hij ges'.emd vas, trilt er iets onzui vers in de man met het manco. En als die nie: een open halsje maar hele naakten ziet, is het hek van zijn zieke zinnelijkhed helemaal van de dam! Stel je voor, amice. De grootste en zui- ?erste genieën, die de mensheid heeft voortgebracht, een Vondel, een Rembrandt. een Milton, een x Michel Angelo. een Donatello heb ben in vers. in schilderij, in beeld Touwwerk het schone menselijke naakt verheerlijk: en moet dan een of andere obscure mens zijn •li druppelen in 's levens ch&m- agne? Van Dongen is geen vroom christen als Vondel of Milton wp. ren, maar wel beschouwen hem de kunstkenners van heel Euro pa en Amerika als een der groot sten. Kunstenaars van het palet van deze tijd En - dat weten die smal le zedelijkheidsapostelen niet - er is niet één gro.e kunstenaar in heden of verleden, die trachtte naar het opwekken van die „on gezonde belangstelling", waarover ze het in Rotterdam zo druk heb ben. Een echte kunstenaar kan geen ongezonde belangstelling wekken. Als er iemand bij het zien van het werk van een meester een ongezonde belangstelling voelt opkomen of zulk een belangstel ling bij anderen vreest, dan zit de ongezondheid in hemzelf, niet in het werk. De psychopaath Hitier zag in de helft van alle Europese kunst .ongezondheid" of zoals hij zei: „degeneratie", maar hij was dan ook voor ieder herkenbaar als een onvolwaardig mens. Ik heb mij in deze brief een beetje opgewonden, waarde vriend maar druk hem toch maar af, misschien kalmeert deze opgewon denheid een paar anderen. W. E Kindertjes, oom Jan vraagt [aandacht: Zondag is 't Vaderdag. Dan is 't tijd dat jullie vader Fen cadeautje geven mag Zeg, wat denk je van een stropdas Of een lekker stuk banket, Of, nog vóór de bonnen weg zijn, Een sigaar of sigaret? Of een sp'oor om mee te spelen Oh, er is zoveel voor Pa, Kijk (wanneer je nog zo rijk bent) Nu alvast je zakcent na. Vader heeft 't toch maar goed, zeg Vader zijn is toch maar fijn Wist je, jongens, dat voor vader Er twee vaderdagen zijn? In het najaar is er nóg een Ja, dat is zo uitgekiend Je zou zeggen waaraan heeft-ie Zoveel feest'lijkheid verdiend? Nee, ik snap 't ook niet, Pietje Moedei- heeft maar ene dag Nou ik vind dat zij dan zeker Wel een week lang hebben mag Nee oom Jan is nog geen pappie En nu krijgt-ie ook geen strop En geen pakje sigaretten En zijn bonnen zijn al op Jammer, hè, ik wou wel huilen Maar ik doe 't niet, ik lach Want wij krijgen straks voor vader Zónder kind'ren óók een dag! JAN HOTTENTOT Leite wal deer nou ok erus mee beginne. Want we hewwe nag al wat overhoop haalt van de week De barrebler begon er mee. Hal had een standje had, want dat over dat smerige water van de zulvelfebrieke, dat, is die lui er skuld toch zeker niet hillegaar. Hai had temfiiste een man spro ken, en die zat in zo'n febriek en die had hem verteld, dat ut een onmogelukhold was om van die zuiveringsinstallaties te kroigen. Er was gien reld op. Den houdt alles op el. As er gien kruid voor wassen is, den hoef je er niet over te praten en den hewwe wal gien reden om teu gen die mense van de febrieke te zeggen, dat ze te kort skoten ben- ne. Want as wal in de skeerwin- kel soms wat bai de kop kroige en ut bloikt, dat we ongeloik hewwe, den komme we deer rond voor uit. En toe wul ut daie, dat deer zo'n kranteman binnenkomt. En Je begrolpe, as ut kindje binnen komt, den Juicht heel ut hulsge zin. Maar hai gaf gien sjoeg. Je konne zien, dat ie de smoor in had. En ut duurde niet lanS of we hoorde ut geval. Hai was nel een uitvoering weest. En nag erus een keer nei een vermaak en nag een keer nei een vergadering, want ja, die lui, die moete er al- toid maar op uit. Maar deer was ie niet klaagzaam over. Nel, hai had ut over de dure consumptie, die hai den betale most. Een flessie vai, dat appelsiene- sap, dat je in de winkels koupe kenne voor zestien cente moet je in de herberg 45 cente voor neer- legge. Een koppie koffie of thee zeuven stui/ers en den nag een dubbeltje fooi er bal, ut was gien doen volgens hem. Donders wat kneertte die man. Toe zoi Klaas: „Maar man. Je kroige ut toch im mers vergoed. Weer praat je over" Me ien sprong Kees op de ketting. Die was ok nag al op de cente moet je rekene en Ant nag erger. En Kees vond ok, dat ut een skan daal was, zokke dure consumptie Vlak nei de oorlog, den gong ut nag. Toe zwomme we allegaar in ut geld. Maar nou is ut weer wat aars. En den is ut ok nag al zo'n verskil. Zestien cente of volf en veertig. „Nou, zoi Janis. Jullie benne moin weer te veul an ut rodde len. Wat wete Jullie nou van de onkoste van zo'n man. Ut Ls nou wel heel makkeluk om te zeggen dat er skandalig veul op verdiend wordt, maar deer komme w'er ni mee. Maar weet Je wat ik wel vreemd vind. dat Je bal de ien zo'n end meer betale as bal de aar. Das voor moin ut bewois,dat er wel wat tussen zit". „Wat zegge jullie wel van Daan Pool", begon Kees over wat aars. „Die heb ut um toch maar weer behoorluk lapt el. Ik wul Je dat wel zegge, das nou een klrrel. weer ik moin petje voor ofneem. Wat hew ik wel verlegen genoten as ik um op ut toneel hoorde en hai skoit er mee ut om te filmen. Dik Trom was een bizonder kind. maar van Daan Pool kenne ze zegge: „Das een bizondere kirrel en dat is le". „Ut is vrai wel uitkommen zo as de krant ut skreven heb", tol Klaas. „Die skreef toe, dat we van dat filmen van Daan nag wel meer hore zouwe. Nou as we toid van leven hewwe, den hore we er nag wel meer van. En niet om wat te zeggen. Hai heb ons boere wel derus bai ut lolf had. maar ik gun ut um. Van de len ken je ut hore en van de aar niet el". „En hoe staa ut op Ouwe Nle- rup?" vroeg de barrebier toe 'zo> ien, twei drie. „Is de kapper er al uit en de burregemeister er Dn? Ut is al weer een heel toidje ie- den dat we er wat van hoórd hewwe". „Kirrel skol uit", zoi Kees. „Ze hore er deer ok niks meer van. Das te zeggen, dat ze ln ut Veld ok lang niet bloid benne. Er is zelfs een brief uit ut Veld nei Gedepe.eerde State gaan en die lui vroege an Gedepeteerde State of die een beetje er verstand ge- bruike wouwe, want dat ze deer toch ok maar liever een nuuw gemeentehuis hadde as een ver bouwde kapperszaak. En de koste lolke ok nag wel niet mee te val len. Ut wordt nag wel weer een duizend of tien duurder as ze eerst docht hadde". „No we wachte ut maar met be langstelling of", vond Klaas. „Wat is er toch wat te doen in de we- reld. Afoln, ln Bergen gaat ut ze- VERBORGEN WETENSWAARDIGHEDEN Diep verscholen in de bos sen van onze uitgestrek te Veluwe woont en werkt iemand met een zeer eigen aardige, hoewel buitenge woon interessante, bezig heid. Het is de heer De Geyer te Vierhouten, verza melaar van wetenschappe lijke gegevens en wetens waardigheden. Een tweede verzamelaar als hij vinden we in ons land niet. Gebo ren in Afrika is hij op 17- jarige leeftijd naar Canada en vandaar naar Californië gegaan en zodoende in aan raking gekomen met de z.g. „World Collector Club" (de „Wereld Verzamelaars Club"). Van Californië ver trok hij in de grote crisis tijd, die achter ons ligt, naar Holland. „Ik wil zo graag de men sen helpen", zegt de heer De Geyer, „om de mensen te helpen. Door middel van mjjn verzameling kan ik in lichtingen verschaffen or elk gebied, waarvoor ik dan een kleine vergoeding vraag. Met de gelden, die ik zodoende ont vang, breid ik mijn verzameling weer uit. Van de meeste gegevens verzamel ik foto's en beschrij vingen. Bijv. van de volken der aarde, regerende personen, ker ken, schilderijen, geschiedenis, kaarten en plattegronden van steden, dorpen, bergen en rivie ren, gebouwen, standbeelden enz." Een schier oneindig aantal din gen noemt de heer De Géyer ons op. Het duizelt ons. Hoe kan deze man orde scheppen in een derge lijke hoeveelheid Bijv. hoeveel reproducties van schilderijen U bezit?" „Van schilderijen heb. "ik 3700 reproducties. Deze zijn van 1459 schilders, van wie ik natuurlijk de levensbeschrijving heb. Van re gerende personen uit de wereld geschiedenis heb ik 5037 afbeel dingen met levensbeschrijving". Vol bewondering luistéiren we naar deze getallenmassa. Weet U dat deze verzamelaar in 2554 ste den in de wereld in gedachten uit wandelen kan gaan De karaktervolle kop van. een merkwaardig mens: de ver zamelaar De Geyer, die zijn uitzonderlijke collectie weten? schappelijke merkwaardighe den ergens diep in de bossen van de uitgestrekte Veluwe steeds meer uitbreidt „De gehele aarde is mijn ar beidsveld en dat is juist 't mooie. In gedachten reis ik door iedere stad, kom ik in ieder gebouw en zie ik al het schoons langs me heen gaan." „Zoudt U ons niet eens een paar getallen kunnen noemen ker weer wat beter. Deer hewwe ze mekaar zeker vonden. Of ut moet weze, dat ze anstonds nag weer holbel kroige. Ut ls niet te wensen. Nel. ut gemeentebelang moet niet opofferd worre an de poletlek". FIGARO. FAUKL DE HAAS Zeg haasje, haasje, zie je wat? Daar ach1.er 't bosje, hoor je dat? Ja spits Je oortjes maar m'n knecht Want heus je kansen staan zo slecht/; De jager ls 't! loop wat je kan 't Geweer lege hij al op je an.. Het haasje krijgt de lucht er van En loopt en loopt zo snel het' kan En vóór dé Jager heeft gericht, Ts 't haasje al uit het. gezicht De jager schiet, maar treft, 8een buit Dit kost hem dus een lading krult HAAIEN IN DE OLIE. IiT de kustplaats DJangkar nabij Panarukan is een fabriek opge richt voor de bereiding van olie uit haaien. Het laboratorium te buitenzorg heeft deze haaien-olie goedgekeurd voor de bereiding van levertraan. De olie zal te Malang verdr worden bereid. HIT patroontje voor jongens van 3 4 4 jaar is zeer geschikt voor het in verschillende richtingen verwerken van een streep of ruit je en voor tweeërlei stof. Maakt U het pakje geheel van hetzelfde materiaal, dan heeft U plm. 1.50 M. van 80 c.M. breed nodig. U begint met de patroontjes van de voorbaan en het schouderpas los te knippen van voor- en rug pand. Na het verbinden van de voorbaantjes met de voorzijpand- jes vouwt U het beleg naar binnen en stikt het door. Links op de middenvoorlijn knoopsgaten aan brengen. Het schouderpas knippen we van dubbele stof, waartussen we de ingerimpelde bovenkanten van voor- en rugpand zetten. In de taille wordt een reep stof onder- gestikt voor het beter vastzetten van de knopen. De mouw wordt van onderen met een opslagje van 2Vi c.M. breed afgewerkt en naad op naad vallend ingezet. De halsrand naaien we tussen de dubbele stof van de kraag. De broc-k voorziet U van onzichtbare voorsluiting door onder de gevoerde linker voorkant een eveneens gevoerde knoopsgatenreep volgens de ingetekende vorm (stippellijn) te stikken, en rechts een kno- penreep van dezelfde vorm aan te zetten. De voeringzak, die bij de opening met stof bekleed is, wordt ingenaaid, waarna we de zijnaden boven en onder de zakopening sluiten. Dan de beennaden en de middennaad tot de sluiting dichtstikken en de bovenrand, die aan de achterzijde door bij schuiner tj es van 1 k V/2 c.M. is in genomen, met een reep stof afwerken en van rechtstandige knoops gaten voorzien. Maken we het broekje van zwaardere stof, dan werken we de bovenrand aan de binnenzijde af met een voering- reep over een linnen inlegsel. Bij een gelegenheidspakje is het wel aardig het bloesje met ge- plisseerde strookjes te garneren, die bij het in elkaar naaien gelijk meegestikt worden. Het broekje wordt dan van hetzelfde materiaal of van laken of fluweel in afstekende kleur gemaakt. De Amsterdamse kantonrechter plaatsvervanger, mr F. W. Goud smit, ls tot de conclusie gekomen, dat de beruchte transporteur van Joodse inboedels te Amsterdam. Pul, die doo rhet Amsterdamse Bij zonder Gerchtshof tot de dood straf is veroordeeld, welke straf door de Bijzondere Raad van Cas satie werd bevestigd maar latei- door H M de Koningin in levens lange gevangenisstraf werd ver anderd, geen vermogen meer heeft Deze kwestie kwam ter sprake doordat de procureur-fiscaal van het "Bgzonder Gerechtshof te Am sterdam. na daartoe toestemming verkregen te hebben van de minis ter van Justitie, een nieuwe ver oordeling van Puls vorderdë, ten einde diens vermogen te doen ver beurd verklaren. Deze behande ling diende voor de Kantonrechter te Amsterdam. De kantonrechter had als des kundige opgeroepen mr. M. S. de Wolff de Beer, beheerder van het vermogen van Puls. Deze deelde mede. dat het vermogen van Puls op hét ogenblik f 7900 bedraagt, doch dat er een belastingschuld is van f 217.000. Hoe optimistisch ook bekeken, het vermogen van Puls ebschcuw lk als negatief, tenzij er een wonder op fiscaal gebied ge beurt zo zei mr de Wolff. En aangezien de kantonrechter kennelijk niet gelooft in wonderen op fiscaal gebied, concludeerde bij dat Puls geen vermogen heeft, weshalve hij de beschuldiging als vervallen verklaarde. De verdediger, mr K. W. P. Claes sen uit Den Haag. wierp nog de principiële vraag op of de proc. fiscaal wel bevoegd ls pen nieuwe behandeling te vorderen en der halve een extra-straf of maatre gel te doen opleggen, nadat H M gratie hééft' verleend. Immers de ze nieuwe maatregel.maakt de ètr'af zwaarder dan H M heeft ge wild. De kantonrechter achtte dit prin cipiële punt echter op het ogen blik niet van belang daar toch ver vallenverklaring der ebschuldiging de uitspraak was. Ieder hel zijne, dus ook ik het zijne.. Da's toch iets wat logisch is? Ja, dat, dach u, maar die dat beweerde, Zit in de gevangenis Het schijnt nu toch werfeelük ernst te worden met de opheffing van de distributie. In de kranten heb ik tenminste een foto gelezen dat de distributiekantoren in Am sterdam gesloten worden. We heb ben er dan ook wel ruimschoots van geprofiteerd. Bijna tien jaar distributie, het kan er mee door. En het is wel verwonderlijk, maar we zijn zo licht geneigd om alleen de schaduwzijden van de distri butie te onthouden. We herinne ren ons neg heel goed, hoe we soms op moesten letten, dat we geen verkeerde bonnen gaveii en we denken misschien nog wel eens terug aan enkele gebeurtenissen, waarover we 00c weinig be rden te' schamen. Is nooit gebeurd, dat u tot de ont dekking kwam, dat u een boter bonnetje vergeten had te geven? Ik wil u eerlijk bekennen, mij wel. En dan werd ik er rcod van als ik het ontdekte, want dm voelde ik, dat ik eigenlijk ver plicht was om de winkelier c'e bon te geven. Ik heb het niet ge daan, want als je boterhammen staat te smeren, dat de kruimels tegen de zolder vliegen, dan neem je het met de eerlijkheid niet zo erg nauw. Dan denk je eerst aan je kinderen, die meer dan eens zonder bo er op hun brood te hebben, het onsmakelijke oorlogs brood moesten eten. En toch zijn we dankbaar, dat de distributie er is geweest, want anders hadden de mensen met de smalle beurzen het veel erger ge had, dan nu het geval was. Dat mogen wé ook wel eens beseffen. Toen we deze week met enkele vrouwen bij elkaar waren hebben we het er druk over gehad. En we hebben het er ook over ge had, dat er tal van middenstan ders waren, die geholpen hebben om ons er aardig door te scheuren Er waren natuurlijk ook anderen, maar over het algemeen hebben de middenstanders zich toch als goede burgers gedragen. Enfin, u weet wel hoe dat gaat van pra ten komt praten en ik geloof toch wel. dat de meesen van ons dat niet vergeten zijn. Ik weet ten minste wel, dat ik van de leve rancier, die mij nooit wilde hel pen als tegen de allerhoogste centen, nu niet meer koop. Want het deed toch wel erg onaange naam aan, als je bij de man, bif wie je altijd je inkopen had ge daan, niets kon krijgen als je het vroeg, dan tegen prijzen, die voor ons onbereikbaar waren. Had je dat geld dus wel, dan had hij be paalde artikelen ook. En anders kon je op een houtje bijten. t Die distributie zeggen we met vreugde vaarwel vindt u ook niet? Want al heeft ze ons er door ge scheurd, we werden er slecht door We vonden het op het laatst heel gewoon, als we met een stalen ge zicht- verklaarden, dat we de bon nen al gegeven hadden. En dan die ellende bij het halen Van de bonnen op de distributiekanto ren. Wat een zee van ellende. Uren wachten en soms elke veer tien dagen heen. dan om dit en. dan om dat. Het was om wanho pig te worden. Thuis kon je het werk niet aan. Gas was er niet. het noodkacheltJe was om de ha verklap uit en dan stond Je daar uren te wachten. Met ai.e respect voor de manier, waarop de rege ring de verdeling der eerste le vensbehoeften ter hand heeft ge nomen, ik zegen het ogenblik, waarop de distributieperlode ten einde is en ik hoop nooit meer met een distributieambtenaar te maken te hebben. Dat ls niet om de ambtenaren, die er ook wel niets aan hebben zullen kunnen doen en die misschien ook wel verheugd zuilen zijn. dat de her rie achter de rug »s. Maar 00: dis soeza. NEL*,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1949 | | pagina 4