SCHOOL MOET DENKEN
KAPPIE EN HET MYSTERIE VAN DE IJSZEE
tot ontplooiing brengen
Wijsheid in Dichtvorm
Huwelijksbootje won het
Stewardessen zijn ook meisjes
JfHet Huis aan de Baai
4oai
Gezin, School en Opvoeding!
n.
'AL, begint en eindigt alle opvoeding in het gezin en al speelt het gezin
in het leven een centrale rol, toch is het gezin niet in staat de voor
bereiding tot het leven geheel te beheersen. Het tegenwoordige gezin
kan nL het Idnd niet meer inleiden in de sfeer van de arbeid, die psycho
logisch als een noodwendigheid volgt op de spelsfeer van de kleuter
periode. Daar de overgang kleuter naar schoolkind zich bij de meeste
kinderen in de tweede klas van de lagere school voltrekt, plaatst de mo
derne school, in de eerste klas zeker, het spelelement meer in het middel
punt. Hier geldt dan met recht de van ouds bekende regel: mijn spelen
Is leren.
Het overgaan van spel- in arbeidssfeer behoort tot een wezenskenmerk
In de ontwikkeling van de mens en moet vooral zo gezien worden, dat
de spelsfeer in deze arbeidssfeer opgaat, zonder er in verloren te gaan.
Er blijft minder tijd voor het spel over.
De grens is zeer moeilijk te trekken. Waarschijnlijk heeft U wel eens
Opgemerkt, dat de ernst, waarmee de kleuter bezig is, de vraag doet op
komen: is dit nu spel of arbeid?
In onze moderne maatschappij beschikt het gezin niet meer over de
mogelijkheden het kind met de arbeidssfeer vertrouwd te maken. De
ichool is het instituut, dat hierin een aanvullende taak heeft. Let wel een
„aanvullende taak", zy is niet geroepen de opvoedingstaak over te nemen.
Dit zou op staatsopvoeding lijken in nationaal-socialistische, fascistische-
of staats-socialistisehe zin. Prof. Van der Leeuw zegt dit zeer kernachtig
aldus: „Verliest het gezin voor de jonge mens zijn betekenis, dan hoeven
we ons voor zijn opvoeding in jeugdbeweging en school niet meer druk
Ie maken".
Vroeger zei men:
Kennis is macht....
jyaast het leren lezen, schrijven,
rekenen etc. heeft de school in
opvoedkundige zin als zeer belang
rijke aanvullende taak het kind
voor te bereiden tot het leven in
groter gemeenschapsverband. Zo
lang de school bestaat is zij zich
van deze taak bewust geweest. We
vinden deze opdracht dan ook in
oude zowel als in moderne boeken
over opvoedkunde.
Maar elke tijd geeft deze taak een
«ndere, een ruimere inhoud, of
voegt er 'n nieuw facet aan toe. En
zeker in de tijd waarin wij nu le
ven, waarin de veranderingen in de
wereld zich in een versneld tempo
voltrekken, is het een eis ons op
nieuw ernstig tè bezinnen over de
taak die de school voor het op
groeiende geslacht heeft.
Onze huidige volksschool, d.w.z.
de school voor de kinderen van het
Nederlandse volk, heeft op dit
ogenblik nog een opdracht in op
voedkundige zin, die nog doortrok
ken is van de geest der voorgaande
eeuw. Wanneer ik die geest wil
benaderen, dan ben ik mij er van
bewust, dat dit niet ongestraft kort
De opvoeding tot burger in de
samenleving is een belangrijke
taak van het onderwijs. In zijn
serie „Gezin, School en Opvoe
ding", behandelt de heer C. J.
Rol dit vraagstuk in vier afle
veringen. Het eerste artikel ver
scheen Zaterdag 26 November.
door
C. Rol
en duidelijk kan zijn. Ik meen zon
der al te grote fouten de opdracht
der school, zoals zij deze in d
Voorgaande eeuw had, te kunne
•amen vatten in twee spreekwoc
den, „Kennis is macht" en „led-
voor zich en God voor ons aller
Tennis is macht", ja waarov
ir 'it? Over de natuur? We wetc
liu zo langzamerhand wel hoe h
met deze macht over de natur
«taat. We kunnen krachten oproepe
die we niet meer beheersen kur
lien. In plaats van machtsvertoc
Vertoont zich hier de onmacht v:
de mens. Macht over mensen? C
welke grond? Met welk recht'.'
Macht van mensen over mensen,
met welke ideële motieven ook,
leidt immer tot dictatuur, om de
doodeenvoudige reden, dat wij be-
pr.kte piensen zijn.
"lacht over onszelf? Dat zou niet
ges wezen en hier ligt de diepste
betekenis van dit spreekwoord,
maar dan kunnen we beter hel
wijze woord van Socrates „Ken L
rc of „Kom tot zelfkennis" tot
1 "ioer nemen.
voorgaande p~
.liet geprobeerd met kennis tol
deugd te komen. Op school gebruik
te men toen als leesboekjes „Brave
Hendrik" cn „Vrome Maria" in de
verwachting, dat de kinderen er
moreel beter van zouden worden.
De versjes van Van Alphen, die de
meesten van ons wel kennen, zoals
„Cornelis had een glas gebroken
voor aan de straaten „Jantje
zag eens pruimen hangen
beoogden hetzelfde doel. We weten
dat je hier op z'n hoogst schijn
heilige kinderen mee kweekt.
NOG STEEDS DWAZE
OPyATTINGEN
Dat we deze boekjes en die vers
jes op onze scholen niet meer vin
den, wil niet zeggendat de leus
„Kennis is macht" op onze scholen
en in de opvoeding niet meer mee
telt. Eén voorbeeld uit vele:
„Ja ziet U, mijn dochtertje kan
r.iet zo goed leren en dan is toch
het minste wat je kunt doen, het
kind naai- de u.1,0. sturen. Laat ze
het daar twee jaar volhouden, alles
wat je leert is meegenomen, vindt
U ook niet?"
Hoe bestaat het: twee jaar vol
houden en dan van school met
een bord Engels en Frans, een
lepel Duits cn èen schrift met
wiskunde vol rode strepen. Al
les onder de maat om van het
kinderverdriet maar niet te spre
ken. En dan te weten, dat i
er in onze Zaanstreek twee uit
stekende meisjesvakscholen, of
zo IJ wenst huishoudscholen, zijn
waar het met vreugde zou kun
nen werken.
Dit worden de klantjes voor de
medisch-opvoedkundige bureaux.
Vele neurosen vinden hun oor
sprong in overladen, onverteerbare
schoolprogramma's. Hendrik de Man
formuleerde dit als socialist in '27
op zijn wijze: „Alle sociale vraag
stukken der geschiedenis zijn slechts
verschillende verschijningsvormen
van het eeuwige, alles overheer
sende, eigenlijk enige sociale vraag
stuk, hoe de mens niet slechts
door de arbeid maar ook i n de
arbeid geluk kan vinden." Ln ..be
lemmerende scheppingsdrang7' ziet
hij de diepste oorzaak van het so
ciaal minderwaardigheidscomplex,
waaraan onze tijd en onze arbeiders
klasse in het bijzonder meer dan
enige vroegere tijd lijdt.
Voor wat de school betreft moe
ten we aan dit „Kenni3 is macht"
nog iets zeer principieels toevoe
gen. Voor de Middeleeuwer was
het terrein der wetenschap begrensd.
Men verkeerde toen ih de mening
dat de hoofdlijnen der wetenschap
door Aristoteles voor goed getrok
ken waren. Hierdoor ontstond de
geesteshouding van „het in bezit
nemen" der wetenschap en niet de
taak van het voortgezette onder
zoek. Onze universiteiten hebben
deze gedachte reeds lang totaal la
ten varen. De moderne wetenschap
is zich bewust, dat zij niet staat voor
een begrensde, maar voor een on
eindige taak.
DENKEN TOT ONTPLOOIING
BRENGEN
Onze volksschool heeft deze ken
tering in haar diepste wezen no
niet meegemaakt. Wanneer wij r
met klem aandringen op het o-"
wikkelen van functies, die de
scheppingsdrang en onderzoekings
drift gelegenheid tot ontwikkeling
bieden, dan zyn dit juist de prin
cipiële dingen waar het om gaat
Hier ligf de erkenning dat de
achool niel in staat is alle ken
nis, die mogelijk eens te pas kan
komen, aan te brengen, maar
dat juist de scheppingsdrang,
waar Hendrik de Man op doelde,
zijn kans krijgt opdat men later
weet hoe iets aan te pakken, hoe
iets nieuws te veroveren.
De school als organisme in de
opvoeding van de wordende mens
moet zich dus „verder" ont
plooien. Zij krijgt een hogere
opdracht zonder de lagere te
verwaarlozen. „Kennis aanbreit-
gen" zal natuurlijk altijd moe-
i ten geschieden, maar welke ken-
nis? Daar gaat het om. Welke
kennis is noodzakelijk om later
I zelf op verder te kunnen bou-
iwen? En welke functies moeten
ontwikkeld worden om dit. ver
der bouwen een goede kans van
slagen te geven?
Het A.B.C. uit het hoofd leren
heeft dan alleen betekenis, wanneer
men vlot een woordenboek of een
telefoongids leert hanteren of ge-
b. ,;.„en. Zonder dit laatste is het
eerste ballast. Wat is de zin van tien
of twintig namen van vuurspuwende
bergen op Java te leren? Het Is góed
te weten wat een vuurspuwende berg
is en waac ze te vinden zijn, maar
spaar de kinderen het leren van deze
namen In het tegenwoordige leven
wordt onze belangstelling over de gan
se wereldbol heen en weer getrokken.
Hiervoor een atlas te kunnen gebruiken
of liever gezegd te kunnen lezen is de
voornaamste opgaaf. Aardrijkskunde
is veel belangrijker dan het leren van
veel topografische kennis.
De schoo kan niet alles leren, zij kan
niet volstaan met het geheugen vol te
proppen, ij moet gelegenheid geven het
denken tot ontplooiing te brengen. Le
ren lezen heeft dan alleen zin, wanneer
het gelezene ook begrepen wordt. Neder
landse taal Ieren heeft dan alleen bcteke
nis als we haar leren spreken en schrij
ven, als zij dus fuactloaneert, Dit werk
begint in de -eerste klas.
Het verplaatsen van het accent is het
kenmerk van de nieuwe structuur.
Berouw komt immer na de zonde,
Dat hebt ge nu wel ondervonden:
Uw tong, m'n vriad ,is lijk een geit
Die dient te worden vastgebonden.
Hier een nieuwe variant
op een oud stramien:
Beter één ui in de hand
dan de lucht van tien.
Ach, reken hen voor mijn part
tot de zotten,
Maar... laffe mannen houden gave
botten.
De mens zegt zo gauw ja en amen,
Zo zwaar valt het zeggen van neen:
't Is lichter twee glazen te drinken
Demi om te bedanken voor één.
Ik ben een Heer gij zijt eea Heer,
Aldus wil ik bevroeden:
Maar als ik vragen mag Meneer:
Wie moet de zwijnen hoeeden?
Ge moet het m'n vrind zo beschouwen:
De markt is de rechtbank der vrouwen
Het leven is gelijk een knoopje,
kameraad,
Het hangt maar al te dikwijls aan
een zijden draad.
Het moet eind 1945 geweest zijn, dat Anneke Abendanon, destijds dokters
assistente aan het Gemeente ziekenhuis te Den Haag, de President Directeur
van de KLM, dr Plesraan, toevallig ontmoette hem vroeg of hij geea
stewardessen kon gebruiken.
„Nee, ik kijk wel uit jullie meisjes trouwen veel te gauw" had dr Plesmaa
geantwoord. Maar Anneke had hem tenslotte weten te overreden door haar
besliste bewering dat zoiets met haar zeker oiet het geval zou zijn. Ea zo
gebeurde het, dat zij op lFebruari 1946 als stewardess in dienst van de K,
L.M. trad.
WOENSDAG, 14 DECEMBER,
na twaalf uur:
Hilv-rsum I. 301 m 12.00 Orgel
spel 13.00 Nieuws 13.15 Om
roeDorkest 14.15 Jeugdorkest
15.00 Jeugduitzending 17.30
Filmmuziek 18 00 Nieuws
18.30 Strijdkrachten 19.00 Pari.
overzicht 19.30 Voor de jeugd
20.00 Ni'uws 20.20 OpeTa
21.45 Hoorsofl 22.35 Lichte mu
ziek 23.00 Nieuws.
Hilversum II. 415 m 12.00 Gev,
p^oaramma 13.00 Nieuws
13.20 Orgelconcert 14.00 Canada
dag 15.00 Jeugdconcert 15.45
ANNEKE heeft ongelijk gehad. Ten
minste wat dat trouwen betreft. Im-
mera, toen zij op de 19e November '49
als laatste uit de KLM DC-1 Prinses
L-eae stapte, betekende dat voor haar
het besluit vaa haar stewardessenloop
baan en het begin van een nieuw leven
als echtgenote van de heer P.C. Stork
uit Enschede.
Gelijk had Anaeke aan de andere
bant wel door zo per se stewardess te
willen worden. Zij heeft er iets van
gemaakt. Zij bleek er aanleg voor te
hebben, getuige h-et feit, dat zij alspoe
dig benoemd werd tot chefstewardess
op de Zuid Afrika lija. Niet minder
dan 76 maal is Anneke Abendanon de
Sahara overgestoken. 2500 vlieguren
heeft zij op haar naam staan op alle
grote lijnen van de KLM.
De heer Reyers, hoofd van het Lljn-
bedrijf Afrika, dankte, tijdens een in
intieme kring gehouden afscheidsbljeen
komst Anneke Abendanon voor de vele
Jeugduitzending 17.30 Piano
sp;l 18.00 Kerkkoor 18 30 RV
U uitzending 19.00 en 20.00 Nws
20.15 Ein Deutscher Requqiem
van Brahms 22.00 Marinierska
pel 23.00 Nieuws.
DONDERDAG, 15 DECEMBER.
vóór twaalf uur:
Hilversum I.-301 m 7.00 en 8.30
Nieuws 9.00 Kamermuziek
10.15 Arbe'dsVtamioen 11.00
K?rk en torenklanken.
Hilversum II. 415 m 7.00 en 8.30
Nieuws 9.00 Voor de vrouw
9.35 Schoolradio 10.15 Morgen
dienst 11.00 Voor de zieken.
belangrijke diensten, die zij aan de K
LM tijden» haar diensttijd bewezen
heeft.
Het contact van h;t personeel van
de Civiele Dieast met de passagiers i»
van onschatbare waarde, aldus de heer
Reyers-Het vraagt tact en mensenken
nis, eigenschappen, die Anneke Abea
danon zeker bezit. De heer Reyers is
ec dan ook vaa overtuigd, dat deze
kwaliteiten haar huwelijk zeer gelukkig
zullen maken.
Ter herinnering aan de tijd, dat zij
bij de KLM werkzaam is geweest, bood
de heer Reyers haar een ziveren por
tretlijstje aan, waarin, naar hij hoopte
de foto een plaats zou krijgen, die tij
dens de laatste aankomst gemaakt was.
Eigenlijk aldus de heer Reyers, toont
deze foto een duidelijke overtreding, nl
een stewardess ia uniform, terwijl zij
een heer zoent. Van dit speciale gevat
wrd dit echter door de vingers gezien
(de heer was haar toekomstige echtge
noot). Direct daarop maakte Anneke
zich nogmaals aan dezelfde fout schul
dig. door de heer Reyers stevig op
beide wangen te zoenen. Ook deze
overtreding werd getolereerd.
Anneke Abendanon hoopt begin Maart
te trouwen. „Zodra het huis klaas is",
zegt zij. Het echtpaar Stork Abendanon
zal zich in Nijverda! gaan vestigen.
De heer Plesman kreeg dus indertijd
toch gelijk hoewel Anneke nog ^een
gunstige uitzondering vormt. Zij bleef
namelijk drie jaar en tien maanden als
stewardess bij de KLM. Gemiddeld
wordt er echter op gerekend, dat een
stewardess slechts twee jaar in dieast
blijft, waarna Cupido een spaak fn het
vliegwiel komt steken.
9. Het begin van de reis verliep
zeer kalm omdat er niets bijzon
ders gebeurde. De Baron i.~t de
meeste tijd in zijn hut om al zijn
boeken, die over de wa|yisv&art
handelden te herlezen. Kappie en
de Maat stuurden om beurten, en
de meester zorgde voor de machi
nekamer. Zo bereikten ze dan op
een goede dag de IJszee, en de eer
ste ijsbergen kwamen in zicht.
Iedereen stak zich in het wol.
want het werd aardig koud. De
Maat klaagde dan ook steen en
been, zijn neus zag vuurrood en
de angst straalde zijn ogen uit.
„Het zal niet lang meer duren
of we worden door die vreselijke
walvis met man en muis en schip
opgeslokt!" voorspelde hij somber.
„Waarom heeft niemand naar
mij willen luisteren, en waarom
ben ik eigenlijk mee gegaan? Ik
was wel gek!"
De baron en Kappie stonden
door verrekijkers te turen. ..Nog
niks te zien, mannen!" zei de Ba
ron. „We zullen nog noordelijker
moeten zijnvoor walvissen is
het hier nog niet koud ;enoeg."
„Nog niet koud genoeg!" riep de
Maat. „Mijn eksterogen zijn al be
vroren en dat zegt t _h wel wat!
Wat een ellende!"
Kappie en de barón gingen sla
pen, en de maat bleef met al zijn
narigheid alleen op de brug ach
ter. ..Hoe kan iemand gaan sla
pen!" dacht hij. „Er kan van alles
gebeurenvan allesn
Toen gaf hij een gil. want recht
vooruit zag hij een grote vorm op
doemen. „De walvis!" gilde hij, ter
wijl hij het stuurrrad los Het en
zijn beide armen wanhopig tn de
hoogte stak.
w.citft Snnpkms, de grote mis
dadiger, heeft Judith Taylor mee-
/esleept en de anderen in het ge
welf onder het Huis aan de Baai
ichter gelaten. Vertwijfeling maakt
zich van allen meester. Dadelijk
zal Simpkin» het gebouw opblazen
en iedereen de dood vinden. Tever
geefs beuken de mannen de deur.
Pan komt iemand binnen, die nie
mand verwacht: dominee Josiah
Barlow.
90>
stomverbaasd staarden we de do
minee aan. Het duurde even, voordat
een van ons iets uit kon brengen.
Hoe ter wereld komt hier? vroeg
Brannigan tenslotte.
Ik wist, dat er een geheime ingang
was ergens op het terrein van het Huis
aan de Baai en ik was vastbesloten
deze te vinden, legde de dominee uit.
Ik had al lange tijd een vermoeden
van wat zich hie- afspeelde en ik wil
de een enander aan het licht brengen.
Dus daérom wierf u 's nachts ai-
lijd rondom het Huis! riep ik uit.
Andrew Mackenzie
Precies. En toen ik werd vastge
houden, met huisarrest, kwam ik tot
de conclusie, dat de ingang tot de kel
dergewelven zich in het kleine gedeel
te. dat ik nog niét had onderzocht,
moest bevinden. Daarom sloeg ik die
politieagent bewusteloos, omdat ik
verder wilde gaan met mijn ondrzoek.
Ik ben er echter zeker van, dat de man
er niet erg aan toe Is.
Brannigan begon opeens te lachen.
Dat doet helemaal niet ter zake.
Als u het niet gedaan had, zouden wij
hier met zijn allen omgekomen zyn.
Tussen haakjes, bent u de kolonel
soms tegengekomen?
Ja, Inderdaad. Hij liep hard en
sleurde zfjn nichtje met zich mee. Hy
zag mij niet. U weet, dat hy de afper
ser Is, nietwaar?
Daar zijn we zo juist achter ge
komen, bekende Brannigan. Maar hoé
WÖt dat?
Ik heb een speciale neus voor
het Kwade, antwoordde de wonderlijke
dominee. Al lange tijd geleden kwam
ik tot de conclusie, dat hij een van de
slechtste mensen was, die ik ooit had
ontmoet. En toen besloot ik bewijzen
hiervoor te vinden.
Ik weet niel, hoe lang we daar nog
gezeten zouden hebben om te luisteren
naar de onthullingen van de dominee,
als Brannigan niet mede door het
ongeduldig gekuch van de politieagen
ten ter zake was gekomen.
Het is beter geen tijd te verspil
len, dominee. Wilt u ons zo snel mo
gelijk hieruit geleiden? zei hy. De zaak
kan hier ieder ogenblik opgeblazen
worden.
Maar die arme manbegon de
dominee, op het lijk van de politieagent
op de grond wijzend.
Hem kunnen we helaas niet meer
helpen. Vooruit, laten we ons haasten,
voordat het te iaat is.
De dominee had een grote lantaarn.
We liepen snel voort en kwamen door
de kamer, waar ik gevangen had ge
zeten en waar de vaten nog in eert
hoek lagen. We stelden er echter geen
nader onderzoek naar in om te vermij
den, dat bij ongeluk de lading voor
tijdig zou ontploffen.
Hoelang hebben we er voor nodig
om eruit te komen? vroeg Brannigan.
Een minuut of tien, antwoordde
de dominee.
Laten we ons dan ln 's hemelsnaam
haasten, drong ik- aan. Judith is in ge
vaar en we moeten haar redden.
De dominee keek mij even verwon
derd aan, maar zei niets. Hy ging ons
voor door het labyrinth van gangen,
langs bet lijk van Fellowes. en sloeg
vervolgens naar rechts af. Ik begreep
niet hoe hy zo zeker was van de weg,
die hy moest volgen, totdat ik merkte,
dat hy het verse spoor van twee paar
voeten volgde, dat duidelijk zichtbaar
was ia de vochtige aarde. Als Judith
en ik langs deze weg verder waren
gelopen, dan hadden we zonder enige
hulp de uitgang kunnen vinden, want
ik zag nu diverse voetsporen, ook van
oudere datum, We begonnen thans
omhoog te gaan. De aarden bodem ging
over ln ruwe stenen traptreden.
Dit i3 een oude smokkelgang,
riep de dominee ons toe en zijn stem
weerklonk in de gewelven.
Vooruit, snel, hygde Brannigan
achter me. De tijd begint op te schie
ten.
Voor ons uit zagen we vaag iets
van daglicht schijnen. De weg, die we
volgden, werd stieler en steiler, en
was zo nauw, dat we één voor één ach
ter elkaar moesten lopen. De dominee
begon bulten adem te raken. Als we
hem niet voortgejaagd hadcLen, zou hij
even stil zyn blijven staan om op
adem te komen.
Ik kan niet snellerhijgde hij.
Dit tempo is my een beetje te...
Oueens was er een vlam zichtbaar in
de duisternis en scheen er een kogel
over ons heen te scheren. We lagen
tegelijkertijd plat op de grond. Ik hoor
de een stuk rots ergens boven me af
breken. Brannigan's revolver schoot te
rug en veroorzaakte een donderende
echo. Maar tussen alle weerklinkende
geluiden in de gewelven was één
zwaarder, dreigender geluid hoorbaar.
Het geleek op het gegrom van een wild
beest van ongekende afmetingen. En
mét dit dreigende geluid hoorden we
overal het afbreken van rotspartijen.
De gewelven storten ineen,
scheeuwde Brannigan. Loop wat ie
lopen kunt, liet gaat om je lejven!
De inspecteur sprong over de domi
nee. die nog plat op de grond lag,
en leidde onze race de traptreden op.
Ieder ogenblik zou er. weer een revol
verschot op ons gelost kunnen worden,
maar dat moesten we riskeren.
Ik hees de dominee omhoog. Zijn
gezicht was vertrokken van angst.
Bent u niet gewond? schreeuwde
ik.
Hij schudde zijn hoofd en wees op
zijn hals.
Geen adem meer? Vooruit, ik zal
u helpen!
Overal om ons heen was nu een
oorverdovend lawaai als vielen grote
muren omlaag. Ieder ogenblik zou
den ook de traptreden ineen kun
nen storten, waardoor wy allen in een
onmetelijke diepte zullen vallen.
Sleep de dominee mee, meneer,
zei een van de politieagenten, we heb
ben geen seconde te verliezen.
Laat mij hier maar achter, hijgde
de dominee, ik houd u alleen maar op.
Zeg niets, maar haast u, drong ik
aan.
Onmiddellijk achter ons stortte een
gedeelte van een muur ineen met don
derend geraaa Onze neusgaten kwa
men vol gruis en een verblindende
stofwolk volgde. Maar het daglicht
voor ons werd steeds duidelijker
zichtbaar.
Ergens in het geraas eePi
stem schreeuwen.
In 's hemelsnaam, Arlen. haast je!
(Wordt vervolgd)