KuniE
ONS RAADSELHOEKJE
Een andere opgaaf
Als de ganzen trekken
///^-^
Ons vervolgverhaal
De zeven Kabouters
van Sneeuwwitje
Toen de walt met zulke valskijken-
de ogen zei, dat hij wel trek had in
zu">k «en dikke kabouter, werden alle
kabouters bleek van schrik. Alleen
Hummeltje niet. Die was er zeker
van, dat er uitkomst zou komen. Al
was hij dan ook misschien een beetje
te vroeg in een geruste buL Knorre
pot begon te hakkeren. En dat was
anders zijn gewoonte niet.
„D.d.d.d dat zul je t.t.t-toch zeker
wel laten," bibberde hij. Zonderhaar
pinkte een traan weg en zei dat het
eeuwig zonde zou zijn van de elfjes.
Welgemoed maakte zijn dikke buik zo
klein mogelijk en verklaarde, dat er
aan hem niets te kluiven viel. Krom
been sidderde als een riet en wist
geen woord meer uit te brengen.
Langhaard stak zijn baard in de lucht
en liet die wapperen van ontsteltenis
en Wijsneus viel op zijn knieën en
smeekte om genade.
De ganzen, de hazen, de eekhoorns,
de vogels drongen allen in een hoek.
De vossen likten zich de bek af en de
wolf geeuwde opnieuw zo angstwek
kend, dat Knorrepot een gü gaf.
Toen stond de wolf langzaam op.
rekte een poot uit, daarna nog een,
gaf een grauw die de kabouters door
merg en been ging en stapte met stij
ve poten op de kabouters af.
Dat werd een paniek. Ze wilden als
razenden door de hut beginnen te hol
Jen. Daar zouden ze natuurlijk niets
mee bereikt hebben, want een wolf is
drie maal zo vlug als een kabouter.
Maar toen kwam het kleine dappere
Hummeltje tusen beide. Hij trok een
brandende tak uit het vuur en gaf de
wolf daarmee een tik op zijn neus.
Dat bracht tenminste enige opluch
ting. Want wolven zijn heel txtiauwd
voor vuur. Maar deze wolf werd na
tuurlijk vreselijk boos .omdat hij de
neus verbrand had en met een woe
dende snauw sprong hij op Hummel
tje af. Hummeltje zwaaide met de
brandende tak en wist zich de wolf
van het lijf te houden. En toen, terwijl
•1 zijn bibberende makkers achter
hem stonden, riep hij met een stem
die toch wel een beetje oversloeg
van angst: „Schaam jij je niet, wolf.
om de wet van de wildernis te schen
den. Je mag niet andere wezens do
den als er nood is. Maar wacht maar
Je zult nog wat beleven. Onze vriend
het koolmeesje ls Bruin de Beer wak
ker gaan maken. Elk ogenblik kan hij
hier zijn. En als het dan blijkt, dat je
een van ons een haar gekrenkt hebt,
dan zal er met jou wat gebeuren."
Wat dat niet flink van die kleine
Hummeitle? Want je. hij rekende er
wel op. dat het koolmeesje Bruin wak
ker had kunnen krijgen, maar stel Je
v«or. dat Bruin niet kwam. of te laat
kwam
De kabouters kregen weer wat moed
en Knorrepot baste met een van woe
de knorrende stem: „Dan zal er wat
met je gebeuren, wolf." En Zonder-
haar werd nog veel moediger.
Hij sprong voor Hummeltje en bood
zich de wolf aan. „Ja, doe me nu eens
wat," schreeuwde hij en zijn stem
•loeg zenuwachtig over. „Doe me nu
eens wat, lelijke schavuit, die je bent
Dan zal het je er naar vergaan. En
tegelijkertijd spuwde hij de wolf in
zijn snuit. De wolf was niet weinig
geschrokken van het dreigement van
Hummeltje. Want als er een dier in
het bos is, waar hij bang van was, dan
was het wel de beer, die zo ontzag
lijk sterk is en die hem heel lang
zou achtervolgen. En dus stak hij zijn
©ren naar voren, kwispelde even met
zijn staart, veegde het spuug van Zon
derhaar weg en overwoog wat hij zou
doen.
.Dan moet Ik een haas hebben," zei
hij plotseling. En de hazen begonnen
al te bibberen. Ze lieten hun lange
©ren op de grond hangen. Toen Hum
rueltje dat zag, stak hij opnieuw e>»n
tak in het vuur en terwijl hij met de
brandende tak boven de kop van de
wolf zwaaide, riep hij: „Dat moet je
eens wagen, om in ons huis een haas
©p te eten...."
Verder kwam Hummeltje niet. Want
toen kwam er plotseling een vogeltje
door de schoorsteen. Het was net kool
meesje. Het wilde net Hummeltje wat
Jn het oor fluisteren, toen er zo luid
op de deur gebonsd werd, dat Hum
meltje daar alleen maar aandaent. voor
had.
Met drie sprongen was hij bij de
deur en deed die open. En daar kwam
die goede oude Bruin de Beer naar
binnen. Maar het ieek wel ecu ijs
beer. Zulk vreselijk weer was het
buiten. Er woedde een complete
sneeuwstorm en de sneeuw vroor di
rect aan Bruins huid vast. Hij hijgde
naar adem. 7t> hard had hij gerend.
En alle slaperigheid was uit zijn ogen
verdwenen.
„Ik behoef niet te vragen wat er
hier gebeurd is." zei hij op dreigende
toon tegen de wolf. Ik geloof, dat ik
net op tijd gekomen ben om een vre
selijke misdaad te verhinderen. Weet
jij niet hoe de wet luidt?"
De wolf kroop angstig achteruit.
„Doe de deur open, Knorrepot,"
commandeerde Bruin. En nauwelijks
was de deur open of Bruin gaf de
I wolf zulk een schop, dat hij drie maal
achtereen over de kop stoof en in de
witte kolkende sneeuwstorm ver
dween.
De vossen likten hun baard ook niet
meer af. Ze keken schuw. Bruin stap
te op hen af. „En jullie hadden zeker
wel mee willen doen, hè? Jullie vind
ik dit voorjaar wel!"
Toen Oom PoH een
jochie was
Ja, we zouden het nog eens over
het bok springen hebben, hè? Dat heb
ik jullie een paar weken geleden be
loofd. En bij ons zeggen ze altijd, wat
je belooft, moet je doen.
We hadden verschillende soorten
bokspringen. Soms vormden we een
lange rij. Dan stonden er een twin
tig* achter elkaar. Jongens en meisjes.
Want die kunnen net zo goed
doen. Of ze moeten van die lange
sleepjurken aan hebben, die op de
grond slieren. Dan kunnen ze natuur
lijk niet springen. Maar ze kunnen
even goed bok staan. Alleen vrees ik,
dat ze daarvoor bedanken.
Een werd er gekozen, die mocht be
glunen te springen. En daar ging het
dan. De bokken moesten op zo'n af
stand staan, dat je als je eenmaal over
de een gesprongen was, direct weer
over de ander kon springen. Het was
een hele kunst en je werd er in het
begin vreselijk moe van. Als je dan
bij de laatste aangekomen was moest
je zelf gaan staan en dan begon num
twee.
Veel gemakkelijker was het echter
als je een meter of wat tussenliet. Dan
kon je zo springende de hele dorps
straat wel afloppen.
En dan was er de manier, waarop
er een bok moest staan, en een ander
zat. maakte ie van je hand een lepel,
een schaar of een hakmes en dan
op zijn rug sprong. Als je op de rug
mocht degene die bok stond raden.
Raadde hij goed. dan was hij ver
lost enmoest je zelf staan. Ik verzeker
jullie, dat het helemaal niet leuk was
VAN DIT EN VAN DAT
Oom Rob antwoordt
Trientje Buning, Anna Paulowna
Hartelijk dank voor de 120Ó postze
gels. Trien. Dat was een mooie col
lectie.
Aiois Vanacker. Anna Faulowna
Welkom in onze kring, hoor, Alois.
Wel bedankt voor je mooie tekening.
Rektle Keetman. Street Welkom
in ons midden, Reinie. Handige ma
nier om zo een raadsel op te lossen.
Maar liever heb Ik er een briefje bij.
Dini Grin, Barslngerhorn -— Wat
schrijf jij keurig. Dini. Graag krijg
ik nog wees eens een briefje van je.
En de tekening vond ik prachtig.
Jaap en Hennie Stuurman, Lutje
winkel. Hartelijk welkom in de
club. Maar ik vraag geen zilverpa
pier, hoor. Alleen postzegels. En ge
stempelde hoor. Gewone gebruikte
postzegels. Die duiven weet ik heus
geen raad op.
J. W. de Leeuw, Wieringerwa&rd
Hartelijk welkom, nieuwe vriend.
Zo, du3. jij bent postzegelverzame
laar. Dat is een fijn werk, hè? Je
rapport ls heel goed hoor. Dat schrij
ven doe je nog maar wat je best op.
Ankie Tamsma, Wierlngerwerf
Wat leuk, dat je twee verjaardagen
achter eikaar hebt. Zal je de vrien
dinnetjes feliciteren van Oom Rob?
Doe met de postzegels je best maar.
Arie Keppel, St. Maartensbrug
Waar heb jullie zo om gelachen, Arie?
Dat schreef je er niet bij. En ik ben
erg nieuwsgierig.
Nan Tüsen, Dirkshorn Jij mag je
prijs ruilen hoor, Nan. Ik schrijf je
persoonlijk een brief. Wat dat kruis
woordraadsel betreft, de moeilijkheid
is, dat we er geen cliché van hebben.
Heden viert ons kleinste prinsesje
Marijke haar 3e vjrjaardag. Oom Rei)
en zijn vriendjes van de kinde.-koerier
wensen haar waarmee van harte geluk!
als er een stuk of tien op je rug
sprongen. En die kans had je toch.
Maar het mooiste werk vond ik al
tijd het voeten. Wat heb ik dat ont
zettend veel gedaan. Als je met zijn
tienen was werd er om afgetakeld,
wie het eerst bok moest staan. Die
ging dan staan bij een streep en dan
sprongen de anderen er over. Na de
eerste ronde ging de bok een voet van
de streep staan. En weer begon het
springen. Daarna twee voet van de
streep, drie voet, vier voet en nog
meer. Maar je mocht nooit over de
streep staan als je sprong, want dan
was je af. En je mocht ook de bok
niet omspringen, want dan was je ook
af. Wat werd er soms een spannende
strijd geleverd. Want som3 brachten
we het tot zès a zeven voet. En dat
is een hele sprong, als je dan nog over
een bok heen moest.
En bjj een van die wedstrijden heb
ik eens een heel onpleizierig avontuur
gehad. Als de afstand zo groot wordt,
kan er licht iets gebeuren. En daarom
raad ik jullie aan, als je gaat voeten,
ga dan niet op de straatweg of een
hard schoolplein, maar ga op een gras
veld of ln het zand. Dan val je je
niet zo gauw zeer.
Om nu naar dat avontuur terug te
keren, we hadden die middag een fij
ne ploeg. We waren flan elkaar ge
waagd en de zeven voet was gepas
seerd. Toen ging het om een afstand
van acht voet En dat hadden we nog
bijna nimmer gehaald. Jullie begrijpt,
wat een spanning er was. Ik nam
mijn aanloop. Wel een dertig meter.
Want je moest een geweldige vaart
hebben. Daar naderde ik de streep. Ik
maakte een verrukkelijke sprong en
toen maakte de bok plotseling een be
weging. Dat is het verschrikkelijkste
Tjeerd de Bruin. Kolhorn Mooie
oplossing, hoor, Tjeerd. Beter op een
briefje dan in de krant. Maar dat
tot ziens, dat zal nog wel niet gaan.
't Is eerder: tot schrljvens!
Jan Arie Bruin, Kolhorn Een goe
de oplossing, Jan, maar een beetje
kaal, met geen briefje er bij. Schrijf
me eens!
AH Bos, Sbwtdorp Wees maar ge
rust, hoor, Ali. De schrijffouten tel
ik niet mee. Oom Rob Ls geen school
meester.
Jan Buter, Anna Paulowna Een
aardige tekening. Jan. Maar een prijs
win je er niet mee. want er was
geen tekenwedstrijd. Fijn dat GerI
een correspondentievriendinnetje
heeft.
Louise Rrmpt, Alkmaar Een keu
rige oplossing, Loul3e. Maar ook voor
jou geldt, dat er wel wat bij ge
schreven kon zijn.
Kerrit Kossen, St. Maartensbrug.
Hartelijk welkom in de club, Gerrlt.
En bedankt voor de postzegels, hoor!
Albert Wittlnk, Wieringerwerf
Ook jij hartelijk welkom, Albert.
Schrijf me maar eens wat er in de
Meer te beleven valt.
Nan, St\jn(e, Tine en Jaap Beult.
Winkel Al weer zo'n massa post
zegels. Wat was ik daar blij mee.
Jullie doen je best hoor!
N. N. Ook u weer hartelijk be
dankt voor de postzegels. Al bent u
dan ook onbekend.
Jan Schoneveld. Middenmeer Fijn
dat je ook gaat mee doen. Jan. En
schrijf me maar eens wat je allemaal
beleeft in die grote Meer.
Gre Polet, Anna Paulowna Doe je
ook met ons raadselhoekje mee, Gre?
Dat vind ik fijn hoor. Schrijf me
maar trouw.
Kees Hollander, Anna Paulowna
Nou en of jij mag meedoen met de
club, hoor. Kees. Dank je wel voor
de postzegels, hoor. En je schrijft al
keurig. Doe je best maar, hoor!
Truus Lobrecht, Schagerbrug. Be
dankt voor de postzegels, hoor, Truus
Ik ben er echt blij mee. En als jij
even gezond bent als Oom Rob, dan
zal het wel los lopen met ons.
Dag allemaal! OOM ROB.
wat je met bokspringen kan overko
men als de afstand zo groot is. Ik
kon tijdens de sprong niets meer doen,
maar toen ik de bok wilde grijpen,
was het mis. Met een vreselijke smak
kwam ik op de grond terecht. En het
was niet zulk een plezierige grond.
Het was een grindplein. Mijn handen
zaten vol met kleine steentjes en mijn
kousen waren op de knieën kapot,
terwijl ik grote schaafwonden had.
Met de bok was het echter nog er
ger gesteld. Die had in volle vaart
een klomp tegen zijn hoofd gekregen
en lag voor dood op het veld. Geluk
kig was hij niet dood. Hij kwam weer
bij, maar zijn hoofd zag er vreselijk
uit.
Schuld hadden we eigenlijk allebei
met. Hij was even afgeleid geweest
en had me niet zien aankomen. Zo
was het ongeval ln een wip gebeurd.
Later gingen we op kousen lopen als
we gingen bokspringen, want op blote
voeten dat mocht natuurlijk in de da
gen van Oom Robs jeugd nog niet.
Als jullie het gaat doen, op een
grasveld en blootvoets. Dan is het fijn.
En dan hadden we ook nog het bok
springen, dan mocht de bok proberen
om je af te werpen als je over hem
heen sprong. Daar kon Je ook dol ple
zier mee hebben. Je had er bokken
bij, die je zo meesterlijk konden op
zwiepen, maar het gebeurde ook wel,
dat de bok zelf het slachtoffer werd
en met zijn neus voorover dook. Zie
zo, nu weet Jullie tenminste iets af
van bokspringen. En als je er meer
van weten wilt, vraag het dan maar
aan vader of moeder.
En nu maar weer tot volgende keer,
OOM ROB.
Gezellig puzzelen
We gaan deze week weer eens een
■echt gezellig raadselhoekje maken.
En omdat ik weet, dat jullie daar
nog al van houdt, beginnen we met
verborgen plaatsnamen. Daar komt 'n
stelletje:
Wat een mooi opgezette valk
Maartje. daar in die winkeL
(Twee plaatsen).
Dat vind jullie niet naar. denk
ik.
In Haarlem merkte ik, dat het
regende.
Een mark en een franc zijn
vreemde geldstukken.
Tegen die muur kan ik niet
op klimmen. (Twee plaatsen).
Ik beschouw het goud als meer
waardevol.
Ik ben ln het kamp en ik blijf
er ook.
De neven logen om het hardst.
Ziezo. Dat is al weer een heel lijst
je. Daar kun jullie al weer weer aar
dig je best op doen en in het geheel
moet je dus tien plaatsnamen op
sturen.
We hebben ze bijna gehad in on
ze omgeving. hè. de ga;
de Dollanrd zijn ze met honderden
geweest. Maar het werd niet koud
genoeg en dus zakten ze niet verder
af. Ze zijn nu alweer vertrokken naar
noordelijker streken. En wij zullen ze
wel niet meer zien dit jaar. Of mis
schien in het voorjaar als ze weer uit
zuidelijker streken terugkomen. En
daarom wil ik jullie toch iets vertel
len over de ganzen.
En dan bedoel ik niet de ganzen,
die hier in hokken gehouden worden
en dat maar vette waggelende vo
gels zijn. Neen, de echte wilde gan
zen, die in het hoge noorden broe
den. Soms kan het gebeuren, als je
in het voorjaar in je bed ligt, dat je
plotseling een heel onbekend geluid
hoort. Het lijkt op een soort trompet
geschal. Haar als je er even naar ge
luisterd hebt, hoor je er duidelijk het
gegak van de wilde ganzen door.
Want dat getrompet was afkomstig
van de wilde ganzen, die weer op
trek zijn naar het noorden en vooral
in maanlichte nachten het uitjubelen
van pleiner, omdat ze straks weer te
rug zullen zijn op de plaats, waar ze
geboren worden en zijn grootgebracht
En als je dat geluid nu hoort, wip
dan even je bed uit. Ik maak me sterk
dat vader en moeder er geen bezwaar
tegen zullen hebben als je hen ver
telt. dat Oom Rob ook zulke dwaze
dingen doet. Dan zul je in het licht
van de volle maan een zo ongelooflijk
mooi schouwspel zien, dat je er hele
maal geen spijt van hebt. even je
warme bed te hebben verlaten. Maar
het moet vlug gaan, hoor, want de
wilde ganzen vliegen snel en ze zijn
spoedig voorbij.
Het zijn precies voortglijdende
schimmen, schitterend in het maan
licht. En opnieuw klinkt de wilde
roep, die je vertelt van een levens-
En nu voor de
kleintjes
Ik heb laatst een brief van Zwarte
Piet gekregen en die zat in zak en
as. Want hij had op zijn beurt weer
een brief gehad van een jongetje uit
onze buurt en die had hem in die
brief elf letters gestuurd. Prachtige
letters. En die moest Zwarte Piet op
plakken en dan zou hij wel zien wat
hij er mee moest doen. Maar o wee,
daar kon Zwarte Piet het goede
•oord toch niet maken. Die domme
Zwarte Plet. En nu schreef hij mij,
of ik het aan mijn vriendjes wilde
vragen. En dat doe ik dan. Maar al
leen aan mijn kleine vriendjes, bene
den de tien jaar. Hier komen nu de
letters, die zo raar door elkaar waren
KSTALSANIRE
Kunnen jullie het goede woord er
van maken? En wat zou Zwarte Piet
er wel mee moeten doen?
Inzendingen van al deze raadsels
\cor 28 Februari aan het bekende
adres, OOM BOB,
Postbus 3, Schagen.
Et< let er wel op, voor alle drie
raadsels stel tk weer mooie prijzen
beschikbaar. Ik verwacht ln de ko
mende week dus weer veel brieven.
En gezellige brieven hoor.
OOM ROB.
En na c .\s éza andere opgaaf,
voor degenen die Giet van verborgen
plaatsnamen houden. Dal betekent na
iuurlijk riet, dat degenen, die de ver
borgen plaatsnamen hebbt-a gevon
den, hier niet aan -zouden mogen
meedoen. Ik schrijf verschillende na
men op van voorwerpen. En dan moet
jullie tr weer een ander woord tus
sen zeiten, zodat je veer andere voor
den er ven maakt. Hier volgt c\ rat
een voorbeeld.
Peperstuk
Als je daar nu. het woord nn:<:t
tusen zet, kun je lezen pepermunt,
maar ook muntstuk. Begrepen? Het
is deze keer moeilijk, maar dan vraag
jullie het hele gezin maar orn mee
te helpen.
Een der vele mooie tempelrulaes, dit
we op de AcropoLis ln Athene kunnen
vfcden.
Een stevige hoed
Aage Tharrup, de beroemde hoe-
denontwerper van Koningin Elisabeth
van Engeland en van de beide En
gelse prinsesjes, heeft voor de lentt
van 1950 een hoedje vervaardigd, dak
met de versiering er bij nog geen
ons weegt. Het hoedje heeft de vorm
van een kap-baretje en is van paar
denhaar-stro gemaakt, dat de indruk
maakt van een fijn spinnenrag. Dt
versiering bestaat uit borduursel van
grof stro en een witte vogel met een
staart van stro-veren. Dit lichte hoed
je kan als een balletje opgerold in
een koffer worden gepakt, zonder
zijn vorm te verliezen, een speciale
eigenschap van bijna alle hoeden,
die dit jaar in de voorjaarscollectie
van Aage Tharrup worden gelanceerd
Theorie en praktijk...
Mr. Sieve Roes. chef van de KLM-
persdienst in Amerika, kwam onlangs
naar Nederland voor 'n kort bezoek
aan het KLM hoofdkantoor te Den
Haag. Tijdens zijn verblijf schreef hij
'ri artikel over 't afscheid van mej.
A. Abendanon, die in het huwelijk
zal treden, hierbij de verzuchting aan
halend: „Jullie stewardessen trouwen
veel te gauw!"
Op zijn terugreis nuar New Vork
maakte hij In de Constellatie© ken
nis met de stewardess Emmj' van
Driei. Cupido's pijlen doen blijkbaar
c-ok op:9000 meter hoogte hun werk,
want nu heeft mr. Roes zich met mej.
van Driei verloofd. Het wachten is nu
op een 'artikel over het komende af
scheid. van deze charmante KLM ste-
«arte-s. Wie zal dit schrijven*
Markt....
..taak
Me iaën.
.stuk
Knel....
...hok
Rijk..
Daar kun je pcg. hele poos zoet mee zijn hè? En de avonden zijn au nog
lang, dus doe je best.
vreugde en een ongebondenheid, dat
je er naar zou snakken om mee te
trekken!
Over die ganzen wil ik jullie nu
iets vertellen. Als je ze ziet, vliegen
ze altijd in de vorm van een omge
keerde V. Een wig zou je het ook
kunnen noemen! Dat komt bij de .noes
te trekvogels niet voor. Die trekken in
wilde, schijnbaar ordeloze zwermen.
De ganzen doen dat heel anders. Die
zie je nooit bij honderdtallen tege
lijk. En ook niet ordeloos. Als je een
zwerm ganzen ziet van een dertig, is
het al veel. Soms wel enkele van die
troepen achter elkaar. En meestal heel
hoog in de lucht en zwijgzaam. Van
daar dat het een uitzondering is, als
we ze opmerken, want we kijken niet
dikwijls in de lucht. Anders zouden
we tegen iedereen oplopen. Soms
echter worden die ganzen luidruchtig.
En vooral in maanlichte nachten, als
ze laag over komen.
k heb het eens meegemaakt, dat een
troep ganzen kwam overtrekken, op
een winderige heldere dag. Ze trom
petten als bezetenen. Daardoor werd
ik er opmerkzaam op. Plotseling werd
de wigvorm verbroken en even was
er een wilde warreling en een woe
dend gegak, hoog in de lucht. Ik be
greep niet wat er aan de hand was,
maar plotseling werd het me duide
lijk. Er was een tamelijk flinke wa
terplas ln de buurt en de ganzen wa
ren vermoeid. Ze wilden uitrn»»»-
vorens hun tocht te vervolgen. Ze
hielden even krijgsraad, warrelden
door eikaar en toen heb ik zo ieU
moois te zien gekregen, dat ik het
nimmer meer vergeet. De ganzen
daalden. En nu zul jullie, die het mi»
schien nooit hebt gezien en het mis
schien ook nooit zullen zien. je ver
baasd afvragen wat of er nu aan is,
een groep vogels te zien dalen. In da
regel heb je gelijk en is er niets aan.
Maar bij ganzen is het iets anders.
Ze laten zich niet allen tegelijk ln
het water plompen. Óm de drommel
niet. Er heerst een orde en een regel-
aata .dat een schoolmeester er jalours
op zou worden. Als op bevel wordt
het ordeloze gedwarrel hoog in de
tucht gestaakt. Dan komen ze naar
beneden. Jullie weten natuurlijk wat
een wenteltrap is. In een vuurtoren
heb je een heel grote en dan slingert
die trap zo rond de toren de hoogte
in. Welnu, het is of de ganzen langs
een wenteltrap uit de hemel afdalen.
In een ogenblik hebben ze zich in
volgorde gesteld en dan komen ze
langs die onzichtbare trap aange-
zwierd. achter elkaar in volkomen re
gelmaat en met een snelheid, die je
de adem beneemt Vlak voor ze in
bet water neerploffen geven ze een
wilde schreeuw en in een minuut tijd
zijn. ze allen veilig neergestreken. Dan
komen ze tot rust. Even spiedden ze
rond. om te zien of er geen vijand
in de buurt is. maar als ze gerustge
steld zijn. laten ze zich rustig drijven,
maken hun tollet, pluizen zich en heb
ben na enige tijd de kop in de veren
getrokken. Slechts een vogel blijft er
waakzaam. Of het de aanvoerder Is?
Ik durf het niet te zeggen. O. Ik reu
jullie nog veel meer kunnen vertel
len van die wilde ganzen. Misschl®».*
doe ik het da volgende keer wel.
OOM ROK-