ONS RAADSELHOEKJE
De kleurwedstrijd
Een nieuwe
opga»!
Ons vervo/gverhaa/
De zeven Kabouters
van Sneeuwwitje
Het begon donker te worden. Knor
vopot haalde de stormlantaarns te
voorschijn en stak die aan. De woning
werd er grillig door verlicht. Het hout
vuur brandde fel en de vlammen in
de haard wierpen een rood schijnsel
op" de verzamelde kabouters cn dieren
die allen zo dicht mogelijk rond het
vuur kwamen. Buiten huilde de wind
en de sneeuw geeselde de ramen. Als
je niet vlak bij het vuur zat, rilde je
van de koude.
..Het wordt tijd om wat te eten."
fluisterde Welgemoed. „Maar wat moe
ten we aan de dieren geven? We kun
non ze toch niet van honger laten om
komen.''
Zonderhaar zuchtte. „Als het nog
lang zulk weer blijft, eten ze onze he
le voorraad nos op." mopperde hij.
„Zo lang er is, eten we allemaal."
riep Langhaard opgewekt. -En Hum
meltje cn Wijsneus en K-omheen
haastten 2ich naar de voorraadsschuur
Ze pjoowden maar aan. Blikjes met
noten en kastanjes, eikels, brood dat
wel een beetje oud was. jam. koek en
voor Bruin een blik honing.
Na een kort poosje zaten ze aller
heel vreedzaam te eten. En al kon je
de vossen wel aanzien, dat ze iets an
dera gewend waven, ze hielden zich
goed en ze bedankten de kabouters
hartelijk
Toen het eten eindelijk gedaan was
kropen ze heel dicht bij elkaar. En na
dat ze een poosje stil waren geweest,
begon een van de vossen onbedaarlijk
te snikken. Er kwam geen eind aan
De kabouters waren er mee verlenen
Wat zou dat nu weer te beduid"-
hebben?
Maar eindelijk bedaarde de vos toch
een beetje cn toen begon hij te ver
tellen. dat hij zo n Vreselijk berouw
- had. omdat ze hier zo goed ontvangen
■waren en omdat hij in zijn leven zo
veel schelmenstreken had uitgehaald.
En daarbij keek hij met een bijna on
deugende tinteling in zijn ogen naar
Bruin de Beer. Bruin had het goed in
de gaten en hij schoot meteen recht
Wat zou dat nu weer zijn met die on
deugende vossen? Die kon nooit ver
trouwen. Zouden ze hem er soms tus
ser, .bobben genomen?
Hummeltje wilde er meer van weten
Hij. beduidde Bruin, dat hij weer rus
tig moest gaan liggen en toen Bruin
dat eenmaal had gedaan, vleiden de
kabouters zich allemaal tegen hem
aan waar ze het heerlijk warm had
den. De andere dieren zochten ook
zo veel mogelijk warmte en daarna
begon de vos zijn verhaal. Wil jullie
het. enk ho-en? Daar gaat ie dan.
..Weet je nog wel Bruin, dat je vo
rige zomer toen de kabouters hier
nog niet waren, eens on de boerderij
een klein vaatje met stroop hebt ge
vonden en dat naar het bos hebt ge
reld waar ie het wilde leeg likken?"
Nou. of Bruin z eh dat nog herinner
de.
Hij gromde tenminste ..Maar ie her
innert je misschien ook nog wel dat
het plotseling verdwenen was. En te
hebt er twee dagen naar gezocht. Mam-
hoe je ook zocht, het baatte je niets
Tot twee da oen later het vat plotse
ling weer terug was. Maar helaas, hot
vat was leeg. Er was geen druppel
stroor» meer in te vinden
Als de kabouters niet zo heerlijk op
Bruin gelegen hadden .was hij onge
twijfeld overeind eesnropgen. want hij
werd nog woedend bij de herinnering
Hif had een vreeselilk kabaal gemaakt
er. het hele bos bij elkaar geschreeuwd
En het ergste was nog. dat alle dieren
bijna nret hadden gehad, want Bruin
was er in""- e«*rltïtc
men?
Toen de vos aan h« t vertellen
was. verschoten de eekhoorns van
kleur. Het was of ze tets hadden te
verbergen. Maar de vos ging verder
nW zijn verhaal.
„Je weet wel. Bruin, dat wij eeen
sti'ooo lusten Wij hebben het vat dan
ook niet leeggemaakt. Maar wij heb
ban een vergadering van alle eek
hoorns in het hele bos bij elkaar ge
roepen en die hebben we verteld, dat
er stroon te halen was. En och. we
hadden het nog maar nauwelijks ver
teld. of die hele schaar eekhoorns ren
de op het vat toe. Want ze houder
net zo vee] van stroop als jij Nou
ze hebben gesmuld. Ze rolden bijna
in de stroon Fn toen jij tenig kwam.
was het vat leeg en lag dat in
beek. onder water."
En opnieuw beeon de vos te jam
meren. dat hij er zo'n berouw van
had. De eekhoorns hadden een kleur
van schaamte en Bruin keek zo woest
de hut rond. dat er een uitbarsting
moest woden gevreesd. „Schelmennak"
brulde hii. ..ik zal Jullie wel krijgen.
En t"gelï«re-tijd keek Bruin naar de
v c
kabouters. Die lagen bijna in zwijm
van hot lach j o. En Knorrepot zei tus
sen zijn lachbuien door ,dat het Bruins
verdiende loon was geweest. Dan had
hij maar geen stroop van de mensen
moeten stelen. En de eekhoorns had
den zich niet'bang te maken. Maar
toen keek Knorrepot eens naar de vos
die net deed cf hij snikte. .Jij bent
een schelm." knorde hij. „Want jij
wilde de b< |l hier opstoken cn je doet
net of je berouw hebt en je kunt bij.
na je lachen niet houden. En ont
houdt nu maar goed, dat ik niet stil
wil hebben, zo lang als jullie hier
bent, dat je no;j eens zulke streken
uithaalt"
Toen de vos dut hoorde, keek hij
wel een beetje sip.
De eekhoorns barchten redding. Wat
hebben we ons toen vreselijk vuil ge
maakt met die stroop. Wat een vies
kleverig goedje. We hebben bijna een
halve dag nodig gehad om ons schoon
te maken."
Toen moest zelfs Bruin de P-
"hen.
Uil de
.w» «--V*
De wilde ganzen II
Ik had eigenlijk over iets anders
willen schrijven deze week. maar dat
heeft niet zo'n haast en met.d.ie wilde
ganzen begin ik met zulk heerlijk
weer als het de laatste dagen is, wel
haast te krijgen. Want als de sneeuw
zo heel lang meer of je zult de wilde
klokjes in bloei staan duurt het niet
ganzen zien of horen overtrekken.
Horen het meeste. Want dikwijls
trekken ze in de nacht. Daar heb ik
de vorige week al over geschreven.
Voor een groot deel is dat met de
vogels het geval. Waarom? Zekerheid
heb je nooit. We kunnen nu een
maal niet met de vogels gaan praten.
Tn zulke fantastische verhalen als
Sneeuwwitje en de zeven kabouters
gaat* dat blijkbaar wel. maar wij
blijven er koud van. We moeten dus
alleen afgaan op waarnemingen en
gissingen. En nu gis ik. dat heel veel
vogels trekken in de nacht, omdat ze
dan zulke prachtige herkenningspun
ten hebben. Beter nog dan overdag
Maar het ia maar een gissing van
Oom Bob hoor. Ik ban me natuurlijk
ook vergissen.
En nu over die trek van de ganzen
Als je het gehik hebt een koppel te
zien. moet je ze met je ogen volgen
zo lang je maar kunt. Dan heb je
kans te zien hoe de ganzen van
plaats verwisselen ln de vlucht.
Toen ik het voor het eerst zag.
vroeg ik me verbaasd af. hoe dat nu
toch wel kon en waar dat voor no
dig was. Maar toen ik later in de
couranten las over vliegtuigen en
te dagen. En toen vroeg ik me ver
windvang, begon me plotseling iets
baasd a'. of de vogels soms verstand
hebben. Zo handig vond ik dat van
die ganzen.
Als wij met elkaar uit fietsen gaan
en er is een .harde wind. dan gaan
we schuin achter elkaar rijden om
de windvang te breken. En we heb
ben geen ruimte genoeg op de weg.
anders reden we misschien ook nog
wel in wigvorm. Dat doen de gan
zen ook. En geloof maar niet. dat
de ganzen dat van de mensen heb
ben afgekeken. Het tegendeel is waar
De ganzen hadden al veel eerder
dan de mensen ontdekt, dat er pon
middel is om de wind te bestrijden.
Als ze nu hun grote tocht gaan ma
ken. vliegen ze op de mon'er, dat ze
van de wind het minste last hebben.
En gedurende tal van eeuwen b'b
ben ze dat al gedaan. Ts hef den ze
te verwonderen, dat ze ten slotte
een volmaakte formatie ziln gelro
men? En dat ze ook weten, hoe
zich in die formatie moeten gedra
gen? Het lijkt wel of do vogels ver
stand hebben, schree' ik net. Het is
natuurlijk niet zo. Dieren hebben
geen verstand. In plaats daarvan heb
ben ze instinct. En een scherpe op
merkingsgave. benevens een vrij
goed geheugen. En daarom tref je in
de spits van een vlucht ganzen altijd
een paar oude vogels aan. De aan
voerder, de vogel, die helemaal voor
aan vliegt is de oudst. Hij heeft de
meeste ervaring en hij herinnert
zich van vorige vluchten bepaalde
dingen.' Want de vogels gaan niet uit
sluitend op hun instinct af.
Ais die ganzen nu in de lucht
zijn. gebeurt het natuurlijk, dat ze
de wind dwars hebben. Dan wordt
de ene vleugel iets eerder moe. Dan
wisselen ze van plaats in de wig.
Een vogel, die eerst links heeft ge
vlogen, gaat nu naar de rechtervleu
gel. Dan heeft hij minder last van
de krachtige wind. Vogels, die voor
in de rij vliegen 2ien we plotseling
er tussen uit schieten om achteraan
te gaan. Maar nooit wordt de forma
tie van de wig verbroken.
Wel weet het een enkele maal te
gebeuren, dat de ene vleugel van de
wig langer is dan de andere.
Er zijn tal van andere mensen ge
."■.•est, vooral in het hoge noorden.
aar de ganzen hun oefenvluchten
houden, die waarnemingen hebben
gedaan en ze zijn allen tot de con
clusie gekomen, dat het verwisselen
alleen geschiedt om. moeheid te voor
komen, of om de vogels, dié reeds
vermoeid zijn er over heen te hel
pen.
Maar ik geloof, dat ik er nog een
andere oplossing voor heb. Ganzen
zijn nog al gezellige vogels. In de
brosdkolonies kunnen ze heel gezel- TVfcen ons: „He. is hier veel fe diep jon
lig met elkaar praten. Het zal wel
"c n praten zijp, maar het gelijkt er
toch heel veel op. En waarom zou-
dan is er nog iets. Het is de bedoe-
den ze cp die lange vlucht ook niet
een beetje aan gezelligheid doen? En
ling. dat de ganzen de omgeving zo
goed leren kennen, dat ze later des
noods als aanvoerders kunnen optre
der. En daarom verwisselen ze on
getwijfeld ook van plaats, om zowel
links als rechts punten op te sporen,
waarop ze zich later kunnen oriën
teren. Dan herkennen zc die plaats
gemakkelijk, als ze voor het eerst
aan de kop van de wig vliegen. En
die tijd komt eenmaal Zo'zie je, dat
er helemaal niet gesproken mag wor
den van een domme gans. Als je
soms een van Je kennissen een
gans noemt, of als je soms zelf door
de meester een gans genoemd wordt
dan is dat een compliment, want de
gans is een heel slimme vogel
OOM ROB
Toen Oom Rol? eea
'oohle was
Ik heb jullie een week of wat ge
leden al eens verteld, dat r* in de
plaats waar om Rob vroeger wooade
veel water was en dat we er dan dik
wijls op uit gingen met verschillende
boten en dan zeerove.-tje gingen spelen.
We deden echter ook wel eens iets
acders. Een van onze meest geüefkoos
de bezigheden was er met een boot op
uit te trekken naar het meertje in de
omgeving. Midden in lag «en heel klein
eilandje, begroeid met wilgen en riet.
Het was een heerlijk p'ekje- Je was er
volkomen afgesloten en bovendien kon
ie op de kanten prachtig vissen. En
aangezien Oom Rob nog dol Is
vissen,* al wordt hij nu dan ook eea
dagje'ouder, begrijpt julïe wel, dat hij
v.-oeger helemaal gek op was. Dagen
brachten we soms aam ,de waterkant
door en heel veel gingen wc Zaterdags
middags naar het eilandje.
Op een keer gingen we met zijn drie
r» e* op af. Jaap. Piet en ik. Het
was een heerlijke dag in Mei. Er stand
een fikse voorjaarswind en het roeiboot
happeoe op de golfjes. Het was
een genot oir. op het water te zijn-
Jullie weet ook wel. dat je in Mei nog
niet mag visben. F.-: het Is ook heel
verkeerd om het te doen. Ma»? a's Je
lOng bent. <knk je daar wel eens niet
over na. dus zo hadden wij die middag
onze hengels meegenomen om ons geluk
te beproeven. Onze ouders wisten er
'.iets van. want anders was t' geen
sprake van geweest. In dr'e tijd moeten
de vissen rustig kunnen kuitschieten.
Maar da-ar hadden wij nog nooit van
gehoord. We dachten, dat het maar een
beetje plagerij van grote mecsen was-
En dus stonden we al spoedig te vissen
op het eilandje.
Maar nu was er op ons dorp een
politieagent ie ook over 'o rOeiböotje be
schikte en hij had o-s die middag zeker
zien uitvaren. En hij heeft .bij zich
zalf gedacht: Dat gaat niet goed. Die
apen konden wel eens gaan vissen. Hij
Is ons dus stilletjes achterna geroeid en
wie schetst o,*ec schrik, toen hij daar
plotseling achter cm stond en met barse
stem vroeg wat we aar uitvoerden. We
schrokken ons een hoedje en Jaap wist
niet beter te doen, dan op hui'erige.
toon te zeggen, dat we. niets hadden
gevangen.
Piet en sk waren te veel geschrokken.'
dan dat we een woord konden uitbren
gen- We konden wel in de gevangenis
raken! We stonden eerst een beetje te
bibberen. En dat werd er niet beter op.
toen de veldwachter onze hengels ai-
aam. Dat was niet mnder dan ccn ramp
Wc kekea elkaar verslagen aan en
beten de boze woorden van de veld
wachter gelaten over onze hoofden
gaan. We hadden zelfs niets geen erg
meer In eai grote boot. die ia volte
vaart het eiland passeerde. En die boot
Ls Ons geluk geworden. Doordat ze
;ek langs het eiland ging, was er een
sterke deining en plotseling dobberden
de beide rooibootjes die van de veld
wachter en .van ons op het water. De
voorjaarswind kreg er vat op en bin
nen weinige seconden dreven ze enkele
meters van de wal af-
De veldwachter liet van schrik de
hengels vallen en begon naar de rao
torhoot te schreeuwen. Die was echter
tr ver weg en ce man arm het stuur
boorde niets.
Ez> nu kunnen jullie het §elO\ea of niet
maar wij begonnen te lachen. Want wij
konden zwemmen en we wisten, dat de
veldwachter het niet kon. Daar lag «en
kans voor ons. En we hebben die kans
gegrepen- Dat begnjp jullie toch zeket*
ook wel, hé?
Lachend riep ik tegen de veldwach
ter: „Dat wordt zwemmen." En meteen
begonnen we onze kleren uit te trek
ken. Maar toen kreeg Jaap een veel
betere iriival. Hij zei met een knipoogje
gens. Dat kunnen wij niet doen. Laaf
cc veldwachter het aiaar proberen-"
We hielden meteen °p met uitkleden
En de veldwachter trok eea lang ge
zicht Hij moest er niets van hebben.
Terwijl wij ons in het gras lieten vallen
dreven de bootjes verder weg. Ze wa
ren nu al dertig meter weg.
„Jongens", zei ac veldwachter toen
plotseling, .ik weet een goede opiossaig
Jullie haalt mijn boot terug en jullie
mag je heng-els houden. Maar op een
voorwaarde dat jirliic nooit tueer gaan
vissen voor de eerste Juni- Hij had het
rog nauwelijks gezegd, of we hadden
de kleren uit en wc plompten ie het
water. Het was nog we! afgrijselijk
koud, maar daar trokken wc ons niets
vbh aan. In een wip waren we bij de
boten en luid juichend kwamet we er
mee op het eiland terug, waar óz veld
Wachter een zucht van verlichting slaak
et Hij voelde er niets voor om een
héle poos op het eiland te blijven en
bovendien zou men hem erg hebben uit
gelachen. Br. toen we ons weer hadden
aangekleed, hebben we een hele poos
met de veldwachter zitten praten. Het
was achteraf een prettige kerel en hij
heeft ons haarfijn uitgelegd, waarom we
in het vervolg niet meer moesten gaan
vissen voor de eerste Juni-
Als jullie het wilt weten, vraag het
dzn maar eens aan een politieagent.
Er, nt maar weer, tot volgende keer
Oom Rob
Ik laat Lkr eerst de oplossingen vol
gen van de raadsels, die ln de Kinder
koerier van Zaterdag 17 Februari waren
opgegeven. Er waraa Inderdaad moei*
hjke opgaven bij. maar da metsten heb
ben de oplossingen we! kunnen vinden
En nog ncoit heb ik zo veel oplossin
gen gekregen als .deze keer. Wat ik heel
fijn vond.
Hier vojg'en dar. eerst «erst de ver
borgen plaatsnamen, die jjullie moest
zoeken: Alkmaar, Winkel, Haarden,
Lemmer. Marken, Urk. Limmcfi, Gouda
Kampen en "Venlo.
En dan het raadsel voor at kleine
irrienden. Wat Lebben die zitten zweten
ö\vt cüe dbmheid van Zwarte Piet.
Maar z,- hebbes het ter. «JoUe toch
gevonden. De letters vormden te sameo
he- woord Sinterklaas.
Het derde raadsel was wel het moei
lijkste. Hier volgt de oplossing- En
ik moet er direct aan toevoegen, dat
er ook andere woorden voor gevonden
kunnen worden. Sommige vrienden had
den ook andere woorden ingevuld. En
het spreekt wel van, zelf, dat hun op'
lossingen als goed werden beschouwd,
Ze hebben dus ook inecgeloten *>m d
prijzen.
Markt dag taak
Mensen hoofd stuk
Draai orgel spe:
Krie! kippen hok
Bos brand -hout
Rijk aard appel
Koe poot aardappel
Paarden stal deur
Room boter ham
Sneeuw schoen zool
Kerk toren, spits
Hcme! rijk dom
Voor de kleurenwedStrijd stromen
nog steeds tekeningen binnen. En er
zijn heel mooie bij met érg leuke brief
jes. Denk er aan, dat jullie nog kunt
inzenden tot t..\
Ook deze koor
Het adres u re»
.:,e.ide Woensdag?
eer mooie prijzto
OC.1I R-jfl
.i« 3 v. r - - n
Deze koer ev,:s eer.
Al6 je het raadsel goed invult, dan
lees je ais je de le. rs tn het mid
den neemt en. de wooiden goed op de
kruisjes hebt gezet, het zelfde woord
als op de vijfde rij krvisjes. Daar
gaan we.
Op rij 1 de eerste lo'ter ,aa >rl
alphabet
op rij 2 de naam van «en fruvdil
waar je veel van houdt
op rij 3 iets dat je in een waroi Uutt
vindt,
op rij 4 ;cts wat je in het voorjaar
ln de tuin doet;
op rij 5 de naam van l? hoodfstad
van Nederland;
op rij 6 Iets dat heel lelijk is;
op rij 7 iets waar we graag naar luis
teren;
op rij 8 de naam van vies dier.
rij 9 een Romeinse letter voor het
getal duizend.
x
XXX
X X X X
X X X X XX X
XXXXXXTXX
X X X X X X X
X X X X X
XXX
X
Stuur dc oplossingen maar weer aan
Oom Rob in. En ik wil alle woorden
weten hoor. Niet alleen het woord
van de vijfde rij.
Maak er maar iets moois van.
Gemakkelijk is het niet. En daarom
hier nu nog iets dat jullie vast alle
maal kunnen.
Ilc ben een dier dat voor een wagen
loopt. Maar als je de eerste letter
veranderd ben ik een sieraad dat nog
maar enkele mannen hebben. En ver
anderd je de laatste letter, dan word
ik een :-:«raad voor iedere vrouw.
Schrijf me nu maar eens vlug welke
drie woorden ik bedoel.
Voor beide raadsels heb ik weer prij
zen. Het ls dus rlat nou'.g dat je ze
1 ':i opgelost. Een mag ook. Los je
ze echter allebei op, dar ding je mee
naar twee prijzen.
Inzendingen tot Woeu.vlag 14 Maart
aan OOM ROB. poMbui 3 Schaden
VAM DIT EN VAM DAT..
Oom Rob antwoordt
3
De prijswinnaars waren deze week
Jozien Dey, Meerw. ie Bergen; Gerrii
de Vries, N. Niedorp; Dirje Bouwman
te Lutjewinkel; Klaas Lauggdijk te
Dirkshorn; Freddy en Eliy Korver te
Wieringerwerf; Ada e-' E-ly Korver te
Barsingerhorn
De prijzen worden in ie loop van
dc week toegezonden
Jan ivïu;u -»•—eriugu-
Ja Jan, Schaatsen rijden is een
moeilijk werk hè. In de club ben
je hartaclijk welkom hoor.
Niek Kaan—Wieringerwerf
Welkom Niek. Ik hoop. dat je 'n.
trouw lid van onze club wordt.
Tlnie Zeeman--St. Maartensbrug
Alweer een nieuweling. Welkom
Tinie. En bedankt voor de postze
gels die 3e stuurde.
Jozien Dey—Bergen
Een heel goede oplossing hoor Jo
zien. En bedankt voor de 3300 post
ze--,cis. Wet «en boel.
.r. eske Vetman —Winkel
Wat heb jij êvn we zus. Lieske,
dat ze Je zo heeft g.holpcn om de
raadsels op te lossen. Ik hoop. dat
Je in April een goed rapport krijgt
Gert de VriesN. Niedorp
Welkom hoor Gert. Nog wel gefe
liciteerd met je verjaardag hoor!
En laat je broertje Kees ook maar
eens schrijven. Kan jij nl zo goed
figuurzagen?
Wim BnnmaHaringhuizen
Wat firn. dat je een nieuwe fiet.:
hebt Wim. Pas er maar goed op
hoor. Bedankt voor do 440 post-
zoiels.
Sien LipsAnna Paulowna
Fiin. dat jij ook rr.ee-> gaat doen.
Sier, heet je Llen? Dat kon ik
ni:-t goed lezen. Ga je ook post-
saar^n? Best hoor.
jy r- .-T..iVjO\v!ukeï
Wcik'.w. .rliv.'v,-ling. Jc schrijft
keur-.. jc weet toch wel
wat .re n'euwijps vertellen'
Klaas T.di!k—Dirkshorn.
Natuurlijk kan jij ook met de
club meedoen. Ja. die school van
jullie is prachtig hoor! Ik heb hem
ook gezien.
In«rid LampeAmsterdam
Dat vond ik aardig om een brief
heel uit Amsterdam te krijgen. Een
Heve^ oom heb je zeker, dat die fe
fleiru jCveh.^n—^t. Maaitc.i
Zorg maar dat Je gauw in de
klas komt Reini. ik ben er niet
bang voor. Doe je zusje de Me
ter?
Mi.'p cu Riet Roze!man— Niedorp
Hartelijk welkom in de club hoor.
En bedankt voor de posV.egels.
- outer SlobHoofddorp.
Al weer een verre klant. Heel ln
cie Haarlemmermeer. Schrijd me
maar eens hoe hef daar is.
Tim Spaans—Schagen
Fn wanneer krijg Ik van Jou nu
«c-s een briefje Tini. Je kunt vast
wel goed schrijven.
Har.n'.i- TiessenStolpen
Welkom ln de club, Hannie. H--
zegels wil ik graag hebben. Maar
geen sluitzegels of zilverpapier. Ja
Postpapier is prechtfg. Et» Je neef
je Jan Ar ie Bruin ken ik wel.
Piet BakkerSlootdorp
Natuurlijk mag Jij ook in de club
meeioen. Je tékening vond ik erg
mooi hoor.
BogersMiddenmeet
Hartelijk welkom Corrie. Ja, op de
postzegels ben ik dol. Spaar ze dut
maar goed.
Riik Heemsbergen—N. Niedorp
Heb je ook nog in Schagen ge
woond Rijk? En waar woon Je no
liever?
Aafke KroesBarsingerhorn.
Hadden Pier en Ane jouw enve
loppen gebruikt? Wat een ondeu
gende jongens. Maar JiJ vond het
niet erg hè?
Keizer—-Winkel.
Je tekening was mooi hoor! Maar
het briefje heb ik er niet tij kun
ncn vinden. Weggeraakt soms?
Gevi en Jan Butcr—Anna Paulowna
Waarom ik geen Ned. elftal durf
kiezen? Stel je voor dat Ik het
niet goed deed en ie eens met 10-
0 verloren! Ondeugend Is oom Rob
nooit geweest!
Ankie TamsmaWieringerwerf
Prachtig postpapier heb je toch,
Ankie. Ik hoop dat Je Vrijdag veel
plezier hebt gehad.
Jan TijsenDirkshorn.
Jij bent een flinke jonger. Jan, om
om de groenteboer te helpen. Ja
kwartje heb Je zeker wel ontvan
gen hè?
Dou-.ve KroesBarsingerhorn
Ja het was aardig op het Carnaval
hè? Je spreekwoorden kan ik .-oor
lopig nog niet gebruiken Douwe.
Nan Benit—Winkel.
Jij leert al goed typen, Nan. Die ar
me Stynie. Ik hoop maar dat de
kiespijn niet te lang duurt. Fijn van
die postzegels hoor.
Greetje Fijnheer—Lutjewinkel
Wat was dat een gezellig bru "je
Greet. Wat had je me een massa
te vertellen. Fijn hoor. En wat
flink dat Je al kunt melken. Gefe
liciteerd met je verjaardag hoor.
Een prettige dag hoop ik. En be
dankt vor de postzegels.
Nan Stynie Tini er. Jaap Remt Win
kel.
Postzegels al ontvangen Hartelijk
dank.
Bartha Hartman—Barsingerhorn
Hartelijk welkom. En nu maar vol
houden Barthn
?.-r=artü' Pep.f r- - W :C'in jerwsard
Wat een fijne gezellige brief Maaï
tje. Doe maar goed je best ais de
heks in Doornroosje Wat een
mooie tekening heb je voor me ge
maakt. Zilverpapier spaar ik niet
op. Doe tante Trien de groeten van
oom Rob
-Jan Blaauboer—Burgerbrug
Ook Jij hartelijk welkom, «Jn. En
nu niet meer vergeten om mee te
doen hoor!
R-ck Zon—Winkel
Houd jl> ook zo van dc vogels? Ik
ben er ook dol op. Al» Je me een
mooi briefje stuurt als de meesjes
zitten te broeden, dan komt het
misschien wel in de krant.
Bcrtm BruinKolhorn
Of Jij best kan tekenen Berl.'v En
wat flink van je om vader Al te
helpen melken. JIJ wordt wel een
flinke boer.
Henk van den Brink—Hciloo
Fijn, dat Je zo van de Kinderkoe
rier geniet Henk. Wat een prach
tige napagaai heb je voor mo ge
maakt Bedankt hoor!
Gert Stammes —Schagen
Volgende keer ec-r-s een leuk brief
je er bij hoor Gert;
Fookio van der VeerWinkel
Wat een mooi ansicht Fopkje.
Dank ie wel hoor. Oom Rob vlet
nooit in verboden water.
Arie Zwanc?—Grouw 1
Alweer iemand van heel ver. Wfi j
je me eens schrijven hoe het is
Gvouw is Arie? Ken je ook nog
meneer Wieling?
DAG ALLEMAAL!
OOv ROB