KITllERKOERIE ONS RAADSELHOEKJE Gratis adverteren Qn» vervolgverbatl De zeven Kabouters van Sneeuwwitje PLOTSELING WAS DE LENTE gekomen. De sneeuw smolt .snel weg. Zo snel zelfs, dat het iï het bos een vreselijke natte boel werd. Toen de kabouters wakker werden, was er geen sneeuw meer voor de ramen. Wel was alle sneeuw nog niet verdwenen, maar het had vreselijk hard gedooid en er stroom den beekjes door het bos, waar an ders geen water te bekennen viel. Bruin lag nog een beetje voor de haard te soezen, maar de kabouters keken naar buiten. „Het is een klein riviertje.," mom pelde Knorrepot. „En kijk eens ver der. Daar lijkt het wel een meer. Er Is overstroming." Het was inderdaad zo. Grote op pervlakten stonden onder water. Ge lukkig. dat de hut nog al hoog stond. „Kijk daar eens," riep Zonderbaar. ..Daar komt een bootje aandrijven." Hij had gelijk. Op de waterstroom die een honderd meter voor dë hut voorbij bruiste, hippelde een aardig bootje. Dan botste het tegen een boom aan, dan bleef het haken aan wat struikgewas en dan dobberde het weer verder. „Laten we er heen gaan," juichte Hummeltje. In een wip hadden ze hun laarzen aan en waadden door de natte vuile sneeuw, die nog voor de hut lag. Pat was niet prettig, maar toen ze ieta lager kwamen werd het nog veel erger. En toen ze op de plaats kwamen waar het bootje dreef liep het water bijna over hun laarzen heen. Ze konden er niet bij komen. „Wel alle haaien op een stopnaald,"' bromde Krombeen. „Daar zou je nu toch zeker woedend om worden. Wat een pracht van een boot. Die laat ik me zo maar niet ontsnappen." Krombeen wilde al in het ijskoude wafer stappen en naar de boot zwem men, toen Wijsneus hem terug hield. „Ik weet veel beter, eigenwijze pie rewaaier van een krombenige kabou ter." riep hij. „Haal je nu geen ziekte op de hals. Dan hebben we daar nog alle narigheid van. Laat Langbeen daar ginds in het struikgewas gaan zitten. Als hij dan zijn baard laat hangen, loopt de boot er misschien wel in vast." Krombeen wilde eerst heftig te keer gaan tegen Wijsneus, maar toen hij het listige plan hoorde, was hij er (lol van. Langhaard echter niet Maar hij dorst niet te bekennen, dat hij er weinig zin in had. Vooral niet toen zijn speciale vriend Welgemoed herp op de schouders klopte en ver zekerde, dat hij hen daarmee een grote dienst zou bewijzen. Want een boot, dat was iets heerlijks en daar hadden ze het gebrek aan. Toen waadden ze naar het struik gewas en met veel moeite gelukte hethen Langhaard in een zware struik te helpen, die net boven de stroom hing. Langzaan» kwam het bootje nader. Langhaard had een lus in zijn lange baard gelegd en daar mee viste hij naar de boot. Het zweet stond hem op het gezicht. Nader en nader kwam de boot. Pe kabouters stonden er met spanning naar te kij ken. Ja; waarachtig, de punt van de boot liep vast in de boot van Lang haard. En de arme Langhaard kreeg toert zo'n schok van de voortdrijven de boot, dat hij zich niet kon houden en uit de struik in de boot viel. Hij jammerde of hij armen en benen ge broken had. Maar dat viel nog al mee. Alleen een paar schrammen. En nadat hij met veel moeite zijn baard had losgemaakt, keek hij eens om zich heen. Hij dreef raiddeu in de stroom en in het water op de kant ploeterden de kabouters. Fluks greep hij een roeispaan en stuurde naar de kant toe. Zijn zes vrienden stonden te juichen toen hij aankwam. Fluks klauterde ze in de boot. Bijna was Knorrepot overboord gevallen, maar hij wist zich nog net te houden. Het werd een aardig tochtje. Na een kwartiertje raakten ze tussen de bomen van daan. Geweldig wat een overstroming was dat. Ze kwamen nu op de echte rivier en eindelijk op een meertje. Toen waren ze zo verstandig om te stopen. Wie weet waren ze ander naar de zee afgedreven. Zo wgest was. de stroom. Ze bonden de boot aan dé oever vast. Het bos lag hier bijna droog. „Hoe komen we weer terug?" vroeg Knorrepot toen eensklaps bezorgd. Ze jiadden zich maar met de stroom mee laten drijven, maar hoe moesten se., tj/eër terug komen. Niemand wist daar een oplossing voor enzo 'moesten de domme kabou torsteen hele nacht in een boot door brengen in het overstroomde bos, ter wijl ze jn de verte de wolven hoor den huilen. o «w Trinj Nobel, Nieuwe Niedorp: Neen, Trlni, dat moet een vergis sing van je zijn. Ik kan nooit ge schreven hebben, dat ik op 18 Febr. jarig was. Misschien was er twee jaar geleden een andere Oom Rob. Met de woorden heb je je te druk gemaakt. Het mochten maar woorden zijn van vier letters. Maart je. Jan en Alie Koor, Schagerbrug: Hartelijk welkom alle drie. Jullie bent bij allemaal moet Je maar reke nen. Feliciteer Ali nog van Oom Rob! Jaap Blom, Bohagerbrug: Welkom, Jaap. Wanneer hoor ik eens wat je in Schagerbrug beleeft. Marchlen Koopc, Wieringerwerf: Welkom, Marchien. Wie waren je VAN DIT EN VAN DAT.. Oom Rob antwoordi Fokje van der Veer, Winkel: Je hebt het goed gedaan, Fokje. Ga je naar Winkel of Lutjewinkel school? Ankle Tamsma, Wieringerwerf: Beste Ankie. Wat heb Jullie oen prettige dag gehad toen meester ja rig was. Ik ben wel eens in Wierin gerwerf geweest. Jullie moet bij jul lie huls wilgen- en elzenboompjes planten! J. A. Kooy, 't Zand. Wat een ongezelligerd ben jij, Jaap Of heet je Jan of Joris? Frits van der Hoven, Alkmaar: Ja, ik ben geen goochelaar, Frita. Als je alleen F. schrijft moet ik ra den. Maar ik ben blij dat ik het nu weet. tsaemsTCissxn Jan C. Albers, Kolhorn; Beste Jan. Bedankt voor de brief en de postzegels. Ik vond het ontzet tend leuk. Bedank ook de klant. Je bent de enigste oudere niet hoor. Re gel matig krijg ik brieven van oude ren en ik stel 7.e zeer op prijs. vriendinnetjes? Ankie Tamsma? of Jannie van der Velde soms? Ja je was net even te laat, vorige week. Jan Mulder, Wieringen: Heb je vorige week „De club van Oom Rob" gelezen, Jan? Hpud je er dan aan, hoor! Jan Kaveit, behagen: Houd maar vol, hoor. Jan. Neen, elke keer een prijs winnen dat gaat niet. Je hebt nu al weer flink je best gedaan. Joep Koopman, Terdiek: Ik heb nog geen postzegels voor je. Joop. Misschien later. Heb je niets met andere kinderen te ruilen? Tine Darten. Burgerbrug; Je hebt zeker je best gedaan, Tine. Maar het waren er nog niet genoeg. Kellie Braak, Middenmeer: Je wist niet wat je me moest schrij ven Nel en het werd tpch zo'n ge zellige brief. Gelukkig, dat het met opa goed gaat, hè! En groet je broers en zusjes van me. Jan en Geri Buter, Anna Paulowna: Fijn dat jullie blij bent. Maar jul lie moet een beetje netter schrijven, hoor. Had jullie zo'n haast? Marga Wit. Lutjewinkel: Ik ben nieuwsgierig of je woord houdt, Marga Het is wel gezellig! Klazien Boonstra, Nieuwe Niedorp: Welkom in de club, Klazien. En bedankt voor de postzegels Jannie den Das, Petten: Dat was nou eens een fijne brief, Jannie. Dus de meester was woedend! Jammer, want dan ben je nog maar halfweg. Prettig dat jullie gaat hand ballen. Wat een ongeluk met die mo torfiets. Loes den Uyl, Petten: Nog zo'n fijne brief uit Petten. Wat een heerlijke wandeling heb je ge maakt, Loes. Fijn aan het strand en in de duinen, hè? Broeden er bij jul lie nog vogels? Vlinder, Oude Niedorp: Ondeugd dat je me daar bent. Vond je het verhaal van Oom Rob mooi? Maar ik vind dat je wel wat netter kunt schreven. Je lijkt je va der wel. Kverdina de Waard, St. ÏVlaartensvlotbrug Bedankt voor de postzegels. Ever dien. Wie wil een correspondentie van' haar worden? Groet Marianna van me. Of kan ze zelf al lezen? Kees Geel, behagen: Lees jij ook eens wat ik aan de zusjes Llngeman schreef. Kees. 't Spaart je geld uit. Nog gefeliciteerd hoor, al is 't laat. Maar dan moet je eerder geschreven hebben. Dlnie en Elie Lingeman, Scbagen: Jullie zijn toch zeker zusjes, hè? Nou dan hoef jullie toch geen twee enveloppen te gebruiken en geen twee keer postzegels. Weet je wat jul lie in het vervolg doet? B^eng de brieven met het adres er op. bij Sprekend Papier. Landbouwstraat. Dat had jullie 24 cent bespaard. Want jullie hdd nog te veel porto ook ge plakt. Cor Kooy. Anna Paulowna: Een heerlijk gezellige brief, Cor. Wat heb jij een prachtige boerderij, jo! Konijnen en kuikens binnenkort! En dan bevers! Ik zou er haast ja loers op worden. Bedankt voor het raadsel. Vier Percival-vliegtuigen vaa de RAF op een proefvlucht Toany Sohouweuaar, Anna Paulowna Dat was een pracht tentoonstelling in Breezand. hè? Schrijf ma maar hoe je rapport is. Marjan Stompedissel, Middenmeer: Welkom, Marjan in de club. En Jannake ook. Schaatsenrijden ben lk doel op. Jo broertje heeft een pracht itelna van Zandwijk, Wieringerwaard Bedankt voor de postzegels, Relna. En ook voor het gedichtje, dat Lk wel eens kan gebruiken. Onbekende uit Scha gen: Dank voor de postzegels Klaas vim der Melen, 't Zand:. Hartelijk welkom, Klaas. Een reuze fijne brief was het. Leuk hè, een'tilt voering van de gym. Wat zal Jullie gezellig kamperen deze zomer Alie Kaptein, Schagen: Welkom in de club, Alie. Je inkt is prachtig. Ben je pas jarig geweekt? Dan nog maar gefeliciteerd! Michaël Burm, Anna Paulowna: Eindelijk weer eens wat van jouw, Michaël. Ik dacht wel dat er iets aan de hand was. Een aardig verhaal heb je me gestuurd. Heb jij een eigen drukkerij? Greta, Anna Paulowna: Meer dan Greta stond er niet. Ook niet de woonplaats. Dat moet je toch niet vergeten, Greta, die naar een nichtje in Kolhorn is geweest? Be dankt voor de postzegels! RUk en Truus Heemsbergen, Nieuwe Medorp: Wat heb jullie me aardige gedicht jes gestuurd. Maar de raadsels waren fout, hoor! Marie Kult. Schagerbrug: Welkom. Mary. Wat een prachtig papier heb jij. Mary en wat heb je er een leuke brief van gemaakt. Ik ben nieuwsgierig of jè nog wat wint op de tentoonstelling. Hannie van Strien. Middenmeer: Welkom in de club, Hannie. Wat je moet doen? Dat kon je vorige week lezen in het stukje: De club van Oom Rob. Kijk het nog maar eens na. Janny den Das, Petten: Neem maar geen schuilnaam, Jan ny. Je moet het natuurlijk zelf we ten, maar ik raak er soms mee in de knoop. Wat zal dat deze zomer gezel lig worden met kamperen. Ali MeeU. IMddenmeer:: Hartelijk welkom, Ali. Heb jullie veel succes gehad met Sneeuwwitje? Prettig dat je onze verhalen zo leuk vindt. Loes den Uyl, Petten: Daar staan Janny en Loes twee maal in een rubriek. Heerlijk, dat jullie die jongens zo geplaagd hebt met voetballen. Zo Iets vind ik prach tig. Nan Tysen, Dirkshorn: Gelukgewenst met je overgang, Nan. Ik heb er trouwens niet aan ge twijfeid. Met voetballen ben jullie niet gelukkig. Maar dat mag de pret niet drukken. Greetje en Tineke Joon, Schagen: Je mag elke week meedoen, hoor. Des te meer er meedoen, des te pret tiger is het. De prijs heb jullie wel ontvangen, hè? Jannie van der Velde, Wieringerwerf Wat een leuk raadsel, Jannie. Ik kon er eerst niet uitkomen. Wat een domme Oom Rob, hè? Tinie van der Gullk, N. Niedorp: Dat was een fijn briefje, Tinie. Ik heb er werkelijk van genoten. Alle maal de groeten terug. Wanneer jarig ben? Dat durf ik niet te zeg gen, Geeske Boomstna, N. Niedorp: Natuurlijk mag je meedoen, Gees ke. Lezen is een fijn wérk, hè? Cwie Bruin, Anna Paulowna: Hartelijk welkom, Corrie, tn be dankt voor de postzegels. Klaverblad Benlt, Winkel: Opnieuw hartelijk bedankt. Etsten Stnger .Bnregrbrug: Bedankt voor de postzegels, Eisten. Flink, dat vader &L zo helpt. Wat is dat toch met die spaarzegei» van Meester Bol? Maartje Peper, N. Ztlperweg S* t. Wieringerwaard. vraagt een correspendentievrieadln netje. Twaalf a dertien jaar. iWe schrijft? Hemelwolkjri Daar is dan je schuilnaam weer eens in de krant. Wat een ontzettend prettige brief heb je me gestuurd. Bedankt voor de postzegels. School meester ben ik nooit geweest. Geluk kig niet. Rein Ruiter, Winkel. Welkom. Rein. Schrijf me maar gauw, hoe je rapport is. Je postzegels zijn welkom. Ada Doorn, Oude Niedorp: Natuurlijk mag jij meedoen. Ada. Ik hoop, dat je meerdere keren zult schrijven. Je schrijft wel bijna 't beste van mijn vrienden. Liesbeth de Vries, N. Niedorp: Welkom, Liesbeth. Je vriendinne tje heeft ook geschreven. De volgen de keer dat je me schrijft, zal lk je schuilnaam gebrv^en, hoor. Groet je broers en zusjes van me. De rest moet Wijven wachten tot volgende week. Dag allemaal, OOM ROB Oplossingen en prijswinnaars Hier volgen eerst de oplossingen van de vorige keer. Dat is dus van de Kinderkoerier van Zaterdag H Maart: Paard prAten b Alsem aSter peï Eten Noot grooT rOken vOs kaN Ster kaT bEl kaLf Leer kies oNs Gans En als je nu van boven naar bene den leest, te beginnen met P. dan krijg je het woord PAASTENTOONSTELLÏNG. Zorg maar dat jullie er aanstaande Woensdag bij bent. Want dan is het weer zo ver. De hoofdsteden van de provincies zijn: Groningen, Leeuwarden, Assen, Zwolle, Arnhem, Maastricht, 's Her- togenbos, Middelburg, Den Haag, Utivcht, Haarlem. En de hoofdstad van Nederland is Amsterdam. De meeste goede woorden van 4 letters had: Mleke van Etten, Anna Paulowna. De overige prijzen werden gewonnen Djoke Beetsma, Wieringerwerf; Liesbeth de Vries. Nieuwe Niedorp; Fokje van- der Veer. WlnkeL Mieke van EUen, Lotweg 32, Anna Paulowna; Djoke Beetsma, Wieringerwerf; Liesbeth de VrieB, 't Hoefje, Nieuwe Niedorp; Fokje van der Veer, Winkel. Da prijzen worden in de loop van de "week toegezonden. Inzenden lot Woensdag Denk Jullie er om, dat Je de op losingen van vorige week, dat is dus van 18 Maart, nog kunt inzenden tot aanstaande Woensdag. Inzendingen die later in mijn bezit komen, zijn ook welkom, maar die dingen niet mee naar de prijzen. Het adres weet jullie natuurlijk: OOM ROB, postbus 3, Schagen. Een nieuwe opgaaf Ik heb gemerkt, dat er heel veel van jullie houden van een soort kruis woordraadsel. Daar komt er dan weer een. Als het jullie te moeilijk is. dan vraag je maar hulp. 1. x x x K x x 2. x x x I x x T. x x x E x x 4. X X X V X Jt 5. x x x I x x 8. x x x E x x 7. x x x T x x 8. x x x S x x 9. x x x x x 10. xxx I x x Zo als jullie wel ziet zijn op de vierde rij de letters al Ingevuld. Dat zijn dus de goede letters en als Je die van boven naar beneden lee3t, krijg Je het woord KIEVIETSEI. Maar welke woorden moet je nu in vullen? Dat zal lk jullie vertellen. 1. Iets, dat bij de thee gepresenteerd wordt. i. De eerste lettergreep van de naam van een van onze Waddeneilanden. 3. Knaagdieren, die prachtig bont le veren en die men tegenwoordig ook in Holland houdt. 4. Een ander woord voor snijden. Men doet het o.a. de tabak. 5. In zeven dagenGod hemel en aarde. 8. Vindt je aan het strand. 7. Het geluid dat een schaap of een geit voortbrengt. 8. Ajax speelt in de klasse. 9. Iets dat een me? behoort te zijn. 10. De stam van het werkwoord schieten. Inzenden voor Woensdag 4 April aan Oom Rob, postbus 3, Schagen. Iets gemakkelijker Voor mijn clubleden die het eerste raadsel te moeilijk vonden, laat ik hier een ander volgen: Met b ben ik iets waar je in kunt klimmen. Tenminste als je niet te stijf bent. Met r iets. dat tussen een taartje zit. Eet er echter maar niet te veel van, anders wordt je te dik om in het eerste te klimmen. Verander je nu de r in st. dan krijg je iets, dat uit de ketel ontsnapt als ze op het vuur staat Welke drie v/oorden bedoel ik nu? Inzendingen 'voor 4 April aan Oom Rob, posbus 3. Schagen Het spreekt wel van zelf, dat ik mijn clubvrienden graag wil helpen met alle mogelijke dingen. En daar om heb ik in overleg met de directie van onze krant een nieuwe rubriek -oor jullie ingesteld. Ais jullie iets hebt aan te bieden of te ruilen, als je een vriendin of een vriend wilt hebben om mee te corresponderen, als jullie met de vacantie een vriend wilt hebben of met vacantie naar een vriendin wiltgaan, dan kan jullie daarvoor gratis een advertentie plaat sen in de Kinderkoerier. Er zal daar om iedere week een formulier wor den afgedrukt; waarop je kunt in vullen wat jë -hebt, of wat je wenst. Dat formulier ziet er zo uit: GRAT.'S ADVERTEREN Naam: adres: r heeft vraagt Ais jullie iets wilt adverteren, van dit formulier gebruik maken, anders neemt Oom Rob er geen notitie van. Inzenden aan Oom Rob. postbus 3. Schagen Toen Oom ?ot> een iochie was Het is nu weer de tijd dat de kievietseieren er zijn. En dan gaan we natuurlijk kieviets eieren zoeken. Dat doen jullie tegen woordig en dat deed Oom Rob toen hij nog jong was. En als jullie me eens een brief schrijft, moet je me eens vertellen of jullie wel eieren vindt. Nu eerst nog iets. Ik kreeg laatst een brief van een vriendinne- Een kijkje in het Bacteriologisch La boratorium in Bergen op Zoom, wal.* de uit Zeeland te verzenden oesters en mosselen op zuiverheid worden on derzocht. tjë, dia me schroef, dat zo iets toch niets voor een meisje was. En nu aou ik toch wel eens willen vragen, waarom niet. In mijn tijd waren de meisjes hel# maal niet bang om in <fe wei te ren. nen en over slootjes te springen. Z# konden er wat mee. Dat heb ik jullt# al eens verteld met dat steltlopen. We konden er als jongens soms nlefc eens tegen op. En tegenwoordig ia dat ongetwijfeld nog zo. En dat bracht me meteen op een idee voor het nieuwe verhaal van Oom Rob. Want ik ben daar nu wel mee begonnen, maar het is me wat om Jullie steeds maar tevreden te stellen. Ik denk ec ten minste sterk over om er maae mee op te houden. Of jullie moet ze erg aardig vinden. Dat hoor ik dan wel eens van Jullie. Het was dus in de eizoekerstljd. Mijn vrienden Jaap en Piet hadden geen vrije Zaterdagmiddag. Ze moes- ten thuis helpen. Dat speet me ge ducht, want ik had juist het plan om met zijn drieën te eizoeken te gaan. Alleen hield ik daar plet zo van. Dan, moet je soms zo vreselijk lopen. Met zijn drieën is veel prettiger. Zo liep ik een beetje door het dorp te sletv teren, toen ik Trien en Jannie tegen kwam. En die hadden een polsstok bij zich. „Ga jullie te eizoeken?" vroeg ik een beetje overbodig. Wat zouden ze anders met een stok moeten doen. „Kan ik soms mee?" Het was er uit voor ik er over nadacht. Want in mijn hart voelde ik me haast te groots om met meisjes het land in te gaan "achter de kievieten aan. Ze vonden het best. En ik stelde me voor, dat ik die meisjes even de loef zou afsteken. Maar o wee, wat kwam dat slecht af. Want de meisjes die nog maar een jaar op het dorp woonden, kwamen uit Friesland en wisten van ei-zoeken en slootje spriu gen veel meer als ik. Een 3loot waar ik nog even over nadacht, was voor hen niets. En dat was nog niet het ergste. Ze hadden verstand van eieren zoeken. En dat had Oom Rob niet. Toen niet en nu nog n!et. Al heeft men wel eens ge tracht het mij aan het verstand te brengen. Ik heb wel eens eieren ge vonden, maar dan was het zuiver ge luk. Maar deze wichten kondro het. En ze lieten mij de eerste tijd ge woon in de waan, dat er geen eieren waren. Dat na een uur begon ik te mopperen dat het nog te vroeg was ■om eieren te zoeken. Toen moest jullie het meegemaakt hebben. „Op die akker is een nest", zeiden ze en als ik dan al zocht bij mijn best en ze niet vond, dan kwamen ze aan lo pen en stapten recht op het nest af. Ik natuurlijk bar nijdig. Maar een ding hadden Jannie eu Trien vergeten. Ze hadden niets op het hoofej. En dat is heel dom. Want waar moet je de eieren nu bewaren als je ze vindt In je zak gaat na tuurlijk niet en in je hand kan je ec maai- een paar houden, die je moet neerleggen als je over een sloot mo.-. springen. Laten we nu toch die middag tien kievietseieren vinden. En ik zelf had ook nog het geluk er een van te heli ben gevonden. Ik had ze toen we nog in de wei waren, in mijn zakdoek ge dragen, maar nu we hulstoe gingen en over sloten moesten springen, moest er een andere plaats voor wor den gevonden. En weet jullie wat de plaats voor eieren is? Juist, natuurlijk, de pet. Nietwaar, als jullie eieren vindt dan gaan ze toch ook onder de pet. Hoewel, nu jullie zo wat allemaal zonder pet loopt, wordt dat ook nog een lastig vraagstuk. Wat doen jullie er nu mee? Maar het kwam zo af. dat ik tlea kievietseieren onder mijn pet had. Het was een grote pet Een uitste kende pet, al zeg ik het zelf. Maar tien eieren is erg veel. Het was dan ook een grappig gezicht en Jannie en Trien hadden verdacht veel lol. Dat vertelden ze elkaar in het Fries, zodat ik het niet verstond, maar wel begreep. Mijn humeur werd slecht. Ik moest heel voorzichtig lopen en nog voorzichtiger springen. EindeHi-c stonden we voor de laatste sloot. Dat was net de breedste ook. Ti nam een aanloop en op het moment dat ik over de sloot zeilde, zeilde de pet van mijn hoofd. Wat een ramp. Van de tien eieren hebben we er slechts vier kunnen redden. En mijn pet was helemaal bedorven. En die Friese wichten hebben de hele middag niet **rs gedaan dan lachen. En nu maar weer, tot de volgend# keer. OOM ROB

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1950 | | pagina 3