KinMSWESI bon: ///&- Een afspraak Sprookjes uit Westfriesland ONS RAAOSELHOEKIE Oplossingen van 27 Mei Nog inzenden Clubvrienden zonden in Ons vervolgverhaal De zeven Kabouters van Sneeuwwitje Wat braken cr nu een drukke da gen aan voor de kabouters en de elf jes Wat moest «r een massa klaar gemaakt worden. Want de hele win tervoorraad was op. Gelukkig dat de zomer er nu weer was en er in het bos van alles groeide. De aardbeien en de kersen en de bessen en de frambozen, de wilde noten, de hazel noten. te veel om op te noemen. Daar moesten ze drank en gebak van maken, en vruchtencake en wat al nset meer. En dan moesten er fraaie costumes gemaakt worden voor de elfjes en de pakjes van de kabouters moesten in orde worden gemaakt, nee ze werkten van de ochtend tot de avond. In grote vaten maakten ze heerlijke limonade en appelsap en van de bessen en frambozen hadden ze een emmer vol fijne jam gemaakt. Jammer genoeg hadden ze echter ver geten, die emmer goed op te bergen en op een keer toen de elfjes en de kabouters op het meer waren in de boot. om vis te vangen, kwam Bruin de beer aansjokken. Bruin verveelde zich. Zijn vriend Unk Wunk had een beetje hoofdpijn, omdat hij te veel in een boom geschommeld had en Bruin was helemaal alleen. Nu had hij natuurlijk de kabouters €u de elfjes wel kunnen helpen, want boren zijn ook meesters in het vissen maar Brui i had last van de zomer warmte en hij had rustig afgewacht, daf de kabouters en de elfjes weg wa ren en toen was hij op zijn gemak te voorschijn gekomen. Toen hij op de wei voor hot kabouterhuis liep. kreeg hij toch zo'n heerlijke reuk in de neus. dat hij een ogenblik stil stond Om te nepalen waar die geur toch vandaan kwam. „Wel duizend palingen in een lekke mand" .bromde Bruin, „ik laat me hangen als er niet iets heel lekkers klaar staat in het kabouterhuis. Na tuurlijk, dat is voor de bruiloft. Ik moet toch eens even kijken of de deur los is". Dat had Bruin niet moeten doen. Want jammer genoeg was de deur los. En toen Bruin binnen stapte, rook het zo heerlijk, dat hij tot de ontdekking kwam, dat hij rammelde van de hon ger En toen zijn maag begon te knor ren, zag hij een grote emmer vol heerlijke zoete jam staan. En jullie weet, dat Bruin een eer ste klas zoetbek is, dus je begrijpt, dat hij er niet af kon blijven. Eerst probeerde hij zich zelf nog wel wijs fce maken, dat het niet erg netjes was om te snoepen, maar het was te heer lijk en een beer is ten slotte ook maar een beer. „Een klein likje zal niet hinderen" mompelde Bruin bij zich zelf. „Als ik het weer goed glad strijk, merken ze het niet eens". En daar stak Bruin zijn grote poot in de emmc-r en proefde. „Oh", zuchtte hij, toen hij een bek vol had, ,wat is dat zalig. Het is nog lekkerder dan honing. En dat i!k nu maar één hap mag nemen. Nou, laat ik nog maar een klein hapje nemen. En dan strijk ik het weer glad". Bruin nam nog een lik en begon toen de emmer met jam weer glad te strijken. Maar strijkende voort hij een lik en nóg een lik en de em mer werd niet glad gestreken, maar wel steeds leger. En eindelijk was Bruins buik zo rond als een ton en de emmer leeg. Finaal leeg. Zo schoon leeg gelikt, dat het leek. of er nooit geen jam in was geweest. Toen was Bruin voldaan. Hij dacht er helemaal niet aan. dat hij een heel lelijke streek had uitgehaald. Daar was hij te slaperig voor en met zijn dikke buik ging hij voor de uit gedoofde haard liggen slapen. Daar lag hij nog, toen de elfjes en de kabouters terug kwamen van de visvangst. Ze hadden geluk gehad. Vijf prachtige grote zalmen hadden ze gevangen en die hadden ze schoon gemaakt, met zout ingewreven en nu zouden ze die zalm in de schoorsteen hangen om te roken. Een heerlijke lekkernij voor de bruiloft. Zingende kwamen ze de wei over. zwoegende onder de zware vracht, die ze voorzichtig voor de deur neerleg- Van verschillende leden van onzr club krijg ik een brief, waarin ze me schrijven dat ze binnenkort met schoolreisje gaan. voor een of twee of nog meer dagen. En dan komen binnenkort de vacanties, waarin jul lie van alles beleeft. En ik heb al »en paar afspraakjes gemaakt, dat ytHie me van die reisjes, van die va cantie-avonturen verslag uitbrengt. Dan plaats ik die in de Kinderkoe rier. Ik hoop zelfs, dat het eens een keer zo is, dat jullie de hele Kinder- koerier vol schrijft. Want dan ben ik vrij. Maar dat is maar gekheid, dat begrijp jullie wel. Maar toch vind ik het erg leuk, als jullie eigen versla gen van jullie eigen feestjes in onze eigen krant staan. Want laten we dat goed begrijpen, de Kinderkoerier is onze eigen krant. Denk er om, dat die verslagen niet le lang mogen zijn. Schrijf zo goed mogelijk, 3lechts op één kant van het papier. Zullen we ons aan die geza- melijke afspraak houden? Jullie «chrijft me over alle mogelijke uit stapjes en ik plaats ze. als ze geschikt «tjn in onze krant. Maar wees niet boos ais ik ze niet geschikt vind. want kan ook eens voorkpmen. ROB den. Toen deed Hummeltje de deur open. Snel draaide hij zich om, toen hij i£ruin zag liggen en legde een vinger op de lippen. De anderen kwa men allemaal naar binnen en genoten van het vret.*dzame schouwspel. Daar lag hun trouwe vriend Bruin zo ge zellig in hun huis te slapen. Wat had hij hen deze winter toch fijn het le ven gered, toen die vossen kabouters wilden eten. Ze gingen allemaal om Bruin heen staan en begonnen hem te strelen. Wat een lieve oude beer Bruin vond dat gestreel heel pret tig. Hij droomde, dat men bezig was zijn hele lichaam vol te smeren met honing of jam. Ha, ja, jam. dat was wat. Hij begon te likbekken bij de gedachte en mompelde in zijn droom: „Jam. jam. dat is nog lekkerder dan honing". Toen gaf Kitombeen een schreeuw er> wees op de lege emmer, waar des r.iorgens nog zulke heerlijke jam in had gezeten. En de volgende keer ver tel ik jullie, hoe snoepers te pas ko men. Dat was wel erg voor Bruin, maar hij had het verdiend. Toen Oom RoV> een jochie was WE HADDEN bij ons op het dorp vroeger een man, die een beetje zon derling was. Hij was niet gek hoor. Helemaal niet. Op verschillende pun ten was hij zelfs verbazend knap, maar toch deed hij soms dingen, waar van je zei, nou hét is of hij ze niet allemaal heeft. En het gevolg wasj dat hij menigmaal het mikpunt wa: van spotternijen. En dat vond hij nog helemaal niet erg ook. Hij trok zich daar niets van aan. En wat ik jullie nu ga vertellen, heb ik niet zelf be leefd. maar ik heb het toch wel mee {.e.-.aakt. Alleen was ik er zelf niet bij betrokken. Maar ik hoop. dat jul lie het verhaat maar weer met veel p.- i7ier zullen lezen. De veldwachter van ons dorp had ook nog wel eens wat met die zon derling te stellen, want hij meende, dat liij een heleboel, dingen mocht doen, die andere mensen niet moch ten en da tging natuurlijk niet. De Zwaan op de toren van Veenhuizen VORIGE KEER heb ik jullie ver- teld van de ruitertjes die soms van de Waagtoren afstappen, om in de nacht mensen die in nood verkeren te helpen. Nou, laat ik jullie vertel len, dat er in vroeger tijden in WeSt- Friesland wel meer van die bijzon derheden waren. Misschien tegenwoor d'ig ook nog wel. maar je hoort er niet zo veel meer over spreken. De mensen zijn wat ongezelliger gewor den. Ze hebben het zo druk, ze haas ten zich zo, maar in vroeger tijden, toen er nog geen treinen en autobus sen en vliegtuigen waren, zaten de mensen in lange winteravonden bij de haard en dan werden al die ge schiedenissen verteld. Dan walmde er een schemerig oliepitje, dat grilli ge schaduwen op de wand wierp en als vader dan zo'n verhaal vertelde, begon je haast te griezelen En toch zit er in die oude verhalen wat heel moois En daarom ben ik nu begon nen, er enkele op te schrijven, opdat ze niet verloren gaan. En zo zal ik jullie nu eens iets vertellen over de zwaan, die op het kerkje te Veen- huizen stond. Ik weet niet of hij er nog op staat. Misschien is hij wel ver dwenen, maar jaren geleden, toen ik eens in Veenhuizen geweest ben, stond die zwaan nog steeds op de toren. Toen de Heerhugowaard een poos droog was, het is immers een meer geweest, kwamen er mensen wonen. Sommige mensen waren spoedig rijk en anderen bleven steeds arm. Wat ze ook deden, niets hielp. Het leek wel. dat het die mensen altijd tegen zat. Al hun arbeid baatte niet. Dan ging er een koe dood, dan was er misgewas, dan vernielde een storm de oogst, terwijl anderen die juist binnen hadden, het werd een groep, die door de andere mensen met een scheef oog werd aangekeken. Want jullie hebt misschien ook wel eens gehoord, dat men in vroeger tij den geloofde, dat zulke mensen ver doemd waren. Het* lot van die mensen werd mise rabel. Ze werden door anderen ge meden. Niemand wilde iets meer met hen te doen hebben en ten slotte wa ren het stakkerds, die in schamele hutten woonden en bijna geen kleren meer aan hadden. Toon kwamen er enkele Heerhugowaarders bij elkaar en ze vonden, dat die mensen de po' der uit moesten, want wie weet. of ze de duivel niet aantrokken en als dat zo was. dan was er groot gevaar, dat de hele bevolking het lot zou delen, dat deze ongelukkigen 'ten deel was gevallen. Die besprekingen hooide het zwaan tje, dat op de toren van Veenhuizen stond. En de zwaan was daar erg be droefd over. Hij had gezien, hoe die mensen hadden gewerkt en geploe terd en het was vreselijk te moeten bedenken, dat die mensen nu verdrc ven zouden worden van huis en hof en hun huizen aan de vlammen te. prooi zouden vallen. Waar moesten die arme stakkers heen? Er was im mers niemand in de hele provincie, die ze wilde herbergen? Des te meer de zwaan er over na dacht. des te droeviger werd hij. Ten slotte biggelden de tranen over zijn stalen hals en nu gebeurde het grote wonder: Terwijl die tranen langs de hals van de zwaan stroomden, veran derden ze in prachtige grote paarlen. Ze kletterden over de leien van de toren, dansten in de goot. sprongen op en kwamen ten slotte terecht op het pad. ,dat naar de begraafplaats leidde. Daar lagen ten slotte wel meer dan honderd parels. Ze schitterden in de maneschijn en het leek wel, alsof ze ^j?gen de zwaan knipoogden en zei den: Alles zal in orde komen Maak je maar geen zorgen hoor Nu was er een paar dagen geleder een der armen gestorven en die man die al heel oud was in de polder tot armoe was gekomen, zou de vol gende dag begraven worden. Omda' hij de oudste was, zouden alle ar men uit de polder op de begrafenis komen. Ze hadden hem zo goed ge kend. Ze hadden zo lang meegeleefd met zijn zorgen en verdriet, dat ze wilden allen die laatste gang mee "ma ken. Andere mensen kwamen er niet Toen de stoet langs ging. zaten ze achter de ramen te kijken en te mop peren, dat 't een schandaal as, dat die mensen nog in de ooider woonden •n dat ze er uit moesten. Het was een droeve stoeten de dag was ook droevig. Een lichte regen viel en de parels die op het kerke- pad lagen, hadden alle glans verlo ren. Het was of ze meetreurden met de armen. Maar nauwelijks was de plechtigheid ten einde, of een wind vlaag deed de wolken vaneen gaan de zon brak door. de zwaan piepte in zijn schanieren alsof hij dol ve.-i jw>< pleizter had. En dat had hij ook? n?ei want de parels gfansden weer. Ze] schitterden in de zon. zodat het d« armen wel op moest vallen. Toen het oad afliepen, zagen ze de parels: liggen. Ze raapten ze op en voelden, dat er eindelijk een wonder aan hen verricht was. Ze verkochten al hun schamele bezittingen en verlieten de polder. Met het geld, dat ze voor de parels hadden gekregen,'begonnen ze een nieuw leven aan de andere zijde van de oceaan, waar nog een dorp moet liggen, dat Zwaandorp heet. Want ze begrepen heel goed. dat ze dat wonder te danken haden aan de zwaan van de kerk te Veenhuizen Hieronder volgen de oplossingen van de opgaven die in onze Pinkste-. krani stonden. I Een schildersezel Oorvijgen Muzieknoten. II Bloemen in de we* Madeliefjes Pinksterbloemen Paardebloemen Boterbloemen Dotterbloemen Margrieten Wilde papavers (in knop» Koekoeksbloemen Wilde zuring Dovenetels Kattetongen Hondsdraf Vogelbekjes Leeuwenbekken Klaver En er zijn er nog wel meer, maai die moet jullie maar schenken Prijswinnaars waren deze keer: Rina Mantel, Nieuwe Niedorp en Ankie Spaans, Loet K 189. Schagen De kleurwedstrijd werd gewonnen door: Trio Kroes, Rarsingerhorn. De prijzen zijn reeds toegezonden OOM ROB De raadsels van vorige week kun jullie nog inzenden tot aanstaande Woensdag en voor die raadsels zijn nog weer prijzen beschikbaar En van deze gelegenheid maak ik ook ge bruik om aan alle clubvrienden te vertellen, dat ze me steeds raadsels kunnen opzenden. Ik vind het erg leuk, als jullie eigen raadsels in de krant staan En ik geloof van jullie »f ook. Inzenden aan OOM ROB. Postbus 3, Schageu meende hij. dat hij in een bepaalde sloot mocht vissen, terwijl de veld wachter van oordeelvwas. dat dat wa ter aan een ander toebehoorde. Toen had je de poppen aan het dansen. We stonden er met enkele meisjes en jon gens om heen. toen de veldwachter hem vertelde, dat het niet langer ging want dat water was van Jansen. De man heette natuurlijk anders, maar dat doet er niet toe. En toen vroeg de zonderling of dat wel waar was „Natuurlijk", zei 'de veldwachter. „Nou", zei de zonderling ..dan mag je wei opletten, want ze zijn bezig het water van Jansen te stelen". En ter wijl hij dat zei. wees hij op het stro mende water. De veldwachter werd boos. vooral omdat wij hartelijk lach ten en het eind van het lied was. dat de zonderling werd bekeurd, omdat hij in water dat van een- ander was. zat te vissen. En dat vond hij niets erg. Hij was altijd even vriendelijk tegen de veld wachter, legde hem geen strobreed in de weg. maakte een praatje, presen teerde een sigaar en scheen alles ver geten te zijn. Nu moet ik jullie een paar bizon der heden vertellen. Op het dorp waar ik woonde, liep de sloot waarover ik hierboven schreef vlak langs de open bare weg. En de weg volgde de boch ten van de sloot. Het was dus geen weg voor snelverkeer. Maar dat was er in het dorp toen ook niet. Tegen woordig weet ik 't niet. want ik ben er in jaren niet geweest. En de zon derling, dat moet jullie ook weten, reed niet op een ge Won e fiets, maar op een driewielde fiets. Geen bak fiets. maar een gewone driewieler. Je ziet ze maar heel zelden. En rond die driewieler had zich 'n verhaal ge sponnen. Ieder op het dorp zei. dal iemand die op een gewone fiets kon rijden, niet op een driewieler kon worden. Het was natuurlijk onzin, maar het werd gezegd en ieder dit het gevraagd werd, hield het strak en stijf vol. Je kon niet sturen als je op een fles met twee wielen gezeten had. En de -zonderling zelf verkondig de het elke dag driemaal. Waarschijn lijk met de bedoeling, dat de jongens niet op de driewieler zouden kruipen, als hij voor het huis stond. En nu tenslotte nog een bizonderheid: Op mooie avonden stonden er altijd veel TiScn voor het café te praten. Nu keren we tot de zonderling en de veldwachter lenig Het was een r heerlijke avond, enige weken na het vrs-incident. Er stonden een twintig tal mensen en ook wel zoveel kinde ren bij de herberg, waarvoor de zon derling ook stond, gezeten op de drie wieier. Dat was een groot voordeel: Je kon op de fiets blijven zitten pra ten. Een stoel had je niet nodig. Toen vroeg ik, of ik eens op die fiets mocht en het antwoord was a!s| gewoonlijk dat het niet kon. De veld wachter begon te lachen en zei. dat hij daar niet in vloog. ..Nou. zei de zonderling lachend, „daar wil ik een doos sigaren onder verwedden. Als jij tweehonderd meter op die driewie 'er rijdt zonder een ongeluk te krij gen. heb jij een doos sigaren, sn ik een". Als de veldwachter de schelmse blik van de zonderling had gezien, was hij misschien verstandiger ge weest. Maar .nu verklaarde hij par mantig. dat de weddenschap doorging en dat hij zeker een doos sigaren had verdiend. Er kwam spanning bij ons allen Bij de ouden zowel als bij de jongen. De zonderling stapte af en de veld wachter stapte op. De veldwachter begon te trappen en de zonderling hielp hem duwen. Toen gebeurde er ies wonderlijks De weg maakte een tamelijk scherpe bocht en plotseling zagen we de veldwachter onmogelij ke pogingen doen om het stuur om te gooien. Het lukte n;et. Even pro beerde hij van de fiets af te sprin gen. maar een laatste duw van de zonderling voltrok het vonnis. De veldwachter reed met de driewieler de berm af. de sloot in. Een ogenblik later was hij kopje onder terwijl de zonderling stond te brullen van de pret. Toen de drenkeling en de hets wa ren opgehaald, bleek dat er aan het stuur een inrichting zat. waarmee je Geen nieuwe opgaaf Gek hè? Geen nieuwe opgave. Maar als je er goed over nadenkt, is het niet zo erg gek. De zomer is tn het land. De avonden zijn voorbij en met dit mooie weer heb jullie na tuurlijk geen zin om raadsels »n te sturen. Dat kan ik me begrijpen. Dal betekent niet. dat er deze zomer in 't geheel geen raadsels meer in de Kin derkoerier komen Volgende week misschien weer wel. Misschien dat jullie me wel eens wilt schrijven of jullie deze zomer wilt doorgaan met ons raadselhoekje. Als er veel liefheb bers zijn, gaan we wel door. OOM ROB dat kon vastzetten. En dan was de fiets volslagen onbestuurbaar. Wat heeft de veldwachter dat dikwijls moeten horen. En nu maar weer tot de volgende heer OOM ROB VAN DIT EH VAN DAT... Oom Rob antwoordt Janny den Das Petten Wat heb jullie een pr&chtige wan deling gemaakt Janny. En wat een prachtig rappori had je. Jullie waren wel laat in Petten, maar nu kan het er ook mee door hoor'. Cor Klos Rarsingerhorn Wat een doerak van een zusje heb jij Cor! En wa» een lollige naam. Als je nu soitiS nog eens geen inkt hebt. dan gebruik je maar potlood. Jannie Paariberg Dirkshorn Wat fijn dat moeder voor je wilde schrijven Jannie. Kan je al lezen'' Anders moet ze maar voorlezen dat je de hartelijke groeien hebt van Oom Rob. Marictje Schermechorn 1 Zand Wat maak jij me nieuwsgierig Rie! Je vindt het toch wel goed dat ik je naam wat korter maak? Rina Mantel Nieuwe Niedorp Waar gaan jullie schoolzwemmen Rina? In de Rijd zeker! Ja Oom Rol: heeft nog al wat avonturen beleefd Je raadsels gebruik ik ter zijner tijd Bedankt voor de postzegels. Lijny de Jong Middenmeet Dat heb jullie vorige Zaterdag ge troffen met die wandeltocht door de Meer. Zulk heerlijk weer. Heb je ook een herinnering gekregen? Lollig als je zo in spanning op de krant wacht hè? Maarljc Kooy Stolpen Bedankt voor de raadsels Maart je. Wat een prachtig schoolreisje heb ben jullie. Ik hoor er wel eens wa; van hè? Atitiie de Graal' A. Paulowoa Nog hartelijk gefeliciteerd met je vet jaardag Annie. Gezellig als er zoveel meisjes op bezoek komen. Je zwemt zeker in Het oude Veer. Of heb jullie nog een bad in Anna Pnutowna? Gcrrit Waihoer Slootdorp Fijn dat jullie huis al zo opschiet Gerrit. Dat was een hele wandeling voor je Een prettig werk anders wel. zo'n wandeling in de polder. Cor Kooy Anna Pautónna Ik heb nog nooit van prikkelboom pjes gehoord Cor. Je bedoelt zeker niet de hagedoorn. Die ken ik wel en daarin nestelen de vogels graag. Be dankt voor raadsels. De advertentie van Meeldijk kan ik niet in de Kin derkoerier plaatsen. Jammer hè? ONZE PINKSTER We hebben een fijne Pinkster ge had. De eerste Pinksterdag heb ik 'a grote wandeling gemaakt met twee vriendinnetjes en mijn zusje. We z n dwars door de duinen gegaan langs de grote vijver naar Sint Maartenszee In de duinen stond een prachtige Bilei doorn. We hebben er ook patrijzen gezien en er bloeide al een orchidee Bii Sint Maartenszee zijn we eer poosje gaan zitten. Daarna zijn we langs het strand terug gegaan. Het schuim kwam tot de voet van de etui nen toe. Een buurman had op het strand een inklvis gevonden. De tweede Pinksterdag zijn we met onze auto naar IJmuiden gegaan, over Schoorl en Bergen. Castricum en Bak kum. In IJmuiden hebben we eea wandeling langs het strand gemaakt We zagen een paar schepen juist binnenkomen. Om 7 uur 's avonds waren we weer thuis. Ingezonden door: Jannie den Das. MET INKT Die Hannes kan toch schrijven zeg Heel keurig op de lijntjes De neerhaal maakt hij stevig dik De ophaal maakt hij fijntjes Een enkel spatje hindert niet Zo denkt hij onder 't schrijven Zo'n lange brief en dan met inkt Dat kan niet netjes blijven. Nu is hij klaar, nu kijkt hij op Och Hannes kijk eens even! Waar komt die zwarte neus van Je neus heeft meegeschreven. Ingezonden door Marietje Schermerhom NAT GIJSJE Pieters Gijsje kwam van de brug Met een knapzak op zijn rug Met een stokje in zijn hand Zo kwam Gijsje in het land Pieters Gijs. die rare snater. Viel van 't bruggetje in t water Handjes nat en voetje? nat Zo kwam Gijsje in de stad. Ingezonden door Cor Klos SCHILDERIJTJE Een boerderij met vuurrood dak Een zingende vogel op bloeiende Een kleurig bloeiend weitje Een jolig springend geitje Is dat geen schilderijtje? Ingezonden door Rina Mae IN DE ZOMER Ats de zoiner ts gekomen Ontluiken de bladen aan de borrVr Dansen de bijtjes om de bloemen Hoor je vele vliegen zoeme*i Gaan wij heerlijk naar het strand Springen in 't water hand in hand Rennen te samen de duinen op Vliegen dan weer over de kop We zoeken bramen die we lusten En gaan eindelijk wat rusten Marietje Sehermerhorn ROMMELPOT 'k Heb at zo lang met de rommelpot gelopen 'k Heb geen geld om brood te kopen Rommelpotterij, rommelpotterij, Geef me een cent, dan ga ik voorbij. Piet Kun SCHOORSTEENVEGER Schoorsteenveger, zwarte man Wat heb je een vuil pakje an Je moeder moet het wassen Je zuster moet het bleken Je vrouwtje moet het strijken Je mag er zelf naar kijken En als het klaar is. trek je 't an Dan ben je weer een witte man Djoke Beetsm* Ren .uchtfoto van New Vork City Building OOR *N GRATIS ADVERTENTIE IN DE KINDER KOERIER («onder dne bim wordt geen advertentie meer aangenomen) vraagt Kina Mantel. Langereis A 3#, te Nieuwe Niedorp heefi zilverpapier en vraagt hier voor 3 Flipjes Cor Cornelisen, Meerweg 25. te Breesand heeft 90 Van Neile punten; vraagt daarvoor 20 Van der Plaais. L(jny de Jong. Oudelanderweg E 40, Middenmeer heeft 14 Meurisseplaat jes; vraagt 10 punten van Van Nelle's thee of 8 Meurisse punten of 7 Flipjes. Cor Cornelisen. Meerweg 25. te Breezand heeft 8 Niemeyer, 2 Goal en 2 Flipjes, vraagt daarvoor 30 Van der Plaais. Jan Buisman. Nes G 38, Sc hagen vraagt een correspondentievriend van 1112 jaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1950 | | pagina 3