KinMSWESI
bon:
///&-
Een afspraak
Sprookjes uit Westfriesland
ONS RAAOSELHOEKIE
Oplossingen van 27 Mei
Nog inzenden
Clubvrienden zonden in
Ons vervolgverhaal
De zeven Kabouters
van Sneeuwwitje
Wat braken cr nu een drukke da
gen aan voor de kabouters en de elf
jes Wat moest «r een massa klaar
gemaakt worden. Want de hele win
tervoorraad was op. Gelukkig dat de
zomer er nu weer was en er in het
bos van alles groeide. De aardbeien
en de kersen en de bessen en de
frambozen, de wilde noten, de hazel
noten. te veel om op te noemen.
Daar moesten ze drank en gebak van
maken, en vruchtencake en wat al
nset meer. En dan moesten er fraaie
costumes gemaakt worden voor de
elfjes en de pakjes van de kabouters
moesten in orde worden gemaakt, nee
ze werkten van de ochtend tot de
avond. In grote vaten maakten ze
heerlijke limonade en appelsap en
van de bessen en frambozen hadden
ze een emmer vol fijne jam gemaakt.
Jammer genoeg hadden ze echter ver
geten, die emmer goed op te bergen
en op een keer toen de elfjes en de
kabouters op het meer waren in de
boot. om vis te vangen, kwam Bruin
de beer aansjokken. Bruin verveelde
zich. Zijn vriend Unk Wunk had een
beetje hoofdpijn, omdat hij te veel in
een boom geschommeld had en Bruin
was helemaal alleen.
Nu had hij natuurlijk de kabouters
€u de elfjes wel kunnen helpen, want
boren zijn ook meesters in het vissen
maar Brui i had last van de zomer
warmte en hij had rustig afgewacht,
daf de kabouters en de elfjes weg wa
ren en toen was hij op zijn gemak te
voorschijn gekomen. Toen hij op de
wei voor hot kabouterhuis liep. kreeg
hij toch zo'n heerlijke reuk in de
neus. dat hij een ogenblik stil stond
Om te nepalen waar die geur toch
vandaan kwam.
„Wel duizend palingen in een lekke
mand" .bromde Bruin, „ik laat me
hangen als er niet iets heel lekkers
klaar staat in het kabouterhuis. Na
tuurlijk, dat is voor de bruiloft. Ik
moet toch eens even kijken of de
deur los is".
Dat had Bruin niet moeten doen. Want
jammer genoeg was de deur los. En
toen Bruin binnen stapte, rook het zo
heerlijk, dat hij tot de ontdekking
kwam, dat hij rammelde van de hon
ger En toen zijn maag begon te knor
ren, zag hij een grote emmer vol
heerlijke zoete jam staan.
En jullie weet, dat Bruin een eer
ste klas zoetbek is, dus je begrijpt,
dat hij er niet af kon blijven. Eerst
probeerde hij zich zelf nog wel wijs
fce maken, dat het niet erg netjes was
om te snoepen, maar het was te heer
lijk en een beer is ten slotte ook
maar een beer.
„Een klein likje zal niet hinderen"
mompelde Bruin bij zich zelf. „Als
ik het weer goed glad strijk, merken
ze het niet eens".
En daar stak Bruin zijn grote poot
in de emmc-r en proefde.
„Oh", zuchtte hij, toen hij een bek
vol had, ,wat is dat zalig. Het is nog
lekkerder dan honing. En dat i!k nu
maar één hap mag nemen. Nou, laat
ik nog maar een klein hapje nemen.
En dan strijk ik het weer glad".
Bruin nam nog een lik en begon
toen de emmer met jam weer glad
te strijken. Maar strijkende voort
hij een lik en nóg een lik en de em
mer werd niet glad gestreken, maar
wel steeds leger. En eindelijk was
Bruins buik zo rond als een ton en
de emmer leeg. Finaal leeg. Zo
schoon leeg gelikt, dat het leek. of
er nooit geen jam in was geweest.
Toen was Bruin voldaan. Hij dacht
er helemaal niet aan. dat hij een
heel lelijke streek had uitgehaald.
Daar was hij te slaperig voor en met
zijn dikke buik ging hij voor de uit
gedoofde haard liggen slapen.
Daar lag hij nog, toen de elfjes en
de kabouters terug kwamen van de
visvangst. Ze hadden geluk gehad.
Vijf prachtige grote zalmen hadden
ze gevangen en die hadden ze schoon
gemaakt, met zout ingewreven en nu
zouden ze die zalm in de schoorsteen
hangen om te roken. Een heerlijke
lekkernij voor de bruiloft.
Zingende kwamen ze de wei over.
zwoegende onder de zware vracht, die
ze voorzichtig voor de deur neerleg-
Van verschillende leden van onzr
club krijg ik een brief, waarin ze me
schrijven dat ze binnenkort met
schoolreisje gaan. voor een of twee
of nog meer dagen. En dan komen
binnenkort de vacanties, waarin jul
lie van alles beleeft. En ik heb al
»en paar afspraakjes gemaakt, dat
ytHie me van die reisjes, van die va
cantie-avonturen verslag uitbrengt.
Dan plaats ik die in de Kinderkoe
rier. Ik hoop zelfs, dat het eens een
keer zo is, dat jullie de hele Kinder-
koerier vol schrijft. Want dan ben ik
vrij. Maar dat is maar gekheid, dat
begrijp jullie wel. Maar toch vind ik
het erg leuk, als jullie eigen versla
gen van jullie eigen feestjes in onze
eigen krant staan. Want laten we dat
goed begrijpen, de Kinderkoerier is
onze eigen krant.
Denk er om, dat die verslagen niet
le lang mogen zijn. Schrijf zo goed
mogelijk, 3lechts op één kant van het
papier. Zullen we ons aan die geza-
melijke afspraak houden? Jullie
«chrijft me over alle mogelijke uit
stapjes en ik plaats ze. als ze geschikt
«tjn in onze krant. Maar wees niet
boos ais ik ze niet geschikt vind.
want kan ook eens voorkpmen.
ROB
den. Toen deed Hummeltje de deur
open. Snel draaide hij zich om, toen
hij i£ruin zag liggen en legde een
vinger op de lippen. De anderen kwa
men allemaal naar binnen en genoten
van het vret.*dzame schouwspel. Daar
lag hun trouwe vriend Bruin zo ge
zellig in hun huis te slapen. Wat had
hij hen deze winter toch fijn het le
ven gered, toen die vossen kabouters
wilden eten. Ze gingen allemaal om
Bruin heen staan en begonnen hem te
strelen. Wat een lieve oude beer
Bruin vond dat gestreel heel pret
tig. Hij droomde, dat men bezig was
zijn hele lichaam vol te smeren met
honing of jam. Ha, ja, jam. dat was
wat. Hij begon te likbekken bij de
gedachte en mompelde in zijn droom:
„Jam. jam. dat is nog lekkerder dan
honing".
Toen gaf Kitombeen een schreeuw
er> wees op de lege emmer, waar des
r.iorgens nog zulke heerlijke jam in
had gezeten. En de volgende keer ver
tel ik jullie, hoe snoepers te pas ko
men. Dat was wel erg voor Bruin,
maar hij had het verdiend.
Toen Oom RoV> een
jochie was
WE HADDEN bij ons op het dorp
vroeger een man, die een beetje zon
derling was. Hij was niet gek hoor.
Helemaal niet. Op verschillende pun
ten was hij zelfs verbazend knap,
maar toch deed hij soms dingen, waar
van je zei, nou hét is of hij ze niet
allemaal heeft. En het gevolg wasj
dat hij menigmaal het mikpunt wa:
van spotternijen. En dat vond hij nog
helemaal niet erg ook. Hij trok zich
daar niets van aan. En wat ik jullie
nu ga vertellen, heb ik niet zelf be
leefd. maar ik heb het toch wel mee
{.e.-.aakt. Alleen was ik er zelf niet
bij betrokken. Maar ik hoop. dat jul
lie het verhaat maar weer met veel
p.- i7ier zullen lezen.
De veldwachter van ons dorp had
ook nog wel eens wat met die zon
derling te stellen, want hij meende,
dat liij een heleboel, dingen mocht
doen, die andere mensen niet moch
ten en da tging natuurlijk niet.
De Zwaan op de toren
van Veenhuizen
VORIGE KEER heb ik jullie ver-
teld van de ruitertjes die soms van
de Waagtoren afstappen, om in de
nacht mensen die in nood verkeren
te helpen. Nou, laat ik jullie vertel
len, dat er in vroeger tijden in WeSt-
Friesland wel meer van die bijzon
derheden waren. Misschien tegenwoor
d'ig ook nog wel. maar je hoort er
niet zo veel meer over spreken. De
mensen zijn wat ongezelliger gewor
den. Ze hebben het zo druk, ze haas
ten zich zo, maar in vroeger tijden,
toen er nog geen treinen en autobus
sen en vliegtuigen waren, zaten de
mensen in lange winteravonden bij
de haard en dan werden al die ge
schiedenissen verteld. Dan walmde
er een schemerig oliepitje, dat grilli
ge schaduwen op de wand wierp en
als vader dan zo'n verhaal vertelde,
begon je haast te griezelen En toch
zit er in die oude verhalen wat heel
moois En daarom ben ik nu begon
nen, er enkele op te schrijven, opdat
ze niet verloren gaan. En zo zal ik
jullie nu eens iets vertellen over de
zwaan, die op het kerkje te Veen-
huizen stond. Ik weet niet of hij er
nog op staat. Misschien is hij wel ver
dwenen, maar jaren geleden, toen ik
eens in Veenhuizen geweest ben,
stond die zwaan nog steeds op de
toren.
Toen de Heerhugowaard een poos
droog was, het is immers een meer
geweest, kwamen er mensen wonen.
Sommige mensen waren spoedig rijk
en anderen bleven steeds arm. Wat
ze ook deden, niets hielp. Het leek
wel. dat het die mensen altijd tegen
zat. Al hun arbeid baatte niet. Dan
ging er een koe dood, dan was er
misgewas, dan vernielde een storm
de oogst, terwijl anderen die juist
binnen hadden, het werd een groep,
die door de andere mensen met een
scheef oog werd aangekeken.
Want jullie hebt misschien ook wel
eens gehoord, dat men in vroeger tij
den geloofde, dat zulke mensen ver
doemd waren.
Het* lot van die mensen werd mise
rabel. Ze werden door anderen ge
meden. Niemand wilde iets meer met
hen te doen hebben en ten slotte wa
ren het stakkerds, die in schamele
hutten woonden en bijna geen kleren
meer aan hadden. Toon kwamen er
enkele Heerhugowaarders bij elkaar
en ze vonden, dat die mensen de po'
der uit moesten, want wie weet. of
ze de duivel niet aantrokken en als
dat zo was. dan was er groot gevaar,
dat de hele bevolking het lot zou
delen, dat deze ongelukkigen 'ten
deel was gevallen.
Die besprekingen hooide het zwaan
tje, dat op de toren van Veenhuizen
stond. En de zwaan was daar erg be
droefd over. Hij had gezien, hoe die
mensen hadden gewerkt en geploe
terd en het was vreselijk te moeten
bedenken, dat die mensen nu verdrc
ven zouden worden van huis en hof
en hun huizen aan de vlammen te.
prooi zouden vallen. Waar moesten
die arme stakkers heen? Er was im
mers niemand in de hele provincie,
die ze wilde herbergen?
Des te meer de zwaan er over na
dacht. des te droeviger werd hij. Ten
slotte biggelden de tranen over zijn
stalen hals en nu gebeurde het grote
wonder: Terwijl die tranen langs de
hals van de zwaan stroomden, veran
derden ze in prachtige grote paarlen.
Ze kletterden over de leien van de
toren, dansten in de goot. sprongen
op en kwamen ten slotte terecht op
het pad. ,dat naar de begraafplaats
leidde. Daar lagen ten slotte wel meer
dan honderd parels. Ze schitterden in
de maneschijn en het leek wel, alsof
ze ^j?gen de zwaan knipoogden en zei
den: Alles zal in orde komen Maak
je maar geen zorgen hoor
Nu was er een paar dagen geleder
een der armen gestorven en die man
die al heel oud was in de polder
tot armoe was gekomen, zou de vol
gende dag begraven worden. Omda'
hij de oudste was, zouden alle ar
men uit de polder op de begrafenis
komen. Ze hadden hem zo goed ge
kend. Ze hadden zo lang meegeleefd
met zijn zorgen en verdriet, dat ze
wilden allen die laatste gang mee "ma
ken. Andere mensen kwamen er niet
Toen de stoet langs ging. zaten ze
achter de ramen te kijken en te mop
peren, dat 't een schandaal as, dat
die mensen nog in de ooider woonden
•n dat ze er uit moesten.
Het was een droeve stoeten de dag
was ook droevig. Een lichte regen
viel en de parels die op het kerke-
pad lagen, hadden alle glans verlo
ren. Het was of ze meetreurden met
de armen. Maar nauwelijks was de
plechtigheid ten einde, of een wind
vlaag deed de wolken vaneen gaan
de zon brak door. de zwaan piepte in
zijn schanieren alsof hij dol ve.-i jw><
pleizter had. En dat had hij ook? n?ei
want de parels gfansden weer. Ze]
schitterden in de zon. zodat het d«
armen wel op moest vallen. Toen
het oad afliepen, zagen ze de parels:
liggen. Ze raapten ze op en voelden,
dat er eindelijk een wonder aan hen
verricht was. Ze verkochten al hun
schamele bezittingen en verlieten de
polder. Met het geld, dat ze voor de
parels hadden gekregen,'begonnen ze
een nieuw leven aan de andere zijde
van de oceaan, waar nog een dorp
moet liggen, dat Zwaandorp heet.
Want ze begrepen heel goed. dat ze
dat wonder te danken haden aan de
zwaan van de kerk te Veenhuizen
Hieronder volgen de oplossingen
van de opgaven die in onze Pinkste-.
krani stonden.
I Een schildersezel
Oorvijgen
Muzieknoten.
II Bloemen in de we*
Madeliefjes
Pinksterbloemen
Paardebloemen
Boterbloemen
Dotterbloemen
Margrieten
Wilde papavers (in knop»
Koekoeksbloemen
Wilde zuring
Dovenetels
Kattetongen
Hondsdraf
Vogelbekjes
Leeuwenbekken
Klaver
En er zijn er nog wel meer, maai
die moet jullie maar schenken
Prijswinnaars waren deze keer:
Rina Mantel, Nieuwe Niedorp en
Ankie Spaans, Loet K 189. Schagen
De kleurwedstrijd werd gewonnen
door:
Trio Kroes, Rarsingerhorn.
De prijzen zijn reeds toegezonden
OOM ROB
De raadsels van vorige week kun
jullie nog inzenden tot aanstaande
Woensdag en voor die raadsels zijn
nog weer prijzen beschikbaar En van
deze gelegenheid maak ik ook ge
bruik om aan alle clubvrienden te
vertellen, dat ze me steeds raadsels
kunnen opzenden. Ik vind het erg
leuk, als jullie eigen raadsels in de
krant staan En ik geloof van jullie
»f ook.
Inzenden aan OOM ROB.
Postbus 3, Schageu
meende hij. dat hij in een bepaalde
sloot mocht vissen, terwijl de veld
wachter van oordeelvwas. dat dat wa
ter aan een ander toebehoorde. Toen
had je de poppen aan het dansen. We
stonden er met enkele meisjes en jon
gens om heen. toen de veldwachter
hem vertelde, dat het niet langer ging
want dat water was van Jansen. De
man heette natuurlijk anders, maar
dat doet er niet toe. En toen vroeg
de zonderling of dat wel waar was
„Natuurlijk", zei 'de veldwachter.
„Nou", zei de zonderling ..dan mag je
wei opletten, want ze zijn bezig het
water van Jansen te stelen". En ter
wijl hij dat zei. wees hij op het stro
mende water. De veldwachter werd
boos. vooral omdat wij hartelijk lach
ten en het eind van het lied was. dat
de zonderling werd bekeurd, omdat
hij in water dat van een- ander was.
zat te vissen.
En dat vond hij niets erg. Hij was
altijd even vriendelijk tegen de veld
wachter, legde hem geen strobreed in
de weg. maakte een praatje, presen
teerde een sigaar en scheen alles ver
geten te zijn.
Nu moet ik jullie een paar bizon
der heden vertellen. Op het dorp waar
ik woonde, liep de sloot waarover ik
hierboven schreef vlak langs de open
bare weg. En de weg volgde de boch
ten van de sloot. Het was dus geen
weg voor snelverkeer. Maar dat was
er in het dorp toen ook niet. Tegen
woordig weet ik 't niet. want ik ben
er in jaren niet geweest. En de zon
derling, dat moet jullie ook weten,
reed niet op een ge Won e fiets, maar
op een driewielde fiets. Geen bak
fiets. maar een gewone driewieler. Je
ziet ze maar heel zelden. En rond
die driewieler had zich 'n verhaal ge
sponnen. Ieder op het dorp zei. dal
iemand die op een gewone fiets kon
rijden, niet op een driewieler kon
worden. Het was natuurlijk onzin,
maar het werd gezegd en ieder dit
het gevraagd werd, hield het strak
en stijf vol. Je kon niet sturen als je
op een fles met twee wielen gezeten
had. En de -zonderling zelf verkondig
de het elke dag driemaal. Waarschijn
lijk met de bedoeling, dat de jongens
niet op de driewieler zouden kruipen,
als hij voor het huis stond. En nu
tenslotte nog een bizonderheid: Op
mooie avonden stonden er altijd veel
TiScn voor het café te praten.
Nu keren we tot de zonderling en
de veldwachter lenig Het was een
r heerlijke avond, enige weken na het
vrs-incident. Er stonden een twintig
tal mensen en ook wel zoveel kinde
ren bij de herberg, waarvoor de zon
derling ook stond, gezeten op de drie
wieier. Dat was een groot voordeel:
Je kon op de fiets blijven zitten pra
ten. Een stoel had je niet nodig.
Toen vroeg ik, of ik eens op die
fiets mocht en het antwoord was a!s|
gewoonlijk dat het niet kon. De veld
wachter begon te lachen en zei. dat
hij daar niet in vloog. ..Nou. zei de
zonderling lachend, „daar wil ik een
doos sigaren onder verwedden. Als
jij tweehonderd meter op die driewie
'er rijdt zonder een ongeluk te krij
gen. heb jij een doos sigaren, sn
ik een".
Als de veldwachter de schelmse
blik van de zonderling had gezien,
was hij misschien verstandiger ge
weest. Maar .nu verklaarde hij par
mantig. dat de weddenschap doorging
en dat hij zeker een doos sigaren had
verdiend.
Er kwam spanning bij ons allen
Bij de ouden zowel als bij de jongen.
De zonderling stapte af en de veld
wachter stapte op. De veldwachter
begon te trappen en de zonderling
hielp hem duwen. Toen gebeurde er
ies wonderlijks De weg maakte een
tamelijk scherpe bocht en plotseling
zagen we de veldwachter onmogelij
ke pogingen doen om het stuur om
te gooien. Het lukte n;et. Even pro
beerde hij van de fiets af te sprin
gen. maar een laatste duw van de
zonderling voltrok het vonnis. De
veldwachter reed met de driewieler
de berm af. de sloot in. Een ogenblik
later was hij kopje onder terwijl de
zonderling stond te brullen van de
pret.
Toen de drenkeling en de hets wa
ren opgehaald, bleek dat er aan het
stuur een inrichting zat. waarmee je
Geen nieuwe opgaaf
Gek hè? Geen nieuwe opgave.
Maar als je er goed over nadenkt, is
het niet zo erg gek. De zomer is tn
het land. De avonden zijn voorbij en
met dit mooie weer heb jullie na
tuurlijk geen zin om raadsels »n te
sturen. Dat kan ik me begrijpen. Dal
betekent niet. dat er deze zomer in 't
geheel geen raadsels meer in de Kin
derkoerier komen Volgende week
misschien weer wel. Misschien dat
jullie me wel eens wilt schrijven of
jullie deze zomer wilt doorgaan met
ons raadselhoekje. Als er veel liefheb
bers zijn, gaan we wel door.
OOM ROB
dat kon vastzetten. En dan was de
fiets volslagen onbestuurbaar. Wat
heeft de veldwachter dat dikwijls
moeten horen.
En nu maar weer tot de volgende
heer OOM ROB
VAN DIT EH VAN DAT...
Oom Rob antwoordt
Janny den Das Petten
Wat heb jullie een pr&chtige wan
deling gemaakt Janny. En wat een
prachtig rappori had je. Jullie waren
wel laat in Petten, maar nu kan het
er ook mee door hoor'.
Cor Klos Rarsingerhorn
Wat een doerak van een zusje heb
jij Cor! En wa» een lollige naam. Als
je nu soitiS nog eens geen inkt hebt.
dan gebruik je maar potlood.
Jannie Paariberg Dirkshorn
Wat fijn dat moeder voor je wilde
schrijven Jannie. Kan je al lezen''
Anders moet ze maar voorlezen dat
je de hartelijke groeien hebt van
Oom Rob.
Marictje Schermechorn 1 Zand
Wat maak jij me nieuwsgierig Rie!
Je vindt het toch wel goed dat ik je
naam wat korter maak?
Rina Mantel Nieuwe Niedorp
Waar gaan jullie schoolzwemmen
Rina? In de Rijd zeker! Ja Oom Rol:
heeft nog al wat avonturen beleefd
Je raadsels gebruik ik ter zijner tijd
Bedankt voor de postzegels.
Lijny de Jong Middenmeet
Dat heb jullie vorige Zaterdag ge
troffen met die wandeltocht door de
Meer. Zulk heerlijk weer. Heb je ook
een herinnering gekregen? Lollig als
je zo in spanning op de krant wacht
hè?
Maarljc Kooy Stolpen
Bedankt voor de raadsels Maart je.
Wat een prachtig schoolreisje heb
ben jullie. Ik hoor er wel eens wa;
van hè?
Atitiie de Graal' A. Paulowoa
Nog hartelijk gefeliciteerd met je vet
jaardag Annie. Gezellig als er zoveel
meisjes op bezoek komen. Je zwemt
zeker in Het oude Veer. Of heb jullie
nog een bad in Anna Pnutowna?
Gcrrit Waihoer Slootdorp
Fijn dat jullie huis al zo opschiet
Gerrit. Dat was een hele wandeling
voor je Een prettig werk anders wel.
zo'n wandeling in de polder.
Cor Kooy Anna Pautónna
Ik heb nog nooit van prikkelboom
pjes gehoord Cor. Je bedoelt zeker
niet de hagedoorn. Die ken ik wel en
daarin nestelen de vogels graag. Be
dankt voor raadsels. De advertentie
van Meeldijk kan ik niet in de Kin
derkoerier plaatsen. Jammer hè?
ONZE PINKSTER
We hebben een fijne Pinkster ge
had. De eerste Pinksterdag heb ik 'a
grote wandeling gemaakt met twee
vriendinnetjes en mijn zusje. We z n
dwars door de duinen gegaan langs
de grote vijver naar Sint Maartenszee
In de duinen stond een prachtige Bilei
doorn. We hebben er ook patrijzen
gezien en er bloeide al een orchidee
Bii Sint Maartenszee zijn we eer
poosje gaan zitten. Daarna zijn we
langs het strand terug gegaan. Het
schuim kwam tot de voet van de etui
nen toe. Een buurman had op het
strand een inklvis gevonden.
De tweede Pinksterdag zijn we met
onze auto naar IJmuiden gegaan, over
Schoorl en Bergen. Castricum en Bak
kum. In IJmuiden hebben we eea
wandeling langs het strand gemaakt
We zagen een paar schepen juist
binnenkomen. Om 7 uur 's avonds
waren we weer thuis.
Ingezonden door:
Jannie den Das.
MET INKT
Die Hannes kan toch schrijven zeg
Heel keurig op de lijntjes
De neerhaal maakt hij stevig dik
De ophaal maakt hij fijntjes
Een enkel spatje hindert niet
Zo denkt hij onder 't schrijven
Zo'n lange brief en dan met inkt
Dat kan niet netjes blijven.
Nu is hij klaar, nu kijkt hij op
Och Hannes kijk eens even!
Waar komt die zwarte neus van
Je neus heeft meegeschreven.
Ingezonden door
Marietje Schermerhom
NAT GIJSJE
Pieters Gijsje kwam van de brug
Met een knapzak op zijn rug
Met een stokje in zijn hand
Zo kwam Gijsje in het land
Pieters Gijs. die rare snater.
Viel van 't bruggetje in t water
Handjes nat en voetje? nat
Zo kwam Gijsje in de stad.
Ingezonden door
Cor Klos
SCHILDERIJTJE
Een boerderij met vuurrood dak
Een zingende vogel op bloeiende
Een kleurig bloeiend weitje
Een jolig springend geitje
Is dat geen schilderijtje?
Ingezonden door
Rina Mae
IN DE ZOMER
Ats de zoiner ts gekomen
Ontluiken de bladen aan de borrVr
Dansen de bijtjes om de bloemen
Hoor je vele vliegen zoeme*i
Gaan wij heerlijk naar het strand
Springen in 't water hand in hand
Rennen te samen de duinen op
Vliegen dan weer over de kop
We zoeken bramen die we lusten
En gaan eindelijk wat rusten
Marietje Sehermerhorn
ROMMELPOT
'k Heb at zo lang met de
rommelpot gelopen
'k Heb geen geld om brood te kopen
Rommelpotterij, rommelpotterij,
Geef me een cent, dan ga ik voorbij.
Piet Kun
SCHOORSTEENVEGER
Schoorsteenveger, zwarte man
Wat heb je een vuil pakje an
Je moeder moet het wassen
Je zuster moet het bleken
Je vrouwtje moet het strijken
Je mag er zelf naar kijken
En als het klaar is. trek je 't an
Dan ben je weer een witte man
Djoke Beetsm*
Ren .uchtfoto van New Vork City Building
OOR *N GRATIS ADVERTENTIE IN DE KINDER KOERIER
(«onder dne bim wordt geen advertentie meer aangenomen)
vraagt
Kina Mantel. Langereis A 3#, te
Nieuwe Niedorp
heefi zilverpapier en vraagt hier
voor 3 Flipjes
Cor Cornelisen, Meerweg 25. te
Breesand
heeft 90 Van Neile punten; vraagt
daarvoor 20 Van der Plaais.
L(jny de Jong. Oudelanderweg E
40, Middenmeer
heeft 14 Meurisseplaat jes; vraagt
10 punten van Van Nelle's thee of
8 Meurisse punten of 7 Flipjes.
Cor Cornelisen. Meerweg 25. te
Breezand
heeft 8 Niemeyer, 2 Goal en 2
Flipjes, vraagt daarvoor 30 Van
der Plaais.
Jan Buisman. Nes G 38, Sc hagen
vraagt een correspondentievriend
van 1112 jaar.