Aanmeldingsplicht DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKi haodel eo ambacht ROYALE ZORG VOOR ONZE OORLOGSINVALIDEN Radioprogramma Hoofdredacteur: J. KEESMAN, Schagen voor BEDRIJFSLEVEN INGEDEELD IN ZES HOOFDGROEPEN. WIE WEL EN WIE NIET ONDER DEZE REGE LING VALLEN. 's-GRAVENHAGE, 21 Oct. In de Ned. Staatscourant is onlangs gepubliceerd een beschikking van de organisatie-commissie, regelende -de verplichte aanmelding van den handel en het ambacht. Teneinde de strek king van deze beschikking te kunnen begrij pen, dient men zich enkele feiten in herin- Jiering te roepen. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van Handel. Nijverheid en Scheepvaart van 31 Oct. 1940 werd de basis gelegd voor den opbouw van een zelfstandige organisatie ter ontwikkeling van het bedrijfs leven. De taak om den opbouw tot stand te brengen is opgedragen aan de organisatie- commisie (de commissie-Wolterson). De wij. ze van opbouw is destijds geregeld in een aantal hesluiten. In een dier besluiten zijn de hoofdlijnen aangegeven, welke bij de in deeling van het bedrijfsleven zijn te vol gen. Zoo bxat dit besluit de bepaling, dat het bedrijfsleven zal worden ingedeeld in zes hoofdgroepen, namelijk voor de industrie, het ambacht, den handel, het bankwezen, het verzekeringswezen en het verkeer. De aldus gevormde hoofdgroepen worden ieder naar producten of werkzaamheden onder verdeeld in bedrijfsgroepen en deze naar ge lang van de belangrijkheid weer in vak groepen, c.p. ondervakeroepen. Binnen de hoofdgroep industrie zijn naar men in de dagbladen heeft kunnen lezen reeds een aantal organisaties ingesteld. Bij de be schikkingen van de organisatie-commissie op grond waarvan deze organisaties werden ingesteld, werd steeds aan alle ondernemin gen. behoorende tot dien tak van industrie de vernlichting opgelegd zich 'bii de nieuw ingestelde organisatie aan te melden. In de afoeloonen maanden Is de noodzakelijkheid nevoeld ,een beter inzicht te krijgen in die feitelijke ver houdingen on het oebied van den handel en het ambacht, alvorens een definitieve orqanisatievorm voor den handel en het ambacht In het leven te roepen. Als voorbereidende maat regel is thans verschenen de be schikking. op grond waarvan een Ieder, die den handel of het am bacht uitoefent, verplicht is zich aan te melden. Deze aanmelding vindt plaats bij een centraal punt en wel gelijktijdig voor alle ondernemingen. Deze methode, beteekent een aanmerkelij ke vereenvoudiging voor het bedrijfsleven, •daar thans ondernemingen, welke onder meer dan één groep moeten worden georga- seerd (b.v. onder groothandel en kleinhandel of onder kleinhandel en ambacht) in het al gemeen wel kunnen volstaan met éénmalige aanmelding. De verschillende rubriceeringen, welke in deze beschikking worden genoemd, loopen echter niet vooruit op de t.z.t. in het leven te roepen organisatievormen voor den han del en het ambacht. De beschikking legt dus In het algemeen de verplichting tot aanmelden op aan alle ondernemingen en ondernemers, behoorende tot den handel of ambacht en geeft voorts een omschrijving van de ver schillende categorieën van aanmeldings- plichtigen. Tot den handel in den zin van bedoelde beschikking behooren: a) de groothandel, omvattende alle in Nederland gevestigde natuurlijke of rechtspersonen, die hun beroep er van maken voor eigen rekening en risico goe deren te koopen en zonder dat deze goe deren be- of varwerking ondergaan an ders dan in den handel gebruikelijk deze te verkoopen aan wederverkoopers alsme de aan koopers, die deze goederen in hun onderneming aanwenden, b) de koloniale producenten, om vattende: alle in Nederland gevestigde natuurlijke of rechtspersonen, die er hun beroep van maken de door henzelf in één der Nederlandsche overzeesche gebieds- deelen voortgebrachte producten te ver koopen, of als verkoopers krachtens ver tegenwoordiging van of in andere ver houding tot een producent uit één der gebiedsdeelen of in beiderlei hoedanig heid optreden, c) de tusschenpersonen, omvatten de: alle in Nederland gevestigde natuur lijke of rechtspersonen, die er hun beroep van maken hun bemiddeling te verleenen bij de totstandkoming van handelstrans acties, d) de kleinhandel, omvattende: alle in Nederland gevestigde natuurlijke of rechtspersonen, die er hun beroep van maken goederen te verkoopen in den regel door uitoefening van een winkelbe drijf of in den markt- of straathandel aan verbruikers, niet vallende onder de koopers, bedoeld sub a. Ingrijpend karakter. Alle ondernemingen en ondernemers, val lende onder één of meer der hierboven ge noemde omschrijvingen zijn derhalve tot aanmelding verplicht. De aanmelding moet geschieden voor ondernemingen, welke hier te lande zijn gevestigd. Dit moet aldus wor den opgevat, dat het gaat om ondernemin gen, welke hier te lande hun bedrijf uit oefenen, hetzij op het gebied van den groot handel, van den kleinhandel, van het am bacht of als tusschenpersoon. Hierbij doet het niets ter zake of de onderneming al dan niet statutair in Nederland is gevestigd. Waar het om gaat is de vraag, of een on derneming hier te lande, onder welken rechtsvorm dan ook, werkzaamheden ver richt, die binnen het bereik van de aanmel ding vallen. Uit de gegeven opsomming blijkt reeds het ingrijpende karakter van de beschikking. Zoo valt onder de bepalingen van de beschikking de geheele detailhandel, ongeacht of de ze wordt uitgeoefend In een winkel, in een gesloten huis, op de markt of door venten op straat. Ook het klein ste bedrijfje, waarbij de eigenaar voor eigen rekening regelmatig langs de straat goederen uitvent (b.v. visch, groenten, petroleum enz.) wordt dus beschouwd als onderneming in den handel en is daarom aanmeldings- plichtig. Aanmeldingsplichtig is ook de geheele groothandel, in welken vorm ook uitge oefend (dus ook import, export en grossier- derij). Tot het ambacht wordt geacht te be hooren niet alleen wat men vanouds am bacht pleegt te noemen (b.v. een smederij), maar ook de in modernen vorm uitgeoefende kleinnijverheidsbedrijven. De eigenlijke in dustrie, het fabrieksbedrijf valt er buiten. Ontheven van de verplichting tot aanmel ding zijn vanzelfsprekend ook die onderne mingen en ondernemers, die reeds op grond van een desbetreffende beschikking van de organisatie-commissie bij één der tot de hoofdgroep behoorende ondergroepen zijn georganiseerd. Tot het ambacht worden voorloopig ook gerekend de zg. dienstverleenings- ondernemingen, voorzoover deze niet zijn verkeers- of transportondernemingen. De aanmelding behoeft dus niet te geschieden door autobusondernemingen, bode- en be zorgingsdiensten, maar wel door bv. glazen- wasscherijen, zuiveringsbedrijven, rijwiel stal lingsbèdrij ven, begrafenisondernemingen e.d. Ook makelaars enz. Tot de tusschenpersonen moeten in den geest van deze beschikking allen gerekend worden, die hun bemiddeling verleenen bij de totstandkoming van handelstransacties. Tot deze categorie behooren dus ook make laars in onroerende goederen, houders van verhuurkantoren, vendumeesters, houders van advertentiefoureaux, e.d. Vele takken van bedrijf, welke men misschien tot den handel zou wil len rekenen, vallen buiten den aan meldingsplicht, omdat zij niet bij den handel, maar t.z.t. afzonderlijk worden georganiseerd. Hiertoe be hooren de tusschenpersonen in het verzekeringsbedrijf, alsmede het hotel-, café- en restaurantbedrijf. De aanmelding geschiedt door invulling en in levering in tweevoud van een vragen formulier. dat verkrijgbaar is bij alle Ka mers van Koophandel en in bepaalde plaat sen ook op de postkantoren en ter gemeen te-secretarie. De wijze van beschikbaarstel ling van de formulieren wordt voor elk district door de K. van Kooph. in de pers bekend gemaakt. De aanmeldingsformulieren moeten wor den ingezonden aan de Commissie voor de Organisatie van het Bedrijfsleven te 's-Gra- venhage en wel, volgens de beschikking, vóór 26 October a.s. Naar mag worden ver wacht, zal deze termijn met veertien dagen worden verlengd. Voor de toezending kan gebruik gemaakt worden van de portvrije enveloppe, die bij elk stel formulieren wordt verkrijgbaar ge steld. De kosten. Zoodra aan de verplichting tot aanmelden is voldaan, wordt aan den inzender van het formulier onder rembours een ontvangst bevestiging toegezonden, waarvoor een be drag verschuldigd is. dat varieert naar de grootte van de onderneming. Voor de be paling van dit bedrag worden de onderne mingen ingedeeld in een drietal klassen, namelijk ondernemingen, wier omzet in- 1940 bedroeg: 1) minder dan f 500 (aanmeldingsbedrag f 0.75): 2) van f 5000 tot 25000 (aanmeldings bedrag f 1.25) 3) boven f 25000 (aanmeldingsbedrag f2.75). De aandacht van de belanghebben den wordt er op gevestigd, dat deze ontvangstbevestiging het bewijs vormt, dat aan de verplichting tot aanmelding is voldaan. Zij moet derhalve goed worden bewaard. Kan men bij contróle deze bevestiging niet toonen. dan wordt men geacht in overtreding te zijn met alle ge volgen van dien. 4 Hoewel de vraagstelling van het formu lier zoo eenvoudig mogelijk gehouden is, is het denkbaar, dat betrokkenen met de in vulling van bepaalde vragen moeilijkheden ondervinden. Door elke Kamer van Koop handel zal daarom voor haar district een regeling worden Betroffen t.a.v. de voor lichting bij de invulling. Aan deze regeling zal voldoende ruchtbaarheid worden gege ven. Zoo bestaat b.v. de mogelijkheid, dat de Kamer in enkele gemeenten van haar district zitdagen houdt, waar alle aanmel- dingsplichtigen voorlichting bij de invulling kunnen ontvangen. Op een enkel punt. dat tot misverstand aanleiding zou kunnen geven, mag hier nog worden gewezen. In het aanmeldingsformu lier wordt onder meer gevraagd naar de omzetcijfers van de ondernemingen. Hier kan een moeilijkheid rijzen, wanneer de omzet in den transitohandel moet worden opgegeven. Ter verduidelijking zij daarom vermeld, dat het de bedoeling is, dat het omzetcijfer wordt gegeven van de transac ties, welke bier te lande tot stand gekomen zijn, ongeacht of de goederen inderdaad door ons land zijn gevoerd of in transitover- keer buiten ons land omgaan. Buiten het opgegeven omzetbedrag valt dus de omzet verkregen door in het buitenland of in over zeesche gebiedsdeelen afgesloten transacties. Niet aanmelding strafbaar. "Wordt, aan de verplichting tot aanmelding niet voldaan, of wordt op ander wijze in strijd met de beschikking gehandeld (waar toe ook behoort het niet naar waarheid in vullen van het formulier) dan kan een ge vangenisstraf worden opgelegd van ten hoogste een jaar of een geldboete van ten hoogste tienduizend gulden. Verwacht wordt evenwel, dat een dergelijke strafoplegging nimmer zal behoeven te geschieden en dat de belanghebbenden zoodanig van het nut en de noodzaak van de onderhavige aan melding overtuigd zijn. dat zij hun volle medewerking zullen verleenen. Op deze medewei-king wordt, voorzoover noodig. bij dezen nog eens een krachtig beroep gedaan. Een eereschuld wordt ingelost 75. Voor hij er echte op bedacht was, la^h1 al over boord. Hij greej de zakken, die meege. gleden waren, maar dii zonken steeds diepe; weg, naarmate hij als reddingboei trachtte te gebruiken. Met moeite wist de maa die roeide, hem beet pakken en> naast boot te houden. 76. Piet greep de rand, trok zich op en gleed tenslotte als een glibbe rige visch languit op den bodem. Dat is me wat moois, bedacht Piet. nu heb ik al drie zakken wijn verloren doen gaan, oei, daar zal wat voor me op zitten. Hij hield zich nu maar verder stevig aan de beenen van den roeier vast. Als ze dan weer zoo'n schuiver na men. had hij tenminste een steunpilaar. Met het besluit om eenige honderden oor logsinvaliden in Overheidsbedrijven te plaat sen, wordt een eereschuld van het Neder landsche volk jegens mannen die hun leven veil hebben gehad en hun gezondheid heb ben gegeven in dienst van het vaderland, ingelost. Hierbij moet tevens met voldoening gecon stateerd worden, dat men zich niet beperkt heeft tot degenen die in de vijf Meidagen van 1940 gewond zijn, doch het begrip „oorlogs invaliden" uitgebreid heeft tot allen die na 11 April 1939 invalide zijn geworden. Dit is de dag van de „buitengewone oproeping uitwendige veiligheid", de mobilisatie van de grensbataljons in verband met de toen ernstig toegenomen spanningen in Europa. Een tweede beperking is. dat iedere invalide oud-militair als oorlogsinvalide wordt aan gemerkt, die in en door den dienst zijn inva liditeit heeft gekregen of wiens invaliditeit hierdoor is verergerd. Zooals b.v. bij het verleenen van geldelij- ken steun en herscholing, is de Overheid ook bij deze nieuwe regeling uitgegaan van den grondregel, dat de Staat voor de oor logsinvaliden alles doet wat noodig of ge- wcnscht is, zonder in luxe te vervallen. De belangen der oorlogsinvaliden worden op royale wijze behartigd, gelijk van den aan vang af met de geneeskundige behandeling het geval is geweest en welke zoo noodig uitgestrekt wordt tot verschaffing van een invalidenwagentje, kunstledematen en onbe perkte verpleging en verzorging, zoolang de opgeloopen verwonding of kwaal niet gene zen, dan wel verholpen is, of weder hinder gaat veroorzaken. Wanneer een oorlogsinvalide naar menschelijk vermogen lichamelijk en geestelijk geheel geholpen is, komt nu de uitvoering van deze jong ste maatregel, waartoe thans het principebesluit genomen is. Er komt een verordening, waarbij de secreta ris-generaal van Binnenlandsche Zaken gemachtigd wordt aan open bare lichamen de verplichting op te leggen, oorlogsinvaliden in dienst te nemen tegen een nader door het departement vast te stellen bezoldi ging. Zoo noodig kan zelfs het be noemen van oorlogsinvaliden boven de gewone personeelsbezetting ver plicht worden gesteld. Zooveel moge lijk zullen de menschen in of in de omgeving van hun woonplaats wor den tewerkgesteld. Vele gewonden hebben reeds werk gevonden, zoodat l\et departement meent, dat thans nog ongeveer 1000 personen geholpen zullen, moeten worden. Men kan deze regeling beschouwen als de bekroning van de bemoeiingen der A.V.O., de vereeniging „Arbeid voor onvolwaardi- gen", welke meer incidenteel, reeds voor treffelijke resultaten heeft weten te berei ken wat betreft het bezorgen van passen den arbeid aan oorlogsinvaliden. Hiernaast zorgde het „Bureau Oorlogsgewonden" van het Departement van Defensie voor een fi- nancieele overbrugging, doordat b.v. gewon den, na het hospitaal te hebben verlaten, nog een half jaar hun militair tractement of gage konden behouden. Ook de kosu van herscholing neemt de Staat voor f rekening, evenzeer als de bijdrage in j aanschaffing van gereedschap en dergeliji voorzieningen met het oog op het gaan oefenen van een nieuw beroep. Het publiek opgeruid Een maand gevangenisstn] Voor den vrederechter stond een jongemi' terecht, die in Februari van dit jaar m had schuldig gemaakt aan opruiing. H had op den N.Z. Voorburgwal bij het Spil toen de politie troepen menschen wilde spreiden, geroepen: „Blijf staan, menschen „Massa, verzet u." „Wij willen geen jodo vervolging door die fascistenbenden". Dep litie wist hem tenslotte te arresteeren. Thans ontkende de man deze woorden sproken le hebben. Hij had alleen geroew „Weg met de fascisten'. De officier van justitie eischte een mail gevangenisstraf. De vrederechter veroordi de den man conform den eisch. DONDERDAG 23 OCTOBER. Hilversum I. 415,5 m. 6.45 Gramofoonmuzlek. 6.50 Ochtendgymnastiek. Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B.l Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuzlek. 9.15 Vooi huisvrouw. 9.25 Gramofoonmuzlek. 10.30 Viool en pl 11.00 Voor den boer. 11.20 Zang met pianobegeleiding, Intermezzo: Pianovoordracht (opn.). 12.00 Amabile-se 12.40 Almanak. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en economisch! richten. 1.00 De Ramblers. 1.30 Musette-orkest en se 2.00 Gramofoonmuzlek. 2.30 Kerkorgelconcert (opn.), Ensemble Bandi Balogh. 3.30 Voor de zieken. 4.00 C, „De eeredienst der kerk". 4.20 Gramofoonmuziek, Ensemble Jonny Kroon. 5.15 B.N.O.: Nieuws-, econ sche- en beursberichten. 5.30 Omroeporkest en 60 6.30 Sport en lichamelijke opvoeding. 6.45 Gramofooi ziek. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Omroepsymphoni kest. 8.15 Filmpraatje. 8.30 Berichten (Engelscb). Omroepsymphonie-orkest en solist, 9.30 Berichten gelsch). 9.45 B.N.O.: Nieuwsberichten. 10.00—10.15 BJ Engelsche uitzending: National Features of the Ne lands. Hilversum 301,5 m. 6.45—8.00 Zie Hilversum I. 8.00 B.N.O.: Nieuwsberlc .15 Gramofoonmuzlek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Qt foonmuziek. 10.40 Voordracht. 11.00 Ensemble Jacl Kinderen en solist. 11.40 Orgelconcert. 12.00 John B en z(Jn orkest en soliste. 12.45 B.N.O.: Nieuws- en e mische berichten. 1.00 Salonorkest. 1.45 Voordracht J.N.O.: Nieuws-, economische- en beursberichten. Trio „Pro Musica". 6.15 Sociale zorg. 6.30 Zang pianobegeleiding en gramofoonmuzlek. 7.00 Actueel uurtje 7.30 Gramofoonmuzlek. 7.45 „Brandende kwes causerie. 8,00 Klaas van Beeck en zijn orkest. 8.25 F tooneel. 8.45 De Romancers. 9.25 Gramofoonmuzlek B.N.O.: Nieuwsberichten. 1000 B.N.O.: Toelichting 0 Weermachtsbericht. 10.1010.15 Avondwijding. FEUILLETON door AKSEL SANDEMOSE 10. Nat weertje vandaag, zei de heer des huizes. Verduiveld nat, stemde de dokter toe. Hierna stokte de conversatie voorloopig, terwijl de dokter een sigaret rolde en nog maals onderzoekend iedereen aanzag. Iemand ziek hier? Nee, eerwaarde. De arts stak z'n sigaret aan en zeide op ernstige- toon tot den boer: Ik kan je anders met de grootste stel ligheid verzekeren, dat je dochter bleekzucht heeft, Dat moet je niet zeggen, was het ant woord. Het is duidelijk genoeg. —Nee dat is het niet. Maar man, hoe wéét je, dat je dochter geen bleekzucht heeft? Ik heb geen dochter. De geleerde liet zich niet van z'n stuk brengen. Die jongedame is dan misschien niet je dochter, maar bleekzucht heeft ze. Nee, dat heb ik niet. kwam de jonge dame in kwestie. Je zult me niet aanpraten, dat ik iets mankeer. Ik ben niet zoo dom als mrs. Hughes, die je hebt wijsgemaakt, dat ze galsteen had! Mrs. Hughes had galsteen, en daar heb ik haar van genezen, zei de dokter met groo- ten nadruk. Eensklaps wendde hij zich tot Rasmus: Je ziet er slecht uit, vrind. Ja, kwam de heer des huizes gemoede lijk, de man was zoo goed als dood. Van het lachen, weet je! Iedereen proestte het uit. De dokter ging op de kachel toe en warmde z'n handen. Een ieder draagt verborgen ziekten met zich om, zei hij onverstoord; vroeger of later openbaren ze zich en richten ernstige verwoestingen aan, als niet tijdig ingegrepen wordt door een kundig man. Die jongedame heeft nu misschien nog geen last van haar bleekzucht. Maar over vier laten we zeg gen vijf jaar, kan het haar dood zijn, als ze er niet spoedig van genezen wordt. Met tien jaar zal het haar dood zijn, dan is er geen helpen meer aan. Want bleekzucht is een gevolg van het ontbreken van aderen in het bloed. Doceerend hief hij de hand op: De aderen zijn het vloeiende, de slag aderen het vaste. Als er niet genoeg aderen zijn, kunnen de slagaderen niet vloeien, maar verstoppen ze de aderen, tot men ineens sterft aan hartverlamming zonder er op ver dacht te zijn. Als een dief in den nacht! Die aanhaling uit de Schrift maakte in druk op den boer. Ja, dat is leelijk, zei hg en keek onder zoekend naar het meisje, als verwachtte hij ieder oogenblik, haar dood te zullen zien neervallen als een dief in den nacht. Maar de patiënte liet zich niet intimideeren: Mijn bloed vloeit hard genoeg. Gisteren snee ik me in m'n vinger, en het liep er ge woon met een straaltje uit. Een beetje bloed armoede zou voor mij niet kwaad zijn. Mag ik dien vinger zien? Daar moet je mee oppassen! Hier buiten, waar er zooveel water is, leven er bacillen in de lucht, en een open wond is gevaarlijk, evengoed voor jou als voor de menschen, wier eten je klaar maakt. Kom hier... Ga weg, zei ze. Je moet bedenken... Wil je wat naar je hoofd hebben? Bedroefd ging de medicijnman zitten. Ter wijl hij voordurend in ontmoedigende bewoor dingen bleef praten over den gezondheidstoe stand der aanwezigen, stond Rasmus bij het raam en bestudeerde zijn wagen, die beschil derd was met reclames en mededeelingen over wonderbaarlijke genezingen. Daar ston den ernstige raadgevingen betreffende maag, oogen, likdoorns, zenuwen en den boozen geest, die getuigde van inwendige kwalen en die het hart der geliefde koud maakte. Ras mus stapte naar buiten en keek in den wagen. Die was vol geheimzinnige dingen en stonk hevig naar zwavel. De dokter vertrok na een flesch Ameri- kaansche olie te hebben geleverd en tien pond wagensmeer.. Rasmus keek eens van terzij naar Eva. Dat was een vrouw om op een boerderij te heb ben, daar zat pit in. Gewoonlijk was het de eenvoudigste zaak van de wereld om een vrouw wijs te maken, dat ze alle mogelijke ziektes had, vooral als het zulke bijzondere dingen betrof als aderen en bloed. Maar nee, Eva leed niet aan die nieuwmodische ziekte; zij was prima, van top tot teen. Alleen scheen ze daar zelf ook van overtuigd te zijn. Een weinig onwetendheid in dit opzicht zou de zaak eenvoudiger gemaakt hebben. Och, het was alles zoo makkelijk, zoolang je met een man te doen had. Wou je iets van 'em, dan zei je 'em dat; en was er iets niet in orde en waren woorden niet toereikend, wel, dan had je altijd nog een paar vuisten. Mannen konden wat hem betrof hun gang gaan, zoolang ze hem niet in den weg kwa men. Vrouwen wilde je niet altijd dat recht toekennen. Maar daar stond tegenover, dat je dat niet tegen ze kon zeggen. Rasmus voelde zich als verlamd, als Eva tegen hem lachte; dan werden zijn bewegingen onbe holpen en gekunsteld. De vrouw was een raadsel een groot raadsel! Den volgende morgen scheen de zon, maar Rasmus deed alsof het nooit in de bedoeling gelegen had, zoo gauw te vertrekken. Eerst moesten ze nog van alles inslaan, ze kon den nog best een heele vracht aardappels meenemen... Den dag daarop kon Rasmus geen enkel voorwendsel meer vinden om langer te blij ven. Maar het was zoo hopeloos, Eva te moei ten overlaten aan al die cowboys, die telkens op de ranch kwamen. Bgna iederen zin be sloot hij met de opmerking, dat hij van plan was tegen het voorjaar terug te komen, ter wijl hij overal heen zag, behalve naar den kant waar Eva zat. Hij vermeed angstvallig haar oogen.. Langzamerhand begon zij stil te worden en nam hem onder haar werk door van terzijde op. Dan zien we mekaar van 't voorjaar, zei ze, toen ze hem de harïd tot afscheid gaf. Ja, antwoordde hg dankbaar. En hij was zoo blij als nooit te voren, toen hij de zweep liet knallen en de paarden aantrok. Jensen daarentegen was zoo knorrig en verslagen, als niemand hem nog gezien had. Hij was de ontvangen oorvijg nog niet te boven. Met Nicoline in wijde kringen om zich heen dansend, trok de karavaan verder naar het Westen. VI. Boven op een hoogen heuvel hield Rasmus zijn paard in en keek onderzoekend om heen. Hun weg voerde door uitgestrekte schen met groote meren. Na een tijdlan omgeving te hebben verkend, reed hij nfu anderen terug. Hebben jullie het erop begrepen? i hij. Dat land hier is niet zooals het moei Pedersen zag naar de wielen van z'n gen. Ze zakten diep in den grond. Waar de voeten zette, overal voelde de bodem en zacht aan. Het bevalt me niets, zei hij.. We zi een slecht gedeelte terecht gekomen Charles stelde hem gerust. Het duun niet lang.. Zulke gedeelten je dikwijls op de prairie. D'r is hier geen levend wezen te b nen, zei Rasmus Dat benauwt me het i Geen vlieg, geen konijn, geen vogel. B hier zoo stil, dat het gonst in je ooren Ja, zei Charles. Dit is het land vai dood. Niemand weet waarom. Viermaa ik hier door gekomen, maar nooit heb il spoor van leven gezien. De bodem is b met een laag mos, heele stukken kun j breken maar de grond is droog. Je zoo diep graven als je wilt, maar iets a dan losse turf en takken vind je niet... Er konden toch dieren zijn, m Rasmus. Waarom zie je hier zelfs geen Dat begrijp ik niet. Charles schudde het hoofd: Dat begrgpt geen mensch. Ik denl er hier booze geesten wonen. Plantei boomen kunnen hier groeien, maar i kunnen hier niet leven. Die gaan doo( verdriet en narigheid... en ik wil je wé !?en. dat het twintig uren rijden is voi aan goed water komen. Het water i meren is even zout als dat van den i Oceaan... (Wordt vervolj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1941 | | pagina 2