brievenbesteller
Folkloristische dansen
Veekwakzalvers
NEDERLAND ZELFSTANDIG IN HET
NIEUWE EUROPA
De weg geëffend voor samenwerking
EIKELCAMPAGNE
OP DE VELUWE
DE VRIEND
De
,N \I8*i
GEBRUIK HET
GROENTENAT!
V? liter bloemkool water en tap tem elk. 30
g. bloem, boter, wat aroma, fijngehakte pe
terselie of kervel. Het bloemkool water aan
de kook brengen met zooveel taptemelk,
dat" een goed smakend vocht verkregen is
Dit met de aangemengde bloem binden,
Wat boter toevoegen en de saus afmaken
met wat aroma en fijngehakte peterselie.of
kervel
Een band met onze voorouders
van voor 20 eeuwen
Ons land wacht
een groote taak
HET is onder de hnidige omstandig
heden duidelijk, dat alleen iemand,
die zijn oogen stijf dichtknijpt, kan
ontkennen, dat Duitschland de leidende
rol vertolkt op het Europeesche schouw-
tooneel en het verloop van dezen oorlog
heeft duidelijk aangetoond, dat deze na
tie er ook alle recht op heeft Het zal
vele Nederlanders moeilijk vallen dit
te erkennen na ruim een eeuw Britsche
propaganda, ingezet na 1815, toen Enge
land ons na de Napoleontische oorlogen
sleehts een deel van ons koloniaal bezit
teruggaf, tengevolge waarvan zooals
C. van Steenoord beschrijft in zijn „be
schouwingen over de Nederlandsche ge
schiedenis" er een Engelsch gezinde
geld-aristocratie in Nederland opkwam,
die grooten invloed uitoefende.
In de praktijk zijn deze gevoelsoverwegin
gen echter dikwijls zeer moeilijk uit te scha
kelen, dikwijls zelfs moeilijker dan ver
standelijke argumenten. Er is feitelijk
slechts één voorwaarde, waaronder het Ne
derlandsche volk in zijn geheel den weg
tot het Duitsche broedervolk zonder moei
lijkheden zal kunnen vinden: z e 1 f s t a n-
dighei d.
Hoe staat het nu met de zelfstandigheid
van Nederland in het nieuwe Europa? Er'
is over dit onderwerp reeds veel gesproken
en gedebatteerd. Het heeft aan Duitsche zij
de niet ontbroken aan verzekeringen, dat
men ten volle bereid was Nederland zijn
zelfstandigheid terug te geven na dezen
oorlog. Een zelfstandigheid, welke in een
volgens patuurlijke wetten georganiseerd
Europa vermoedelijk van heel wat meeV be-
teekenis zal blijken, dan de zelfstandigheid
der voor-oorlogsche periode, toen het Brit
sche „verdeel en heersch" de kleine naties
van dit vasteland op dusdanige wijze ringel
oorde, dat meh in Nederland zelfs vergat
om te protesteeren, toen de toenmalige pre
mier Baldwin verklaarde, dat Engelands
grenzen aan den Rijn lagen.
De voorwaarde tot zelfstandig
heid.
Er is tot dusverre aan deze verklaringen
van bevoegde Duitsche zijde inzake onze
zelfstandigheid steeds de voorwaardever
bonden, dat Nederland een be
trouwbaar element zou vormen
in de gemeenschap der Ger-
maansche Staten.
Het was juist deze voorwaarde, welke den
Nederlander, die voor zijn vaderland slechts
het beste wenschte, de meeste zorgen baar
de. Was er een vertrouwenskern in ons volk
aanwezig, welke dit volk alse en betrouw
baar element in de nieuwe orde kon 'doen
opnemen?
Het lijdt geen twijfel, of een dergelijke
kern moest butaan uit nationaal-socia-
listen, die waardeering en begrip kunnen
toonen voor een Europeesche, nationaal-so-
cialistische politiek. De eenige groote orga
nisatie, welke, in Nederland de nationaaJ-
socialistische gedachte kon uitdragen, was
de N.S.B. De N.SB. had tot dusverre blijk
gegeven van een scherpe, nuchtere visie op
de Europeesche politiek, getuige haar hou
ding ten opzichte van diverse Volkenbonds
kwesties en het Italiaansch—Abessijnsche
conflict.
Dat het ernst was met het nationaal socia-
Isme van de N.S.B. bleek reeds spoedig na
het uitbreken van den oorlog met de Sov
jet-Unie. Op dit oogenblik hebben reeds
meer dan tienduizend leden der be
weging getoond bereid te zijn ook het groot
ste offer je brengen,, wanneer het gaat om
de waarden van ons volk en onze bescha
ving.
Vertrouwenskern van ons volk.
Het is dan ook ongetwijfeld dit bewijs van
het waarachtige idealisme der Nederland
sche nationaal-socialisten geweest, dat aan
leiding gaf tot de verklaring, waartoe het
Nationale Dagblad onlangs van Duitsche
zijde was gemachtigd:
„Vast staat, dat zij, die spreken over of
streven naar aansluiting van Nederland bij
Duitschland of over annexatie van Neder
land door Duitschland, handelen in strijd
met den uitgesproken wil van den Führer.
Een nieuw Europa wordt ge
grondvest.
Deze verklaring is belangrijk, omdat zij
aantoont, dat men ook aan Duitsche zijde
aanneemt, dat de Nationaal-Socialistische
Beweging de. eenige vertrouwenskern vormt
waardoor het Nederlandsche volk opgeno
men kan worden in den toekomstigen bond
der Germaansche staten.
Het is op het oogenblik voor velen nog
moeilijk om dit alles te venverken, omdat
voor hun oogen nog altijd de herinnering
aan de oorlogsdagen van Mei 1940 zweeft. Er
is veet gediscussieerd over de aanleiding tol
den oorlog. Men bedenke echter dat de be
zetting van ons land door Duitschland een
militaire noodzakelijkheid was.
Het staat onherroepelijk vast, dat
Nederland niet uit dezen oorlog kón blij
ven. Onze geschiedenis is in deze .dagen de
geschiedenis van den zg. „bufferstaat", die.
tusschen twee oorlogvoerende mogendheden
in ligt.
Na de groote Duitsche overwinningen in
het Oosten zijn alle kansen voor Enge
land en Amerika om dezen oorlog nog
te winnen, eens en voor altijd verkeken.
Er is een nieuwe Europeesche orde op
komst, waarin èlk volk zijn eigen
taak zal hebben en wel die taak, welke
dit volk het beste ligt
Daar ligt ook voor ons volk van zeevaar
ders en koloniseerders een groote taak
en wij zullen als zelfstandige natie
deze plichten op de schouders kunnen ne
men. Maar voor die zelfstandigheid de
gevolgtrekking ligt voor de hand zullen
wij den weg tot het Nederlandsche
Nationaal-Socialisme moeten winnen. Een
weg, diet voor den rustigen Nederlander niet
zóó moeilijk te vinden zal zijn. Wij zullen
vrij en zelfstandig zijn in het nieuwe Europa,
als onderdanen van het Nationaal-So
cialistische Nederland, dat wij
daartoe samen moeten bouwen.
Het rapen van de Amerikaanscheeikels
heeft op Veluwe gijn hoogtepunt gehad. Ve
le tienduizenden kilogrammen zijn bij de di
verse aangewezen-agent ingeleverd. Vooral
de jonge Amerikaansche eiken in dit gebied
hebben overvloedig gedragen. Dank zij den
goeden prijs, welke er voor betaald wordt,
verrichten jong en oud het rapen-met véél
animor zoodat er practisch geen eikels ver
loren gaan. Nog een paar weken worden
aanvoeren bij de agenten verwacht. Deze
zullen echter nog maar van geringen om
vang zijn, de grootste partijen zijn reeds af
geleverd.
Velé gezinnen hebben met het rapen behoor
lijk verdiend, sommige in de dertig k veer
tig gulden per week. Het zoeken van de
eikels is de laatste dagen wat moeilijker ge
worden, doordat er ook veel bladeren geval-
lèn zijn.
(Polygoon-van Bilsen).
Hij heeft een leven als een heer,
En 't zal hem nooit vervelen.
Al ipaakt hij vaak een los gebaar
van „wat kan mij dat schelen"!
Hij ligt weldadig in de zon,
Op uitgezochte plekjes.
En wacht geregeld zonder bon,
Voor alle slagers-hekjes.
Soms voelt hij zich een heele piet,
Die haast voor niemand bang is.
Soms schrikt hij van zijn eigen staart.
Wanneer de krul te lang is.
Hij 'kent de wegjes dóór en dóór.
Waar nooit de menschen komen.
En stelt een levendig belang
ln allerhande boomen!
Hij wandelt buitensporig veel,
Ook in verboden uren.
Hij ij gromt en vecht, wanneer hij wil.
Belust op avonturen.
Hij heeft geen bon, hij heeft geen kaart,
Hij slaapt als een marmotje,
En kwispelt dankbaar met zijn staart
Voor elk vergeten botje!
En als het stil is in ons huis,
Zijn we alleen gelaten, J
Dan is er zoo vertrouwelijk.
En goed met hem te praten!
Hij toont zich weer een echte vrind,
De kop wat scheef gebogen.
Hij kijkt ons zoo gegrijpend aan,
Met open, trouwe oogen
Dan staan we op en hij gaat mee
Naar 't stille kelder-trapje.
Weggeven hem van 't eigen deel
Een klein, maar feest'lijk hapje.
En hij waardeert het, blij verrast,
Dicht naar ons toe gedrongen.
Hij ziet zoo dankbaar tot ons op.
Dan streelen we hem langs zijn kop:
„Bravo, bravo m'n jongen!!"
October 1941. KROES
(Nadruk verboden.)
Van de ingezamelde Amerikaansche eikels
van de Veluwe is een groot deel voor zaai
goed bestemd.
Het beschot van de inlandsche eikels heeft
dite jaar op de Veluwe em ook in andere
streken tot nog toe weinig te beteekenen. Dat
van de kastanje is ook- uiterst gering ge
weest.
Wat de opbrengst van de eikels betreft,
verwachten de handelaren, dat het rayon
Gelderland dit jaar aan de spits zal staan.
Andere gedeelten van ons land, zooals rond
om Staphorst en Hoogevéen, waar veel in
landsche eiken staan,1 zullen het nu moeten
afleggen tegen de streken,; waar de Ame
rikaansche eiken staan.
Eenige stuivers in ruil voor
geluk of jammer.
Het ambt van brievenbesteller, zoo lezen
wij in „P.T.T. Bedrijfshonden", die het uit
De Nederlander", uitgegeven te 's-Graven-
hage in 1841 hebben geput, behoort niet tot
de aanzienlijke bedieningen in den lande,
en nochtans zijn weinige ambtenaren met
gewichtiger bezigheden belast. Hoe vele
schatten en geheimen, hoeveel wel en wee
omvat hii eiken' ochtend met zijn hand. Hij
houdt depêches uit de residentie, disposi-
tiën, aanstellingen en gratificatiën onder
den arm; hij heeft bankpapier en wissels
tusschen de vingers; hij draagt geboorte-,
huwelijks- en doodsberichten aan. Hij ver
schrikt en verblijdt; hij perst tranen uit de
oogen en vreugdekreten uit het hart en dat
alles met een' kalmte, een gelijkmoedigheid,
als waren alle menschelijke aandoeningen'
zijn opmerking onwaardag.
Daar gaat hii de onverbiddelijke geluks-
en iamimerbode. aanschellende en zijn
gunsten en kastijdingen uitreikende. Eeni
ge weinige stuivers is al wat hij begeert.
(In 1S41 waren de postzegels hier n.1.
nog niet. in gebruik, dat gebeurde eerst 10
jaar later, in 1851. De besteller moest dus,
voor eiken brief dien hij afgaf, het port
innen. Red.)
Hij vordert döe evenzeer van bedroefden
en verblijden. Afdingen kan men hem niet
en de arbeider in zijn werkloods moet hem
evenveel, als de minister in zijn hotel be
talen. In wind en weder gehard, stapt, hij
even, vlug door het slijk als door, het stof
der straten, altijd aanschel lende, altijd,.uit
reikende, altijd ontvangende, altijd voort
gaande. tot hij zijn loop heeft voleindigd.
't Zal er echter wel verre van af zijn.
dat het hem onverschillig is. wiens stoep
hii betreedt: hier. in dit heerenhuis. wordt
hem een der breede deuren slechts hak#
vvege door een pedanten huisknecht
opend. Hii reikt hem de brieven zon
morgenspraak over, ontvangt zijn gel<f;
spoedt zich verder. Ginds, daarentegg
waar hij aan die kleinere woning nu 5
dan een tijding te brengen heeft, opci
hem een vriendelijk dienstmeisfe de 0
heele deur en laat hem zelfs, indiénjhi
het regenen of tochten mocht, tot in
gang komen. Daar ontvalt 'hem „wel eei
een zoet woordje en hij schept er genoeg
in de kuiltjes in de lachende 'wangen va
het lieve kind te bespieden, als hij haj
kortswijl end toeroept: meisje, daar is Qi
minnebrief voor U. Van stuk tot stuk laj
hij zich dooi* de kleine vinders de
vraagde stuivers toefellen en sorotiji
houdt hii staande, dat hij te veel ontvaj
gen heeft, opdat hij zelf in hare hand hi
ge'rl nog eens overtellen zou.
Wij achten den brieven bestel der e'en 01
ontbeer lijk man in een welgeordend
maatschappij en geen alledaagsch persoa
bevoegd, om dienbelangrijken post te 1*
kleeden. De brievenbesfelder moet n«;<
slechts ccn goed voetganger zijn, ni<
slechts allerlei schrift" kunnen lezen, vlq
kunnen lezen, vlug kunnen rekenen en eci
tnnoeraphische kennis bezitten van all
straten en alle wijken der stad; maar hi
moet ook een man zijn van onbesprokej
eerlijkheid en trouw. Waarlijk, een raai
van wiens degelijkheid zooveel afhangt ei
wiens kwq,d'e trouw zoo veel onheil zoi
kunnen berokkenen, is een man van ge
wicht en ziin ambt van het grootste b«
lans.
Ten slotte: de post van brieveribestelije
is een rechtschapen beroep; niets belaclij
üi'ks of verwijfds kleeft, er op zijne yerrj
ting. Hij is niet breiende als een netjes
knoopër. niet overbukkende als een wafel
hakker, niet zittende als een keurslijf
maker: zijn bedrijf is mannelijk, hij j
vroeg op, de been en dagelijks in beweging
Mogt.hij nog ongehuwd zijn. zoo wenschej
wij hem een-dier knappe dienstmeisjes tó
vrouw met wie hij wel eens eeri morgen]
praatje gewisseld heeft en die hij wel een]
een kuiltje in de kleurige wangen heel
doen lachen. En U allen, die dit leest d
hoort lezen, wenscjhen wij een goede tijdia
als de brievenbéstelder bij U aanschélt.
„GE HEIMMIDDEL2N"
IN DE VEEARTSENIJKUNDE.
Het rijksveeteeltconsulentschap voor Noord-
Holland, schrijft in het maandblad tegen de
kwakzalverij:
Onder dit opschrift kwam in het Friesch
Landbouwblad een artikeltje voor van den
heer C. Tenhaeff, Inspecteur van den Vee-
artsenijkundigen dienst. Na er o.m. op gewe
zen te hebben dat meh nog vrij veel van
geheimmiddelen gebruik maakt, deelt schr.
mee, kort geleden weer een kwakzalversmid
del te hebben laten onderzoeken. Het betrof
een onder den naam van „Bloedzout" in den
handel gebracht middel, dat evenals tal van
die middelen ook weer goed is tegen alle
mogelijke ziekten. Alleen hieruit blijkt reeds
voldoende, welke waarde er aan die midde
len dient te worden toegekend. Geneesmid
delen die werkzaam zijn tegen alle mogelijke
ziekten bestaan niet. Het aan de Rijksserum-
inrichting verrichte onderzoek van het
„Bloedzout" toonde aan, dat het bestaat uit:
grauwspiesglans (onzuiver éntimoonsulfide),
waaraan zijn toegevoegd keukenzout en bit-
terzout, alsmede gemalen foenigriek en zoet
hout. Het werkzame bestanddeel van dit
mengsel is het grauwspiesglans, de andere
stoffen zijn ten deele om den smaak te ver
beteren, anderdeels om de poeder meer mas
sa te geven.1
Het spiesglans, een antimoonverbinding
werd vroeger gegeven om de werking van
verschillende klieren te verhoogen en als
zoodanig kan men het dan ook thans nog
vinden in.tallooze z.g. melk- óf zogpoeders
alsdan in hoest- of droespoeder door kwak
zalvers in den handel gebracht. Op de bloed-
vorming heeft antimoon geen werking, doch
dit onzuivere preparaat bevat, echter een min
of meer groote hoeveelheid arsenicum, het
welk in bepaalde gevallen, mits in juiste hoe
veelheden gegeven, wel een gunstige wer
king kan uitoefenen. Een juiste doscering
van dit zeker niet onschadelijke arsenicum
is natuurlijk onmogelijk, wannéér het gege
ven wordt als onzuiver spiesglans, waarin
het den eenen keer in grootere hoeveelheden
voorkomt, dan een andere.keer. Aangezien
men geen zekerheid heeft, dat het genees
middel in een juiste verhouding^ wordt ver
strekt en dat het dier dat men liet geeft in
derdaad dit middel noodig heeft, moet het
gerangschikt worden onder de kwakzalvers
middelen, welke ter genezing, of voorkoming
geehérlei waarde hebben. In den groothandel
zal de handelswaarde van de samenstellende
deelen tezamen' ongeveer fO.45 per Kg. be
dragen, bij verkoop in kleinere verpakking
hoogstens f 1.— per Kg. mogen bedragen. Het
feit dat een juiste doseering van het zeker
niet onschadelijk arsenicum onmogelijk is,
wanneer 't als onzuiver spiesglans wordt ge
geven, zegt den veehouder genoeg. In het
jaarverslag over 1939 van de Rijksserumin-
richtlng wordt "mei ding gemaakt over het
onderzoek van» 21 geheimmiddelen. Terwille
van de te vragen plaatsruimte, zullen wij al
leen de resultaten overnemen van die mon
sters, waar schijyer in het bijzonder de aan
dacht op vestigt
Een middel tegen schoftfistels bestond uit
gier. Bij „krachtvoer" dat een hoog eiwit
gehalte zou bevatten bleek in liet geheel geen
eiwit aanwezig te zijn. Het middel bestond
uit een oplossing van glucose stroop in wa
ter, waaraan een geringe hoeveelheid vluch
tig organisch zuur (2.5 azijnzuur) en spo
ren van alcóhol waren toegevoegd.
Poeder tegen alle' ziekten bleek te bestaan
uit Pulvis rhizoma veratri albi, dat is witte
nieswortel. Een geneesmiddel tégen mond
en klauwzeer was een «yetraet in verdunde
alcohol van plantaardige bestanddeelen, ver
moedelijk tinctfera arnica.
Een monster z-.g.n. serum tegen pèstziekte
bleek in het geheel niet uit serum te'besfaan.
Het was slothts een oplossing van een oranje
kleurstof in water. Een geneesmiddel tegen
miltvuur was een geel gekleurd kristallijn
poeder. 'Dit bestond uit een mengsel van
magnesiümsulfaat (bitterzout), k'aliumni-
nitraat, cremor tartari en zwavelpoeder.
Waar het ons bekend is, aldus eindigt de
Rijksveeteeltconsulent voor Noordholland in
bovengenoemd maandblad, dat men ook in
N.-H. wel gebruik maakt van kwakzalvers
middelen, zal het bovenstaande zeker tot
voorzichtigheid aanmanen.
Het voorlichtingsbureau van den voej
dingsraad schrijft ons:
Veel huisvrouwen zijn al gewend dij
groenten met zoo weinig mogelijk, water t«j
koken, omdat, zij weten, dat er door hel
koken in ruim water voedingsstoffen ver
loren gaan.
Verschillende groenten laten echter zeer
veel vocht los, wanneer zii gekookt word®
en ook van gesteriliseerde groenten a
van blikgroenten houdt men vocht over, dat
nog voedingswaarde heeft.
Van dit groentenat zijn smakelijke ge
rechten te bereiden. Een aangename, ec
gezonde afwisseling van de *jusblokje& ji
b.y. saus van groentenat.
De soep. van groentenat kan behalve ah
aanvulling van den 'warmen maaltijd n
broodmaaltijd ook gegeven worden, ah
drank ter vervanging van koffie of thee.
Eenige voorbeelden volgen hier:
Recepten voor 4 personen:)
Spinaziewater als drank.
6 dl spinazievvater. 2 flinke wortels, wat
aroma. Het spinyienat aan fle kook bren
gen. De wortels wasschen. raspen en aan
het spinaziewater toevoegen zonder dit
weer aan de kook tg brengen en het geheel
met wat aroma op smaak tafmaken.
Saus van bloemkool water.
Soep van groentenat xhet gortgrutten.
Groentenat. aangevuld met water of
taptemelk tot Wv 1.. V-> kg. aardappelen.!
oen rest groenten of ui, tomaat en peter
selip. zout. Do aardappelen schoonboenenJ
in stukken of in dobbelsteenen snijden en
met de fijngesneden uien een bodempje!
water aan de kook brengen en gaar koken!
ipof bet deksel op de pan. Kooktijd 20 min.,
Hef groentenat (de taptemelk) en de in
stukken gesneden tomaat of groen teresten;
toevoegen. De söep nog even doorkoken, op
smaak afmaken en vlak voor het opdienen,
de fijngehakte 'peterselie toevoegen.
Uit de geschiedenis van ons gewest
ER is de laatste tijd een onmisken
baar streven om de folklore van
het land te. bewaren en, voor zoo
ver ons gewest betreft, hebben we
dat de laatste weken aan den dag zien tre
den in het opvoeren van verschillende oude
dansen bij zeer verschillende gelegenheden.
Deze hebben dan natuurlijk 'plaats in ouder-
wetsche kleederdracht en bij voorkeur
wordt er een-passend milieu voor uitge
zocht, gelijk onlangs op den I6en Westfrie-
zendag op het typische pleintje voor het ka
rakteristieke raadhuis van het oude de Rijp
en enkele weken later op de Alkmaarsche
kaasmarkt.
Deze met succes bekroonde .pogingen om
het oude te bewaren zijn daarom vooral toe
te juichen, omdat het oude op het punt
stond ten onder te gaan. Het ten tooneele
voeren van deze dansen was nog mogelijk,
omdat er nog voldoende ouderen worden ge
vonden. die ze zich uit de eigen jeugd nog
herinnerden. De bijbehoorende wijsjes lever
den echt r reeds zekere bezwaren en, zoo
nog enkele tientallen van jaren verloopen
waren, was het misschien de vraag geweest
of de opvoering nög mogelijk zou zijn ge
weest.
Nu is er niet de minste twijfel aan of de
oorsprong van sonlïnige dier dansen ligt
in een ver verleden. Andere, als de Schot-
sche en de Duitsche. zijn de. namen wij
zen dit onmiskenbaar uit import en»-hoe
wel ze zich hier volkomen hebben ingebur
gerd. minder karakteristiek dan de andere.
Hoe oud de oorspronkelijke volksdansen
zijn. valt met geen mogelijkheid te zeggen
maar er zijn er bij, die stellig zeer oud moe
ten 2ijn, zij het oolc, dat in den loop van
den tijd enkele ongetwijfeld ingrijpende
veranderingen hebben ondergaan.
Wat de ouderdom betreft, zouden we wil
len wijzen op een artikeltje van den heer
'M. Zwaagdijk in het laatste jaarnummer
van West-Frieslands Oud en Nieuw. Hij
haalt hier versjes aan, die gezongen werden
bij kringdansen. We laten ze hier volgen.
De Rozenhoed.
Ik heb rozen op mijn hoed,
En die rozen staan mij goed.
Rozen op mijn hoedje.
Mag ik U een handje geven, handje geven.
Rozen bloeien op het veld.
Rozen bloeien op het veld.
't Is zoo mooi als zilvergeld.
Rozen! Bloemenkransen!
En de juffrouw die moet dansen.
En de juffrouw die móet stille staan,
Driemaal in de rondte gaan.
En de juffrouw die moet knielen
En weer ee'n ander kiezen.
Dat zal zijn, dat zal zijn
Dat zal onze.... zijn.
Hierop zijn dan nog enkele variaties, als
b.v.:
Blauwe bloempjes in de hoed,
't Is zoo'n aardige overvloed.
Al in de rozenkransen;
Die juffrouw die moet dansen
En verder als boven.
De schrijver wijst er dan op, hoe hier
sprake is van rozeri en van blauwe bloe
men. waarmee vermoedelijk riddersporen
bedoeld zijn geweest. Hij haalt dan een
citaat aan uit 1534, luidend: .,0p Sint Jans-
„dag maken zij een zomervuur en werpen
„er ook zekere kransen op, ik weet niet om
„welk bijgeloof; bijna iedereen draagt een
„blauw kruis, ridderspoor genaamd, in de
„hand-"
Verder haalt hij een versje aan uit pl.m.
1280, waarbij de „God van Minnen" zegt:
Want hè en es van coste niet groet
hij, kost niet veel)
Van blomen so draget enen hoët.
Ochte te Meye van rosdn roet
roode rozen)
Dien mag elck verengen sciere.
Want hine es van coste niet diere.
Men ziet het: al weer rozen op de hoed!
Zou het gewaagd zijn. te zeggen, dat dit
versje een reis heeft gemaakt door de
eeuwen?' 1
En zoo dit h?t geval is, ligt de oorsprong
stellig nog veel verder in het verschiet. We
vestigen er de aandacht op. dat bij het bo
venstaande het .St. Jansvuur ter sprake
kwam en dit is zonder eenigen twijfel terug
te brengen 'tot de tijden, toen hier de hei-
denscbe Germanen leefden, die er een zom
ne-eeredienst op na hielden. Het St. Jans-
feest was het midzomerfeest en het werd
gevierd door het aanleggen van groote vu
ren. Mannen en vrouwen, meisjes en jon
gen» dansten er omheen en sprongen er
doorheen, hetgeen dus niets anders is dan
een rondedans.
De'vuren werden ontstoken op den 23en
Juni op hoogten en in ons heuvelarme
landje kwamen daarvoor in de plaats
hoe kon het anders de dijken.'Oorspron
kelijk w». het feest aan Bolder gewijd, de
zonnegod 'feit de Noordsche mythologie.
Toen de; pogingen der Christelijke kerk om
deze ouae gebruiken behalve St. Jans
vuur kent men nog Paasch-. Pinkster- en
St. Maartensvuur tegen te gaan, stelde
men er Christelijke feestdagen voor in de
plaats en werd Balder vervangen door St.
Jan. Waarbij we er tevens nog de aandacht
op willen vestigen, dat het Germaansche
midwinterfeest duurde van 24 December tot
6 Januari, d.w.z. van Kerstmis tot Drieko
ningen. Hetgeeri stellig de verklaring vormt
van de dikwijls géhoorde bewering, dat de
versierde Kerstboom niet langer mag blij'
ven staan, dan tot Driekoningen.
Zoo hebben dus sommige van onze echte
inheemsche dansen een taaiheid van leven
aan den dag gelegd, die men er nauwelijks
in zou hebben verwacht. Bij de verandering
van begripben en toestanden .hebben ze hun
oorspronkelijke beteekenis geheel verloren,
ze leven slechts voort, beroofd va.n hun vroe
gere eigenaardigheden. Sommige er van»
worden thans wellicht voor boersch versle
ten of zijn verbannen naar achterbuurten
of kroegen, andere zijn geworden tot kin-
d'erspeelliedjes. Maar toch zijn ze van be
lang. omdat ze een band vormen met onze
voorouders van 20 en wellicht meer eeuwei
terug. Ze 'zijn wellicht versleten, maar Z'
zijn mee van het weinige* levende, dat ons
uit die lang verstreken tijden is overgeble
ven.
Het is vooral het alles-vereffenend moder
nisme geweest, dat ze heeft weggevaagd
en heeft gemaakt, dat juist in de laatste
halve eeuw zooveel is verdwenen. Ten dee
le voorgoed
En het zal zeker eenmaal meer op prijs
worden gesteld dan heden dooreen geno
men het geval is. dat thans ernstige pogin-
gerj worden aangewend -om voor hen, die
na ons komen, vast te leggen, wat een
maal is geweest een „Govertje". een „Japie
sta stil", de „donder in *t hooi" of het „Geef
Kees de boer een stoel".