brievenbesteller Folkloristische dansen Veekwakzalvers NEDERLAND ZELFSTANDIG IN HET NIEUWE EUROPA De weg geëffend voor samenwerking EIKELCAMPAGNE OP DE VELUWE DE VRIEND De ,N \I8*i GEBRUIK HET GROENTENAT! V? liter bloemkool water en tap tem elk. 30 g. bloem, boter, wat aroma, fijngehakte pe terselie of kervel. Het bloemkool water aan de kook brengen met zooveel taptemelk, dat" een goed smakend vocht verkregen is Dit met de aangemengde bloem binden, Wat boter toevoegen en de saus afmaken met wat aroma en fijngehakte peterselie.of kervel Een band met onze voorouders van voor 20 eeuwen Ons land wacht een groote taak HET is onder de hnidige omstandig heden duidelijk, dat alleen iemand, die zijn oogen stijf dichtknijpt, kan ontkennen, dat Duitschland de leidende rol vertolkt op het Europeesche schouw- tooneel en het verloop van dezen oorlog heeft duidelijk aangetoond, dat deze na tie er ook alle recht op heeft Het zal vele Nederlanders moeilijk vallen dit te erkennen na ruim een eeuw Britsche propaganda, ingezet na 1815, toen Enge land ons na de Napoleontische oorlogen sleehts een deel van ons koloniaal bezit teruggaf, tengevolge waarvan zooals C. van Steenoord beschrijft in zijn „be schouwingen over de Nederlandsche ge schiedenis" er een Engelsch gezinde geld-aristocratie in Nederland opkwam, die grooten invloed uitoefende. In de praktijk zijn deze gevoelsoverwegin gen echter dikwijls zeer moeilijk uit te scha kelen, dikwijls zelfs moeilijker dan ver standelijke argumenten. Er is feitelijk slechts één voorwaarde, waaronder het Ne derlandsche volk in zijn geheel den weg tot het Duitsche broedervolk zonder moei lijkheden zal kunnen vinden: z e 1 f s t a n- dighei d. Hoe staat het nu met de zelfstandigheid van Nederland in het nieuwe Europa? Er' is over dit onderwerp reeds veel gesproken en gedebatteerd. Het heeft aan Duitsche zij de niet ontbroken aan verzekeringen, dat men ten volle bereid was Nederland zijn zelfstandigheid terug te geven na dezen oorlog. Een zelfstandigheid, welke in een volgens patuurlijke wetten georganiseerd Europa vermoedelijk van heel wat meeV be- teekenis zal blijken, dan de zelfstandigheid der voor-oorlogsche periode, toen het Brit sche „verdeel en heersch" de kleine naties van dit vasteland op dusdanige wijze ringel oorde, dat meh in Nederland zelfs vergat om te protesteeren, toen de toenmalige pre mier Baldwin verklaarde, dat Engelands grenzen aan den Rijn lagen. De voorwaarde tot zelfstandig heid. Er is tot dusverre aan deze verklaringen van bevoegde Duitsche zijde inzake onze zelfstandigheid steeds de voorwaardever bonden, dat Nederland een be trouwbaar element zou vormen in de gemeenschap der Ger- maansche Staten. Het was juist deze voorwaarde, welke den Nederlander, die voor zijn vaderland slechts het beste wenschte, de meeste zorgen baar de. Was er een vertrouwenskern in ons volk aanwezig, welke dit volk alse en betrouw baar element in de nieuwe orde kon 'doen opnemen? Het lijdt geen twijfel, of een dergelijke kern moest butaan uit nationaal-socia- listen, die waardeering en begrip kunnen toonen voor een Europeesche, nationaal-so- cialistische politiek. De eenige groote orga nisatie, welke, in Nederland de nationaaJ- socialistische gedachte kon uitdragen, was de N.S.B. De N.SB. had tot dusverre blijk gegeven van een scherpe, nuchtere visie op de Europeesche politiek, getuige haar hou ding ten opzichte van diverse Volkenbonds kwesties en het Italiaansch—Abessijnsche conflict. Dat het ernst was met het nationaal socia- Isme van de N.S.B. bleek reeds spoedig na het uitbreken van den oorlog met de Sov jet-Unie. Op dit oogenblik hebben reeds meer dan tienduizend leden der be weging getoond bereid te zijn ook het groot ste offer je brengen,, wanneer het gaat om de waarden van ons volk en onze bescha ving. Vertrouwenskern van ons volk. Het is dan ook ongetwijfeld dit bewijs van het waarachtige idealisme der Nederland sche nationaal-socialisten geweest, dat aan leiding gaf tot de verklaring, waartoe het Nationale Dagblad onlangs van Duitsche zijde was gemachtigd: „Vast staat, dat zij, die spreken over of streven naar aansluiting van Nederland bij Duitschland of over annexatie van Neder land door Duitschland, handelen in strijd met den uitgesproken wil van den Führer. Een nieuw Europa wordt ge grondvest. Deze verklaring is belangrijk, omdat zij aantoont, dat men ook aan Duitsche zijde aanneemt, dat de Nationaal-Socialistische Beweging de. eenige vertrouwenskern vormt waardoor het Nederlandsche volk opgeno men kan worden in den toekomstigen bond der Germaansche staten. Het is op het oogenblik voor velen nog moeilijk om dit alles te venverken, omdat voor hun oogen nog altijd de herinnering aan de oorlogsdagen van Mei 1940 zweeft. Er is veet gediscussieerd over de aanleiding tol den oorlog. Men bedenke echter dat de be zetting van ons land door Duitschland een militaire noodzakelijkheid was. Het staat onherroepelijk vast, dat Nederland niet uit dezen oorlog kón blij ven. Onze geschiedenis is in deze .dagen de geschiedenis van den zg. „bufferstaat", die. tusschen twee oorlogvoerende mogendheden in ligt. Na de groote Duitsche overwinningen in het Oosten zijn alle kansen voor Enge land en Amerika om dezen oorlog nog te winnen, eens en voor altijd verkeken. Er is een nieuwe Europeesche orde op komst, waarin èlk volk zijn eigen taak zal hebben en wel die taak, welke dit volk het beste ligt Daar ligt ook voor ons volk van zeevaar ders en koloniseerders een groote taak en wij zullen als zelfstandige natie deze plichten op de schouders kunnen ne men. Maar voor die zelfstandigheid de gevolgtrekking ligt voor de hand zullen wij den weg tot het Nederlandsche Nationaal-Socialisme moeten winnen. Een weg, diet voor den rustigen Nederlander niet zóó moeilijk te vinden zal zijn. Wij zullen vrij en zelfstandig zijn in het nieuwe Europa, als onderdanen van het Nationaal-So cialistische Nederland, dat wij daartoe samen moeten bouwen. Het rapen van de Amerikaanscheeikels heeft op Veluwe gijn hoogtepunt gehad. Ve le tienduizenden kilogrammen zijn bij de di verse aangewezen-agent ingeleverd. Vooral de jonge Amerikaansche eiken in dit gebied hebben overvloedig gedragen. Dank zij den goeden prijs, welke er voor betaald wordt, verrichten jong en oud het rapen-met véél animor zoodat er practisch geen eikels ver loren gaan. Nog een paar weken worden aanvoeren bij de agenten verwacht. Deze zullen echter nog maar van geringen om vang zijn, de grootste partijen zijn reeds af geleverd. Velé gezinnen hebben met het rapen behoor lijk verdiend, sommige in de dertig k veer tig gulden per week. Het zoeken van de eikels is de laatste dagen wat moeilijker ge worden, doordat er ook veel bladeren geval- lèn zijn. (Polygoon-van Bilsen). Hij heeft een leven als een heer, En 't zal hem nooit vervelen. Al ipaakt hij vaak een los gebaar van „wat kan mij dat schelen"! Hij ligt weldadig in de zon, Op uitgezochte plekjes. En wacht geregeld zonder bon, Voor alle slagers-hekjes. Soms voelt hij zich een heele piet, Die haast voor niemand bang is. Soms schrikt hij van zijn eigen staart. Wanneer de krul te lang is. Hij 'kent de wegjes dóór en dóór. Waar nooit de menschen komen. En stelt een levendig belang ln allerhande boomen! Hij wandelt buitensporig veel, Ook in verboden uren. Hij ij gromt en vecht, wanneer hij wil. Belust op avonturen. Hij heeft geen bon, hij heeft geen kaart, Hij slaapt als een marmotje, En kwispelt dankbaar met zijn staart Voor elk vergeten botje! En als het stil is in ons huis, Zijn we alleen gelaten, J Dan is er zoo vertrouwelijk. En goed met hem te praten! Hij toont zich weer een echte vrind, De kop wat scheef gebogen. Hij kijkt ons zoo gegrijpend aan, Met open, trouwe oogen Dan staan we op en hij gaat mee Naar 't stille kelder-trapje. Weggeven hem van 't eigen deel Een klein, maar feest'lijk hapje. En hij waardeert het, blij verrast, Dicht naar ons toe gedrongen. Hij ziet zoo dankbaar tot ons op. Dan streelen we hem langs zijn kop: „Bravo, bravo m'n jongen!!" October 1941. KROES (Nadruk verboden.) Van de ingezamelde Amerikaansche eikels van de Veluwe is een groot deel voor zaai goed bestemd. Het beschot van de inlandsche eikels heeft dite jaar op de Veluwe em ook in andere streken tot nog toe weinig te beteekenen. Dat van de kastanje is ook- uiterst gering ge weest. Wat de opbrengst van de eikels betreft, verwachten de handelaren, dat het rayon Gelderland dit jaar aan de spits zal staan. Andere gedeelten van ons land, zooals rond om Staphorst en Hoogevéen, waar veel in landsche eiken staan,1 zullen het nu moeten afleggen tegen de streken,; waar de Ame rikaansche eiken staan. Eenige stuivers in ruil voor geluk of jammer. Het ambt van brievenbesteller, zoo lezen wij in „P.T.T. Bedrijfshonden", die het uit De Nederlander", uitgegeven te 's-Graven- hage in 1841 hebben geput, behoort niet tot de aanzienlijke bedieningen in den lande, en nochtans zijn weinige ambtenaren met gewichtiger bezigheden belast. Hoe vele schatten en geheimen, hoeveel wel en wee omvat hii eiken' ochtend met zijn hand. Hij houdt depêches uit de residentie, disposi- tiën, aanstellingen en gratificatiën onder den arm; hij heeft bankpapier en wissels tusschen de vingers; hij draagt geboorte-, huwelijks- en doodsberichten aan. Hij ver schrikt en verblijdt; hij perst tranen uit de oogen en vreugdekreten uit het hart en dat alles met een' kalmte, een gelijkmoedigheid, als waren alle menschelijke aandoeningen' zijn opmerking onwaardag. Daar gaat hii de onverbiddelijke geluks- en iamimerbode. aanschellende en zijn gunsten en kastijdingen uitreikende. Eeni ge weinige stuivers is al wat hij begeert. (In 1S41 waren de postzegels hier n.1. nog niet. in gebruik, dat gebeurde eerst 10 jaar later, in 1851. De besteller moest dus, voor eiken brief dien hij afgaf, het port innen. Red.) Hij vordert döe evenzeer van bedroefden en verblijden. Afdingen kan men hem niet en de arbeider in zijn werkloods moet hem evenveel, als de minister in zijn hotel be talen. In wind en weder gehard, stapt, hij even, vlug door het slijk als door, het stof der straten, altijd aanschel lende, altijd,.uit reikende, altijd ontvangende, altijd voort gaande. tot hij zijn loop heeft voleindigd. 't Zal er echter wel verre van af zijn. dat het hem onverschillig is. wiens stoep hii betreedt: hier. in dit heerenhuis. wordt hem een der breede deuren slechts hak# vvege door een pedanten huisknecht opend. Hii reikt hem de brieven zon morgenspraak over, ontvangt zijn gel<f; spoedt zich verder. Ginds, daarentegg waar hij aan die kleinere woning nu 5 dan een tijding te brengen heeft, opci hem een vriendelijk dienstmeisfe de 0 heele deur en laat hem zelfs, indiénjhi het regenen of tochten mocht, tot in gang komen. Daar ontvalt 'hem „wel eei een zoet woordje en hij schept er genoeg in de kuiltjes in de lachende 'wangen va het lieve kind te bespieden, als hij haj kortswijl end toeroept: meisje, daar is Qi minnebrief voor U. Van stuk tot stuk laj hij zich dooi* de kleine vinders de vraagde stuivers toefellen en sorotiji houdt hii staande, dat hij te veel ontvaj gen heeft, opdat hij zelf in hare hand hi ge'rl nog eens overtellen zou. Wij achten den brieven bestel der e'en 01 ontbeer lijk man in een welgeordend maatschappij en geen alledaagsch persoa bevoegd, om dienbelangrijken post te 1* kleeden. De brievenbesfelder moet n«;< slechts ccn goed voetganger zijn, ni< slechts allerlei schrift" kunnen lezen, vlq kunnen lezen, vlug kunnen rekenen en eci tnnoeraphische kennis bezitten van all straten en alle wijken der stad; maar hi moet ook een man zijn van onbesprokej eerlijkheid en trouw. Waarlijk, een raai van wiens degelijkheid zooveel afhangt ei wiens kwq,d'e trouw zoo veel onheil zoi kunnen berokkenen, is een man van ge wicht en ziin ambt van het grootste b« lans. Ten slotte: de post van brieveribestelije is een rechtschapen beroep; niets belaclij üi'ks of verwijfds kleeft, er op zijne yerrj ting. Hij is niet breiende als een netjes knoopër. niet overbukkende als een wafel hakker, niet zittende als een keurslijf maker: zijn bedrijf is mannelijk, hij j vroeg op, de been en dagelijks in beweging Mogt.hij nog ongehuwd zijn. zoo wenschej wij hem een-dier knappe dienstmeisjes tó vrouw met wie hij wel eens eeri morgen] praatje gewisseld heeft en die hij wel een] een kuiltje in de kleurige wangen heel doen lachen. En U allen, die dit leest d hoort lezen, wenscjhen wij een goede tijdia als de brievenbéstelder bij U aanschélt. „GE HEIMMIDDEL2N" IN DE VEEARTSENIJKUNDE. Het rijksveeteeltconsulentschap voor Noord- Holland, schrijft in het maandblad tegen de kwakzalverij: Onder dit opschrift kwam in het Friesch Landbouwblad een artikeltje voor van den heer C. Tenhaeff, Inspecteur van den Vee- artsenijkundigen dienst. Na er o.m. op gewe zen te hebben dat meh nog vrij veel van geheimmiddelen gebruik maakt, deelt schr. mee, kort geleden weer een kwakzalversmid del te hebben laten onderzoeken. Het betrof een onder den naam van „Bloedzout" in den handel gebracht middel, dat evenals tal van die middelen ook weer goed is tegen alle mogelijke ziekten. Alleen hieruit blijkt reeds voldoende, welke waarde er aan die midde len dient te worden toegekend. Geneesmid delen die werkzaam zijn tegen alle mogelijke ziekten bestaan niet. Het aan de Rijksserum- inrichting verrichte onderzoek van het „Bloedzout" toonde aan, dat het bestaat uit: grauwspiesglans (onzuiver éntimoonsulfide), waaraan zijn toegevoegd keukenzout en bit- terzout, alsmede gemalen foenigriek en zoet hout. Het werkzame bestanddeel van dit mengsel is het grauwspiesglans, de andere stoffen zijn ten deele om den smaak te ver beteren, anderdeels om de poeder meer mas sa te geven.1 Het spiesglans, een antimoonverbinding werd vroeger gegeven om de werking van verschillende klieren te verhoogen en als zoodanig kan men het dan ook thans nog vinden in.tallooze z.g. melk- óf zogpoeders alsdan in hoest- of droespoeder door kwak zalvers in den handel gebracht. Op de bloed- vorming heeft antimoon geen werking, doch dit onzuivere preparaat bevat, echter een min of meer groote hoeveelheid arsenicum, het welk in bepaalde gevallen, mits in juiste hoe veelheden gegeven, wel een gunstige wer king kan uitoefenen. Een juiste doscering van dit zeker niet onschadelijke arsenicum is natuurlijk onmogelijk, wannéér het gege ven wordt als onzuiver spiesglans, waarin het den eenen keer in grootere hoeveelheden voorkomt, dan een andere.keer. Aangezien men geen zekerheid heeft, dat het genees middel in een juiste verhouding^ wordt ver strekt en dat het dier dat men liet geeft in derdaad dit middel noodig heeft, moet het gerangschikt worden onder de kwakzalvers middelen, welke ter genezing, of voorkoming geehérlei waarde hebben. In den groothandel zal de handelswaarde van de samenstellende deelen tezamen' ongeveer fO.45 per Kg. be dragen, bij verkoop in kleinere verpakking hoogstens f 1.— per Kg. mogen bedragen. Het feit dat een juiste doseering van het zeker niet onschadelijk arsenicum onmogelijk is, wanneer 't als onzuiver spiesglans wordt ge geven, zegt den veehouder genoeg. In het jaarverslag over 1939 van de Rijksserumin- richtlng wordt "mei ding gemaakt over het onderzoek van» 21 geheimmiddelen. Terwille van de te vragen plaatsruimte, zullen wij al leen de resultaten overnemen van die mon sters, waar schijyer in het bijzonder de aan dacht op vestigt Een middel tegen schoftfistels bestond uit gier. Bij „krachtvoer" dat een hoog eiwit gehalte zou bevatten bleek in liet geheel geen eiwit aanwezig te zijn. Het middel bestond uit een oplossing van glucose stroop in wa ter, waaraan een geringe hoeveelheid vluch tig organisch zuur (2.5 azijnzuur) en spo ren van alcóhol waren toegevoegd. Poeder tegen alle' ziekten bleek te bestaan uit Pulvis rhizoma veratri albi, dat is witte nieswortel. Een geneesmiddel tégen mond en klauwzeer was een «yetraet in verdunde alcohol van plantaardige bestanddeelen, ver moedelijk tinctfera arnica. Een monster z-.g.n. serum tegen pèstziekte bleek in het geheel niet uit serum te'besfaan. Het was slothts een oplossing van een oranje kleurstof in water. Een geneesmiddel tegen miltvuur was een geel gekleurd kristallijn poeder. 'Dit bestond uit een mengsel van magnesiümsulfaat (bitterzout), k'aliumni- nitraat, cremor tartari en zwavelpoeder. Waar het ons bekend is, aldus eindigt de Rijksveeteeltconsulent voor Noordholland in bovengenoemd maandblad, dat men ook in N.-H. wel gebruik maakt van kwakzalvers middelen, zal het bovenstaande zeker tot voorzichtigheid aanmanen. Het voorlichtingsbureau van den voej dingsraad schrijft ons: Veel huisvrouwen zijn al gewend dij groenten met zoo weinig mogelijk, water t«j koken, omdat, zij weten, dat er door hel koken in ruim water voedingsstoffen ver loren gaan. Verschillende groenten laten echter zeer veel vocht los, wanneer zii gekookt word® en ook van gesteriliseerde groenten a van blikgroenten houdt men vocht over, dat nog voedingswaarde heeft. Van dit groentenat zijn smakelijke ge rechten te bereiden. Een aangename, ec gezonde afwisseling van de *jusblokje& ji b.y. saus van groentenat. De soep. van groentenat kan behalve ah aanvulling van den 'warmen maaltijd n broodmaaltijd ook gegeven worden, ah drank ter vervanging van koffie of thee. Eenige voorbeelden volgen hier: Recepten voor 4 personen:) Spinaziewater als drank. 6 dl spinazievvater. 2 flinke wortels, wat aroma. Het spinyienat aan fle kook bren gen. De wortels wasschen. raspen en aan het spinaziewater toevoegen zonder dit weer aan de kook tg brengen en het geheel met wat aroma op smaak tafmaken. Saus van bloemkool water. Soep van groentenat xhet gortgrutten. Groentenat. aangevuld met water of taptemelk tot Wv 1.. V-> kg. aardappelen.! oen rest groenten of ui, tomaat en peter selip. zout. Do aardappelen schoonboenenJ in stukken of in dobbelsteenen snijden en met de fijngesneden uien een bodempje! water aan de kook brengen en gaar koken! ipof bet deksel op de pan. Kooktijd 20 min., Hef groentenat (de taptemelk) en de in stukken gesneden tomaat of groen teresten; toevoegen. De söep nog even doorkoken, op smaak afmaken en vlak voor het opdienen, de fijngehakte 'peterselie toevoegen. Uit de geschiedenis van ons gewest ER is de laatste tijd een onmisken baar streven om de folklore van het land te. bewaren en, voor zoo ver ons gewest betreft, hebben we dat de laatste weken aan den dag zien tre den in het opvoeren van verschillende oude dansen bij zeer verschillende gelegenheden. Deze hebben dan natuurlijk 'plaats in ouder- wetsche kleederdracht en bij voorkeur wordt er een-passend milieu voor uitge zocht, gelijk onlangs op den I6en Westfrie- zendag op het typische pleintje voor het ka rakteristieke raadhuis van het oude de Rijp en enkele weken later op de Alkmaarsche kaasmarkt. Deze met succes bekroonde .pogingen om het oude te bewaren zijn daarom vooral toe te juichen, omdat het oude op het punt stond ten onder te gaan. Het ten tooneele voeren van deze dansen was nog mogelijk, omdat er nog voldoende ouderen worden ge vonden. die ze zich uit de eigen jeugd nog herinnerden. De bijbehoorende wijsjes lever den echt r reeds zekere bezwaren en, zoo nog enkele tientallen van jaren verloopen waren, was het misschien de vraag geweest of de opvoering nög mogelijk zou zijn ge weest. Nu is er niet de minste twijfel aan of de oorsprong van sonlïnige dier dansen ligt in een ver verleden. Andere, als de Schot- sche en de Duitsche. zijn de. namen wij zen dit onmiskenbaar uit import en»-hoe wel ze zich hier volkomen hebben ingebur gerd. minder karakteristiek dan de andere. Hoe oud de oorspronkelijke volksdansen zijn. valt met geen mogelijkheid te zeggen maar er zijn er bij, die stellig zeer oud moe ten 2ijn, zij het oolc, dat in den loop van den tijd enkele ongetwijfeld ingrijpende veranderingen hebben ondergaan. Wat de ouderdom betreft, zouden we wil len wijzen op een artikeltje van den heer 'M. Zwaagdijk in het laatste jaarnummer van West-Frieslands Oud en Nieuw. Hij haalt hier versjes aan, die gezongen werden bij kringdansen. We laten ze hier volgen. De Rozenhoed. Ik heb rozen op mijn hoed, En die rozen staan mij goed. Rozen op mijn hoedje. Mag ik U een handje geven, handje geven. Rozen bloeien op het veld. Rozen bloeien op het veld. 't Is zoo mooi als zilvergeld. Rozen! Bloemenkransen! En de juffrouw die moet dansen. En de juffrouw die móet stille staan, Driemaal in de rondte gaan. En de juffrouw die moet knielen En weer ee'n ander kiezen. Dat zal zijn, dat zal zijn Dat zal onze.... zijn. Hierop zijn dan nog enkele variaties, als b.v.: Blauwe bloempjes in de hoed, 't Is zoo'n aardige overvloed. Al in de rozenkransen; Die juffrouw die moet dansen En verder als boven. De schrijver wijst er dan op, hoe hier sprake is van rozeri en van blauwe bloe men. waarmee vermoedelijk riddersporen bedoeld zijn geweest. Hij haalt dan een citaat aan uit 1534, luidend: .,0p Sint Jans- „dag maken zij een zomervuur en werpen „er ook zekere kransen op, ik weet niet om „welk bijgeloof; bijna iedereen draagt een „blauw kruis, ridderspoor genaamd, in de „hand-" Verder haalt hij een versje aan uit pl.m. 1280, waarbij de „God van Minnen" zegt: Want hè en es van coste niet groet hij, kost niet veel) Van blomen so draget enen hoët. Ochte te Meye van rosdn roet roode rozen) Dien mag elck verengen sciere. Want hine es van coste niet diere. Men ziet het: al weer rozen op de hoed! Zou het gewaagd zijn. te zeggen, dat dit versje een reis heeft gemaakt door de eeuwen?' 1 En zoo dit h?t geval is, ligt de oorsprong stellig nog veel verder in het verschiet. We vestigen er de aandacht op. dat bij het bo venstaande het .St. Jansvuur ter sprake kwam en dit is zonder eenigen twijfel terug te brengen 'tot de tijden, toen hier de hei- denscbe Germanen leefden, die er een zom ne-eeredienst op na hielden. Het St. Jans- feest was het midzomerfeest en het werd gevierd door het aanleggen van groote vu ren. Mannen en vrouwen, meisjes en jon gen» dansten er omheen en sprongen er doorheen, hetgeen dus niets anders is dan een rondedans. De'vuren werden ontstoken op den 23en Juni op hoogten en in ons heuvelarme landje kwamen daarvoor in de plaats hoe kon het anders de dijken.'Oorspron kelijk w». het feest aan Bolder gewijd, de zonnegod 'feit de Noordsche mythologie. Toen de; pogingen der Christelijke kerk om deze ouae gebruiken behalve St. Jans vuur kent men nog Paasch-. Pinkster- en St. Maartensvuur tegen te gaan, stelde men er Christelijke feestdagen voor in de plaats en werd Balder vervangen door St. Jan. Waarbij we er tevens nog de aandacht op willen vestigen, dat het Germaansche midwinterfeest duurde van 24 December tot 6 Januari, d.w.z. van Kerstmis tot Drieko ningen. Hetgeeri stellig de verklaring vormt van de dikwijls géhoorde bewering, dat de versierde Kerstboom niet langer mag blij' ven staan, dan tot Driekoningen. Zoo hebben dus sommige van onze echte inheemsche dansen een taaiheid van leven aan den dag gelegd, die men er nauwelijks in zou hebben verwacht. Bij de verandering van begripben en toestanden .hebben ze hun oorspronkelijke beteekenis geheel verloren, ze leven slechts voort, beroofd va.n hun vroe gere eigenaardigheden. Sommige er van» worden thans wellicht voor boersch versle ten of zijn verbannen naar achterbuurten of kroegen, andere zijn geworden tot kin- d'erspeelliedjes. Maar toch zijn ze van be lang. omdat ze een band vormen met onze voorouders van 20 en wellicht meer eeuwei terug. Ze 'zijn wellicht versleten, maar Z' zijn mee van het weinige* levende, dat ons uit die lang verstreken tijden is overgeble ven. Het is vooral het alles-vereffenend moder nisme geweest, dat ze heeft weggevaagd en heeft gemaakt, dat juist in de laatste halve eeuw zooveel is verdwenen. Ten dee le voorgoed En het zal zeker eenmaal meer op prijs worden gesteld dan heden dooreen geno men het geval is. dat thans ernstige pogin- gerj worden aangewend -om voor hen, die na ons komen, vast te leggen, wat een maal is geweest een „Govertje". een „Japie sta stil", de „donder in *t hooi" of het „Geef Kees de boer een stoel".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1941 | | pagina 6