Ruilverkaveling
EERBIED VOOR DEN BODEM
De indroging der veengronden
SCHAGER
S SNIKJES
Wapeosmeders van het
Duitsche rijk
van den Eilandspolder
Vrijdag 7 November 1941
DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Tweede blad
WILLY MESSERSCHMITT, 1>E GE-
iNIALE VLIEGTUIGBOUWER.
(V.P.B.) De naam Messerschmitt is lang
jamerhand tot een begrip geworden en nau
welijks beseft men nog, als in de Duitsche
legerberichten de Messerschmitt-jagers ge
noemd worden, dat de constructeur van deze
maéhines onvermoeibaar voortwerk aan de
yervolmaking der bestaande types.
De luchtvaart zit Willy Messerschmitt in
het bloed. Reeds op jeugdigen leeftijd hield
hij zich bezig met de constructie van zweef
vliegtuigen en in 1922 behaalde hij zijn eer
ste succes met een zweeftoestel, dat volgens
geheel nieuwe gezichtspunten ontworpen
Was.
Wereldberoemd werd hij echter door
de „Taifun", het toestel, waarmede Elly
Beinhorn verschillende groote -vluchten
maakte.
Toen Messerschmitt technisch leider der
Bayersche- Flugzeugwerke. die spoedig in
Messerschmitt A.G. omgedoopt werden, was
geworden, legde hij zich op de constructie
van militaire vliegtuigen toe en ook op dit
gebied verwierf hij terstond een vooraan
staande positie. Bekend zijn vooral ie jagers
ME. 109 en het gevechtsvliegtuig ME 110.
Met de ME 109 werd het snelheidsrecord
voor landvliegtuign'op 775 km. per uur ge
bracht en dit record is nog steeds niet over
troffen. Aan dezen jager heeft de Duitsche
luchtmacht tijdens den huidigen oojlog haar
superioriteit in de lucht mede te danken.
Men vraagt zich af waarom juist deze vlieg
tuigbouwer een zoo 'succesvolle loopbaan
heeft. Ongetwijfeld moet dit aan twee eigen
schappen die Messerschmitt in hooge mate
bezit worden toegeschreven. Niet alleen is
hij uiterst vindingrijk. Zoodat tot nu toe on
gekende prestaties met de door hem gecon
strueerde toestellen kunnen behaald worden,
maar tevens Slaagt hij er in de voor verwer
kelijking van zijn ideeën noodzakelijke or
ganisatie op te bouwen. JNfiet tevreden met
het reeds bereikte werkt hij in stilte voort
aan de Constructie van nieuwe toestellen,
qpdat de Duitsche luchtvaart zijn voor
sprong kan behouden.
Het
Amsterdam-Rijnkanaal
Straks zal Nederland een be
langrijken waterweg rijker zijn.
Nog altijd wordt gewerkt aan een van de
belangrijkste scheepvaartverbindingen in ons
•land: Het Ams'terdamRijnkanaal. Sinds
1931, toen tot den aanleg van de verbeterde
verbinding met den Boven-Rijn besloten
werd, is er reeds veel tof stand gekomen,
waarop Nederland trotsch kan zijn. Water
wegen werden verbreed, sluizen complexen
kwamen gereed, bruggen werden gebouwd
en eigenlijk rest er niet zoo#heel veel ar
beid meer voor men het grootsche werk be
ëindigd zal hebben.
Waar het nieuwe kanaal bovendien aan
belangrijkheid nog gewonnen heeft, omdat
het aansluit op de groote plannen, ^velke in
het buitenland worden uitgevoerd en die
een directe verbinding beoogen tusschen
Noordzee en Zwarte Zee, is het goed nog
eens de 'aandacht op dezen scheepvaartweg
te vestigen.
De tegenwoordige scheepvaartverbinding
van Amsterdam met den Rijn kwam in Au
gustus 1892 tot stand. Reeds spoedig na de
opening bleken de afmetingen te gering en
het\kanaal kon dan ook niet het steeds toe
nemende verkeer verwerken.
Daarom werd in 1915 door den toenmali-
gen minister van waterstaat een commissie
van advies ingesteld, die in 1917, na een
grondige bestudeering, adviseerde 'den nieu-
l'wifh scheepvaartweg in te richten voor sche
pen van een maximum type van 110 meter
lengte, 13% meter breedte, 3 meter diepgang
en een laadvermogen van 3000 ton.
Geruimen tijd heeft het nog geduurd voor
een definitieve keuze uit de verschillende
plannen kon worden gemaakt. In Maart 1931
werd echter besloten tot den aanleg.
De verbinding zou worden verkregen door
het verruimen van het Merwedekanaal tus
schen Amsterdam en de spoorlijn Utrecht
Gouda en een nieuw'kanaal ten westen van
Utrecht tot Jutphaas, vervolgens naar de Lek
bij Wijk bij Duurstede en naar de Waal bij
Tiel. Even na de kruising van den Vaart-
schen_ Rijn kwam dan de zijtak naar Vrees
wijk voor de scheepvaart naar Rotterdam en
Zeeland.
De lengte van het kanaal van Amsterdam
naar de Waaï werd gesteld op 72,5 km., van
Amsterdam naar Vreeswijk op 4-6,4 km. Het
kanaal zou dan op een zoodanig niveau ko
men te liggen, dat tusschen het Noordzeeka
naal en de Lek bij Vreeswijk of bij Wijk bij
Duurstede slechts éénmaal geschut behoeft
te worden.
Vaart veel korter.
Het gedeelte van het kanaal tusschen
de spoorlijn UtrechtGouda en de Lék
bij Vreeswijk is op 4 Augustus 1939 in
gebruik genomen, zoodat dus reeds se
dert eenige jaren de verbinding tusschen
Amsterdam en de Lek belangrijk verbe
terd is en de vaart op dit kanaal veel
korter is-geworden.
De nieuwe sluizen te Vreeswijk waren in
Maart 1938 al in gebruik gesteld.
Vermoedelijk zal het geheele werk binnen
Biet al te langen tijd/gereed komen.
Dit. AmsterdamRijnkanaal- is de groote
scheepvaartverbinding van de Amsterdam-
sche haven met het achterland en wel in het
bijzonder met den Boven-Rijn, doch ook met
«otterdam en de zuidelijke provinciën.
Echter zal het ook een schakel zijn in de
verbinding van de Noordzee met de Zwarte
Zee, wanneer binnen niet al te langen tijd de
verbinding MainDoriau -geheel voltooid zal
zijn.
Voor oep onbelemmerde ontwikkeling van
de zeehaven is het van het grootste belang,
dat het^Merwedekanaal kan voldoen aan de
eischen, die de Rijnvaart stelt.
Wanneer het kanaal dus gereed is, zal Ne
derland een uiterst belangrijk waterwerk* nij
ver zijn géworden.
Elly Beinhorn, die door haar lange afstands-
vlucht de deugdelijkheid van de Messen
schmitt bewees. (Foto Pax).
Een vergelijking met het plan
voor het Geestmerambacht.
De polder tusschen Schermer en Beemster,
de Eilandspolder, ter grootte van ongeveer
1500 H.A. ,is thans—het onderwerp v.an de
belangstelling van de Centrale Cultuurtech
nische Commissie.
Een verzoek tot ruilverkaveling is inder
tijd gedaan door een aantal belanghebben-
den( die het groote bezwaar inzagen var de
groote waterrijkdom van den polder. Tot
land omgewerkt zou dit voor velen de mo-,
gelijkheid openen tot uitbreiding of stichting
van een bedrijf. Het grootste gedeelte van
den polder wordt ingenomen door grasland
en de veeboeren Tiouden liever, wat zij heb
ben, dan dat zij het land zouden scheuren
om^-het uit te geven voor tuinbouwbedrijven.
Dat er wel land aan te winnen is, blijkt wel
uit het ingediende plan. Van de 830 H.A.,
welke voor verkaveling in aanmerking komt
is slechts 620 H.A .grasland en bouwland.
Het overige is water. Dus zou men bij door
gang van de ruilverkavelfhg rond 200 H.A.
land kunnen aanwinnen.
Bij de tuinbouwersbevolking bestaat dan
ook wel belangstelling voor dit plan en wan
neer het van hen zou afhangen, gaat de
ruilverkaveling door. Maar er zijn- nog de
veehouders, die ongeveer 2/3 gedeelte van
het te verkavelengebied in bezit hebben.
Onder de veehouders zijn tegenstanders,
maar ook voorstanders, zoodat de stemming
welke op 24 November a.s. wordt gehouden,
met belangstelling wordt tegemoetgezien.
Het lijkt ons wel aardig, de kostenbereke-'
ning van deze verkaveling te_publioéèren en
te vergelijken met die, welke voor de ver
kaveling van het eerste blok van het Geest
merambacht is gemaakt. Dan kan mén eens
zien, welk een verschil het uitmaakt, wan
neer, zooals hier in den Eilandspolder, een
groote oppervlakte land kan worden aange-
wdhnen.
Evenals in het Geestmerambacht worden
de arbeidsloonen geheel voor rekening van
het Tijk genomen. De provincie geeft voor
dit olyect van ruipi 800 H.A. een bijdrage
van f224.000 in de bijkomende kosten en
voor het Geestmerambacht, voor ongeveer
300 H.A. een bijdrage van f283.000, dit is per
H.A. berekend dus heel wat meer voor het
Geestmerambacht. Maar toch zijn de ruilver-
kavelingskosten in dén Eilandspolder totaal
f 200 per H.A. of f 10 ruilv.erkavelingsrente
per jaar en per H.A. gedurende 30 jaren, te
gen een totaal van kosten voor het Geest
merambacht van pl.m. f 1000 per H.A. of een
ruilverkavelingèrente van f50 'per H.A. en
per jaar gedurende dertig jaren.
Bij de ruilverkaveling in den Eilandspol
der kan dan ook gerekend worden met een
landaanwinst van ongeveer 200 H.A.. welke
begroot is op een waarde van f600.000, ter
wijl bij de verkaveling van het Geestmer-
EN ZIJN BEWERKER
Dampend gaan de ploegpaarden door de
stoppelvelden.
Bedachtzaam loopt de boer achter het blin
kende ploegijzer, hij ziet hoe de aarde open
splijt en bij het keeren van den ploeg houdt
hij het span een oogenblik in. Hij bukt zich
en neemt eerbiedig een brokje grond tus
schen de vereelte vingers en verkruiipelt 't
langzaanf. Dan keert hij den ploeg voor de
nieuwe voor.
Honderden malen heeft hij dezen bodem
geploegd, die zijn vader ploegde vóór hem
en daarvoor zijn grootvader.
Honderden malen heeft hij de kaarsrech
te voren getrokken door de rulle aarde en
nog altijd ondergaat hij het wonder van
het land.
En met het wonder het diepe begrip eiri
de band.
Voor hem is het land meer dan een schei
kundige analyse en voor hem zijn er hoo-
gere waarden dan het phosphorgehalte.
Nitraten zijn het land niet, zoomin als
phosfaten; en de hoogte van de halm en
het gewicht van de graankorrels is het land
niet.
Daarom loopt hij zoo bedachtzaam over
den akker, daarom werpt hij aandachtig met
wijden armzwaai het zaad in de voren en
daarom verkruimelt hij eerbiedig de aarde
tusschen de vereelte vingers.
Maar de boer, die denkt in tractoren en
formules en droomt van een gespecialiseerd
boerenbedrijf; slechts fruit of alleen suiker
bieten en geen vée, zelfs geen 'kleinvee, is
losgeslagen van den bodem.
De man op den tractor ruikt niet, hoe de
aarde kan ruiken, wanneer de pldegde
stoppel scheurt. Hij voelt de kracht en de
wartnte van de aarde niet onder zijn voeten,
hij tilt het handvat van een ploeg niet be
dachtzaam op, om over een veldsteen te
glijden.
Hij neemt geen handvol aarde op. aan het
einde van de vore en hij knielt niet op den
grond neer om zijn brood te eten.
Hij ploegt het veld af, in korten tijd en
zonder veel inspanning. Het is z<4> gerTïhk-
kelijk en zoo economisch. Zoo gemakkelijk,
dat het wonder van het land verloren gaat.
zoo economisch, dat de band met de aarde
verbroken wordt. En in' den boer op den
tractor zal de verachting groeien, die alleen
een vreemde ondervindt, die weinig begrip
en geen land heeft.
Wij leven in dagen van strijd en wij zien
de moeizame geboorte van een nieuwen
tijd. Wij zien ook, hoe oude en eeuwige
waarheden in den tijd, die achter ons ligt,
verloren dreigden te gaan.
M&aif wij zien ook, hoe thans deze
vergeten waarden nieuwen en dieperen zin
verkrijgen. Bn zoo ^en wij ook de weder-,
geboorte van den boerenstand. Om deze
wedergeboorte te helpen bevorderen, om de
oude waarden, welke het diepste wezen van
den boerenstand uitmaken te beschermen
en hoog te houden, is de Nederlandsche
Landstand in het leven geroepen.
DE KOSTRN VAN DE SOCIALE VER
ZEKERING.
In een inleiding, welke* Mr. C. F. Haar
man,, directeur van de federatie voor onge
vallenverzekering in de provincie Gronin
gen, heeft gehouden voor. de hoofdbesturen
van de Groninger Maatschappij van Land
bouw over de recente wijzigingen op het ge
bied der sociale verzekering, komt hij, wat
de kosten van het verzekerd loon ^etreft.
tot de navolgende berekening:
a. ziekte- en ongevallenverzekering
b. invaliditeitsverzekering
c. bijzondere ongevallenfonds
d. kinderbijslagregeling
e. ziekenverzorging
f. vereveningsheffing
g. imponderabilia
3
4
0.1
1
4
4.5
0.4
Tezanfén 17
Tot de imponderabilia rekent de- heer
Haarman oun. de uitbreiding van het onge-
ambacht slechts een land-aanwinst van 5
H.A. kon worden berekend, ter waarde van
f15000.
De grond zal ookin den Eilandspolder
een intensieve bewerking ondergaan. De on
der de teeltlaag aanwezige modder vanjmin-
dere kwaliteit wordt Weggegraven. Daarmee
worden de slooten gedempt. Het gevolg hier
van'zal zijn, dat het polderpe.il met 60 cm.
verlaagd zal worden.
VERBETERING VAN GROOT BELANG
VOOR ONZE VOEDSELVOORZIENING.
Herontglnning de eenige oplossing.
Belangrijke proeven te Mijdrecht
In verschillende droogmakerijen, voorna
melijk in de provincies Zuid- en Noord-Hol
land en Utrecht,' heeft men te kampen met
het verschijnsel der irreversibiliteit, d.i. het
indrogen van den grond, waardoor hij geen
water meer opneemt. 'Daar dit vraagstuk
voor onze veehouderij met hét oog op de
veevoederpositie van het grootste belang is,
•heeft een vertegenwoordiger van het ANP.
zich tot den promotor ervan, prof. Ir. J. Hu-
dig te Wageningen, gewend om nadere toe
lichting,
„Dit is een probleem", aldus prof. Hudig,
„dat niet van vandaag of gisteren dateert.
Integendeel, zoolang de droogmakerijen be
staan, bestaat ook de indroging, daar een
te diepe ontwatering een der oorzaken is.
Doch eerst dezen tijd heeft dit vraagstuk
een brandende actualiteit gekregen, omdat
de voedselvoorziening er ten nauwste mee
samenhangt. Deze indroging manifesteert
zich namelijk in hoofdzaak op de grasland-
bedrijven in de z.g. kleiveengebieden,en
grasland was vöpr den oorlog iets, waaraan
men zich weinig gelegen liet. De veenhoude-
rij immers dreef voornamelijk op den invoer,
van krachtvoederl
De oorzaken.
Op de vraag naar de oorzaken van deze
indroging, werd geantwoord, dat o.m. eeh te
diépe ontwatering tot de indroging aanlei
ding kan geven, doordat de grondwaterstand
beneden de zg. onderlatende laag (in den
ondergrond) (komt, waardoor het gras van
het ondergrondsche water is afgesloten en
in de droge periode daarvan dus niet kan
profiteeren. Doch ook eenige droge zomers
kunnen reeds de oorzaaik van deze indro
ging worden.
Bij de irreversibel indrogende gronden
valt de veenlaag onder de graszode tot stof
uiteen, verpulvert en neemt geen water meer
op, waardoor de voor de plantengroei nood
zakelijke capillaire opstijging van het water
achterwege blijft Is- het met den grond een
maal zoo ver gekomen, dan heeft bemesting
'geen zin meer, daar de waterige zoutoplos
singen geen tijdige binding van de grond-
deeltjes kunnen bewerkstelligen. Bij gron
den, die nog niet geheel ingedroogd zijn4
constateert men, dat zij ha de eerste hooi-
periode geen gras meer leveren, hetgeen
overeenkomt met een halve oogst. Eerst na
de voorjaarsregens begint het.gras weer te
groeien.
Hoe te verbeteren!
Over de wijze van verbetering dezer gron
den", aldus prof., Hudig, „valt veel te zeg
gen. Een der moeilijkheden, welke daarbij
wordt ondervonden, is gelegen iit de orga
nische bemesting (stalmest en compost). Wij
leefden in een periode, waarin alles was ge
concentreerd op de kunstmest. De stalmest,
die door de overdadige krachtvoedering bui
tengewoon rijk en overvloedig was, werd
bijna in zijn geheel op de weide gebracht. Nu
is bier niets tegen, integendeel, maar men
moet zorgen voor de noodigé kalkaanvul-
ling. En 'dat liet men achterwege, met het
gevolg, dat door de, bij het vergaan van den
stalmest ontwikkelde, koolzuur de grond
verzuurd en ontkalkt werd. En de compost
(het stadsvuil, bijzonder rijk aan phosfaten)
werd verbrand of m^n dempte er grachten
mee, doch de' mestberejding daaruit werd
verwaarloosd.
Het eerste werk tot de verbetering bestaat
in een herontginning. En aangezien de ver
hooging van de productiviteit van den bo
dem ook uit een oogpuilt van werkloos
heidsbestrijding van beteekenis is, werd de
hulp ingeroepen van den rijksdienst v.óoi;
werkverruiming en met succes.
Daar de juiste wijze van herontginning;
nog niet bekend is, moeten daarvoor eerst
proeven worden genomen. Dat gebeurt nu
op een» proefveld in den polder van Mij
drecht, waar het waterschap gröot-Mijd|echt
een oppervlakte van 1.25 H.A. ter beschik
king gesteld heeft. Het grondwerk is onlangs
gereed gekomen, waarbij de grond 0.80-1!
M. bewerkt is, zoodat we nu kunnen gaan
bemesten, waartoe de gemeente Amsterdam
groote boeveelhedencompast beschikbaar
stelt. Op de akkers zal een laag kalkhoudenr
de klei worden gestrooid, 10.000 kg. 'kalk-
mergel en een door mij vervaardigd humus-
praeparaat. Op deze wijze hopen wij den
grond weer wa te raan trek kond te maken. En
dan is het waehten op de resultaten van de
eerstvolgende oogst."
Het is begrijpelijk, dat de pogingen tot
vruchtbaarmaking van ongeveer 60.000 H.A.
verwaarloosde gronden door de boeren in
ons geheele land met groote belangstelling
worden gadegeslagen, daar het welslagen
daarvan van het allergrootste belang is voor
ons g'ansche volk, niet in het minst voor
de boeren zelfl
valsrisico tot luchtbeschermingsmaatrege
len, de regeling van zwangerschap en be
valling van ongehuwde vrouwen, toeken
ning van een gezinskraamgeld, de veftnin-
derde intensiviteit van controle tengevolge
van benzine-schaarschte, het verminderd
physiek weerstandsvermogen van de ver
schillende verzekerden tengevolge van de
voedselschaarschte. Voor de recente wijzi
gingen bedroegen de sociale lasten 7 (die
onder a en bt van het verzekerd loon. Ze
zijn dus met ongeveer 10 verhoogde Van
deze lasten kunnen ongeveer 3 (1 voor
de ziekteverzekering en ongeveer 2 voor
de ziekenverzorging) ten laste van de ver
zekerde arbeiders worden gebracht.
Boekbespreking
„BLOKKADE."
De heer N. Oosterbaan heeft voor het De
partement van Volksvoorlichting en Kuns
ten een üitgebreide, geil lus freerde brochure
geschreven, w^lke huis aap huis in Neder
land ;al worden Verspreid en „Blokkade"
genaamd is. Het doel van het blad is de
bevolking te wijzen op de oorzaken van het
gemis, dat thans op rolerlei gebied wordt
gevoeld en in klare taal wordt duidelijk ge
maakt dat deze oorzaak'is de hongerblokka-
de van Engeland.
,31okkade" stelt op rake, soms geestige
wijze de sluwe praktijken van clandestiene
slachters, prijsopdrijvers en handelaars aan
de kaak.
Naast het constateeren van deze nega
tieve feiten, wijst „Blokkade" vooral op een
positief feit en wel dit, dat de blokkade te
gen Nederland mislukken zal, wanneer wij
ons allen aaneensluiten om dezen aanslag
op' leven en gezondheid van ons en onze
kinderen te pareeren. Daartoe heeft een
ieder de taak, constateert „Blokkade", loyaal
mede te werkfen aan de distributie-politiek
van de overheid.
Men moet in ,31okkade" geen kost voor
litteraire^mulpapen zoeken, de brochure is
Schagen, Vrijdagmorgen.
Beste Slijntje
Nou, dat was, een mooie brief, die
je me de laatste keer schreef zeg, mooier
dan dat hollebollige weer van de laat
ste dagen. Goed visohweer, wat zullen
ze daar op Wieringen in hun schik zijn..
Het mag trouwens wel eens, ze hebben
daar genoeg beroerdigheid gehad. Je
ziet nog al wat hengelaars ook tegen
woordig, laatst zag ik meneer Gorter en
meneer Roobol heelemaal op Noordschar-
wóu, en meneer Holtz is ook neg druk in
de vangst Ik heb gehoord dat die een
ijzeren net laat maken, want laatst heeft
ie zoo'n reuzegroote visoh gevangen aan
de Wiel en die had ie natuurlijk in het
netje gedaan. Maar de visch had nog geen
trek om krap geschoren té worden en
die is er weer uitgekropen. Visch is een
best eten. Ik begrijp niet dat er men-
schen zijn, die er niet van houden. Het
kon anders wel eens wezen dat we bin
nenkort heelemaal geen visch en vleescb
meer krijgen, niet omdat het er niet meer
is,ernaar omdat die vdgetariersbond zoo
verschrikkelijk groeit, dat heb je wel ge
lezen zeker. Als die eenmaal het te vertel
len hebben, is het afgeloopen met de soep
met balletjes. Toch wel mooi, zulk idea
lisme, want er zal natuurlijk niemand
van die duizenden nieuwe leden zijn die
plotseloos vegetarier wordt omdat hijrdan
meer extra toewijzingen van velé goede
zaken als boter enzoovoort kan krijgen
en er misschien tegen duur geld van eer
armen slokker nog. wel een vleesch-
kaartje op de kop is te tikken. Zoo zijn
we niet, hè?
Ik ben al es nieuwsgierig hoe dat pro-
ces van de stortgronden afloopt. Dirk had -
Piet van der Poll nog gesproken, den
bode van dei^ polder, die was ook naar
Amsterdam geweest, maar hij had niks
genoten. Die twee advocaten hebben 'ver
schrikkelijk gepraat zei Piet, maar het
leek wel of die heeren van het Hof niet
eens luisterden. Af en toe als een van
die advocaten een pats met een wetboek
op de tafel gaf, werden ze weer wakker,
maar het hinderde niet zéi Piet, het stond
toch alles op papier en in dé boeken en
toen het afgeloopen was, kregen ze dat
allemaal cadeau. Maar zoo gaat het na
tuurlijk niet, de heeren zullen wel vol
aandacht geweest zijn en diep in gedach
ten verzonken of ze nu dien armen me
neer Doedens of dien armen polder gelijk
moesten geven. Zoo, dus juffrouw Kater
is weg bij jullie. Ik lees er net 'een mooi
verslag over; Dat is dus die juffrouw, die
het ook zoo goed deed bij de gymnastièk!
Ik- ken haar niet, voor. mijn tijd geweest.
Ik hoop dat jullie burgemeester- er weer
een goeie heeft uitgepikt, jullie hebt daar
een pracht stel schoolmeesters en school-
meesterinnen ik kan het niet helpen
Stijn, maar in boerenland passen naar
mijn smaak alleen schoolmeesters en
geen onderwijzers en 't zou zonde zijn
wanneer het peil daalde. Een mooie
tijdvoor Volksonderwijs zeg. Nicht
Mijntje uit Sdhagerbrug zei nog,
dat het daar met de propaganda
best gaat. Mijnheer Baayens van 't
postkantoor, die er eerst nogal te
gen was, schijnt er nu ook zoo voor
te wezen dat meneer Wiering, het
hoofd van de school hem uit dankbaar
heid eerelid van de oudercommissie wil
maken.
Ja er gebeuren tegenwoordig rare din
gen. Een landbouwer in de Beemster rooi
de een suikerbiet die één mgter en vijf
centimeter lang was. Daar had ie zoowat
vóer voor de heele winter aan. Trouwens
vroeger werden er meer van die reuze-
ex em pilaren gedolven hoor. Daar kon Piet
Tiel van Oudkarspel zoo'n vijftig jaar
geleden 0¥er vertellen. Die had es een
zeug die op biggen stond en een stukje
bouwland, waar ie mangelwortelen had
staan. Op dat bouwland kwam zoomaar
een heuveltje, dat al grooter werd. Op
een goeie morgen zag Piet dat zijn var
ken moeder geworden was, maar het
kroost was nergens te vinden. Hij op zoek.
Ja, en toen ie op zijn bouw kwam was
het heuveltje ook verdwenen/ Daar had
een groote magelwortel onder gezeten
Maat nou dat varken die wortel hebben
opgedolven en het binnenste schoon op
gepeuzeld hebbem Maar die mangel-
'vyortel was zoo groot dat ie in-de schil
al zijn dertien biggetjes had verstopt. Dus
je ziet al weer Stijn, er zijn altijd records
boven records,
Dag hoor
je Reintje.
geschreven*voor de massa en zal door het
vlotte betoog van den schrijver, en de pak
kende illustraties de bedoelde psychologi
sche uitwerking op die massa zeker h'ehben.
Als geheel een zeer lezenswaardige ook.
om de nuttige wenken4 aan de huismoeders
en geslaagde uitgave.
De aantrekkelijkheid ervan is nog ver
hoogd door de opname van een raadsel. Goe
de oplossers hebben kans op mooie prijzen.
(Fred. Groot).
TUINHOEKJE
BLOEIENDE PLANTEN IN HERFST
EN WINTER,
Als in den herfst de najaarsstormen woe
den, regenvlagen en snijdende MjJnd ons zoo
veel mogelijk in huis houden, is het éen genot
naar onze planten in de huiskamer te zien.
We weten, dat ze teer zijn en de omstandig
heden waar ze in verkeeren zijn ongimstig.
Daarom wil ik enkele .wenken geven, die
voor den groei bevorderlijk zijn.
De plant, die nu meër en meer verschijnt,,
is de Cyclamen. Zij houdt van een koele
standplaats. Men plaatst haar het beste in
eep niet of zeer matig verwarmd vertrek.
Wel moet ze natuurlijk vórstvrij staan. Is de
potgrond droog, dan wordt in het schoteltje
warm water gegoten. ,De plant zuigt dit op
tot dat de grond van water verzadigd is. Het
overtollige water wordt weggeworpen. Heeft
men eens vergeten water, te geven, dan
waarschuwt zij onss doerdat de bladeren en
bloemstelen slap gaan hangen. Ze behoort
dan onmiddellijk in een teiltje met lauw wa
ter gedompeld te worden. In korten tijd
staan dan de stelen .weer geheel recht. Te
veel water is ook zeer slecht. Er treedt dan
rotting op en de bladeren en stelen vallen
om. Evenmin mag de Cyclamen in de volle
fn .staan. Ook dan zien wij hetzelfde.
Een tweede dankbare kamerplant is de
Begonia. In tegenstelling met de Cyclamen
houdt de Begonia van een warme stand-
pl'.ats. Zij is dus in de verwarmde huiskamer
op haar plaats. Wordt de vorst strenger, dan
moet zij niet voor het venster blijven staan,
maar bijv. op een tafeltje midden in de ka
mer gezet worden. Voor licht is de Begonia
echter zeer gevoelig. Staat zij te donker, dan
laat ze gauw de bloempjes vallen. Toch wil
ze ook weer niet in de volle zon staan. De
potaarde moet nooit geheel droog zijn, maar
het tegengestelde is ook slecht. Is de grond
te nat, dan verzuurd ze. Natuurlijk vraagt
een bloeiende plant af en toe een Weinig
voedsel, dat men kan geven in den vorm van
vloeimest of kunstmest.
Een plant, die zoowel in de kamer als ih
den tuin staat is de Hortensia. Haar bezitter
houde het volgende-in het oog. De bloemknop
voor het volgende jaar is nu reeds aan het
einde van een tak gevormd. Natuurlijk heb
ben niet alle takken bloemknoppen. Wie nu
de takkei maar lukraak inkort, snijdt daar->
door ook' de bloemknoppen voor het volgende
jaar af. Na den bloei worden alleen de uitge
bloeide takken weggesneden of diep inge-
snoeid.
De Hortensia verliest in den winter haar
bladeren. Het is dan rusttijd. Daarom wil zij
ih huis eveneens rusten. Men kan dit bevor
deren door langzamerhand minder water te
geven. Ongeveer half December -heeft zij
haar bladeren verloren en staat nu een poos
droog. Zij wordt tot half Februari of begin
Maart op een koele, vorstvrjje plaats gezet.
Na dien tijd krijgt ze langzamerhand meer
water. Loopt ze in het voorjaar uit, dan be
merkt men, dat niet alle takken bloemen
zullen dragen. Deze niet-bloeiende takken
moeten diep worden ingesnoeid. De zijtak
ken, die zich .dan ontwikkelen, zullen in het.
volgende jaar de bloeieude .takken geven.
Het behoeft geen betoog', dat een plant als
de Hortensia, die zich zoc sterk ontwikkelt,
veel water en voedsel noodig heeft.
A. v. d. LIJN.