Geestelijk leven Tob nooit r. De pijp SLAAF OF KONING? Beste jongens en meisjes I We zijn nu weer een week dichter bfl Siijt Nicolaas. En ik heb zo'n idee, dat menig kinderhartje vol ver langen of vol angst uit zal zien naar 6 December, maar ik geloof niet, dat er veel kinderen zijn, die 'bang be hoeven te zijn. want jullie hebben toch allemaal je best gedaan? Maar jullie mogen, wanneer je den goeden Sint schrijft, wel duidelijk je naam en adres vermelden, want nu met die verduistering L 't voor een ouden man wel moeilijk om 't goede huis te vinüen. Nu is er geen haver te krijgen voor 't. paard, maar mis schien hebben jullie wel wat gras gedroogd en dan wordt 't hooi, en dat lust 't paard ook graag, hoor! Het boeJi is gewonnen door: LENI KORBEE, f Gr. Sloot 5, Schagerbrug. Loek en Leon v. <L Wal, Den Haag. Ze hebben jullie zeker ver geten, Loek. Maar we zullen hopen, dat hij de volgende- week op tijd is. Doe je de groeten aan Leon. Sisca Harteveld, Julianadorp. Nu Sisca, dat zal wel plezierig zijn met een hoop vriendinnetjes in een koestal te spelen. En dan nog bovendien lekker warm. Ja, in een kippenboet is t nu wel niet warm. Het is te begrijpen, dat eeü hoop mensen terug gaan naar Den Helder. Hanneke Dijkshoorn, Bussuin. Ja Hanneke, 't is een leuk werk hè, briefjes schrijven. En 'k vind 't altijd zo fijn, als ik een lange brief krijg. Het is niet leuk, hè, dat: je nu tien dagen.binnen moét blij ven. Beterschap, hoor! Henny v. Galen, Amsterdam. Zo, Henny, heb je lang moeten zoeken voor 't raadsel. Maar dit Was toch niet zo moeilijk. En is je zusje nu helemaal hersteld;fijn voor haar, hè. Want in een zieken huis is 't ook niet prettig. Tini Vlaming, Barsingerhorn. Zeker Tini, mag jij meedoen. Deze keer nu' heeft je moeder je briefje geschreven, maar de. volgende jij hoor, Tinie. Willy Roeffel, Zype. Hoe meer raadsels je oplost hoe beter het gaat, hoor, Willy! Dat zal een feest worden met St. Nicolaas! Geven jullie die operette op -school Dat zal aardig worden, hè. rtikus Hagenaar, Dlrkshorn. Nee, Rikus, die boeken heb- ik niet gelezen. Ik heb wel veel boeken ge lezen, maar neg lang niet allemaal hoor.. Zijn ze zo mooi? Jan de Graaf, Schoorl. Zo Jan, gaan jullie verhuizen. Dat is fijn,, dat jij en je broertje nu allebei een kamertje krijgen. Dan kunnen jullie vast geen ruzie maken. Of doen jullie dat nooit? Luitje Kuiper, Hensbroek. Vind je 't fijn, Luitje, d*it je in Hens broek bent. Eigenlijk kon je beter thuis zijn, dan was je tenminste be ter, hè! Dus je oomzegger is jarig! hoe oud is hg gewórden? Anneke Eerland, Alkmaar. Ik dacht, dat ik je briefje al beant woord had. Want dat is 't zelfde briefje van de vorige keer, Anneke. Of bei ik soms mis? Dat hoor ik de volgende keer wel van je, hè Henk Jan Bregman, Burgerbrug. Alweer een nieuw vriendje. Zeker mag jij meedoen. Je zal wel een fijne vacantie hebben gehad op Texel, want wat is de natuur daar mooi. Hebben jullie een bibliotheek op school. Dan kan je van de win ter heerlijk lezen! XJiver. Ja. we hebben nu ge lukkig mooi weer, hoor! Leuk, als je je naam In de courant leest. Als je natuurlijk de oplossing goed hebt. Volgende week een langer briefje, hor rl Mieke Mink, Warme nhuizen. Wat een lange brief, Mieke. Dat zal een verrassing worden, als jullie al die cadeautjes uitpakken. Jullie brengen zeker allemaal een bon mee naar school? Wat zal dat een feest worden! Leen Schouten, Anna, Paulowna. Zeker, mag jif meedoen. Wie weet win je dan ook gauw een boek. De Volgende week een langer briefje, hoor Leen! Malde Boontjes, Stolpen. Heb je al een hoop versjes geleerd voor St. Nicolaas. Want 't is nu al gauw zover, hoor. En is jullie verlang lijstje al klaar? Fijn is dat, zeg, dat jullie mogen kiezen wat je hebben wilt. Sientje Korbee, Schagerbrug. Je bent nog niet te oud hoor, als je veertien wordt mag je een schuil naam zoeken. Wat fijn, dat je Opa en Opoe komen en je krijgt dan een heleboel, en van de anderen ook. Ben je jarig geweest? Of voor je St. Nicolaas? Beppie Korbee, Schagerbrug. Misschien win je wel een taart, Beppie en dan kunnen jullie smul len. Is Sientje jarig geweest? In haar briefje naar mij schreef ze er niets over. Henkie Korbee, Schagerbrug. Kan jouw vader zo goed in een boom klimmen? Gaan jullie weer naar Den Helder. Fijn hè, dat je Op$ en Opoe Zondag bjj jullie zijn geweest. Martha Briara O nee, daar zijn je zusjes nog te klein voor om me briefjes te schrijven, maar nu jij 't voor hen doet, is 't ook goed hoor! Maar van Tonia krijg ik volgend jaar vast lange brieven. Martina v. Engelsdorp Gastelaar. Sjonge, wat heb jij vaak ergens an ders géwoond. En overal vond je 't fijn! Ja, bij Huisduinen wonen, dat is echt gezellig, zo dicht bij strand en duinen, 't Kan haast niet mooier. Ook moet ik je hog feliciteren met je verjaardag; je bent wel goed be; dacht, hè? Jantje Coster. Héb jij je hand zo bezeerd, dat je er een maand rust mee moet houden. Als er nu dan nog maar geen sneeuw komt, want dan denk ik dat 't voor jou wel een toer zal wezen om rustig te blijven. Want met sneeuwballen gooien en om een sneeuwman te maken, daar heb je allebei je han den voor nodig. Beterschap hoor, Jan! Wies je Coster. Wat een ver jaardag heb 'jij gehad, zeg! Jij bent wat je noemt „echt" jarig geweest, wat een stapel cadeautjes en dan nog je schoen zetten in deze tijd en er nog een koek in vinden, dat is toch zeker helemaal een verrassing. Je moeder zal ook wel „zoet" ge weest zijn dit jaar, dat zfl van den Sint nu al een speldenkussen in haar schoen vond. Corrfe Swart. Welkom, hoor, je mag natuurlijk ook meedoen en je ziet wel, na de eerste keer staat je naam al ih de krant, leuk, hè! Roodborstje. Verleden week heb ik je briefje niet gevonden, dus zal je 't waarschijnlijk ergens ver keerd gestuurd hebben. Nog gefeli citeerd met je verjaardag. En de naam die je gekozen hebt "is erg mooi. Heb je wel eens een Rood borstje gezien? Klaas Gieles. Wat heb jfl veel vriendjes en vriendinnetjes die van deze maand jarig geweest zijn, wat een feesten! Ook JiJ.nog gefelici teerd hoor, met je verjaardag. Jij hebt al zoveel gehad met je verjaar dag, heb je nog wensen voor den Sint ook? Leo Gieles. Dit was een lange brief hoor, dat vind ik gezellig. Zo, ben jij op Texel geweest? Heb je de eendenkooi nog gezien? Je hebt zeker, als je er geweest bent, je neus wel dicht gehouden, want dat ia dan wel nodig! Fijn zeg, dat je een schetsboek hebt gehad, nu kim je tekenen, zo veel je wilt, dat doe je toch zo graag? Joop Gieles. Ja, er stond een drukfout in de krant, maar de meestevriendjes en vriendinnetjes wisten toch wel wat er bedoeld werd, want ze hadden 't tenminste allemaal ingevuld. Gusta Swart. Ja, er doen een hele hoop kinderen mee aan de raadsels en jij mag natuurlijk ook meedoen, maar trouw blijven hoor! Corrie v. Bale. Ja, tegenwoordig zal 't wel eens meer gebeuren, dat 't „Hoekje voor de Jeugd" Vrijdags in de krant komt te staan, dus daar moet je dan maar even op letten, hoor! Ja, 't is gelukkig weer gauw overgegaan, die kou, ik ben er blij om hoor, en jij'? Of wil jij misschien graag gaan schaatsen? Anneke v. Bale. Ja, voor zo'n klein vriendinnetje als jij bent is „Coloradokever" een heel moeilijk woord, maar je had het toch goed geschreven. Freld, Dikkie en Aafje Smit. Ja, dat is dom, om je raadsels in je schooltas te laten zitten. Daar win je geen boek of taa^t mee. Geluk kig, dat jullie weer allemaal beter zijn, want ziek liggen met water pokken is niet leuk. Eén dag heb ik ook een klein zwart poesje gehad, maar 't is 's morgens vroeg weer weggelopen en in 't donker kon ik 't niet meer vinden! Annie Delver. Ja, Annie, als er te veel briefjes zijn, dan deel ik ze weer in tweeën, want anders heb ik bijna een hele krant voor de kin derbriefjes nodig. En dat met de papierschaarschte! Je vriendinnetjes doen al mee,. Jantje en Henkie Scheurwater. Het woord, dat je ingevuld hebt, was goed hoor; er was jammer ge noeg een drukfoutje in 't raadsel ge slopen, maar daarom kon je 't toch nog wel vinden, hè? Ik zal in 't ver volg beter opletten, dat 't niet meer gebeurt! OPLOSSING VORIGE WEEK. Coloradokever. Goede oplossingen ontvangen van: Den Helder: Martina v. - E. G.; Jantje en Henkie S.; Jantje C.; Wiesje C.; Corry Sw.; Joh. B.; Klaas G.; Leo G.; Gusta rjS.; Joop G.; Corrie v. B.; Anneke v. B.; Aafje S.; Annie D. Breezand: Jan P. H.; Bep F.; Dieuwertje S.; Gerrie v. 't O. Schagen: Alie B.; Koosje B. Kolhorn: Annie K.; Iza de R. Êgmond Binnen: Gretha B.; Rei- nier B.; Gerard B. Jopie M.; Corrie R.; Broer en Zus de V., Woudsend; Piet B.; C. L.; Giel B.; Schagen; Freek B.; Tiny v. B.; Geertje W., Anna Paulowna; Coba W., Anna, Paulowna; Piet B.. Hoorn; Tini S., Breezand; Ida Sch., Breezand; Rita G.; Sjoerdje S., Breezand; A. v. H., Winkel; Rein v. d. V., Wieringen; Hennie v. d. M.; Corrie B.; Gerie M., Schagen; Jan M., Schagen; Geerie KL, Moerbeek; Piet B., Schagen; Gerrit V.; Kinde ren H., Barsingerhorn; Trien T., WieringerwerfJai.nie B.; A. B. Valkoog; Greetje R.; Loek en Leon v. d. W., Den Haag; Sisca H., Julia nadorp; Hanneke D., Bussum; Hén- ny v. G., Amscerdhm; Tinie N., Bar singerhorn; Willy R., Zijpe; Rikus H., Dirkshorn; Jan de G., Schoorl; Luitje K, Hensbroek; Anneke E., Alkmaar; Henk Jan B., Burger- brug; Uiver, Callantsoog; Hieke H., Warmenhuizen; Luw S., Anna Pau lowna; Hakie B., Stolpen, Sientje K., Schagerbrug; Beppie K., Scha gerbrug; Leni K, Schagerbrug. NIEUW RAADSEL. 1. Weet. ge 't al of weet ge 't niet. Waar ge alles omgekeerd in ziet? 2. Wie is bij zon- of maneschijn bg ons, als we buiten zijn? 3. Welke blgem is altijd wit, die nooit in een ruiker zit? 4. Wie heeft tanden en kauwt niet? 5. Welke vijgen zgn het hele jaar vers verkrijgbaar? 6. Uit welke 'pijp kan men niet roken OUD EN NUW UIT WEST-FRIESLAND GERUCHT. Et gong met Aagje verkeerd. Niet om et ien of 't aar, 't was een snokker maidje, maar was het nou zoo nöödig, dat ze deer zoo. erg mee te koup liep? Dat ^ze ljai et rede- raiken een huw kleidje an had 'met twei verlangertjes was nag deer an toe, al had ze met er grööskigaid alle maidjes. de ouge uitstoken. Maar dat ze Maan des deran ok met dat kleidje an de flort gong, nei dat rooide vanzelfs nergens op. Ja, zegge deide ze niks, maar de beurs an de Kromme Breg was er vol van weest. Je zouwe zegge, weer zou ze dat van doen zaide Guurtje, je begraip et niet... ze ben thuis toch niet an 't ürf zeker... of een plokkie uit de loterai... Nou, zaide Breggie, hoor es, ik wuP der de zegsman niet van weze oor. maar ze hewwe main zaid dat Piet van 't padje zién heb, dat Aagie nag al ders bai Jan Koetel de würf op gaat... Ben je vyaizer, vroeg Grietje, bai Jan Koetel, nou maid... bai die ouwe raike kirrel... wat zou ze deer té verhapstikken hewwe Ja... nou je et zegge... der grob- moer... dat was gien brave... te- minste, pou ja... hiïlegaar bai rechtuit is et niet gaan... et kon rekening veule dat ze trouwde, maar et was toch bai de bodde- plank of oor... dat ja, as Aagie nou krek evenliens is... zoo'n Jan Koe tel is mal genog om zoo'n maidje of en toe een warreme diesek te geven... enne... affain een goeie verstaander heb maar een halleve kan noodig ei... dusse... Ja... dat kon best weke,, zaide Breggie,.. et past niet, dat 'zég ik. Ik zeg et ok. zai Guurtje, een kir rel van over de zestig en een maid je van twuntig, wat moet deer van terecht kommei 't Is, raar, et is on- waize raar... Nou ja, zaide Janbuur, die die waive maar wat teute liet, maar et toch wat al te bot vond voor Aagie, dat zeg je nou Guurtje, mp,ar jai benne veertig braaf, en jai denke had ik ern nag maar... Bai jou benne de druive zuur... "Ik heb geen kirrel nöödig öor, as je deer op vigeleere, gaf Guurtje stok om bal, kirrels... nou geef main maar niks... iik heb er te veul arremoed van zien... ik heb ei nooit ien hewwe wullen... Deer kwam Aagie weer verom van der boskip. Gendag, zaide ze vrundeluk, want ze was niks ien- kend. DAag..: zaide de beurs ver- om, en ze zaide niks meer, maar ze keke... ze keke... Ja, et was een geval... en ze glaimde nag wat en ze lachte nag wat en ze skraapte der kele nag wat en ze spouwde nóg méér gal. Er rooide der niet op, om je Zun- dese jurk op Maandag te dreige... Aaltje kwam ok ers kaike, weer de buurtjes,et zoo drok over had de... Ja, zaide ze, ik heb et ok zien... et begroot je, voor dat kaind. Begrööte? Vanzelf... 't is nööd deer oor, Krelis ken vanzelf et zout in zijn pap niet verdiene... leit staan dat er voor zus een nuwe jurk op over- skiete ken... Die lillike aap van een Jan Koetel ken ie ok niks meer an winne, deer deid ie alle jare boome zage enzoo... die heb ie verkocht... nou, gelukkig heb die nioht uit stad waf stuurd, wat ouwe barrele, en deer heb Aagie nag een kleidje van make kund... Et is vanzelf er werkjurk en er inden loop der eeuwen Nu de sigaren en sigaretten schaarsch worden, verkrijgt de pijp zooveel burgerrecht, dat het tijd wordt haar le vensloop eens te bekijken. QMSTREEKS 1912 bracht de Duitsche luitenantkolonel Daim zijn vacantie door in de buurt van Hattem, waar vroeger een Romein- sahe nederzetting was geweest. Daim wijdde zijn vrije uren gere geld aan archaeologische onderzoe kingen. Hij behoefde dit keer zijn moeite niet te betreuren: Vijftig fragmenten van aarden pijpen wer den door hem opgegegraven, sommi ge waren fraai bewerkt en alle za gen er „doorgerookt" uit Het kan natuurlijk geen tabak zijn geweest wat de Romeinsehe sol daten rookten, want dat genotmid del kwam in dien tijd nog ndet voor. Mogelijk gebruikten de ouden ge sneden hennepbladeren. De pijp kwam pas werkelijk in de mode, nadat de tabak uit Ame rika was geimporteerd. Vooral aan de kusten vond zij veel aftrek. Ook de Basken wisten er weg mee. Maar tot in de 18de eeuw beschouwden b.v. de Fra'nschen het rooken als een ordinaire bezigheid, goed voor matrozen en bootwerkers. Het stond ongeveer in even hoog aanzien als tegenwoordig het pruimen. Vóór het jaar 1800 was de pijp dus een yulgair ding en uit de geschied- boeken leeren we, wat voor schan daal Jean Bart veroorzaakte, toen hij zich met de pijp in den mond binnen de muren van Versaillfes waagde. Zelfs in het begin van de 19de eeuw durfde rhen toch nog niet te bekennen, dat de pijp goed smaakte en voor vele eerzame en 'achtbare lieden een levensbehoefte was ge worden. Toen de hertog- van Richelieu stierf, vond men in zijn particulier verblijf een verzameling van pijpen, waarvan de waarde op honderddui zend francs werd geschat In Frankrijk was het rooken van pijpen een jaar of vijftig geleden op de terrassen en binnen de muren van behoorlijke restaurants, café's, etc., nog verboden. Men begrijpt, dat, wanneer hotels en dergelijke gelegenheden het pijprooken al niet duldden, dit in officieele kringen zeker niet was toegestaan. Desondanks keeg een kunstschil der, die tijdens de regeering van Louis- Philips, in het paleis te Saint- Cloud werkte, van den koning per soonlijk verlof om zijn pijp aan te houden. N Toen de vorst eens naderde en de schilder het rooken «wilde staken, sprak Louis Philips: „Gaat u gerust verder, meneer, u bent aan het werk en behoeft geen verandering in uw gewoonte te brengen." ATUURLIJK is men ook pijpen gaan verzamelen en in ver schillende landen *vindt men ook pijpenmuseums, o.a. in Gouda. Pijpen, die bekendheid verwier ven zijn die van maarschalk Foch en. van Keizer Wilhelm II. De „schandaalpijp" van Jean Bart maakte langen tijd deel uit van de verzameling van Hertog Fitz-Ja- rnes. De Hertog was ook de geluk kige bezitter van Jack 11's pijp. Hier- best, ze heb *n!èt aars... Maar et begrööt je... Nou hoor je toch es watte de mensche allegaar zegge, zaide Breggie..j ik heb dalek al zaid... o nei... hew ik zaid... dat maidje. is gien verkeerde, watte ze zegge van Jan Koetel is niks as ophisse- rai... kies op zolder... Ik zeg et ók, zaide Guurtje... i èfgé. (Alle rechten voorbehouden). van maakte de koning gebruik, toen hij nog Hertog van York heette en admiraal was van de Engelsche vloot. Toen de ex-president der Fran- sche republiek. Mille Rand, eens een groote reis maakte door Noord- Afrika, kreeg hij bij zijn bezoek, aan de moskee in Sidi-Boe-Medi- na een gigantische pijp te zien, die,' naar een Mohamedaansch schrift geleerde beweerde, eens den Pro pheet had toebehoord. Het ding was hooger dan een flink gebouwd manspersoon en om een heel et maal te kunnen rooken, zou mep haar maar één keer behoeven te vullen. De beroemde „pijp van den Sjah" vertegenwoordigt een waarde van drie millioen in goed. Deze pijp be hoorde eens tot den beroemden schat der Cadjars. De pijp was ge heel bedekt met edelsteenen, en werd, wanneer de Sjah èr zich niet van bediende, ohder glas bewaard. In het Fransch heet een pijp niet alleen „pipe" maar ook „boufarde" De laatste benaming is uit het le ger afkomstig. Dit herinnert ons eraan, dat ook bij de soldaten de pijp een belangrijke rol speelt. In den slag bij Friedland werd een ouden soldaat beide armen af geschoten. Die soldaat was een ver woed rooker, genaamd Bouffard. Later werd zijn arm op het slag veld gevonden en was te herken nen aan de pijp, die door de ge deeltelijk vermorzelde hand nog werd omklemd. Hierdoor had Bouf fard zich een plaats onder de on- sterfelijken veroverd Zijn naam werd door de taal geadopteerd en een. pijp heette voortaan „bouffar- de". Beroemd is voorts de porceleinen pijp van generaal Lassalle. Barthé- lemy. die een gedicht maakte op „de kunst van het rooken", vergat niet daarin Lassale te verheerlij ken. KERKELIJKE VERHOUDINGEN IN DUITSCHLAND. De'volkstelling, welke op 17 Mei 1939 in Duitsch'land gehouden werd heeft o.m. de volgende gegevens op geleverd. Op dién datum telde het Duitsche rijk 79.4 millioen inwo ners. Hiervan behoorden 75.4 mil lioen of 95 tot een kerk of een godsdienstig genootschap. Van de overige 4 millioen menschen deel den 2.75 millioen (334 mede, dat zij „gottglaubig" waren, terwijl 1,21 millioen of -.5 als „ongeloovig" wilden ingeschreven worden. De Joden telden 307614 zielen, dat is 0.4 De Protestantsche Christe nen 'vormden nog steeds de groot ste groep, nl. 42.6 miliioen of 53,7 Tot de Roomsch Katholieke kerk behoorden 32 millioen of 40,3 in woners. Door de aansluiting van verschillende gebiedsdeelen van overwegend Roomsch-KathoLiek ka rakter veranderden de verhoudin gen zeer sterk (1933 33,5 Nadien heeft zich weer een verandering ten gunste van de Róomsch Katholieke kerk voltrokken, want medio 1941 bedroeg het percentage voor de Roomsch Katholieke reeds 45.6 en dat der Protestanten 48.7. Wanneer men het protectoraat Bohemen en Moravië%er bij telt, worden de per centages resp. 47.8 en 45.3 (op het totaal van 97.4 millioen zielen). SCHOOL VOOR KERKELIJK WERK. De Commissie voor Kerkelijk Over leg vanwege de Synode der Ned. Herv. Kerk, heeft de aangelegenheid van de stichting eener School voor Kerkelijk Werk ter hand genomen. Zij heeft den Hervormden Jeugd raad belast met de voorbereiding van een cursus voor medewerkers in den kerkelijken arbeid. Er zullen schriftelijke richtlijnen vastgesteld .worden en er zal naar gestreefd worden zooveel mogelijk belangstel lenden te trekken. Binnen afzienba- ren tijd zal de eerste schriftelijke cursus aanvangen. Voor de Ouders Van de hand van den- Oosterschen wijsgeer Hazrat Inayat Khan verscheen indertijd een aardig boekje over de opvoeding van het kind. Het werkje verscheen in de Engelsche taal en is dus voor den doorsnee-ouder zeer waar schijnlijk niet leesbaar. Op zichzelf is dit wel jammer, daar hetgeen deze wijze uit het Oos ten over de opvoeding van het kind opmerkt, heel veel beteekenis heeft. Ik meen goed te doen enkele gedeelten uit dit werkje nader onder de aandacht der lezers te brengen. H. I. Khan zegt van de kinderziel, dat deze te vergelijke» valt met een photografische plaat, welke nog nimmer was blootgesteld aan het licht en het zijn vooral de eerste indrukken, die het beeld op de plaat vastleggen. In het Oosten is het tot bijgeloof geworden, dat de aanwezigheid van ongewenschte personen bij kinderen niet toegestaan moet worden. Hun invloed is gevaarlijk voor de kinderziel. Wg begrijpen den achtergrond van dit „bijgeloof" én in zekeren ziri is het bij ons Westerlingen precies zoo. Immers, we hebben niet voor niets het spreekwoord: „Waar je mee omgaat word je door besmet". Wij zullen onze kindeTen zoo ver mogelijk verwijderd' houden van onge wenschte kameraden en we weten, dat het onschuldige kind, wanneer het in aanraking komt met ongewenschte' elementen, schade berokkend wordt, welke we schier nooit meer kunnen herstellen. De indrukken op het onschuldige kinder hart zijn als de eerste lichtstralen op de nog nimmer aan het licht blootgestelde photogra fische plaat. Ze zijn niet meer weg te wis- schen! Khan verhaalt van een wijze in het Oosten, die veel vertoefde onder de olifanten. Hg sliep bij hen, at bg hen en beheerschte hen als geen ander. Zelfs, wanneer een olifant dol gewor den was, kon deze wijze het -dier nog tot kalmte brengen, terwijl anderen gedood wer den of op de vlucht moesten slaan. De olifan ten deden hem nimmer kwaad. Het geheimHij had vriendschap met de dieren gesloten. Echte vriendschap. En dit is nu ook van zoo groote beteekenis bg de opvoeding der kinderen. Wanneer we eenmaal met heUdnd vriend schap gesloten hebben, het kind' ons als zijn besten vriend beschouwt, klingen we alles van het kind gedaan krijgen. Niet door geweld, maar door het vriend jyorden en zijn kunnen we onze kinderen lei den en beheerschen. (Onder behearsehen na tuurlijk verstaan het voegen naar onzen wil, die voor liet kind tevens de beste is). Overheersching van het kind maakt van het kind een slaaf, vriendschap met het kind maakt van het kind een koning! Ja, we behoeven waarlijk in dit geval niet over het kind te spreken. Ook onder volwas senen is de laatste wijze van leiden de beste. Zoodra we met geweld beginnen, verliezen we, wat we zoo gaarne van den mehsch Wil den. Met geweld kan men slaven van de men schen maken, maar nooit koningen. Of anders gezegd: met geweld bereiken we meestal niets eü met vriendschap veel meer dan we ooit meenden te kunnenverwachten. In den om gang met personeel treedt dit voortdurend aan den dag en dikwijls zouden we ons zelf heel wat last en verdriet hebben bespaard als we in plaats van forceering geduldige vriendschap als middel om tot het doel te geraken gebezigd hadden! De beste manier om een kind tot disci pline op te voeden is, zooals Khan opmerkt, die zonder geweld. Men moet steeds maar weer vasthouden aan dat ééne beginsel: vriend wil len zijn van het kind. Vriend in den besten zin van het woord, vriend in den zftn van de oude beteekenis van het woord: lief hebbendé (Vri-end, vergelijk het woord vrgen). En dan natuurlijk veel geduld, maar dat heeft men vanzelfsprekend in dit geval. En nu beteekent dit al wëer niet, dat we alles over het hoofd moeten zien, het kind in alles zijn zin moeten geven. Integendeel! Een goed vriend geeft niet steeds toe. Die wijst ons op fouten en tekortkomingen, uit fit- zucht of bedilzucht, doch alleen door zijn lief de voor ons. In den regel zijn de ouders de beste vrienden van het kind, zij alleen hebben het lief, zooals geen andere het kan. Slechts één fout maken de ouders; zij houden niet steeds vast aan den regel, dat een goed vriend op tekortkomingen wijst en niet steeds toegeeft. Vooral bij moe ders komt het voor, dat zij ten aanzien van het laatste zeer mild zgn. Het is nog maar een kind!, luidt het dan. Je kunt niet alles weigeren. Inderdaad, men mag hiet alles wei geren, maar evenmin alles toegeven! Het is de taak der ouders na te gaan, wat wel toege geven kan worden en wat onder geen beding toegestaan mag worden. Ik geef toe, dat dit vaak moeilijk is, maar ouders hebben meer levenservaring, kennen beter dan het kind de gevolgen van de handelingen en dit stelt hen in staat in elk voorkomend geval de keuze te bepalen. Niet hard en zonder eenigen uitleg van het waaromIn vele 'gevallen is het moge lijk en gewenscht, dat we het kind ook ver tellen, waarom we dat nu niet kunnen en mogen toestaan! DaaroVer een, volgende maal een aardig voorbeeld uit een ander werkje, een boekje van een Nederlandsche moeder over de erva ringen bg de opvoeding van haar beide kin deren. Schuld De psychologische indeeling van de men schen in drie hoofdgroepen: het egpïstische type, het gevoelstype en I-et gewetenstype is niet nieuw, maar o.i. nog atijd juist. En het geen sterk karakteriseerend is voor elk dézer typen, is de mate van schuldgevoel die zij be zitten, en de gevallen waarin zij schuld ge voelen. Het egoïste type zal zich onder alle omstandigheden van schuld trachten vrij te pl-iten. Is hij onaangenaam en onredelijk tegenovei iemand, een derde heeft hem uit zgn humeur gebracht, zgn schuld is het niet. Het gevoelstype, zelf overgevoelig, zal reeds bevreemd z(jn een ander gekwetst te hebben, terwijl deze zich van niets bewust is, maar zal b.v. een verloren gulden van te weinig belang achten, om er lang bij "stil te staan. Wie precies verantwoordelijk is voor het verlies. M.a.w. het zal in gevoelsaange- legenheden overmatig cot zelfbeschuldiging geneigd zijn Het gewetenstype zal steeds zichzelf de schuld geven, wanneer er iets •verkeerd loopt, waarbij het maar in de ver ste verte betrokken is geweest. Deze uiteen zetting verklaart, dat zeer vele gevallen de egoïst de eenige zal zijn, die schuld heeft en tevens de eenige, die schuld ontkent. Dan zijn er menschen, wier wezen een vrij evenredige neiging is /an twee der drie hoofdtypen of wel sommigen van ons moe ten dus wat strenger voor zichzelf worden, - wat minder snel „de handen in onschuld wasschen". Anderen neigen tot een overmaat van zelfbeschuldiging, die de ware V:huldige de kans op meer zelfkennis via schuld erken nen beneemt. Om gemakkelijker tot het juiste antwoord op die schuldvraag te ko men, willen wij U een richtlijn aan de hand doen, omdat het voor de zuiverheid van de innerlgke balans van zooveel waarde is dat wij, zoo mogelijk, onze werkelijke schuld herstellen en anders althans erkennen. Want ook het- xïhuldige geweten van den egoïst laat hem niet -met rust, al zal hij, met den mond nog zoo hard schuld ontkennen. Welnu, wanneer er iets is voorgevallen, waarvan U zich afvraagt of U er schuld aan heeft, stelt Uzelf dan drie vragen: 1. „Was ik de oorzaak?" 2. „Was ik mede de oorzaak?" 3. „Had ik het gebeurde kunnen voor komen?" Wanneer U iemand onverdiend grieft, bent U stellig de oorzaak van zijn neerslachtige stemming daarna. En het kan U niet vrij pleiten, indien de omstandigheden tevoren Uw s.emming ongunstig beïnvloed hebben. Wanneer U iemand, die toch al in de put zit, een onaangename tijding moet brengen, die geen uitstel gedoogt, dan bent niet U, maar zijn de oor/aken der slechte tijding schuldig aan zijn do"wns!a.r. In het geval van „voorkomen" wordt be doeld, dat men tijdig op de hoogte is geweest en b.v had kunnen helpen, maar het niet ge daan heeft. In dat geval is men schuldig. Niet in gevallen, waarin U kunt zeggen: „had ik het maar geweten dan had ik wel geholpen", tenzij dit niet-weten een gevolg is van nalatigheid of gebrek aan belangstelling. Uwerzijds. Wr hopen door deze korte uiteenzetting het antwoord op de schuldvraag zuiverder gesteld te hebben. Dr. JOP DE COCK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1941 | | pagina 7