Nieuwe verkeersplichten
De Nederlandsche Landstand
Kerstbout in de kou
Broodbelegsels
in
wintertijd
„SINTERKLAAS"
werd
Spoorwegportretten
Groot succes van
Haagsche stempeltochten
Vrijdag 5 December 1941
DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Tweede blad
DINSDAG A S.
Wat wel ea niet mag
In verband met de Dinsdag a.s.
in werking tredende nieuwe ver
keersregels, verstrekt de Ned. Auto
mobiel-Club het volgende overzicht
van de belangrijkste nieuwe plich
ten en rechten in het verkeer.
Voetgangers.
1. Moeten van de voetpaden ge
bruik maken.
2. Moeten rijwegen langs den kort-
sten weg (haaks) en zonder on
derbreking oversteken.
8. Mogen bij bewaakte kruispun
ten slechts oversteken met het
vrijgegeven rijverkper mee.
4. Moeten van eventueel aanwezi
ge voetgangersoversteekplaatsen
gebruik maken om over te ste
ken.
5. Moeten binnen daartoe gestelde
afzettingen blijven.
6. Mogen niet op hoeken van stra
ten blijven staan, indien daar
door het verkeer wordt belem
merd.
7. Mogen niet op rijwielpaden loo-
pen.
Voertuigen (waaronder, behalve mo
torrijtuigen, ook rijwielen, bak
fietsen, wagens en handkarren).
1. Moeten behalve bij duisternis,
ook bij dichten mist verlichting
voeren.
t. Moeten aan voertuigen van de
Nederlandsche of Duitsche po
litie of brandweer, welke door
bijzondere signalen van hun na
dering doen blijken, vrijen door
gang verleenen. Zij moeten zich
daartoe naar de rechterzijde van
den weg begeven en aldaar tij
delijk s t o p p e n.
8. Mogen binnen bebouwde kom
men slechts aan de rechterzijde
van den weg stoppen.
4. Mogen niet parkeeren op de
middelste van drie of meer van
elkander gescheiden rijbanen.
5. Moeten ten allen tijde (dus ook
als zij zelve op „hoofdverkeers
wegen" of „hoofdwegen" rijden)
voorrang verleenen aan voertui
gen van de Weermacht, de
„Waffen SS", de politie, de
brandweer, welke voor het blus-
schen van een brand is uitge
rukt, en den grensbewakings-
dienst, voorzoover de hun van
overheidswege opgedragen taak
het nemen van voorrang ver-
eischt, alsmede aan begrafenis
stoeten en processies.
6. Mogen bij tramhalte's, waar
passagiers op de rijbaan in- en
uitstappen, slechts met matige
snelheid en op zoodanigen af
stand voorbij rijden, dat er geen
gevaar voor de passagiers ont
staat.
7. Dienen bij het afslaan naar
links of rechts reeds van te vo
ren zooveel mogelijk het linker-,
resp. het rechter gedeelte van
hun weghelft te houden.
8. Mogen bij bewaakte kruispun
ten slechts naar links afslaan,
indien daardoor het vrijgegeven
voertuigverkeer uit tegengestel
de richting en het vrijgegeven
tramverkeer uit beide richtin
gen niet wordt belemmerd.
9. Moeten, wanneer zij het zich
langs denzelfden weg boortbe-
Welke maatregelen moeten
In den winter voor de ko
nijnen genomen worden?
De rijksvoorlichtingsdienst voor
de pluimveeteelt schrijft ons o.m.:
Door hun dichte winterpels zijn
de konijnen goed tegen droge kou
de beschermd. Tocht, vocht en
scherpe wind zijn echter gevaarlijk
Het is daarom nu tijd de hokken
eens grondig te controleeren of er
nog openingen zijn, waardoor tocht
.vocht en wind binnen kunnen ko
men; Zorg er voor, dat de hokken
niet kunnen inregenen of insneeu
wen, doch doe dat zoo, dat de fris-
sche lucht steeds toegang tot de
hokken heeft Let speciaal op de
dakbedekking!
Het zou practisch zijn de konijnen
's winters in een gesloten schuur
met voldoende licht en lucht te
houden en 's zomers in open stal
len. Een schuur, van voren en op
zijde voorzien van gaas, waarvoor
's winters goed sluitende houten
schotten, met glasraam om vol
doende licht in de schuur te bren
gen, is daarvoor het best geschikt.
Heeft men uitneembare tusschen-
schotten in de stallen, dan is het
aan te bevelen deze er in de win
termaanden uit te nemen, teneinde
de konijnen zooveel mogelijk ruim
te te geven. Veel beweging is in
den winter aan te bevelen. Geef
ze een flinke laag stroo in het hok.
Vergeet niet in den winter de hok
ken eenmaal per weck goed schoon
te maken. Bij vriezend weer is de
mesthoek een ijsklomp en een ver
blijf daarop bevordert de gezond
heid der dieren niet. De winterpro
visie (wortelen, knolrapen, enz.)
moet dusdanig opgeslagen worden,
dat deze niet kan bevriezen. Bevro
ren voedsel mag nooit gevoederd
worden, daar dit zeer nadeelig is
voor de gezondheid der dieren
Tweemaal per dag voederen in den.
winter is voldoende, driemaal is
echter beter, daar bet voedsel dan
niet zooveel kans loopt in de hoe
ken te bevriezen.
wegende verkeer willen krui
sen, voorrang verleenen aan alle
tegemoet rijdende voertuigen.
10. Moeten, wanneer zij op hun
weg een „omgekeerde driehoek"
met het woord „halt" ontmoeten
onvoorwaardelijk stoppen, alvo
rens den hoofdweg op te rijden.
Motorrijtuigen
(zie ook onder „Voertuigen")
1. Hebben bij kruisingen van we
gen van gelijke rangorde den
voorrang boven het niet-motori-
sche verkeer.
2. Hebben bij kruisingen van we
gen van gelijke rangorde voor
rang boven van links komende
trams, doch moeten voorrang
verleenen aan van rechts ko
mende trams.
3. Mogens slechts onbeheerd wor
den gelaten, wanneer de door
gaans te dien behoeve aanwezi
ge beveiligingsinrichtingen in
werking zijn gesteld.
4. Mogen niet stoppen op de hoofd
rijbaan van „autowegen"; wel
echter op de parkeerstrook.
Langzaam verkeer (rijwielen, bak
fietsen, wagens en handkarren)
(zie ook onder „Voertuigen").
1. Moet steeds aan de uiterste
rechterzijde van de rijbaan rij
den.
2. Moet bij kruisingen van wegen
van gelijke rangorde voorrang
verleenen, aan alle motorisch
verkeer en trams.
Mag geen gebruik 'maken van
de middelste van drie of meer
van elkaar gescheiden rijbanen.
4. Mag geen gebruik maken van
wegen aangeduid met het ver-
keersteeken .„Autoweg".
Wielrijders (zie ook onder „Voer
tuigen en „Langzaam verkeer").
Mogen niet met meer dan twee
naast elkaar rijden.
Mogen in den regel slechts één
voor één andere voertuigen
(incl. rijwielen) inhalen. Slechts
wanneer het verkeer daardoor
niet wordt belemmerd of in ge
vaar gebracht, mag door twee
wieldrijders naast elkaar wor
den ingehaald.
Mogen niet blijven rijden naast
een ander voertuig dan een rij
wiel.
4. Mogen zich niet door een an
der voertuig laten voorttrekken.
5. Moeten van bestaande rijwiel
paden gebruik maken.
6. Mogen niet het stuur onder het
rijden met beide handen losla-
,ten of de voeten van de trap
pers nemen.
Mogen op rijwielen met één zit
plaats geen andere personen
vervoeren, behalve kinderen on
der 10 jaar, wanneer daarvoor
een geschikte zitplaats aanwe
zig is en mits de bestuurder zelf
volwassen is.
Mogen slechts voorwerpen ver
voeren, indien zij daardoor niet
in hun vx*ijheid van beweging
worden belemmerd of andere
personen of zaken niet aan ge
vaar blootstellen.
Mogen, al rijdende, geen hand
wagens trekken of dieren gelei
den.
10. Mogen geen rijwielen aan de
hand meevoeren in straten, wel
ke in die richting voor het ver
keer met rijwielen zijn gesloten,
wel echter in straten, die in
beide richtingen voor het ver
keer met rijwielen zijn gesloten.
11. Mogen een links van den rijweg
gelegen rijwiel-pad berijden,
wanneer daarbij een rechthoe
kig blauw bord is aangebracht
vermeldende: „Inrijden voor
wielrijders toegestaan."'
Kinderen.
1. Mogen niet spelen op den rijweg
(ook niet met rijwielen en auto
peds), behalve op wegen, die
voor doorgaand verkeer zijn ge-
Sloten.
Wegbeheerders.
1. Dienen buiten de bebouwde
kommen de verkeersborden zoo
danig aan te brengen, dat de
onderkant daarvan, niet meer
dan 1 M. boven den beganen
grond komt,
„Ik laat mijn man zoo nn en
ian ons tapijt omkeeren. Het
blijft dan langer mooi, en...
't slijt minder."
Pol y goon-Leemker)
Rauwe wintergroenten zijn
uitstekend.
Men vergeet wel eens, dat de rau
we wintergroenten minstens even
goed als boterhambelegsels kunnen
worden gebruikt, en zeker even
goed van smaak zijn als tomaten
en komkommers. Bovendien zijn zij
heel gezond, omdat zij voedingsstof
fen bevatten, welke den weerstand
van het lichaam vergrooten en het
tegen infectie behoeden.
De bereiding is zeer eenvoudig. De
groenten worden n.1. gewasschen,
fijn gemaakt en met wat zout of
suiker en indien men daarvan
houdt met wat azijn of citroensap
vermengd. Een sausje van wat fijn
gewreven aardappelen en taptemelk
maakt de groente nog smeuiger.
In plaats van het slasausje kan
men ook kwark door de groen-te
mengen. Men krijgt dan een voed
zaam smeersel, waarmee de boter
ham zonder gebruik van boter kan
worden besmeerd.
Vrijwel alle wintergroenten zijn
voor broodbelegsel geschikt. Met wat
fantasie is er veel afwisseling in
deze groentenbelegsels te brengen.
Voorbeelden.
Fijn geschaafde kool (witte, sa-
voye of roode kool), wat geraspte
selderijkool of wat fijn gehakt sel
derij groen en wat zout, azijn (of ci
troensap).
Zuurkool, geraspte zure appel,
zout of suiker.
Fijn gesneden spruitjes, gerasp
te ui of fijn gesneden prei, wat azijn
(of citroensap), zout, fijn gesneden
sterrekers.
Fijn verdeelde bloemkool, wat ge
hakt selderij groen, wat azijn (of ci
troensap), zout.
Geraspte wortel, suiker (citroen
sap).
Geraspte koolraap (gemalen ha-
zelnooten), wat azijn (of citroensap)
zout.
Ook voor degenen, die de rauwe
groente niet goed verdragen is een
broodbelegging van groente moge
lijk, wanneer men de fijn gesneden
groenten even met een melksausje
verwarmd.
Warme groenteragout.
100 g. groenten (bloemkool, wor
telen, knolselderij, koolraap, peter
selie, witlof, spruitjes, enz.), 2 dl.
taptemelk, 30 g. bloem, 10 g. boter.
De groenten schoon maken, was-
schen en fijn snijden en goed uit
laten lekken. De melk koken en
binden met aangemengde bloem.
Het sausje afmaken met boter, pe
per, zout (citroensap en aroma). De
groenten in de saus even goed warm
laten worden.
Een plaatje dat voor zichzelf
spreekt: De Hollandsche jongen!
(P&x-Holl and-De Haan-m)
Hoe
Sint Nicolaas
De Katholieke Kerk heeft tal
van oud-Germaansche midwinter
gebruiken „gekerstend" door ze op
één feestdag te concentreeren en ze
in verband té brengen met den Hei
ligen Nicolaas, die in de 4e eeuw
bisschop van Myra was geweest.
Kooplieden brachten zijn gebeente
in 1087 naar de Zuid-I taliaansche
stad Bari, die daardoor tot een be
kende bedevaartplaats werd. De
naam Sint Nicolaas is duidelijk
Sint Heilig, dus: Heilige Nico
laas. In de 14de eeuw nu nam men
de gewoonte aan om den Kerkhei-
ligen het praedicaat „Her" Heer)
te verleenen. En de afkorting Claes
is even oud als de naam Nicolaas,
zoodat de goede Sint Nicolaas ai
600 jaar geleden via „Sint Her
I Claes" Heilige Heer Claes) tol
„Sinterklaas" is geworden. Zoo werd
ook Sint Maarten in verscheidene
deelen van ons land tot „Sinter
maarten" (Sint Her Martin).
DE MACHINIST.
Terwijl ge uw krant leest of maar
zoo voor u uit zit te kijken naar
■het landschap, dat aan u voorbij
rolt, zoodat de kilometers onder uw
voeten voorbij schieten, zonder dat
ge ook maar een oogenblik het ge
voel hebt voor uw eigen veiligheid
te moeten zorgen
Terwijl ge wellicht na een koipje
of aan de vrienden, die ge zult ont
moeten of aan uw familie, die op u
wacht
Terwijl ge wellioht nae en kopje
koffie over uw zakenplannen broedt
of u in aangenaam gesprek begeeft
met medepassagiers
Staat de „meester" op zijn loco
motief en léést.
Doch hij leest geen prettige lec
tuur en geen krant, maar hij leest
de teekenen vam den IJzeren Weg.
Hij let niet op de purperen kleuren
van een schoonen zonsondergang en
niet op de zomer- of herfsttinten
van het landschap.
Hij leest de kleuren of standen
van de seinen, die hem veiligheid
of beletselen aanzeggen.
Geen seconde verlaten zijn oogen
den weg vóór hem hij kan zich
niet veroorloven te mijmeren over
prettige dingen, want aan zijn hoe
de zijn vele menschenlevens toe
vertrouwd.
Hij reist, maar in den ganschen
trein is er niemand die zoo reist als
hij. In zijn leven verslond hij meer
kilometers dan de harnekkigste en
meest verwoede liefhebber van rei
zen, doch uw plezier en uw genoe
gen bleven hem vreemd. Behalve
wanneer hij zelf met vacantie ging,
doch ook dan verlaat hem niet zijn
professioneelen inflag en blijft hij,
automatisch, de seinen lezen.
Zijn gezicht is gehard door wind
en zon zijn zenuwen zijn ge
staald door het werk en de verant
woordelijkheid.
Er gebeurt niets bijzonders, wan
neer hij zijn trein keurig op tijd
binnenbrengt, maar er zou wel eens
iets zéér bijzonders kunnen gebeu
ren, als de machinist eens één fout
beging.
Op zijn locomotief is hij meester,
de bedwinger van een machtige
machine... Als hij van zijn post
naar beneden komt is hij vermoe
delijk een brave huisvader en ge
lukkig dat zijn kilometers er weer
op zitten.
Hij reist het méést en ziet het
minst van de wereld.
DE ZEEUWSCHE LANDBOUW-
MAATSCHAPPU EN DE NE
DERLANDSCHE LANDSTAND.
Op grond van verschillende óver
wegingen heeft met meerderheid
van stemmen het hoofdbestuur van
de Zeeuwsche Landbouw-Maat-
schappij het besluit genomen niet
vrijwillig tot den Nederlandschen
Landstand toe te treden, daar het
karakter en de traditie der Maat
schappij niet toestaan het werk der
Z.L.M. in den nieuwen organisatie
vorm voort te zetten. Het hoofdbe
stuur heeft voorts overwogen, dat
waar de Landstand door de bezet
tende Overheid in het leven is ge
roepen, dfize verordening dient te
worden aanvaard en individueele
medewerking aan den Landstand
aan het persoonlijk inzicht van elk
lid dient te worden overgelaten.
De aansluiting, opneming
en ontbinding van
instellingen
De Staatscourant bevat een twee
tal besluiten van den Secr.-Gen.
van Landbouw en Visscherij over
den Ned. Landstand.
Uit het eerste uitvoeringsbesluit,
dat nadere regelen bevat ten aan
zien van de wijze, waarop het
staatstoezicht zal worden uitgeoe
fend, blijkt, dat het toezicht in de
eerste plaats tot uiting komt in de
bepaling, dat bepaalde verordenin
gen van den Landstand en sommi
ge besluiten van den boerenleider
de goedkeuring behoeven van den
Secr.-Gen. van Landbouw en Vis
scherij. Hiertoe behooren die veror
deningen van den Landstand, welke
de heffing van bijdragen van aan
gesloten natuurlijke en rechtsperso
nen en het geldelijke beheer rege
len; voorts het besluit van den boe
renleider, waarbij deze de inwendi-
ge organisatie van den Landstand
regelt of waarbij de begrooting of
de rekening en verantwoording van
den Landstand wordt vastgesteld.
De instellingen, welke een niet-
oeconomisch karakter hebben
ten aanzien waarvan derhalve de
commissaris voor den niet-commer-
cieele vereenigingen en stichtingen
bevoegdheden bezit, kunnen krach
tens aanwijzing door genoemden
commissaris in den Landstand wor
den opgenomen of daarbij aange
sloten dan wel worden ontbonden.
Een gelijke aanwijzing kan de boe
renleider geven ten opzichte van de
instellingen, die een bedrijfs-oecono-
misch karakter hebben en derhal
ve niet tot het ressort van dezen
commissaris behoorden.
Bij aansluiting blijven de rechts
persoonlijkheid, voor zoover de aan
gesloten instelling die bezat, en het
afzonderlijk vermogen intact. Bij op
lossing is dit niet het geval en gaat
de geheele instelling met haar ver
mogen in den Landstand oe*
De art. 4 en 5 van het eerste uit
voeringsbesluit geven nu eenige re
gelen betreffende het toezicht van
den Secr.-Gen. op de uitoefening
van deze bevoegdheden.
Indien de instelling, ten opzichte
waarvan een dergelijke aanwijzing
wordt gegeven, een overwegend be-
drijfs-oeconomisch doel en karakter
heeft (bedrijfs-technisch daaronder
begrepen) is voor de aanwijzing de
goedkeuring van den Secr.-Gen. ver-
eischt, die aan de goedkeuring voor
waarden kan verbinden.
In de tweede plaats is, daar de
Landstand een openbaar lichaam is
in den zin van art. 152 van de
Grondwet, krachtens art. 154 van
de Grondwet den Secr.-Gen. de be
voegdheid toegekend, om de veror
deningen en andere besluiten van
den Landstand, die met de wet of
het algemeen belang strijdig zijn, te
schorsen of te vernietigen.
Hot tweede besluit
Het tweede uitvoeringsbesluit re
gelt de gevolgen van aansluiting
bij en opneming in den Landstand
door den commissaris of boerenlei
der of ontbinding door laatstge
noemde van een instelling en geeft
hun tevens eenige bevoegdheden ten
opzichte van het bestuur van de
aangesloten, opgenomen of ontbon
den instelling en degenen, die met
die instelling in arbeidsverhouding
staan. Bij ontbinding wordt een
liquidateur benoemd, die eventueele
aanwijzingen omtrent de bestem
ming van het vermogen van de ont
bonden instelling heeft op te vol
gen, met dien verstande, dat deze
moeten strekken tot het bevorderen
van aan den Landstand opgedra
gen belangen.
Na een aanwijzing tot opneming
kan de boerenleider binnen zes
maanden nadien bepalen, dat de
Landstand vodr de schulden van de
opgenomen instelling slechts aan
sprakelijk zal zijn tot het beloop van
de bezittingen daarvan, verminderd
met de noodzakelijke kosten van
de opneming. De aanwijzing tot op
neming strekt tot titel van over
dracht van alle goederen van de in-
selling aan den Landstand, terwijl
geen belastingen of andere onthef
fingen terzake van de overdracht
zijn verschuldigd.
Het lidmaatschap van natuurlij
ke of rechtspersonen van een opge
nomen of aangesloten instelling is
ten einde, indien deze personen niet
in den Landstand thuis behooren,
daar zij niet aan het productief ma
ken van den Nederlandschen bo
dem in den zin van art: 3 van de
verordening no. 196/1941 deelnemen.
Bij opneming of aansluiting door
den commissaris of den boerenlei
der, en bij ontbinding door laatstge
noemde, kan de boerenleider zonder
dat eenig beroep op privaat- of pu
bliekrechtelijke beperkingen van
het recht tot ontslag is toegelaten,
alle of bepaalde arbeidsovereen
komsten alsmede andere tusschen
bestuurders als zoodanig en de in
stelling aangegane overeenkomsten
binnen drie maanden, met een op
zeggingstermijn van een half jaar,
ontbinden, waarbij in daarvoor in
aanmerking komende gevallen een
redelijke schadevergoeding wordt
toegekend. Bovendien kan hij alle
aanspraken uit pensioenen, wacht
gelden of dergelijke, indien zij in
verhouding tot de diensten van den
gerechtigde of aanspraak makende
op de middelen van de instelling
overmatig zijn, inkorten of te niet
doen.
Geschillen over de toepassing van
deze bevoegdheden worden bij uit
sluiting berecht door een commissie
van beroep.
Een aangesloten instelling blijft
als zoodanig bestaan. De boerenlei
der kap echter, na góedkëu'rihg van
den secr.gen. dé statuten wijzigen.
Voorts kan hij bestuurders, tusschen
tijds van hun taak ontheffen. Indien
eenmaal een instelling bij den Land
stand is aangesloten kan de boe
renleider deze daarin opnemen of
ontbinden. Voorzoover dit een in
stelling betreft, die een overwegend
bedrijfsoeconomisch doel en karak
ter heeft, of de beroepsopleiding
dient, is de goedkeuring van den
secr.-gen. daartoe vereischt. Hetzelf
de geldt als de instelling een so-
ciaal-oeconomisch doel en karakter
heeft en de uitvoering van over
heidsmaatregelen aan haar is op
gedragen of zij subsidiën uit open
bare middelen ontvangt.
De beide besluiten zijn Woensdag
in werking getreden.
(Van onzen
Haagschen correspondent.)
rvAT het toerisme centrum Den
Haag—Scheveningen ook in den
afgeloopen zomer met vele moeilijk
heden te kampen had, spreekt wel
vanzelf. De spoorwegen bleven het
beperkte vervoer handhaven en het
bezoek aan de kust moest zich goed
deels beperken tot de zg. randstad
Holland, dat is het gebied binnen
de lijn Haarlem Amsterdam
UtrechtRotterdam en de kust,
waartegenover ook de inwoners van
deze randstad, ten getale van onge
veer drie millioen, hun ontspanning
in de plaatsen binnen dit gebied
zelf moesten vinden.
De V.V.V. 's-Gravenhage, die niet
voor een kleintje vervaard is, heeft
daarom reeds in het voorjaar ge
zocht naar een plan dat zooveel mo
gelijk menschen naar Den Haag—
Scheveningen zou trekken, ook de
Hagenaars zou aantrekken, bij zou
dragen tot de instandhouding van
de Haagsche vreemdelingen-in
dustrie, zoowel cultuureel, econo
misch als sociaal, en vreemdeling
en Hagenaar de stad beter zou doen
leeren kennen, gedachtig aan het
motto: Ken uw land en volk!
Zoo kwam onze V.V.V. tot de or
ganisatie van een stempeltocht
langs de bezienswaardigheden van
Den Haag en omgeving, over welk
project wij indertijd reeds hebben
geschreven. Thans is de balans van
deze stempeltocht opgemaakt en
men mag gerust zeggen, dat die
tocht een succes is geweest.
Er zijn in totaal 5438 boekjes uit
gegeven. Twee derden van de deel
nemers bestond uit Hagenaars, de
overige deelnemers (1870) kwamen
van buiten Den Haag, n.1. 56 uit
Zuid-Holland, 14 uit Noordhol
land, 6 uit Utrecht, uit Gelder
land en Brabant elk 5 Gronin
gen ruim 3 Overijssel idem,
Friesland bijna 3 Limburg en
Zeeland elk bijna 2 en Drenthe
bijna 1
Het spreekt van zelf, dat het voor
de V.V.V. van groot belang was te
weten langs welke wegen zij het
publiek met haar plannen kon be
reiken. Welnu, dank zij een spe
ciale enquete is het van 4868 deel
nemers bekend, hoe zij er toe zijn
gekomen aan den stempeltocht deel
te nemen, te weten: Door middel
van de pers 1721 (ruim 35 re
commandatie 1624 (ruim 33 huis
aan huis verspreiding 627 (bijna
14 tram 320 (bijna 7 school
299 (ruim 6 balie 208 (ruim
4 étalage 69 (ruim 1
Van 2279 deelnemers, hebben 699
tenminste 15 stempels, 379 tenmin
ste 20 stempels en 1176 tenminste 24
stempels, terwijl 25 deelnemers niet
genoeg stempels verzamelden. Deze
getallen zeggen de lezers misschien
weinig, doch realiseert men zich
wel dat hiermede 44703 bezoeken
aan alle bezienswaardigheden en
bosschen en parken van Den Haag
zijn gebracht en dat het totale aan
tal bezoeken aan al deze musea,
bosschen en parken uit hoofde van
den stempelplicht op minstens
60.000 moet worden gewaardeerd?
De V.V.V. heeft naar aanleiding
van deze stempeltocht ook nog een
andere enquete in kunnen stellen
en deze heeft verrassende resultaten
opgeleverd. Zij had n.1. aan de deel
nemers een enquete-formulier voor
gelegd, waarin hun werd gevraagd:
of het idéé van de stempeltocht was
bevallen, of zij meer of minder
stempelplaatsen wenschen te zien
opgenomen en aan welke stemp l
plaatsen zij de voorkeur gaven.
Er zijn honderden antwoor
den op deze vraag binnengeko
men, varieerend van „ja" tot „bui
tengewoon", „uitmuntend", „knal",
want, zoo schrijven er velen, het is
de manier om de parken, bosschen
en bezienswaardigheden van Den
Haag eens goed te leeren kennen.
Ook op de tweede vraag, meer of
minder stempelplaatsen, zijn tal
van antwoorden binnengekomen.
En nu de belangrijkste vraag,
n.1. die betreffende de voorkeur. In
totaal zijn uitgebracht 7628 stem
men, d.i. dus 4% stem per deelne
mer, 70 van de stemmen kwam
aan de musea, 30 aan de bos
schen en parken. Bovenaan staat
het Vredespaleis met 13 van het
totale aantal stemmen, daarna volgt
het Planetarium met 12,6 het
Panorama Mesdag met 77 het
Gemeente Museum met 7,3 het
Museum voor het onderwijs met
7,1 en de Raaphorst met 6,5
terwijl de overige 42 over de
resteerende bezienswaardigheden,
bosschen en parken verdeeld zijn.
Hiermede is echter niet alles ge
zegd, want van wellicht nog meer
belang is, welk gedeelte van het be
zoek aan elke instelling afzonderlijk
preferent is geweest. Welnu, dan
wint hët Planetarium het, met 73
preferente stemmen op het totale
aantal bezoeken, daarna gevolgd
door het Vredespaleis met 71 Pa
norama Mesdag met 56 de Raap
horst met 49 het Museum voor
het Onderwijs met 43 en het Ge
meente-Museum met 33 m.a.w.
het Vredespaleis heeft dan zijn
plaats aan het Planetarium moeten
afstaan en het gemeentemuseum de
zijne aan de Raaphorst.
De hoofdprijzen, voor 24 stempels,
bestonden uit een orgineele aquarel
„Beukeboomen in sneeuw' van mvr.
Mesdagvan Houten, afgietsels van
Egyptische kopjes, een jaar-abonne
ment Dierenpark—Wassenaar, een
opgezette vogel en kunstzinnige te
gels.
Bovendien ontvingen alle stempe
laars een insigne.