HET WONDERLIJKE KERSTFEEST VAN KWIKKIE Beste jongens en meisjes I Wat is December toch een fijne maand! Eerst Sinterklaas, dan de Kerstvacantie met het Kerstfeest en „Oud-en-Nieuw". En aLs je dan in diezelfde maand nog jarig bent! Dan kan het helemaal niet op. Vinden jullie het jammer, dat je in deze kerstvacantie tot nu toe nog niet hebt kunnen schaatsenrijden en sneeuwballen gooien Ik vind schaatsen ook een fijne sport, maar op het ogenblik ben ik toch maar dankbaar, dat het nog niet zo bit ter koud is. Des te langer kunnen we' met onze brandstof toe. En nu gaan we Kerstfeest vieren. Het feest van het Licht op onze nu zo donkere aarde. Het feest van de Vrede, terwijl op bijna de geheele wereld de oorlog woedt! Het is maar gelukkig, dat de vrede toch eens zal komen, al weten we geen van alleen wanneer. We hopen natuurlijk allemaal van zo gauw mogelijk. Dan kan ook 's avonds het licht weer branden op straat en behoeven we niet meer angstvallig onze ramen te „verduis teren" voor de lamp aan gaat. En nu de prijs winnares. Het is BETSIE SARTON, Hoep 143a, Schagen. Veel pleizier met je boek, hoor! Agatha Pronk, Den Helder. Agatha, (wat een lange naam, zeg!) w"l je in 't vervolg ook op 't briefje je naam zetten, want ik doe meestal eer t al de enveloppen van de brief jes, en daarna ga ik pas beantwoor den. Dag! LIda Geervliet, St. Pancras. Ja, wat is dat altijd weer opnieuw een mooi gezicht hè, zo'n kerstboom in volle pracht, met al die mooie ver siersels. En dan nog die witte kaarsjes allemaal branden, 's Jonge, wat zal dat een pracht gezicht zijn, ,zo bij jullie thuis! Anny Veereschild, Obdam. Dat ls fijn, nu je zo'n lange brief ge schreven hebt; je ziet wel, dat het helemaal niet zo moeilijk is. Wat ee.i goede verjaardag heb jij gehad'. Dat is zeker wel een lange tijd naar school hè, zo van 's morgens tot 's middags aan één stuk. Tot de vol gende week maar weer! Theo de Kok, Schagen. Dat was nog niet zo raar Theo, om een poes aan boord te hebben, wanneer je last van muizen hebt. 't Zijn aardige, „kleine" beestjes, maar „grote" lastposten, want ze weten overal wel raad op, dat merk je zelf wel 't beste daar bij jullie op de woonschuit. Henny v. Galen, Asd. Je brief was nog tijdig in m'n bezit, je hebt flink je best gedaan om zo vroeg te schrijven, 't Is natuurlijk niet on mogelijk dat je met de eerste keer iets wint, maar Henny, je moet er aan denken, dat er met jou bijna elke week een 100 vriendjes en vriendinnetjes mee doen, dus je hebt maar een kleine kans, ik kan je alleen maar zeggen: blijf trouw meedoen, dan heb je telkens kans! Guurtje Schrieken, Burgerbrug. Zie je wel, dat het altijd meevalt als je een nieuwe meester krijgt, nu vinden jullie hem zelfs heel aardig! Wens^h Greetie maar beterschap van mij! N. Hazebelt, Burgerbrug. Ik heb nog heel vat briefjes gehad en ze hebben dus allen hun best ge daan om zo vlug mogelijk terug te schrgven. Joi briefje was ook prachtig op tijd, hoor! Dat is een prachtige oplossing, zoals jullie dat doen, met enveloppe en postzegels! Gretha Bregman, Burgerbrug. Ga jij ook al uit logaeren? Dat is m. een dubbel xeest. Ik wil ook wel mooi weer hebben met Kerstmis, want ik denk dat ik wel net zo blij ben als jij met m'n vacantie, ik weet 't nog wel niet zeker, maar ik ga waarschijnlijk ook uit logeren! Henk Jan 1'regman, Burgerbrug. Lezen is een 'ijne bezigheid, Henk, daar kun je altijd iets van leren, maar nu zal ik je wel waarschuwen, dat je niet Karl May na moet gaan doen, want wat hg gedaan heeft, dat kan alleen maar in de Far West voorkomen, hoor. En één van de zonen der Mimbrentjo's zal je ook wel niet word -n, denk je wel? Annie Wildeboer, Schoorldam. Zo, Annie, ben jij al geplaagd ge worden door de griep? Maar nu is 't al weer voorbij hè. Als je al weer op mag zitten, nou dan gaat 't wel weer! Zorg miar gauw, dat je met Kerstmis helemaal in orde- bent, hoor! Riek Delver, Schagerbrug. Wat stuur je me een frisch plaatje op je postpapier, br., ik zat er haast van te rillen, 2 van die meisjes in een zwempakje in 't zwembad, 's jonge wat een koud gezicht was dat, ik zou wel willen, dat 't weer zo ver was, dat we zelf gingen zwemmen, dan wisten we tenminste dat het zomer was. Wat een gezellige mees ter hebben jullie, zeg! Ja- obus Smit, Schagen. Ja, 's zomers lijkt alles veel mooier, waar je komt, maar 't is niet altijd zo hoor, weet ie wel waar het ook in zit, dat je 's zomers veel meer tijd neemt om te kijken. Als je 's winters zo diep in je jas gedoken zit, dan heb je overal geen oog meer voor! Maar toch zijn er ook heele mooie dingen n de winter. Jacob Bregman, Burgerbrug. Ja, 't zal met jullie allemaal wel zoo zijn, dat jullie nu bijna niet meer stil kunnen zitten op de bank. Met 't vooruitzicht van de Kerstvacantie en dan nog logeerpartijtjes, 't kan haast niet op! Sietske Boomsma, N. Niedorp. Zit je zusje in N.-Scharwoude; dat zal ze wel prettig vinden, dat jij met een vriendinnetje haar dan een bezoek komt brengen. Prettige Kerstvacantie, hoor! Gusta Swar> Den Helder. Wat zal jij in je schik zijn, een paar Zeouwsche knopjes als oorbellen, die zijn alleen vooi de Zondag zeker, of doe je ze aan naar school ook? Susanna de Boer, Den Kelder. Als je de briefjes in de verkeerde bus stopt, ja maak je een grote kans dat hft niet beantwoord wordt, want daar zitten allemaal de oplossingen in van de grote men- schen en die kijkt een andere mijn heer weer na. Dus oppassen hoor, daL je niet doet, wat je broertje ge daan heeft. Gerrit en Paulus de Boer, Den Helder. Dat is jammer, jongens, maar ik heb „och werkelijk jullie briefje niet ontvangen, misschien is "t ook in de verkeerde bus gestopt! Je moet altijd de onderste bu9 heb ben, die hebben we speciaal onder aan laten maken, omdat, als er kleine vriendjes en vriendinnetjes zijn, die hun briefje ook kunnen be zorgen. Bedankt voor je mooie wensen hoor, ik wens jullie ook alle goeds. Jelly v. d. Gort, Den Helder. Dat was niet veel wat je me te schrijven had, Jelly, maar je beloof de me voor deze week een langere brief, dus daar wacht ik dan maar op! Dag. Janje Grande, Anna Paulowna. Wat zal dat aardig zijn bij j ullie met misletoe en kaarsen in de ka mer. Die grote kerstboom moeten jullie maar bewaren totdat je weer in Den Helder bent, dan gaan jullie die maar weer optuigen! Kinderen, ik eindig, 't is al bijna tijd en de zetters zitten met onge duld op de briefjes te wachten. De andere briefjes komen de volgende week in de krant te staan. Ik wens jullie een paar vredige Kerstdagen en een gezellige vacantie. Dag! tot de volgende week! NIEUW RAADSEL. X insect. X stof. X plaats in Drenthe. X kleine vrucht (varkens voeder). X lawaai-instrument. X vrucht. X vogel. X deel van Azië. X visch. Op de kruisjeslijn, van boven naar beneden, lees je de naam van een nachtdier. OPLOSSING VORIGE WEEK. Kat. Susanna de B., Den Helder; Nina B., Den Helder; Gusta S., Den Hel der; Sietske B., N. Niedorp; Jacob B., Burgerbrug; Jan B., 't Zand; Jacobus S., Schagen; Riek D., Scha gerbrug; Annie W., Schoorldam; Henk Jan B., Zijpe; Gretha B., Burgerbrug; N. H., Burgerbrug; I. H., Burgerbrug; Guutje S., Bur gerbrug; Hennie v. G., Amsterdam W.; Theo de K., Schagen; Agatha P., Den Helder; Lida G., Sint-Pan- crus; Annij V., Obdam; Jantje G., Anna Paulowna; Jellie v. d. O., Den Helder; Gerrit en Paulis de B., Den Helder; Pietie en Aatie, Den Hel der; Betsie S., Schagen; G. N., An na Paulowna; Leo G., Den Helder; Klaas G., Den Helder; Rein v. d. V., Westerland (Wieringen)Jacoba de B., Den Helder; Giel B., Schagen; Corrie B., Den Helder; Corrie S., Den Helder; De kinderen „Koedij ker", Den Helder; Tiny v. B., Den Helder; Lucie W., Breezand; Neel- tje P., Den Helder; Ab P., Den Helder; Jaap P., Den Helder; Hen- Het groote Kèrstwonder (Foto archief). kie en Jantje S., Den Helder; Trijn tje K., Den Helder; Agatha S., Den Helder; Coen K., Den Helder; Trits C., Den Helder; Neeltje C., Den Hel der; Roodbor tje, Den Helder; Dirkje B., Den Helder; Piet B., Den Helder; Joop G., Den Helder; Coba P., Den Helder; Klaasje en Sjoerdje S., Den Helder. Een oorspronkelijk sprookje, door LOUISE VERTOREN. Heel lang geleden woonde er in een klein huisje aan den rand van het bosch een oud vrouwtje, met haar kleinzoontje, die door iedereen. Kwikkie werd genoemd, omdat hij zoo vlug was als kwikzilver. Als Kwikkie uit school kwam, deed hij allerlei werkjes voor zijn grootmoe der, die heel arm was. Op Kerst avond nu had het erg gesneeuwd en het bosch was bedekt met een heel dik sneeuwtapijt, waarin je wel een voet diep wegzonk, als je erin liep. Kwikkie's Grootje was een lief oud vrouwtje, dat Kwikkie altijd geleerd had, dat hij de an dere menschcn en de dieren meer lief moest hebben dan zich zelf, en dat hij er dan altijd zeker van kon zijn, dat hij nooit aan iets gebrek zou hebben. Op dezen avond van Kerstmis zouden ze samen heel prettig Kerstfeest gaan vieren. Kwikkie had in den hoek van de kamer een mooie denneboom neer gezet, die hij zelf in het bosch ge kapt had. Grootje had nog kaarsjes van verleden jaar, en die brandden er wat vroolijk in, zoodat het heele huisje verlicht werd. En in de keu- dacht je dat ik naar beneden ging om daar die vrouw te ontmoeten aan wie ik dit alles te danken heb? Ja, dat dacht ik, was het be sliste antwoord. Verwonderd hief de jongen zijn hoofd op. Rustig liet Herbert Cremer zich naast zijn zoon op de trap zakken. Peter, luister... luister eens heel goed naar me, dan zal ik je eens iets vertellen. Jij hebt toch wel eens gehoord van Ellis Marval? Peter knikte. Wel, drie maanden geleden sloot zij een contract af om in het Tivoli te Kopenhagen op te treden. Enkele dagen voor het vertrek vatte zij een zware kou, welke zich ont popte tot longonsteking. Het gezel schap waarmee ze zou optreden, had zonder ster geen waarde en de directie moest een plaatsvervangster voor haar vinden. De keus viel op de nog vrij onbekende actrice Marca de Texeira en die Marca de Texeira is de vrouw, die beneden op mij wacht. Marca de Texeira, herhaalde Peter droomerig. Ja, en je begrgpt wel, wat dat voor haar beteekende; de kans om met één slag in de voorste rijen te komen. Wat zou jij doen Peter, als je de keus had tusschen leven en dood? Leven natuurlijk, zei hij over tuigd. Juist en dat wilde Marca de Texeira ook. De ladder naar het succes werd nu in evenwicht ge- houden en ze zou haar beklimmen. Het contract kon worden nage komen, het gezelschap was weer compleet. Maar dit alles moest op de laatste dagen worden geregeld en het was pas op den morgen van den dag van het vertrek, dat zij de beslissing vernam. In aller ijl moesten er koffers worden gepakt en de noodige formaliteiten worden vervuld. De boot vertrok nog dien zelfden avond, maar er was geen treinverbinding, die haar tijdig aan boord zou brengen. Marca de Texei ra zat in verlegenheid, maar een vriend bood haar zijn sportauto aan, waarvan ze dankbaar gebruik maakte. De tijd was kort en ze moest met enorme snelheid rijden, wilde ze het doel bereiken, dat haar een schitterende toekomst verzeker de. Enfin de rest weet je zelf maar al te goed. Misschien, Peter, wil je over dit alles nog eens nadenken en kan je met jezelf tot vrede komen. Ik begrijp heel goed dat het je veel strijd zal kosten voor je die over winning behaalt. Maar des te meer waarde zal ze voor jou hebben. Met die woorden stond Herbert Cremer op en ging naar beneden. Het was een paar dagen voor Kerstmis, toen Peters vader aan de ontbijttafel zijn krant dichtvouwde en zoo terloops zei: Ik ga van morgen een boom halen, als je zin hebt, kan je me helpen. Wat hebt U nou aan mij, boom de Peter. Verdraaid weinig tegenwoordig, daar heb je gelijk in, was het sar castische antwoord en de deur sloeg achter de forsche gestalte dicht. Beschaamd keek de jongen voor zich, terwijl zijn handen zich tot vuisten knepen in zijn zakken. Hij was een mispunt, dat wist hg en hij gedroeg zich als een onhandelbaar, koppig kind... een kind, hij lachte spottend. Had hij zich niet altijd als een kerel beschouwd en wat was hij feitelijk. Een echte kerel zou zijn lot dragen als een man, al was het nog zoo zwaar. Kon hij dat ook niet, was hij daar niet sterk genoeg voor? Zich aanstellen over iets, dat toch niet meer te veranderen was, dat was makkelijk genoeg. Wat had Vader ook weer gezegd... met je zelf tot vrede komen, ja dat was het. Peinzend plukte hij een paar krui mels van zijn bord. Zonder haat kon hij nu zelfs aan Marca denken, die een geregelde bezoekster van „Cremerland" was geworden. Een enkele keer ontmoette hij haar in de gang of kwam ze de kamer bin nen als hij nog niet weg was. Hij zag haar klein gezicht met de glan zende bruine oogen, wier blik hem overal volgde. Ze was zoo rustig en er ging zooveel vertrouwen van haar uit, dat Peter zich af vroeg, waarom hij zich steeds zoo koppig vijandig had gedragen. Ze was een hoog staande. fijngevoelige vrouw, maar hij had het niet willen zien en was onbeschoft geweest. Vreemd, nu hij alles nog eens grondig overdacht voelde hij zich veel rustiger. Zou hij toch maar kijken of hij vader kon vinden? Misschien kon hij toch nog wel hel pen. Niet wetend wat te doen, hinkte hij een paar maal de kamer rond en bleef dan voor het portret van zijn moeder staan. Er scheen een onweerstaanbare kracht uit haar oogen te stralen, welke op Peter overging. Mama, fluisterde hij, ik zal probeeren een man te zijn. Plotse ling draaide hij zich om, greep zijn stok en liep zoo snel als zijn been het toeliet naar buiten. Een dikke sneeuwlaag had zich op alles neer gevleid en deed de stilte in de bos- schen nog sterker uitkomen. De donkere stammen van de boomen gluurden door de witte takken, die zich vlochten tot fijn kantwerk. Wat was het mooi in het bosch vanmor gen. Peter haalde diep adem, de koude prikkelende lucht deed hem goed. Zacht ritselend viel af en toe een sneeuwlaagje van een tak, als hij er tegen stootte. Trouw volgde hij de voetstappen, die duidelijk in de sneeuw stonden afgedrukt. Het verwonderde hem niet dat ze naar de kleine vallei leidden, daar groei den immers de mooiste denneboo- men... Voetje voor voetje ging hij de tamelgk steile helling af. Het kostte hem inspanning en pijn, maar hij beet de tanden op elkaar en dacht aan zijn belofte. Beneden ontdekte hij zijnvader, die juist een pijp op stak en zich half omdraaiend vroeg: Vind je deze niet reusachtig Hij beschouwde het als vanzelfsprekend dat Peter gekomen was, daarvoor kende hij den jongen tegoed. Met een paar forsche slagen hakte hij de boom om en samen sleepten zij hem naar boven. Een oogenblik bleven zij daar staan om uit te rusten en te genieten van het schouwspel om hen heen. Dan gingen ze verder, vader en zoon, beide voelend, dat zij het begrip in elkander hadden hervon den. Op Kerstavond zat Peter een beetje over een boek te droomen. Telkens dwaalden zijn gedachten af en van het gedrukte drong niet veel tot hem door. Beneden in de hall sloeg een klok het half uur. Hoe lang of hij zoo had gezeten, wist hij niet, maar plotseling kreeg hij het idee, dat hij niet meer alleen in de kamer was. Eén blik bevestigde zijn vermoeden, achter hem stond Marca de Texeira... U, zei Peter verschrikt en een lichtrood kleurde zijn wangen. Marca greep hem bij de schouders en draaide hem naar zich toe. Met haar glanzende oogen keek ze hem lang aan, dan zei ze zacht: Peter... Peter herhaalde ze, kan je rhe nu vergeven? De jongen knikte slechts. Een snik welde in hem op en al het in gehouden verdriet van de laatste maanden uitte zich in een wan hopig schreien. Is het dan zoo moeilijk jongen, ken had Grootje allerlei lekkers, dat ze samen opgespaard hadden voor het Kerstmaal. Daar was een kan vol melk, voor het beslag van de kerstkoeken, die Grootje zou bakken en voor de anijsmelk die ze zouden drinken, daar waren twee prachtige appels, die Kwikkie fijn in de heqte asch van het vuur zou poffen, daar was een schotel vol met tamme kastanjes, die hij in het bosch gevonden en opgespaard had. daar was een bos lekkere wortels, voor een grooten pan met hutspot, waaraan Kwikkie straks zijn buik je rond zou eten en daar was ook nog een busje vol met beukennoot jes, die ze na het eten, als het vuur lekker knapte, zouden opeten. Maar eerst maakte Kwikkie buiten, in de sneeuw, een hoopje brandhout van oude takkenbosschen, om het Kerstvuur aan te steken, zooals in de streek, waar hij woonde, de ge woonte was. Het was stikdonker buiten, maar al gauw vatten de tak kenbossen vlam en laaide een vroo lijk vuurtje op, dat een prettig schijnsel in het bosch wierp. Ter wijl Kwikkie daar zoo bij stond te kijken, met zijn handen diep in zijn zakken, hoorde hij opeens een klagelijk gemekker en zie, daar stond een klein, hongerig geitje voor hem, dat heelemaal verdwaald was en op het licht was afgeko men. Het snuffelde aan zijn hand, alsof het om eten wilde vragen. Vlug keerde Kwikkie zich om, "en haalde uit het huisje zijn appel. Je had eens moeten zien, hoe gretig het arme, hongerige geitje, dien ap pel opknabbelde. Nu, dacht Kwik kie, laat hij mijn appel maar opeten misschien krijg ik straks nog wel een stukje van Grootje haar ap pel. Doch nauwelijks had het geitje den appel op, of daar kwam, heel schuw, een klein hertje aange sprongen, dat ook het lichtje gezien had en ook erge honger had. Het hertje keek hem zoo bedroefd aan, dat Kwikkie zich niet langer be dacht, en den bos heerlijke worte len haalde, waarvan hij het uitge hongerde hertje liet smullen. Och, dacht Kwikkie, we hebben dan toch altijd de kasantjes nog. Doch hij had dit ternauwernood gedacht, of daar zag hij achter elkaar drie kleine, bruine diertjes aan komen huppelen, met groote pluimstaarten en kleine kraaloogjes, ddc heel teru rig keken drie. eekhoorntjes, die ook al het licht gezien hadden. Nu was de voorraadschuur van de eekhoorntjes door een booswicht vroeg Marca, kan je het niet? Peter glimlachte door zijn tranen hèen. Ja, zei hg dan, nu kan ik het wel; maar het werd me pas te machtig, het heeft me zooveel strijd gekost... Vind je me nu niet kinder achtig Ik vind je een reuze kerel, zei Marca eenvoudig en haar oogen straalden. Beneden stak Herbert Cremer den kerstboom aan... leeggehaald, zoodat de diertjes van honger moesten omkomen, als nie mand hun eten gaf. Ze voegden zich bij het hertje en het geitje en warmden zich aan het vuur. Toen haalde Kwikkie den schotel kastan jes èn het busje met beukennootjes en gaf het aan de eekhoorntjes, die zich te goed deden, en de rest naar hun holletje in een dikken boom brachten, waar nog meer hongerige diertjes waren. Kwikkie stond er bij en keek in het vuur. Weg was nu al het lekkers, en in plaats daarvan moesten grootje en hij nu met een hongerige maag naar bed., alleen wat melk en koeken waren er nog Maar wat was dat? Daar kwam klagelijk miauwend een grijze poes aangeloopen en bedel de om een schotel melk.... Ook dat gaf Kwikkie, en terwijl hij daar nog stond, met zijn uitgestrekte hand, die nu leeg was, omdat hij niets meer te geven had toen voelde hij opeens een tik een vogel vloog heen. en in Kwikkie's hand lag een glinsterend, fon kelend goudstuk. De vogel had het uit zijn bek laten vallen, pre cies in Kwikkie's hand-! Nu, toen ging Kwikkie dadelijk met zijn Zondagsche laarzen aan en zijn slee aan een touw naar het dorp, en mocht daar allerlei in- koopen doen, een zak vol appelen, koek en brood en worst en nog veel meer! En het werd het heer lijkste Kerstfeest, dat Kwikkie ooit gevierd had! DE KERSTBOOM IN OVER- Het blazen van de Midwinter hoorn in Twente is een gebruik, dat, den laatsten tijd weer in op komst is. Reeds ten tijde van de Germanen kende men dit merk waardige gebruik, dat door de ge loofsverkondigers van patere eeu wen aan het Christendom aange past werd. Immers, bij de Germa nen blies men op den hoorn tijdens de Joelfeesten, die, zooals bekend is, omstreeks Nieuwjaar gevierd werden. Vandaar dun ook, dat men de hoorn tegenwoordig nog wel om streeks Kerstmis en Nieuwjaar kan hooren. Hoe ziet dit instrument er uit? De hoorn, die eigenhandig ver vaardigd wordt, heeft een lengte van ongeveer 1.25 M. en bestaat uit twee of meer stukken geknipt wil genhout. die aaneengevoegd worden door middel van biezen banden. De vorm is eenigszins gekromd, het geen verkregen kan worden, door de. losse stukken zoodanig aan el kaar te zetten, dat een lichte ron ding ontstaat. De hoorn heeft dus ongeveer de vorm van de bekende Alpenhoorn, waarop de Zwitsers ln de bergen een droevig gefluit laten hooren. Daar de vervaardiger van het in strument het niet in zijn macht heeft, de sterkte van de klanken te bepalen, is het slot, dat de hoorn meestal maar een klein zwak toon tje voort brengt. Trouwens, het bo blazen van het instrument is lang niet gemakkelijk en vereischt heel wat oefening. Daar het echter van ouds altijd de bedoeling is ge weest, veel geluid te maken en men daar tegenwoordig ook nog wel van houdt, wordt de hoorn op een put gelegd, zoodat het geluid vele ma len versterkt wordt. Uren in den omtrok -is het geluid van de kerst hoorn te vernemen. Jammer, zooals boven reeds ge zegd. dat dit gebruik langzaam maar zeker aan het verdwijnen is, want het is een van de oudste ge woonten, die we hier te lande nog kennen en die aan bet oude Joel feest herinnert.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1941 | | pagina 10