De boer op inspectie Een jaar «an opbouw Ons Indië Het bolsjewisme verzaakt de cultuur Kan de gast de waard vertrouwen? BOEKHANDEL TRAPMAN N.V. Rondgang in den stillen tijd VAN VANGKOOIEN EN NESTKASTJES. (Van den specialen landbouw- medewerker der V.P.B.) *7OO'N wintertijd is goed om eens rondom je heen te kij ken, om aandacht te besteden aan zaken; die je in een druk keren tijd ontgaan. Zoo zat ik van de week voor ons keukenraam naar buiten te kijken, en, zonder dat ik er eigenlijk bij dacht, begon ik het doen en laten van de musschen en andere vogels op het erf te bestudeeren. Het wa ren hoofdzakelijk musschen, maar er zaten ook wat meezen en een en kele vink bij. Nu heb ik, zooals alle boeren, het land aan musschen. Het zijn brutale dieven, die je vrijwel nergens uit kunt houden. De hoe ken van het tarweveld^ kunnen ze leelijk kaal pikken en het ergste is, dat ze nog meer halmen knakken, dan dat ze werkelijk korrels opeten. Ze zijn schadelijk en bovendien zoo brutaal als de beul. Laat de deur van den korenzolder maar eens openstaan en in minder dan geen tijd is een heele zwerm van die rak kers druk bezig zich een flink vol te proppen. Zoo'n beetje vogelscha- de lijkt wel niet veel om het lijf te hebben, maar alles bij elkaar vormt de musschenkolonie op iedere boer derij toch een heele mee-eter. VRIENDEN ONDER DE VOGELS. Dan zie ik liever de meezen. Voor zoover ik weet, kan er van die beestjes niets dan goeds gezegd worden. Ze leven hoofdzakelijk van insecten en zelfs in dezen schralen wintertijd zijn ze nog den heelen dag in de weer om op boomen en struiken hun voedsel bij elkaar te toeken. Meezen zijn holenbroeders. Ze Besstelen niet graag onder den vrij en hemel, maar zoeken een hollen boom, een oude pomp of zelfs een brievenbus op om hun broedsels te verzorgen. Maar ze kruipen niet, zooals musschen onder de dakpan nen en aangezien er bij een boerde rij meer dakpannnen dan holle boo- nien te vinden zijn, hebben de musschen een betere kans om in het vogelleven te slagen dan de meesjes, 't Is daarom dat wij dezen laatsten tegemoet moeten komen door het plaatsen van nestkastjes. Sommige menschen zeggen, dat we niet in de natuur moeten ingrijpen en dat het dus geen zin heeft om met bijzondere maatregelen uitbrei ding van een of andere vogelsoort te bevorderen. Maar dat klopt niet, want door het ingrijpen van den mensch zijn de kansen van de mee zen belangrijk minder geworden. Denk er bijvoorbeeld maar eens aan hoe sterk het aantal holle boo men is verminderd door betere ver zorging van onze boomgaarden. Hoe beter onze boerderijen zijn, des te minder goed komt de mees aan haar trek. Door het plaatsen van nestkastjes temperen we dus alleen maar een beetje de vermindering van de natuurlijke broedgelegen- heid, die in gecultiveerde streken optreedt. MUSSCHENBESTRIJDING. Maar met bevordering van den meezenstand zijn we nog niet van de musschenplaag af. In sommige dorpen wordt daartegen wel een vereeniging opgericht, een „mus- schengilde". En in heel wat plaat sen, waar zoo'n vereeniging niet bestaat, wordt toch een premie be taald voor musscheneieren en voor doode musschen. Al ben ik nu geen groote vriend van de musschen. ik vind dergelijke vereenigingen niet erg sympathiek. Ze brengen er de jongens maar toe om nesten uit te halen, al te dikwijls ook nestjes van nuttige vogels. Ik hou me daarom liever aan de vangkooi voor de musschen. Zoo'n vangkooi heeft aan den bovenkant een soort val- luikje, waarop wat voer ligt. In de kooi moet zich al een musch bevin den, die als lokvogel dienst doet. Vooral in den zomer, als er veel jon ge en onervaren musschen rond vliegen, kan men daarmee groote aantallen wegvangen. Telkens wan neer een musch op het valluikje gaat zitten, klapt dit omlaag en gaat zitten, klapt dit omlaag en komt de vogel in de kooi terecht, 's Avonds neemt men twee gevan gen vogels er uit, dompelt de kooi onder water, waardoor de dieren zeer snel worden gedood en zet er de twee levend behouden vogels weer in om den volgenden dag als lokvogel dienst te doen. In den winter vangt men buiten met zoo'n kooi niet veel dieren, want de mus schen zijn dan slim genoeg gewor den om dergelijke gevaarlijke voor werpen te wantrouwen. Zet men de kooi echter binnenshuis, b.v. op den graanzolder of op de haverkist in den paardenstal met open deu ren, dan schijnen ze de voorzich tigheid te vergeten en vangt men er nog flinke aantallen van. Naar mijn meening moet men juist na maatregelen nemen om de musschenplaag te beteuge len. Iedere musschenpaar, dat we in dezen tijd van het jaar kunnen opruimen, voorkomt twee of drie testen in de a.s. zo mer, en daardoor werkt het vangen van musschen in den winter veel beter dan het schie ten of verjagen of nesten uit halen in voorjaar of zomer. Overigens is de musch niet uit sluitend schadelijk, ze verdelgt ook een groot aantal insecten. Wanneer we daarom het aantal musschen wat beperken, kunnen wij de ver kleinde bevolking van het a.s. voor jaar zonder gevaar voor groote schade laten rondvliegen. Dat het tegelijkertijd nuttig is om met de bestrijding van de musschen de be vordering van de vestiging van meezen te verzekeren door middel van nestkastjes, ligt voor de hand. HULP VOOR DE MEEZEN. Nu is het met die nestkastjes vreemd geseld. Sommige menschen kunnen er heelemaal niet mee over weg. Ze beweren, dat de vogels er toch niet in komen, of dat de broed sels vaak mislukken. Nu, waar dit laatste het geval is, ligt het zeker in hoofdzaak aan den man zelf, om dat het mislukken van broedsels doorgaans het gevolg is van onvol doende onderhoud. Nestkastjes moeten n.1. in voor- en najaar gron dig schoongemaakt worden, aange zien anders de broedsels mislukken door de sterke ontwikkeling van het ongedierte. Alleen in zindelijke nestkastjes komen de broedsels tot hun recht En wat het geringe be zoek betreft, men moet wat geduld hebben. De vogels schijnen er gedu rende eenige jaren aan te moeten wennen. Overal waar nestkastjes in groo- ten getale opgehangen zijn, heeft men ontdekt, dat het grootste gebruik eerst optreedt drie tot zes jaren nadat de kastjes zijn opgehangen. Eerst tegen dien tijd schijnen de vo gels in voldoende aantallen voor te komen of hun vrees overwonnen te hebben. Wie het eerste jaar dus geen bewoners voor zijn nestkastje krijgt, moet niet teleurgesteld zijn, doch het kastje schoonmaken en opnieuw ophangen. NOOIT TEVEEL VOORLICHTING. Deze kennis van de huisvesting van vogels is geput uit de verschil lende brochures van den Planten ziekten kundigen Dienst. Men zou zeggen, dat vogels toch geen plan tenziekten zijn- Neen, maar zij hel pen wel bij de bestrijding van de vijanden /an onze gewassen en aangezien de Plantenziektenkundi- gen Dienst zijn taak breed opvat, vindt men onder zijn publicaties verschillende handleidingen over de vragen, die ik vandaag heb aange sneden. Bij alle nuttige aanwijzingen vond ik ook een paar mededeelin- gen, die anecdotisch aandoen. Men heeft in nestkastjes bijv. in plaats van vogels ook wel vleermuizen, eekhorens, hommels en wespen aangetroffen. Daarvoor waren de kastjes niet bedoeld, maar, heet het in de desbetreffende brochure, eek horens, hommels en wespen worden verjaagd, doch de vleermuizen la ten we maar zitten, want die zijn niet minder nuttig dan de insecten etende vogels. Toch hoop ik, dat alleen vroolijke meesjes en geen griezelige vleermuizen hun intrek zullen nemen in onze nestkastjes. AGRARISCH NIEUWS. FRIESCHE MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW. Naar het Friesch Landbouwblad op 10 Januari mededeelt, hebben van de 42 afdeelingsbesturen er slechts 5 hun functies neergelegd in verband met de aansluiting van de Maatschappij bij den Nederland- schen Landstand. Mede naar aan leiding van het besluit van de 37 af deelingsbesturen. die op hun post zijn gebleven, worden de leden op gewekt dat voorbeeld te volgen. Volksverbondenheid een ongekend begrp DE RUINES DER KERKEN ALS HERINNERING AAN DEN VLOEK VAN HET BOL SJEWISME. Na tien jaren te hebben stilgestaan, draait de molen „De Gooyer" te Am sterdam weer lastig, want er Is werkgelegenheid gekomen, nu het meel voor het volkorenbrood wordt gemalen. Pax-Holland-De Haan m BERLIJN, 5 Jan. (A.N.P.) - Van het front zond men de volgende overwegingen: Al was er dan ook in de afge- loopen maanden van den veldtocht weinig tijd, toch had men nog wel eens een uurtje rust. Dan keek men het landschap met andere oogen aan om iets van zijn cultuur te lee- ren kennen. De nietige huisjes, de hutten, niet meer dan manshoog, de lange kolchozschuren konden toch niet de eenige bouwwerken zijn, die het land bezat. En al kreeg men langzamerhand wel eenigszins oog voor de schoonheid van velden met zonnebloemen ter grootte van een landgoed, of voor de onbekende bloeiwijze van de boekweit, toch gaf de eentonige grenzeloosheid der steppe een terneerdrukkend gevoel van verlatenheid. Allang was ook de eenvoudigste ziel tot het bewust zijn gekomen, dat ons geen van al len een zekeren zin voor cultuur ontbreekt, ook al is die dan slechts onbewust. Ieder vroeg zich tenslot te wel eens af, of er in dit land dan nooit een grootsch bouwwerk tot stand gekomen was. Had dit volk dan alleen maar hutten uit leem gebouwd? Het is onze historische cultuur welke dieper in ons verankerd is, die ons zelfs in oorlogstijd doet den ken naar de bewijzen van bescha ving in een vijandelijk land, zooals die tot uiting komen in zijn belang rijke gebouwen. In den spiegel van een ander zien wij onszelf des te beter, en zoodende herinnert men zich, na het onstuimige van den strijd, dankbaar, het eigen land en denkt aan den rijkdom onzer ste den, aan de intimiteit der overerf de boerenhoeven en verweerde burchten, Hoe gaat dat alles in on ze herinnering leven! Het noodlot der kerken. Dit onbekende gebied, tot dusver re deel van den reusachtigen Sow- jetstaat, had toch ook eens zijn oude gebouwen zij tiet ook niet in die mate, als West-Europa ze had. Het waren de kerken, die in stadjes en dorpen niet alleen door hun om vang centraal waren, maar ook door de pracht van hun vorm en de waarde van de bouwstoffen Aan het noodlot nu van deze ge bouwen kan men de heele armza ligheid van het Sowjetsysteem af meten! Men zag in die kerkgebou wen niet getuigen van een aange boren beschaving, men zal ze als zoodanig wel totaal niet erkend hebben, daar de staatsleiding geen weet had van 'cultuur, en geschie denis en traditie verachtte Zoo was het mogelijk, dat er een wilde woe de losbrak tegen de gekoepelde ge houwen. die meestentijds de eenige tooi van het land waren In blinden drang om zich iets te weten, sloeg men de herinneringsteekenen dei eigen geschiedenis kapot. Wij zou den een dergelijke houding als land verraad brandmerken maar wat volksverbonden, wat nationaal is dat is in de Joodsehe nolitieK van Moskou een onbekend begrio. Daarom kon dit alles zoo gebeuren Dit geeft het land. naast de armoede van den bewoner, zijn stempel van chaotische verwil dering. Het is duidelijk dat het den machthebbers oo het Krem- lin ontbrak aan die grootheid des geestes. die de waarde in ziet van geschiedenis en erf goed voor het volk. Eenige erfenis der historie verloren. De vervallen kerken waren getui gen geworden voor de toekomst, maar een bekrompen brein heeft het anders bevolen. Zoo verloor het land het eenige. dat het nog als er- fennis der historie en als een ge tuigenis van eigen zin voor kunst, voor oogen had Nu steken op heu veis en wegkruisingen de verwaar loosde bouwwerken tegen de lucht af: met hun gehavende koepels en gebarsten torens, hun dichtgespij kerde vensters en hun ingescheur de muren een afschuwwekkend beeld van de onbeschaamdheid van het regime! Men zou zoo denken dat de stelling gemeengoed was dan nl. een regeering er steeds op uit zou zijn. dat in stand te houden, wat land en volk tot tooi en trots geworden is. Maar men vergeet, dat men dit zoo beschouwt, omdat een Europeeër is en hier staat men in de schaduw van de Sow- letster: D ruines van de kerken, die, schier vergeten In den breedeo levensstroom, de eenige bescha vingsteekenen waren van het histo rische Rusland, staan nu In het landschap als een herinnering aan den vloek van het bolsjewisme, dat zich. in zijn gebrek aan ziels- en geesteskracht, vergrepen- heeft aan de erfgoederen van het volk. De 18-jarige Martha Musilek uit Weenen heeft beslag weten te leg gen op het Duitsche kampioenschap kanstrijden op de schaats voor da mes. Orbis-Holland NOODLOTTIG SPEL VAN LONDEN EN BATAVIA. Bij de berichten, dat er thans op Nederlandsch-Indischen bo dem reeds op tal van plaatsen gevochten wordt en dat In dië het natuurlijk alleen op knappen moet, zonder dat de zoo hoog geroemde Amerikaan- sche en Engelsche hulp in noe menswaardige mate aanwezig is op het oogenblik, dat men deze noodig heeft, keeren wij in gedachten naar Londen. VA/IJ hebben geen behoefte om op afwijezigen te schimpen, die zich niet verdedigen kunnen. Maar het moet ons toch van het hart, dat het een onbegrijpelijke domheid was van het comité Gerbrandy en van den Gouverneur-Generaral van Nederlandsch-Indiè om aan Japan den oorlog te verklaren. Tokio begon niet. Tokio verklaar de den oorlog aan Engeland en aan de Vereenigde Staten, niet aan Ne derland of aan Nederlandsch ge bied. Dit was prijzenswaard. Tokio liet dit waarlijk niet na, omdat het bang voor Batavia was. De feiten bewijzen dat wel anders. Tokio liet dat na, omdat hel verschil maakte tusschen zijn eigenlijke vijanden te Londen en New-York, en Neder land. De Oosterling voelde hierin fijn en handelde hoofsch. VERKEKEN KANS. Hadden een Gerbrandy en de zij nen dit weten te waardeeren en hunnerzijdsch _1 hel mogelijke ge daan om Indië buiten den oorlog te houden, wij zouden hun nog veel vergeven hebben en deze pogingen als Nederlanders van harte succes hebben gegund. Het was het eenige, waarmede zij hun vlucht in de Mei dagen nog eenigszins konden goed maken. En allen zonder uitzonde ring zouden er mee gediend zijn ge weest, indien Indië buiten den oor iog had kunnen blijven; allen zon der uitzondering, ook onze verwan ten in Indië, ook wij, iedereen. Maai- neen, het kahinet-Gerbran- dy denkt niet Nederlandsch, doen Angto-Amerikaansch. Als Tokio den oorlog aan Nederland of Indië niet verklaart, welaan, de heet Gerbrandy doet het wèl. Onge acht de positie van Indië, ongeacht de positie van het bezette vader land, provoceer' hij de Japanners zijnerzijds en dwingt hen tot een strijd. Hij provoceert hen met een oorlogsverklaring, mei het zenden van hulptroepen naar Singapore mei het attakeeren van het neu trale Poi'tugeesche Timor, met het inzetten der Nederlandsch Indische tnarini mei dreigingen van totale verwoesting van Indië's rijkdom men naar Sowjet-Russisch exempel, liever dan deze in de handen der Japanners te laten vallen, enz. enz. Och arme, dit sabelgeklettei is zoo voos. Hel provoceert, maar het kan geen rechten slag maken. Het zijn harlekijn-sabels. Als de Japan sche macht zich opmaakt, stroomt er bloed, veel bloed van onze ver wanten daar ginds. doe., voldoende kracht tot weerstand is er niet. De provocatie der oorlogsverklaring heeft slechts bloed en tranen mei veel verwoesting tot gevolg, zonder dat er eenig Nederlandsch belang noch nu, noch voor de toekomst mee gediend is, integendeel, elk Ne derlandsch belang, èn nu, én vooi de toekomst wordt er grondig dooi geschaad, wordt er door gehoond en bespot, GROOTDOENERIJ. En waar is de staatsmanswijs heid bij Gerbrandy en de zijnen? Hadden zij nu nog maar als voor waarde voor hun oorlogsverklaring van hun bondgenooten geëischt, dat deze voor een afdoend militaire en maritieme hulp te voren zorg zou den dragen, zoodat het uitgestrekte Indische rijk met kans op resultaat Hoeveel boter is er verwerkt in een restaurant maaltijd 1 TIEN GRAM GEEFT REEDS „BO- TERSMAAK"; TWINTIG GRAM IS „VET"I CONTROLE OP RESTAURANT- SCHOTELS EEN EISCH DER VOLKSGEZONDHEID. 'S-GRAVENHAGE, 6 Jan. (V.P.B.) Er wordt veel geklaagd en veel ge sproken over onze vetvoorziening, welke sterk te lijden heeft onder de blokkade van Britsche zijde. Het is nu eenmaal een feit, dat juist de boter ons lichaam dagelijks de grootste hoeveelheid, vooral 's win ters zoo belangrijke vitaminen A en D toevoert, zoodat een rantsoen van 28,5 gram boter per dag zeer zuinig moet worden beheerd, wil men de volksgezondheid geen ernstige scha de toebrengen. Een van onze redac teuren heeft 2hierover een onder- derlandschen voedingsphysioloog, houd gehad met een bekenden Ne- dr. H. v. d. Upwich, die de aandacht vestigde op de volgende feiten: De meeste restaurants vragen voor een maaltijd als regel 20 gram boter. Dit is op een rantsoen van 28,5 gram per dag veel te veel; te meer waar de boter door verhitting iri de eerste plaats verliest aan voedingswaarde en in de tweede plaats aan vitaminen-werking. Wij moeten ons rantsoen zóó verdeelen, dat wij de meeste boter rauw op ons brood en slechts voor een klein gedeelte in ons warme eten nutti gen. RESTAURANT-SCHOTELS. Afgezien van deze algemeene be oordeeling, doet zich echter nog het misbruik voor, dat zeer veel restau rants wel is v.aar 20 gram boter bonnen eischen voor bepaalde scho tels, doch deze hoeveelheid op geen stukken na verwerken in die ge rechten. Dat er 20 gram boter wordt verwerkt in een warm gerecht voor één persoon komt wellicht zelfs nooit voor, aldus onze zegsman, me nigeen kan echter getuigen, dat hij voor zijn 20 gram boterbonnen, geen gram boter heeft' gekregen! Men moet dit niet onderschatten; er zijn immers tienduizenden, zoo- al geen honderdduizenden men schen, die eiken dag in de restau rants moeten eten. Het is dus in het belang van de volksgezondheid, dat de wijze, waarop de restaurateurs met de boter omspringen, gecontro leerd wordt. Daarom moeten de regelmatige gebruikers van maaltijden in restaurants weten, dat 10 gram boter reeds een dusdanige hoe veelheid is, dat elk gerecht er naar kan smaken, terwijl een gerecht, waarin 20 gram boter is verwerkt, heerlijk naar boter smaakt en echt „vet" is- STRAFBAAR FEIT. Indien een restaurateur een klant aanmerkelijk minder boter geeft dan waarop hij volgens de hoeveel heid ingeleverde bonnen recht heeft dan begaat hij evenzeer een straf baar feit, als een winkelier, die op 500 gram boterbonnen slechts een half pond boter zou verstrekken, zoo verklaarde dr. v. d. Upwich. Het verdient dan ook wel degelijk overweging, of er in dezen niet van hoogerhand gecontroleerd en'waar noodig, ingegrepen kan worden. In middels moet het publiek gebruik maken van de wetenschap, dat een gerecht, waarvoor men 10 gram bo terbonnen heeft moeten geven, ook naar boter behoort te smaken, ter wijl men voor 20 gram een maaltijd mag eischen met lekkere, vette jus en volop botersmaak en -geurl De beteekenis van de sociale actie van het N.V.V. GRONDSLAGEN VOOR EEN SOCIALISTISCHE GEMEEN SCHAP GELEGD. In het afgeloopen jaar werd een aantal sociale maatregelen geno men, welke van verstrekkende be teekenis zullen blijken voor den op bouw van een socialistische ge meenschap. Het zou te ver voeren, hier een overzicht te geven van èl datgene, dat in het afgeloopen iaai tot stand is gekomen, doch een tweetal belangrijke maatregelen verdient zeker nog een nadere toe lichting. In de eerste plaats de werkloos heidsverzekering en in de tweede plaats het ziekenfondsbesluit. Enkele maanden geleden werd door den commissaris van het N.V.V., den heer Woudenberg, de Werkloosheidsraad in het leven geroepen. Deze raad is thans bezig met een omwerking van de werk loosheidsverzekering in Nederland. Binnen korten tijd zullen de herzie- ningsvoorstellen het licht zien en dan zal zeer zeker de werkloosheids verzekering in ons land eindelijk bevredigend zijn opgelost. De uit voering er van blijft in handen van het N.V.V. en dit lichaam zal dan uiteindelijk als drager van de werk loosheidsverzekering optreden. Zal dus in de naaste toekomst het probleem van de werkloosheids verzekering zijn opgelost, reeds thans zijn enkele practische suc cessen geboekt. Onlangs werd de verhooging van de kasuitkeering der werkloosheidsverzekering door gevoerd. In het licht van de geheele herzie ning van de werkloosheidsverzeke ring heeft deze maatregel weinig structureele waarde, doch bewijst wel, dat het N.V.V. zich niet alleen met de toekomst bezig houdt, doch waar mogelijk, ook rekening houdt met de nooden van het oogenblik. HET ZIEKENFONDSBESLUIT. Een andere maatregel van groot belang is het Ziekenfondsbesluit. Niet alleen werd het aantal ver zekerden uitgebreid, door voorloo pig elke werknemer, die een inko men heeft tot drie duizend gulden per jaar, te laten vallen onder het Ziekenfondsbesluit, doch ook de so ciale zorg voor het gezin van den werknemer werd uitgebreid. Bij de ziekengeldverzekering werd het be val lingsgeld ingevoerd, waardoor iedere vrouw, wier man volgens de Ziektewet verzekerd is, bij bevallen f 55.— uitgekeerd krijgt. De kosten van de ziekengeldver- verdedigd kon worden! Maar neen, in onbegrijpelijke grootdoenerij den ken de heeren Singapore nog te kunnen helpen, Portugal te kunnen beleedigingen en dan nog het groo te Indië te kunnen "bewaren, zon der voldoende vloot- of landstrijd krachten tot hun dienst te hebben, De heeren hebben het oordeel over Indië gehaald lichtzinnig, dom onverantwoordelijk. En als een maal de rekening opgemaakt moet worden, zal geen kamp van Ooit- gensplaat afgelegen genoeg zijn om de stemmen van toorn en droef heid over den gang van zaken bui ten hun muren te houden. (V.P.B.) zekering zijn daardoor in vergelij king met de voorafgaande jaren de helft hooger geworden. Daaroni werd verhooging van de premie noodzakelijk en aanspreking van de reserves. Men wilde echter niet de kosten van dit bevailingsgeld verhalen op den werkgever, of den werknemer, doch heeft bepaald, dat deze kosten zullen worden ge put uit het Vereveningsfonds. Het nieuwe Ziekenfondsbesluit heeft tal van vraagstukken opge lost, maar er ook vele nog openge laten. Gezien den korten tijd van voorbereiding is er echter reeds veel goeds tot stand gekomen, en, al is alles nog niet zooals het moet zijn, nu de eerste stappen zijn gezet, zal een algeheele regeling niet al te lang op zich laten wachten. Zoo ligt het in de bedoeling de zeelieden, die niet verzekerd zijn volgens de Ziektewet, doch volgens een andere regeling, de werkloo- zen, de rentetrekkers en het over heidspersoneel onder den kring der verzekerden te doen vallen. Dit is daarom van belang, omdat ziekenzorg niet alleen maar een kwestie van een verzekering zon der meer is. Met ziekenzorg immers staat of valt de volksgezondheid. Wanneer eenmaal alles geregeld zal zijn, zal de volksgezondheid die in ons land toch reeds op een hoog peil staat, nergens ter wereld kunnen worden overtroffen. In dit licht gezien zijn de geno men sociale maatregelen de rich tingwijzers van een sociale politiek, waarvoor ons latere geslachten zul len dankbaar zijn. Voor het goed opbergen van Uw distributiebescheiden is een een prachtig hulpmiddel. Distributiemappen, overzichtelijk ingericht, voor 35 CENT Verkrijgbaar bij: DE HOOGSTE BOOM. De hoogste boom ter wereld is de Reuzengrom of Pepermuntboom, die zeer snel groeit en in den re gel een hoogte van 120 meter be reikt. Sommige exemplaren zijn zelfs 135 tot 150 meter hoog gewor den. De stam van dezen reuzen- boom heeft 'n doorsnede van circa vijf meter, doch de bloesems doen niet mee met deze reuze afmetin gen. Zij zijn zeer sierlijk en de peer vormige vruchten, ook al beschei den van maat, bereiken slechts de grootte van een erwt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 6