De boer op inspectie
Een jaar «an opbouw
Ons Indië
Het bolsjewisme verzaakt de cultuur
Kan de gast de waard vertrouwen?
BOEKHANDEL
TRAPMAN N.V.
Rondgang in den stillen tijd
VAN VANGKOOIEN EN
NESTKASTJES.
(Van den specialen landbouw-
medewerker der V.P.B.)
*7OO'N wintertijd is goed om
eens rondom je heen te kij
ken, om aandacht te besteden
aan zaken; die je in een druk
keren tijd ontgaan.
Zoo zat ik van de week voor ons
keukenraam naar buiten te kijken,
en, zonder dat ik er eigenlijk bij
dacht, begon ik het doen en laten
van de musschen en andere vogels
op het erf te bestudeeren. Het wa
ren hoofdzakelijk musschen, maar
er zaten ook wat meezen en een en
kele vink bij. Nu heb ik, zooals alle
boeren, het land aan musschen. Het
zijn brutale dieven, die je vrijwel
nergens uit kunt houden. De hoe
ken van het tarweveld^ kunnen ze
leelijk kaal pikken en het ergste is,
dat ze nog meer halmen knakken,
dan dat ze werkelijk korrels opeten.
Ze zijn schadelijk en bovendien zoo
brutaal als de beul. Laat de deur
van den korenzolder maar eens
openstaan en in minder dan geen
tijd is een heele zwerm van die rak
kers druk bezig zich een flink vol
te proppen. Zoo'n beetje vogelscha-
de lijkt wel niet veel om het lijf te
hebben, maar alles bij elkaar vormt
de musschenkolonie op iedere boer
derij toch een heele mee-eter.
VRIENDEN ONDER DE VOGELS.
Dan zie ik liever de meezen. Voor
zoover ik weet, kan er van die
beestjes niets dan goeds gezegd
worden. Ze leven hoofdzakelijk van
insecten en zelfs in dezen schralen
wintertijd zijn ze nog den heelen
dag in de weer om op boomen en
struiken hun voedsel bij elkaar te
toeken.
Meezen zijn holenbroeders. Ze
Besstelen niet graag onder den vrij
en hemel, maar zoeken een hollen
boom, een oude pomp of zelfs een
brievenbus op om hun broedsels te
verzorgen. Maar ze kruipen niet,
zooals musschen onder de dakpan
nen en aangezien er bij een boerde
rij meer dakpannnen dan holle boo-
nien te vinden zijn, hebben de
musschen een betere kans om in
het vogelleven te slagen dan de
meesjes, 't Is daarom dat wij dezen
laatsten tegemoet moeten komen
door het plaatsen van nestkastjes.
Sommige menschen zeggen, dat we
niet in de natuur moeten ingrijpen
en dat het dus geen zin heeft om
met bijzondere maatregelen uitbrei
ding van een of andere vogelsoort
te bevorderen. Maar dat klopt niet,
want door het ingrijpen van den
mensch zijn de kansen van de mee
zen belangrijk minder geworden.
Denk er bijvoorbeeld maar eens
aan hoe sterk het aantal holle boo
men is verminderd door betere ver
zorging van onze boomgaarden. Hoe
beter onze boerderijen zijn, des te
minder goed komt de mees aan
haar trek. Door het plaatsen van
nestkastjes temperen we dus alleen
maar een beetje de vermindering
van de natuurlijke broedgelegen-
heid, die in gecultiveerde streken
optreedt.
MUSSCHENBESTRIJDING.
Maar met bevordering van den
meezenstand zijn we nog niet van
de musschenplaag af. In sommige
dorpen wordt daartegen wel een
vereeniging opgericht, een „mus-
schengilde". En in heel wat plaat
sen, waar zoo'n vereeniging niet
bestaat, wordt toch een premie be
taald voor musscheneieren en voor
doode musschen. Al ben ik nu geen
groote vriend van de musschen. ik
vind dergelijke vereenigingen niet
erg sympathiek. Ze brengen er de
jongens maar toe om nesten uit te
halen, al te dikwijls ook nestjes van
nuttige vogels. Ik hou me daarom
liever aan de vangkooi voor de
musschen. Zoo'n vangkooi heeft
aan den bovenkant een soort val-
luikje, waarop wat voer ligt. In de
kooi moet zich al een musch bevin
den, die als lokvogel dienst doet.
Vooral in den zomer, als er veel jon
ge en onervaren musschen rond
vliegen, kan men daarmee groote
aantallen wegvangen. Telkens wan
neer een musch op het valluikje
gaat zitten, klapt dit omlaag en
gaat zitten, klapt dit omlaag en
komt de vogel in de kooi terecht,
's Avonds neemt men twee gevan
gen vogels er uit, dompelt de kooi
onder water, waardoor de dieren
zeer snel worden gedood en zet er
de twee levend behouden vogels
weer in om den volgenden dag als
lokvogel dienst te doen. In den
winter vangt men buiten met zoo'n
kooi niet veel dieren, want de mus
schen zijn dan slim genoeg gewor
den om dergelijke gevaarlijke voor
werpen te wantrouwen. Zet men
de kooi echter binnenshuis, b.v. op
den graanzolder of op de haverkist
in den paardenstal met open deu
ren, dan schijnen ze de voorzich
tigheid te vergeten en vangt men er
nog flinke aantallen van.
Naar mijn meening moet men
juist na maatregelen nemen om
de musschenplaag te beteuge
len. Iedere musschenpaar, dat
we in dezen tijd van het jaar
kunnen opruimen, voorkomt
twee of drie testen in de a.s. zo
mer, en daardoor werkt het
vangen van musschen in den
winter veel beter dan het schie
ten of verjagen of nesten uit
halen in voorjaar of zomer.
Overigens is de musch niet uit
sluitend schadelijk, ze verdelgt ook
een groot aantal insecten. Wanneer
we daarom het aantal musschen
wat beperken, kunnen wij de ver
kleinde bevolking van het a.s. voor
jaar zonder gevaar voor groote
schade laten rondvliegen. Dat het
tegelijkertijd nuttig is om met de
bestrijding van de musschen de be
vordering van de vestiging van
meezen te verzekeren door middel
van nestkastjes, ligt voor de hand.
HULP VOOR DE MEEZEN.
Nu is het met die nestkastjes
vreemd geseld. Sommige menschen
kunnen er heelemaal niet mee over
weg. Ze beweren, dat de vogels er
toch niet in komen, of dat de broed
sels vaak mislukken. Nu, waar dit
laatste het geval is, ligt het zeker
in hoofdzaak aan den man zelf, om
dat het mislukken van broedsels
doorgaans het gevolg is van onvol
doende onderhoud. Nestkastjes
moeten n.1. in voor- en najaar gron
dig schoongemaakt worden, aange
zien anders de broedsels mislukken
door de sterke ontwikkeling van
het ongedierte. Alleen in zindelijke
nestkastjes komen de broedsels tot
hun recht En wat het geringe be
zoek betreft, men moet wat geduld
hebben. De vogels schijnen er gedu
rende eenige jaren aan te moeten
wennen.
Overal waar nestkastjes in groo-
ten getale opgehangen zijn,
heeft men ontdekt, dat het
grootste gebruik eerst optreedt
drie tot zes jaren nadat de
kastjes zijn opgehangen. Eerst
tegen dien tijd schijnen de vo
gels in voldoende aantallen
voor te komen of hun vrees
overwonnen te hebben. Wie het
eerste jaar dus geen bewoners
voor zijn nestkastje krijgt, moet
niet teleurgesteld zijn, doch het
kastje schoonmaken en opnieuw
ophangen.
NOOIT TEVEEL VOORLICHTING.
Deze kennis van de huisvesting
van vogels is geput uit de verschil
lende brochures van den Planten
ziekten kundigen Dienst. Men zou
zeggen, dat vogels toch geen plan
tenziekten zijn- Neen, maar zij hel
pen wel bij de bestrijding van de
vijanden /an onze gewassen en
aangezien de Plantenziektenkundi-
gen Dienst zijn taak breed opvat,
vindt men onder zijn publicaties
verschillende handleidingen over de
vragen, die ik vandaag heb aange
sneden.
Bij alle nuttige aanwijzingen
vond ik ook een paar mededeelin-
gen, die anecdotisch aandoen. Men
heeft in nestkastjes bijv. in plaats
van vogels ook wel vleermuizen,
eekhorens, hommels en wespen
aangetroffen. Daarvoor waren de
kastjes niet bedoeld, maar, heet het
in de desbetreffende brochure, eek
horens, hommels en wespen worden
verjaagd, doch de vleermuizen la
ten we maar zitten, want die zijn
niet minder nuttig dan de insecten
etende vogels. Toch hoop ik, dat
alleen vroolijke meesjes en geen
griezelige vleermuizen hun intrek
zullen nemen in onze nestkastjes.
AGRARISCH NIEUWS.
FRIESCHE MAATSCHAPPIJ VAN
LANDBOUW.
Naar het Friesch Landbouwblad
op 10 Januari mededeelt, hebben
van de 42 afdeelingsbesturen er
slechts 5 hun functies neergelegd
in verband met de aansluiting van
de Maatschappij bij den Nederland-
schen Landstand. Mede naar aan
leiding van het besluit van de 37 af
deelingsbesturen. die op hun post
zijn gebleven, worden de leden op
gewekt dat voorbeeld te volgen.
Volksverbondenheid een
ongekend begrp
DE RUINES DER KERKEN ALS
HERINNERING AAN DEN
VLOEK VAN HET BOL
SJEWISME.
Na tien jaren te hebben stilgestaan,
draait de molen „De Gooyer" te Am
sterdam weer lastig, want er Is
werkgelegenheid gekomen, nu het
meel voor het volkorenbrood wordt
gemalen.
Pax-Holland-De Haan m
BERLIJN, 5 Jan. (A.N.P.) - Van
het front zond men de volgende
overwegingen:
Al was er dan ook in de afge-
loopen maanden van den veldtocht
weinig tijd, toch had men nog wel
eens een uurtje rust. Dan keek men
het landschap met andere oogen
aan om iets van zijn cultuur te lee-
ren kennen. De nietige huisjes, de
hutten, niet meer dan manshoog,
de lange kolchozschuren konden
toch niet de eenige bouwwerken
zijn, die het land bezat. En al kreeg
men langzamerhand wel eenigszins
oog voor de schoonheid van velden
met zonnebloemen ter grootte van
een landgoed, of voor de onbekende
bloeiwijze van de boekweit, toch gaf
de eentonige grenzeloosheid der
steppe een terneerdrukkend gevoel
van verlatenheid. Allang was ook
de eenvoudigste ziel tot het bewust
zijn gekomen, dat ons geen van al
len een zekeren zin voor cultuur
ontbreekt, ook al is die dan slechts
onbewust. Ieder vroeg zich tenslot
te wel eens af, of er in dit land
dan nooit een grootsch bouwwerk
tot stand gekomen was. Had dit
volk dan alleen maar hutten uit
leem gebouwd?
Het is onze historische cultuur
welke dieper in ons verankerd is,
die ons zelfs in oorlogstijd doet den
ken naar de bewijzen van bescha
ving in een vijandelijk land, zooals
die tot uiting komen in zijn belang
rijke gebouwen. In den spiegel van
een ander zien wij onszelf des te
beter, en zoodende herinnert men
zich, na het onstuimige van den
strijd, dankbaar, het eigen land en
denkt aan den rijkdom onzer ste
den, aan de intimiteit der overerf
de boerenhoeven en verweerde
burchten, Hoe gaat dat alles in on
ze herinnering leven!
Het noodlot der kerken.
Dit onbekende gebied, tot dusver
re deel van den reusachtigen Sow-
jetstaat, had toch ook eens zijn oude
gebouwen zij tiet ook niet in die
mate, als West-Europa ze had. Het
waren de kerken, die in stadjes en
dorpen niet alleen door hun om
vang centraal waren, maar ook
door de pracht van hun vorm en
de waarde van de bouwstoffen
Aan het noodlot nu van deze ge
bouwen kan men de heele armza
ligheid van het Sowjetsysteem af
meten! Men zag in die kerkgebou
wen niet getuigen van een aange
boren beschaving, men zal ze als
zoodanig wel totaal niet erkend
hebben, daar de staatsleiding geen
weet had van 'cultuur, en geschie
denis en traditie verachtte Zoo was
het mogelijk, dat er een wilde woe
de losbrak tegen de gekoepelde ge
houwen. die meestentijds de eenige
tooi van het land waren In blinden
drang om zich iets te weten, sloeg
men de herinneringsteekenen dei
eigen geschiedenis kapot. Wij zou
den een dergelijke houding als land
verraad brandmerken maar wat
volksverbonden, wat nationaal is
dat is in de Joodsehe nolitieK
van Moskou een onbekend begrio.
Daarom kon dit alles zoo gebeuren
Dit geeft het land. naast de
armoede van den bewoner, zijn
stempel van chaotische verwil
dering. Het is duidelijk dat het
den machthebbers oo het Krem-
lin ontbrak aan die grootheid
des geestes. die de waarde in
ziet van geschiedenis en erf
goed voor het volk.
Eenige erfenis der historie
verloren.
De vervallen kerken waren getui
gen geworden voor de toekomst,
maar een bekrompen brein heeft
het anders bevolen. Zoo verloor het
land het eenige. dat het nog als er-
fennis der historie en als een ge
tuigenis van eigen zin voor kunst,
voor oogen had Nu steken op heu
veis en wegkruisingen de verwaar
loosde bouwwerken tegen de lucht
af: met hun gehavende koepels en
gebarsten torens, hun dichtgespij
kerde vensters en hun ingescheur
de muren een afschuwwekkend
beeld van de onbeschaamdheid van
het regime! Men zou zoo denken
dat de stelling gemeengoed was
dan nl. een regeering er steeds op
uit zou zijn. dat in stand te houden,
wat land en volk tot tooi en trots
geworden is. Maar men vergeet,
dat men dit zoo beschouwt, omdat
een Europeeër is en hier staat
men in de schaduw van de Sow-
letster: D ruines van de kerken,
die, schier vergeten In den breedeo
levensstroom, de eenige bescha
vingsteekenen waren van het histo
rische Rusland, staan nu In het
landschap als een herinnering aan
den vloek van het bolsjewisme, dat
zich. in zijn gebrek aan ziels- en
geesteskracht, vergrepen- heeft aan
de erfgoederen van het volk.
De 18-jarige Martha Musilek uit
Weenen heeft beslag weten te leg
gen op het Duitsche kampioenschap
kanstrijden op de schaats voor da
mes. Orbis-Holland
NOODLOTTIG SPEL VAN
LONDEN EN BATAVIA.
Bij de berichten, dat er thans
op Nederlandsch-Indischen bo
dem reeds op tal van plaatsen
gevochten wordt en dat In
dië het natuurlijk alleen op
knappen moet, zonder dat de
zoo hoog geroemde Amerikaan-
sche en Engelsche hulp in noe
menswaardige mate aanwezig
is op het oogenblik, dat men
deze noodig heeft, keeren wij in
gedachten naar Londen.
VA/IJ hebben geen behoefte om op
afwijezigen te schimpen, die
zich niet verdedigen kunnen. Maar
het moet ons toch van het hart, dat
het een onbegrijpelijke domheid
was van het comité Gerbrandy en
van den Gouverneur-Generaral van
Nederlandsch-Indiè om aan Japan
den oorlog te verklaren.
Tokio begon niet. Tokio verklaar
de den oorlog aan Engeland en aan
de Vereenigde Staten, niet aan Ne
derland of aan Nederlandsch ge
bied. Dit was prijzenswaard. Tokio
liet dit waarlijk niet na, omdat het
bang voor Batavia was. De feiten
bewijzen dat wel anders. Tokio liet
dat na, omdat hel verschil maakte
tusschen zijn eigenlijke vijanden te
Londen en New-York, en Neder
land. De Oosterling voelde hierin
fijn en handelde hoofsch.
VERKEKEN KANS.
Hadden een Gerbrandy en de zij
nen dit weten te waardeeren en
hunnerzijdsch _1 hel mogelijke ge
daan om Indië buiten den oorlog te
houden, wij zouden hun nog veel
vergeven hebben en deze pogingen
als Nederlanders van harte succes
hebben gegund. Het was het eenige,
waarmede zij hun vlucht in de Mei
dagen nog eenigszins konden goed
maken. En allen zonder uitzonde
ring zouden er mee gediend zijn ge
weest, indien Indië buiten den oor
iog had kunnen blijven; allen zon
der uitzondering, ook onze verwan
ten in Indië, ook wij, iedereen.
Maai- neen, het kahinet-Gerbran-
dy denkt niet Nederlandsch, doen
Angto-Amerikaansch. Als Tokio
den oorlog aan Nederland of Indië
niet verklaart, welaan, de heet
Gerbrandy doet het wèl. Onge
acht de positie van Indië, ongeacht
de positie van het bezette vader
land, provoceer' hij de Japanners
zijnerzijds en dwingt hen tot een
strijd. Hij provoceert hen met een
oorlogsverklaring, mei het zenden
van hulptroepen naar Singapore
mei het attakeeren van het neu
trale Poi'tugeesche Timor, met het
inzetten der Nederlandsch Indische
tnarini mei dreigingen van totale
verwoesting van Indië's rijkdom
men naar Sowjet-Russisch exempel,
liever dan deze in de handen der
Japanners te laten vallen, enz.
enz.
Och arme, dit sabelgeklettei is
zoo voos. Hel provoceert, maar het
kan geen rechten slag maken. Het
zijn harlekijn-sabels. Als de Japan
sche macht zich opmaakt, stroomt
er bloed, veel bloed van onze ver
wanten daar ginds. doe., voldoende
kracht tot weerstand is er niet. De
provocatie der oorlogsverklaring
heeft slechts bloed en tranen mei
veel verwoesting tot gevolg, zonder
dat er eenig Nederlandsch belang
noch nu, noch voor de toekomst
mee gediend is, integendeel, elk Ne
derlandsch belang, èn nu, én vooi
de toekomst wordt er grondig dooi
geschaad, wordt er door gehoond
en bespot,
GROOTDOENERIJ.
En waar is de staatsmanswijs
heid bij Gerbrandy en de zijnen?
Hadden zij nu nog maar als voor
waarde voor hun oorlogsverklaring
van hun bondgenooten geëischt, dat
deze voor een afdoend militaire en
maritieme hulp te voren zorg zou
den dragen, zoodat het uitgestrekte
Indische rijk met kans op resultaat
Hoeveel boter is er verwerkt in een restaurant maaltijd 1
TIEN GRAM GEEFT REEDS „BO-
TERSMAAK"; TWINTIG GRAM
IS „VET"I
CONTROLE OP RESTAURANT-
SCHOTELS EEN EISCH DER
VOLKSGEZONDHEID.
'S-GRAVENHAGE, 6 Jan. (V.P.B.)
Er wordt veel geklaagd en veel ge
sproken over onze vetvoorziening,
welke sterk te lijden heeft onder
de blokkade van Britsche zijde. Het
is nu eenmaal een feit, dat juist de
boter ons lichaam dagelijks de
grootste hoeveelheid, vooral 's win
ters zoo belangrijke vitaminen A en
D toevoert, zoodat een rantsoen van
28,5 gram boter per dag zeer zuinig
moet worden beheerd, wil men de
volksgezondheid geen ernstige scha
de toebrengen. Een van onze redac
teuren heeft 2hierover een onder-
derlandschen voedingsphysioloog,
houd gehad met een bekenden Ne-
dr. H. v. d. Upwich, die de aandacht
vestigde op de volgende feiten:
De meeste restaurants vragen
voor een maaltijd als regel 20 gram
boter. Dit is op een rantsoen van
28,5 gram per dag veel te veel; te
meer waar de boter door verhitting
iri de eerste plaats verliest aan
voedingswaarde en in de tweede
plaats aan vitaminen-werking. Wij
moeten ons rantsoen zóó verdeelen,
dat wij de meeste boter rauw op
ons brood en slechts voor een klein
gedeelte in ons warme eten nutti
gen.
RESTAURANT-SCHOTELS.
Afgezien van deze algemeene be
oordeeling, doet zich echter nog het
misbruik voor, dat zeer veel restau
rants wel is v.aar 20 gram boter
bonnen eischen voor bepaalde scho
tels, doch deze hoeveelheid op geen
stukken na verwerken in die ge
rechten. Dat er 20 gram boter wordt
verwerkt in een warm gerecht voor
één persoon komt wellicht zelfs
nooit voor, aldus onze zegsman, me
nigeen kan echter getuigen, dat hij
voor zijn 20 gram boterbonnen, geen
gram boter heeft' gekregen!
Men moet dit niet onderschatten;
er zijn immers tienduizenden, zoo-
al geen honderdduizenden men
schen, die eiken dag in de restau
rants moeten eten. Het is dus in het
belang van de volksgezondheid, dat
de wijze, waarop de restaurateurs
met de boter omspringen, gecontro
leerd wordt.
Daarom moeten de regelmatige
gebruikers van maaltijden in
restaurants weten, dat 10 gram
boter reeds een dusdanige hoe
veelheid is, dat elk gerecht er
naar kan smaken, terwijl een
gerecht, waarin 20 gram boter is
verwerkt, heerlijk naar boter
smaakt en echt „vet" is-
STRAFBAAR FEIT.
Indien een restaurateur een klant
aanmerkelijk minder boter geeft
dan waarop hij volgens de hoeveel
heid ingeleverde bonnen recht heeft
dan begaat hij evenzeer een straf
baar feit, als een winkelier, die op
500 gram boterbonnen slechts een
half pond boter zou verstrekken,
zoo verklaarde dr. v. d. Upwich.
Het verdient dan ook wel degelijk
overweging, of er in dezen niet van
hoogerhand gecontroleerd en'waar
noodig, ingegrepen kan worden. In
middels moet het publiek gebruik
maken van de wetenschap, dat een
gerecht, waarvoor men 10 gram bo
terbonnen heeft moeten geven, ook
naar boter behoort te smaken, ter
wijl men voor 20 gram een maaltijd
mag eischen met lekkere, vette jus
en volop botersmaak en -geurl
De beteekenis van de sociale
actie van het N.V.V.
GRONDSLAGEN VOOR EEN
SOCIALISTISCHE GEMEEN
SCHAP GELEGD.
In het afgeloopen jaar werd een
aantal sociale maatregelen geno
men, welke van verstrekkende be
teekenis zullen blijken voor den op
bouw van een socialistische ge
meenschap. Het zou te ver voeren,
hier een overzicht te geven van èl
datgene, dat in het afgeloopen iaai
tot stand is gekomen, doch een
tweetal belangrijke maatregelen
verdient zeker nog een nadere toe
lichting.
In de eerste plaats de werkloos
heidsverzekering en in de tweede
plaats het ziekenfondsbesluit.
Enkele maanden geleden werd
door den commissaris van het
N.V.V., den heer Woudenberg, de
Werkloosheidsraad in het leven
geroepen. Deze raad is thans bezig
met een omwerking van de werk
loosheidsverzekering in Nederland.
Binnen korten tijd zullen de herzie-
ningsvoorstellen het licht zien en
dan zal zeer zeker de werkloosheids
verzekering in ons land eindelijk
bevredigend zijn opgelost. De uit
voering er van blijft in handen van
het N.V.V. en dit lichaam zal dan
uiteindelijk als drager van de werk
loosheidsverzekering optreden.
Zal dus in de naaste toekomst
het probleem van de werkloosheids
verzekering zijn opgelost, reeds
thans zijn enkele practische suc
cessen geboekt. Onlangs werd de
verhooging van de kasuitkeering
der werkloosheidsverzekering door
gevoerd.
In het licht van de geheele herzie
ning van de werkloosheidsverzeke
ring heeft deze maatregel weinig
structureele waarde, doch bewijst
wel, dat het N.V.V. zich niet alleen
met de toekomst bezig houdt, doch
waar mogelijk, ook rekening houdt
met de nooden van het oogenblik.
HET ZIEKENFONDSBESLUIT.
Een andere maatregel van groot
belang is het Ziekenfondsbesluit.
Niet alleen werd het aantal ver
zekerden uitgebreid, door voorloo
pig elke werknemer, die een inko
men heeft tot drie duizend gulden
per jaar, te laten vallen onder het
Ziekenfondsbesluit, doch ook de so
ciale zorg voor het gezin van den
werknemer werd uitgebreid. Bij de
ziekengeldverzekering werd het be
val lingsgeld ingevoerd, waardoor
iedere vrouw, wier man volgens de
Ziektewet verzekerd is, bij bevallen
f 55.— uitgekeerd krijgt.
De kosten van de ziekengeldver-
verdedigd kon worden! Maar neen,
in onbegrijpelijke grootdoenerij den
ken de heeren Singapore nog te
kunnen helpen, Portugal te kunnen
beleedigingen en dan nog het groo
te Indië te kunnen "bewaren, zon
der voldoende vloot- of landstrijd
krachten tot hun dienst te hebben,
De heeren hebben het oordeel
over Indië gehaald lichtzinnig, dom
onverantwoordelijk. En als een
maal de rekening opgemaakt moet
worden, zal geen kamp van Ooit-
gensplaat afgelegen genoeg zijn om
de stemmen van toorn en droef
heid over den gang van zaken bui
ten hun muren te houden. (V.P.B.)
zekering zijn daardoor in vergelij
king met de voorafgaande jaren de
helft hooger geworden. Daaroni
werd verhooging van de premie
noodzakelijk en aanspreking van
de reserves. Men wilde echter niet
de kosten van dit bevailingsgeld
verhalen op den werkgever, of den
werknemer, doch heeft bepaald,
dat deze kosten zullen worden ge
put uit het Vereveningsfonds.
Het nieuwe Ziekenfondsbesluit
heeft tal van vraagstukken opge
lost, maar er ook vele nog openge
laten. Gezien den korten tijd van
voorbereiding is er echter reeds veel
goeds tot stand gekomen, en, al is
alles nog niet zooals het moet zijn,
nu de eerste stappen zijn gezet, zal
een algeheele regeling niet al te
lang op zich laten wachten.
Zoo ligt het in de bedoeling de
zeelieden, die niet verzekerd zijn
volgens de Ziektewet, doch volgens
een andere regeling, de werkloo-
zen, de rentetrekkers en het over
heidspersoneel onder den kring der
verzekerden te doen vallen.
Dit is daarom van belang, omdat
ziekenzorg niet alleen maar een
kwestie van een verzekering zon
der meer is. Met ziekenzorg immers
staat of valt de volksgezondheid.
Wanneer eenmaal alles geregeld zal
zijn, zal de volksgezondheid die in
ons land toch reeds op een hoog peil
staat, nergens ter wereld kunnen
worden overtroffen.
In dit licht gezien zijn de geno
men sociale maatregelen de rich
tingwijzers van een sociale politiek,
waarvoor ons latere geslachten zul
len dankbaar zijn.
Voor het goed opbergen van Uw
distributiebescheiden is een
een prachtig hulpmiddel.
Distributiemappen, overzichtelijk
ingericht, voor
35 CENT
Verkrijgbaar bij:
DE HOOGSTE BOOM.
De hoogste boom ter wereld is
de Reuzengrom of Pepermuntboom,
die zeer snel groeit en in den re
gel een hoogte van 120 meter be
reikt. Sommige exemplaren zijn
zelfs 135 tot 150 meter hoog gewor
den. De stam van dezen reuzen-
boom heeft 'n doorsnede van circa
vijf meter, doch de bloesems doen
niet mee met deze reuze afmetin
gen. Zij zijn zeer sierlijk en de peer
vormige vruchten, ook al beschei
den van maat, bereiken slechts de
grootte van een erwt.