Nederlandschc Kultuurraad
geïnstalleerd
Het Geweten van het Volk
ff Neem'n
mAKKEtiÏJE
Kou
Koaris
Griep
p
Strijd en Overwinning
75 jaar
„Blauwe Donau"
RADIOPROGRAMMA
Belangrijke redevoeringen van den
Rijkscommissaris en prof. Snijder
DE TAAK VAN DEN KULTUUR
RAAD.
'TBR gelegenheid van de instatfa-
■*- tie van den Nederlandschen
Kultuurraad, waarvan wij gisteren
reeds een uitvoerig bericht opna
men, heeft de Rijkscommissaris
Rijksminister Dr. Seyss-Inquart een
belangrijke rede gehouden.
Wij zijn hier bijeengekomen, al
dus de Rijkscommissaris, om op
plechtige wijze den Nederlandschen
Kultuurraad in te wijden.'Onder de
overstelpende, de geheele wereld
beroerende gebeurtenissen, is de in
stelling van den Nederlandschen
Kultuurraad toch geen onbeteeke-
nende toevalligheid of een bestuurs
maatregel zonder meer als zoovele
andere. Ik geloof veeleer door dezen
maatregel aan een noodzaak tege
moet te komen, welke evenzeer
voortvloeit uit dén tegenwobrdigen
toestand van het Nederlandsche
volk, als uit mijn taak als vertegen
woordiger van het Duitsche rijk in
dit land. Deze geeft mij aanleiding
tot prlncipieele uiteenzettingen,
want de noodzakelijkheid van dezen
maatregel kan uitsluitend begrepen
worden, wanneer de functie van
de kuituur niet slechts in het open
bare leven, maar in het leven in
het algemeen* in het worden en
werken eener gemeenschap ons dui
delijk is geworden.
Ik wil hier geen verhandeling
houden over al die theoretische
vragen en opvattingen, welke door
dè nieuwe werkelijkheid, waarin
wij ons bevinden, haar beteeken is
verloren hebben.
Nipt sleohts de resultaten van de
wetenschap en het onderzoek, maar
in de eerste plaats onze: eigen per
soonlijke belevenissen, voorname
lijk in den oorlog, waar men zijn
bestaan onmiddellijk tot op den
diepsten en elementairsten oor
sprong, moet terugbrengen, om
„überhaupt" te kunnen bestaan, en
ons politiek doorleven van dezen,
historischen tijd, waarin wij han
delend, werkend en leidend stonden
en staan, hebben ons geleerd wereld
en leven anders en nieuw te zien.
Het was als een wonder en inder
daad, het was een openbaring: de
opetibaring der gemeenschap als
het oorspronkelijk element van ons
leven. YVij hadden in den nobd de
kameraadschap beleefd en vonden
daarin de gemeenschap, totdat wij
uit de idéé en uit de werkelijkheid
van de volksgemeenschap eindelijk
de kracht putten, waardoor wij
weer gezond en machtig werden en
dat niet slechts in politieken zin.
In het bijzonder werden wij
weer machtig in onze kuituur.
Hier niet minder als op politiek
gebied kunnen wij de verande
ring, welke zich in tien jaar
voltrokken heeft en zich ver
der voltrekt, nauwelijks be
grijpen. De oorzaak hiervan ligt
uitsluitend hierin, dat de kfcl-
tuur in al hare uitingen en vor
men,- in plaats van zich los ,te
maken uit het gemeenschappe
lijk lot, weer daarin betrokken
F*
b
werd en dat de, kultuurschep-
pende en kultuurdragende
mensoh van zijn 1 eenzaamheid
werd bevrijd, weer aan de ge
meenschap van zijn volk werd
gebonden.
LIET belangrijkste principe van
"onze kultuuropvatting is, dat
elke echte kuituurprestatie slechts
uit den grond en uit het leven van
het volk kan voortkomen cn dat zij
daarom ook aan dit volk weer ver
plichtingen heeft, dat dus de kui
tuur haar oorsprong evenals haar
taak altijd vindt in den dienst aan
het leven van het volk. Evenmin als
de kuituur als geheel uit deze sa
menleving kan worden losgemaakt
zonder ziek te worden evenmin kan
zich de scheppende enkeling, die
kultureele prestaties volbrengt, aan
de banden van zijn gemeenschap
onttrekken.
Kuituur is niets andere dan de
gezamenlijke uitdrukking der
scheppende krachten,: die in een
volk ie ven en door den sofe oppen
den enkeling naar voren worden
gebracht en gebruikt om het bestaan
zijn vorm te geven.
Deze omschrijving is eensdeels
zeer ruim, aangezien zij ook alles
omvat, wat wij heden in het alge
meen niet meer onmiddellijk tot het
gebied der kuituur rekenen, zooals
de krijgskunde, de staatkunde en de
landbouwkundige of zuiver techni
sche prestaties, daar elke bewuste
vorming van het zijn door den
mensoh kuituur in den ruimsten
zin van het woord is. Anderzijds
gaat deze omschrijving ook niet
diep genoeg, want het volkseigene
zelf als de voedingsbodem van elke
kuituur, is reeds een bijzondere uit
drukking van het samenwerken der
machten van het bloed, dus van de
soort en-het ras, en van den bodem,
derhalve van de ruimte en het
landschap, waarin een bepaald ras
bepaalde vormen van de in haar le
vende werkelijkheid uitgedrukt
heeft, welke in al haar veelvuldig
heid en verscheidenheid voor altijd
en onverbrekelijk uit den eersten
oorsprong van het ras zijn gesproten
én slechts daardoor in leven blij
ven. Waar deze samenhang verlo
ren gaat of overheerscht.wordt door.
invloeden van vreemdsoortige, der
halve rassisoh vreemde levenswet
ten, daar wordt de echte, n.1. nog
met haar oorsprong verbonden kui
tuur ziek en het geheele volksche
leven wordt aangetast.
Aan dit gevaar is het Grieken
dom bezweken, kort nadat het zijn
hoogste kultureele prestaties ver
richt had, en dezelfde wortel heeft
de ziekte, waaraan Europa bijkans
sedert eeuwen lijdt en .welke het
Avondland tot ontbinding dreigde te
brengen totdat men ze door het lee-
ren kennen van hair oorsprong,
heeft kunnen overwinneti. Naar
mate wij de gemeenschap als den
oorsprong van ons leven hebben te
ruggevonden, ontvangen wij ook
haar kracht en sterkte.
Een groote ommekeer.
Deze ontwikkelingsgang moet en
zal zich krachtens een reeds heden'
duidelijk zichtbare levende en histo
rische wetmatigheid in het geheele
gebied van ons door het Noorsch
Germaansche element bepaalde ras
voltrekken overal fcv a a r de wil
tot gezond worden en tot 't nieuwe
leven nog werkzaam is. Deze terug
keer tot onzen oorsprong beteekent
in verhouding tot ons recent verle
den der laatste eeuwen een omme
keer van ontzaggelijken omvang,
een werkelijk totale revolutie, daar
voor haar geen gebied afgesloten
kan blijven. Het is een kenmerk
van deze revolutfe, dat^zij alles moet
vernietigen en afbreken, wat als het
ware als een verstarde korst de
bronnen vah ons gezonde leven af
sloot en bijna deed uitdrogen, om
juist daardoor deze bronnen weer te
doen vloeien. In dezeA zin heeft de
ze revolutie in haar diepsten kern
een behoudend, conservatief karak
ter.
n EZE ontwikkelingsgang vol-
1-' trekt zich volgens de wet der
gemeenschap, want deze alleen
sluit de grootste mogelijkheden in,
maar brengt^ ook de hoogste ver
plichting met zich mede, n.1. dat er
geen handelen en werkzaamheid
bestaan kunnen buiten de gemeen
schap ent op een andere wijze als
'voor'deze. Het doorbreken van deze
wet kan niet van heden op mor
gen plaatsvinden. Groote dingen
moeten groeien en rijpen "en hoe
vaster wij van dit groeien en rij
pen overtuigd zijn, des te geduldi
ger mogen wij dé vruchten afwach
ten. Weliswaar ontheft ons dit. niet
Van de verantwoording en de ver
plichting, zelf dit groeiproces mee
te maken, het-te bevorderen en te
hoeden.
Hot was absoluut niet altijd zoo
vanzelfsprekend, als het óns heden
misschien toeschijnt, dat de staat
zich zelf een kultureele taak oplegt
en dat hij zich, onafhankelijk daar
van, de bevordering en de verzor
ging van het kultureele leven tot
taak stelt.
Dragers van het. kultuurleven wa
ren langen tijd bijna uitsluitend de
kloosters, alsmede de adel en later
de burgerij. Het rijk had iri het ge
heel geen directen invloed op de
ontwikkeling, en indirect slechts in
zooverre als kerk en standen leden
van het rijk waren. Daarmede
hangt het samen, dat wij in den
overvloed en in de onmetelijke rijk
dom der kuituurgoederen en ge-
denktcekenen der vroegere eeuwen
nauwelijks getuigenissen eener ech
te rijkskuituur bezitten. Déze om
standigheid is van groote beteeke-
nis, want zij kenmerkt in het alge
meen den vorm van dat rijk, dat
weliswaar als de idéé van een orde
ning van hét Avondland groote bin
dende kracht bezat, maar niet tot
de gestalte van een verplichtende\
en beslissende werkelijkheid kon
komen. Met dezekenschetsing
wordt de heden voor ons allen
zichtbare kultureele taak van den
staat aangegeven. De absolutisti
sche, zuivere politie-, en ambtena
renstaal gaf in kultureele aangele
genheden slechts in zooverre van
negatief interesse blijk, dat deze
geen verstoring van de rust en de
orde mochten teweeg brengen. De
bemoeiingen van den humanisti-
schen welvaartsstaat, om den
staatsburger zooveel kultuurgocde-
ren toe te kennen en toe te meten
als noodig is voor de instandhou
ding van zijn tevredenheid van zijn
levensstandaard, kan nog niet als
kultureele taak van dezen staat be
schouwd worden. Een veel verder
gaande verplichting jegens de kui
tuur als.de scheppende levensuitin
gen van het volk heeft echter de-
staat, die als inhoud en doel de or
ganische vorming der volksgerAeen-
schap nastreef^, slechts vanuit het
wezen van dezen staat kunnen wij
ook zijn kultureele taak begrijpen.
De staat is de vorm, die de natie
zich geeft, om zichzelf tot de hoog
ste macht en de in haar sluimeren
de krachten tot de grootste vrucht
baarheid en tot een welgeordende'
inzet voor het gemeenschappelijk
welzijn te brengen.
BETEEKENIS VAN „STAAT".
Ter voorkoming van misver
stand wordt er nogmaals de
aandacht op gevestigd, dat ik
hier het begrip staat niet in de
beteekenis van het bestuursap
paraat gebruik, dat voor het
goed iunctioneeren van het
openbare leven en voor het be
waren van het evenwicht tus-
schen de hierin werkzame on
derling verscheidene krachten
cn spanningen noodzakelijk is.
- Staat beteekent veel meer de
eenheid tusschen de beweging
als draagster van de politieke
wil in het volk en het bestunrs-
apperaat als het instrument,
dat dezen wil uitvoert, en de
volksgemeenschap tot werke
lijkheid te doen worden.
Als •wij het resultaat van alle
•hier voorgedragen gedachten op dit
gebied samenvatten, neppen wij
kennis van in feite drie arbeids
gebieden voor de kultuurpolitiek
van den staat:
Ontaarde kuituur.
In de eters te plaats heeft hij het
kultureele leven van alles te reii i-
gen wat kennelijk ziekte of ziekte
kiem of reeds uitwas als gevolg der
•ontbinding en vernietiging van de
nationale kuituur is. Dit is óveral
het geval, waar zich parasieten van
een vreemd ras binnen het lichaam
der nationale kuituur hebben vast
gezet. B.v. is in het bijzonder de
uitschakeling der joden en de ty
pisch joodsche kultuurproductcn de
eerste maatregel, welke den weg
voor een positievè kultuurpolitiek
vrijmaakt. Veel moeilijker is de
vraag daar, waai' het gaat om de
uitschakeling van zoodanige even
zeer ontbindende, ziekelijke en
vreemdsoortige kultuuil5roducten,
we.lke evenwel door hen worden
voortgebracht, die tot het eigen volk
behooren, maar die op een of an
dere wijze of te eeniger tijd door
het vreemde vergif geïnfecteerd
zijn, zonder dat men dit nu nog af
zonderlijk kan vaststellen en bewij
zen. Daar echte -kuituur slechts uit
den voedingsbodem van het uit het
bloed gegroeide volk kan ontsla^m
en elke vermenging die in strijd
met het ras is," ontaarding betee
kent, kan ook hier geen sprake zijn
van echte kultuurgoe-deren. Evem
min als een jood, al doet hij nog
zoo Duitsch of Nederlandsch, ooit
Duitsche of Nederlandsche kuituur
kan voortbrengen, evenmin kan oen
Duitscher of Nederlander onder den
invloed van een geest en levenshou
ding, die in strijd is met. het ras,
werkelijk Duitsche of Nederland
sche kuituur. schéppen: Wel echter
zal ook hij den weg tot de bronnen
der nationale kuituur kunnen te
rugvinden, wanneer elke vreemde
invloed is uitgeschakeld.
A P langen tenmijn beschouwd,
bestaan deze moeilijkheden
slechts voor een overgangstijd, zoo-
In „Pulchri Studio" te 's-Gravenhage is Woensdagmiddag de Ne
derlandsche Kultnnrraad in een plechtige zitting door den Rijks
commissaris, dr. Seyss Inquart,geïnstalleerd. Een overzicht tij
dens de rede van den Rijkscommissaris. (Polygoon-Zeijlemaker).
FEUILLETON
Dr. Burmesters
Ro.nar van Hans Hirthammer
lNadruk verboden)
50
Nu was alles plotselilng veran
derd. Lorenz hoorde, dat daar een
mensch ln nood zijn hulp inriep.
Neen, dat was geen list, deze uit
barsting was te echt ep te onbe-
heerscht om aan veinzen te- kunnen
denken. Eerder was dan haar hou
ding van zooeven huichelarij ge
weekt.
Nu begreep hij alles! Hoe het
verhaal van haar vriendin over zijn
strjjd haar had wakker geschud!
Hoe zij, zelf moede.oos, zich daar
aan had vastgeklampt en er een
mogelijkheid in had gezien hen bei
den te helpen. Hun onverwachte ont
moeting moest haar een speling van
het lot hebben toegeschenen, een
bewijs van de juistheid van haar
overwegingen. Nu begreep hU ook,
waarom zij hem gevolgd was. Zij
wilde hem niet meer verliezen, zij
had hem noodig.
„Meisje Dory!" begon hij voorzich
tig. „Hoe dacht je dat te kunnen
aanpakken mij te helpen, als je zelf
en hoe zou ik in mijn positie jou
tot steun kunnen zijn?"
„Ik ben gesjeesd voor mijn exa
men. Alles was vergeefs. Vier
jaren lang heb ik voor niets gewerkt
M'n hemel, misschien had ik beter
gedaan coupeuse te worden of zoo-
ietsJ
„Aha!" lachte Lorenz. „Maar dat
is toch werkelijk niet zoo'n gewel
dig malheur. Dat zul je toch alleen
ook wel kunnen klaar spelen."
„Het is het ergste, wat 'n mensch
overkomen kan, als hij het geloof in
zichzelf verliest."
Het leek Lorenz raadzamer hierop
voorloopig niet verder in te gaan.
Maar voor zichzelf had hij intusschen
reeds uitgemaakt, dat hij dit jorige
meisje 'weer in het rechte spoor zou
brengen.
„Wij zullen het daar x\og wel eens
grondig over hebben. Het* lijkt me
beter, dat u nu naar huis gaat. Als
u het permitteert^ zal ik u graag
vergezellen."
„Ja, u hebt gelijk. Het is knap laat
geworden."
Zij begaven zich op weg en Dorothy
scheen het vanzelfsprekend te vinden
dat hij haar arm nam.
„Wij behoeven niet zoo heel ver
te loopen. Ik woon in de Potsdam-
merstraat bij mijn moeder. O, dr.:
Burmester, dat is de beste vrouw,
die er op de wereld bestaat. Als ik
ha^r niet had...!"
„Woont u alleen met uw moeder?"
„Ja, smjn vader is een paar jaar
geleden gestorven aan een infectie.
Hij was medicus en het was zijn har-
tewensch, dat ook ik dat beroep zou
kiezen. Ik was het er met mijzelf nog
niet over eens, maar aan zijn sterf
bed heb ik het hem beloofd het
was het laat" te, wat ik hem kon
schenken".
„En nu wilt u zich door den eer
sten den besten tegenslag laten ont
moedigen Houdt u dan'' niet van uw
beroep?"
„Toch! Ongetwijfeld! Er is niets
mooiers. Maar ik geloof, dat mijn
talent te-kort schiet, ik... ach, dok-,
ter, u weet niet, wat dat voor een
gevoel is..."
„Welke specialiteit?"
„Kinderziekten. Ook mijn vader
was kinderarts."
„Wel, dat U ook mijn terrein.
Vrouwen- en kinderarts., Als uhet
'goed vindt, zal ik graag 'a avonds
e na aankomen en dan zullen we
eens zien. of er werkelijk reden voor
is het bijltje er bij neer te gooien,
ïk kan me he'. eigenlijk niet goed
voorstellen, want daar ziet u nu
toch allerminst naar uit."
„Ik zou het heerlijk vinden, .als u
d. zoudt willen doen: Maar nu
wordt het hoog tijd, dat ik inet mijn
plannen voor den dag kom. Dr. Bur
mester, zoudt u er niet toe kunnen
besluiten, bij ons althans voor
een poosje uw intrek tje nemen
en daar een practijk te beginnen?
U hebt alles tot uw beschikking,
want de kamers van mijn vader zijn
volkomen intact gelaten, zijn spreek
kamer en zijn bibliotheek... Het
was immers de bedoeling dat ik d§£
alles zou overnemen."
Lorenz Burmester was totaal ver
rast blijven staan. Een practijk
beginnen? Dat was immers het
doel van alles, zijn eenige wensch,
zijn vurigste verlangen? Maar
dat ging toch niet! Zoo'n geschenk
kon hij immers met aannemen, zelfs
niet van zijn besten vriend.
„Ik ben toch geen vreemde voor
u!" vervolgde ze met nadruk, alsof
ze zijn gedachten had geraden. „U
bent voor mij ik mag dat zonder
eenig voorbehcud uitspreken een
vertrouwde yrlend en ik... ik zou
het heel prettig vinden, als u...
dezelfde gevoelens ten opzichte van
mij koesterde..."
(Wordt vervolgd.)
160. Het was me hier het oord
wel! Nadat ze Piet gebonden had
den, verlieten de mannen het huis
en lieten Piet alleen achter. YVat te
doen? Natuurlijk ,'t éenige dat'over-
bleef, nu zijn armen en beenen ge
bonden waren*. Al kon hij dan niet
loopen, rollen kon hij wel en zoo
trachtte hij zich, als een tonnetje
om zijn as wentelend, naar de uit
gang te werken.
Singapore een nieuw
Duinkerken
JAPANSCH ^ULTIMATUM.
TOKIO, 12 Febr.*(D.N.B. Naar
Domei meldt, ontwikkelt zich dê
strijd om Singapore meer en meer
tot een nieuw Duinkerken. Woens
dagmiddag hebben Japansche bom
menwerpers eonsvloot van 25 koop
vaardij- qn oorlogsschepen aange
vallen, die uit» Singapore wilde
vluchten. Tien schepen werden ge
troffen," een schip van 3000 ton ge
raakte in brand.'
•Ook Londen èiet als de eenig
overgebleven hoop voor Singapore
een evacuatie a la Duinkerken, zoo
meldt de Londensche correspon
dent van „Nya Dagligt Allehanda".
De geheele £ondensche -pers, aldus
de correspondent verder, wordt door
een groote matheid gekenmerkt.
Men is er zich van bewust, dat het
na het verlies van Singapore moei
lijk zal zijn Sumatra en Java te be
houden.
In Japansche militaire kringen
raanU men de totale oorspronke
lijke sterkte der Britsche troepen op
Sirf&apore en op Malakka op onge
veer 100.000 man waarvan wel
lang n.1., totdat de scheiding en de
waardeering daardoor onproblema
tisch zijn geworden, doordat het ei
gene de boventoon heeft gekregen.
Aangezien wij, echter zeker zijn
van de waarde van ons bloed ver
trouwen wij ook op dit bloed. Pit*
vertrouwen doet ons het gevaar
vermijden, doob een „beckmesser-
houding", het initiatief op het ge
bied der kunst te dooden. Wanneer
hierbij practische voorbeelden uit
uw omgeving-moet nemne, dan ver
wijs ik, naar de maatregelen tot uit
schakeling van het jodendom uit
het Nederlandsche kultureele leven,
welke op wettige wijze en met de
oprichting der Nederlandsche Kul
tuurkamer 'zijn genomen. Van ons
uit zijn deze maatregelen wel in de
eerste plaats als de uitschakeling
van onze geboren vijanden uit het
gebied- der kuituur gedacht, welke
uitschakeling in dezen totalen, alle
levensgebieden omvattenden oorlog
noodzakelijk is. Voor ons is zij -der
halve een politieke maatregel, aan
u geeft zij evenwel door haar indi
recte uitwerking de mogelijkheid
tct een kultuurpolitiek van staats
wege.
Het voornaamste middel voor de
ze kultuurpolitiek ligt op het twee
de gebied van werkzaamheid, n.1.
om den kultuurscheppenden, en
hier in het bijzonder wederom de
jongere generaties, op taken te wij
zen, die uit de gemeenschap voort
komen en die voor de gemeenschap
moetenworden vervuld. Dit i9 een
gebied, waarop men door ge- en ver
boden weinig,-door werkelijke be
gunstiging ook van materieelen
aard, door raad en voorlichting en
door begrijpende zorg voor de als
echt en vruchtbaar erkende waar
den buitengewoon veel bereiken
kan.
(Vervolg morgen).
13 Februari 1S67 werd de nu
beroèmd geworden wals van
Joh. Strauss voor de eerste
maal uitgevoerd. De componist
schreef het werk voor een car
naval-programma van een
YVeensche mannen-zangvereen.
Zelden is een muziekstuk, dat
tenslotte slechts als een onbe
langrijke opdracht is be
schouwd, zoc geliefd geworden.
Het oermotief schreef Strauss,
's nachts, bij gebrek aan pa
pier, op een manchet De titel
haalde hij uit de laatste woor
den van een liefdesgedicht van
Karl Beek en de nu algemeen"
bekende tekst, van Franz von
Gernerth, is er pas later bijge
dicht.
Toen de componist, bij zijn
40-jarig jubileum, zelf het po
dium beklom eQ de eerste to
nen van de beroemde wals deed
weerklinken, verging de rest in
de losgebroken uitingen van
enthousiasme. Toch is de wals
pas beroemd geworden, toen zij
op de Parijsche tentoonstelling
van 1867 werd gespeeld, dus
buiten de stad van de „YVeen
sche" wals.
reeds drie kwart vernield of gevan
gen genomen zal zijn.
Japansch ultimatum.
Luitenant-generaal Yamasjita
heeft tot de Britsche strijdkrach
ten, die in de vostingwerken- in 't
Noorden der stad Singapore inge
sloten zijn, een om 10 uur vandaag
afloopend ultimatum gericht, zich
over te geven. De Britten hebben
aan dezen eisch geen^gevolg gege
ven en bieden nog verzet. Daarom
zijn de Japansche strijdkrachten
tegen de» door de Britten nog be
zette weerstandsnesten een hevig
offensief begonnen.
Gemeld wordt, dat in de haven
van Singapore Engelsfche burgers
zich te midden van het vuur van
Japansche luchtmacht en artillerie
aan boord Yan schepen hegeven
om zich in veiligheid te stellen in
Nederlandsch-Indië.
Y'olgens een radiobericht uit Lon
den zijn aan de beurs aldaar de
koersen van tinaandeelen met 80
procent en die van rubberaandee-
len met 30 procent gedaald.
Italiaansch
Weermachtbericht
MALTA-MET ZWARE BOMMEN
BESTOOKT.
ROME, 12 Febr. (Stefani). He*
621e Italiaansclie weermachtJberioht
luidt:
In Cyrenaica niets belangrijks te
melden. Concentraties van vijande
lijke gemotoriseerde middelen in de
buurt van El Adema werden door
formaties vap de luchtmacht aange
vallen en gedeeltelijk vernield. Eea
Curtiss werd door Duitsche jacht
vliegtuigen neergehaald.
Ondanks de ongunstige weersom-
standighedeft hebben Duitsche
vliegtuigen overdag 'en des nachts
vernietigingsacties ondernomen te
gen vliegvelden op Malta en in de
nabijheid van het eiland met bom
men van zeer zwaar kaliber het
voorschip van een Rritscheri' kruiser
getroffen.
Vijandelijke. tpestellen hebben
zonder succes een aanval onderno
men op enkele onzer eilanden in
de Egeïsche Zee.
ZATERDAG 14 FEBRUARI.
Hilversum I. 415.5 m.
7.15 Gramofoonmuzlok. 7.45 Ochtendgym
nastiek. 7.55 Gramofoonmuzlek. tó.00 Causerlt
„Brandende kwesties" (opn.). 8.1TGramofoon-
muzlek. .20 Ochtendgymnastiek. 8.30 B.NO.:
Nieuwsberichten. 8.45 Gramofoonmuzlek. 9.10
Voor de huisvrouw. 9.20 Gramofoonmuzlek.
10.00 Ernstige muziek (opn.). 11.00 Voor de
vrouw. 11.30 Pianovoordracht, 12.00 Ensemble
Rentmeester. 12.40 Almanak. 12.45 B.N.O.:
Nieuws- en economische berichten. 13.00 De
landarbeider is boer. 13.15 Orkest Wllly
'Eberle. 14,00 „Waarom leeren wtl eigenlijk?"
14.20 Na gedancn arbeidmuziek en vroo-
UJkheld". 15.50 Gramofoonmuzlek. 16.00 Bijbel
lezing. 16.20 Cello, piano en gramofoonmuzlek.
17.00 Gramofoonmuzlek. 17.15 B.N.O.: Nieuws-,
economische- en beursberichten. 17.30 Gramo
foonmuzlek. 17.35 Duitsche taalcursus. 18.00
Gramofoonmuzlek. 18.15 Het kwartier van den
arbeid. 18.30 Spangens koor. 19.00 Actueel
halfuur. 19.30 Stedelijk orkest van Maastricht
cn solist. Vanaf 20.15 alleen voor de Radio-
Centrales, die. over een lijnverbinding met de
Studio beschikken. 30.15 Graraofoonmuelek.
20.30 Stedelijk orkest, van Maastricht en solist.
21.15 Gramofoonmuzlek. 21.45 B.N.O.: Nieuws
berichten. 22.0024.00 Gramofoonmuzlek.
Hilversum n. 301.5 m.
7.15^-8.00 Zie Hilversum I. 8.00 Gramofoon
muzlek. 8.158.45 Zie Hilversum I. 8.45 Gra
mofoonmuzlek. 10.00 Morgenwijding. 10.15
Gramofoonmuzlek. 10.30 Lichte muziek (opn.).
-12.00 Zang met pianobegeleiding. Als Inter
mezzo: Viool en piano (opn.). 12.45 B.N.O.:
Nieuws- en economische berichten. 13.05
Orgelconcert. 13.40 Jeugd draagt voor. 14 00
Utrechtscb Stedelijk orkest en solist. 14.45
Spitten en mesten ln den groententuln. 15.00
Utrechtsch Stedelijk orkest en solist. 15.45
Hier W.A. 16.00 Omroeporkest. 16.45 Gramo-
foonmuziek. 17.00 Voor de binnenschippers.
17.15 B.N.O.: Nieuws-,e conomische- en beurs
berichten. 17.30 Orgelspel. 18.00 Cyclus „In
een nieuw licht bezien" (Voorbereid door de
N.S.B.). 18.15 Roemeensch orkest Gregor
Sorban. 18.45 Als ik 't voor 't zeggen had.
19.00 B.N.O.: Groningsch praatje. 19.10
B.N.O.; Nieuwsberichten. 19.20 Het kleine
Omroepmannenkoor. 19.45 Wat zal ik de
komende week beluisteren. 20.00 Gramofo3n-
muzlek.Va naf 20.15 alleen voor de Radio-
Centrales, die over een lijnverbinding met de
Studio beschikken. 20.15 Revue-programma.
21.30 Pilmpraatjo. 21.45 B.N.O.: Nieuwsbe
richten. 22,00 B.N.O.: Toelichting op bet
weermachtsbericht. 22.10—22.15 Avondwiiding.
Hoofdredacteur: J. Keesman,
Schagen. - YVnd. Hoofdred.:
A. R. Jonker, Buiten- en 'Bin
nenland, Schagen - Fred.
Groot, Schagen, Alg. reportage,
Streeknietnvs en Kunst - A. C.
van Kampen, Rayon-redacteur
Den Helder.