JEUGD ACHTER TRALIES
De lucht
loovers
van
HÖITIKS
Die prikkel-
ABDIJSIROOP
Deze tijd eischt bijzondere maatregelen
ter bescherming van onze jengd
Resultaten van het
opvoedingswerk in de
Jeugdgevangenis
DE LES VOOR DE TOEXOHST.
ii.
F\RIE vlaggen hingen in de
^gymnastiekzaal van de
Jeugdgevangenis. Een groene
vlag, de gestichtsvlag, symbool
van de hoop en twee klasse-
vlaggen. De vlag van de twee
de klasse is groen met een ster
en een wassende maan, de vlag
van de derde klasse vertoont
een ster op een groen veld. Ook
deze vlaggen zijn symbolen. De
wassende maan symboliseert
het nieuwe, dat in den jeugdi
gen gevangene groeit, de ge
meenschapsgedachte, het nieu
we zedelijke fundament, waar
voor hier de eerste grondsla
gen worden gelegd. De vlag
met de ster is het symbool van
de maatschappij, die weldra
haar poorten zal openen voor
den gestruilcelden jongeman,
die zich weer heeft weten op
te richten en die, bezield met
nieuwen moed, het leven tege
moet durft treden.
De Bijzondere Strafgevangenis
ivoor jonge mannen gaat thans het
vijfde jaar in. In 1929 werd tot op
richting besloten, eerst op 1 Octo-
ber 1937 werd de gevangenis ge
opend. Het geslicht is bestemd voor
de opname van jonge mannen, die
veroordeeld tot een gevangenis
straf van een tot drie jaren op
bevel van den rechter deze stral
in een Jeugdgevangenis zullen heb
ben te ondergaan. De leeftijd van de
veroordeelden kan tusschen 16 en
24 jaar varieeren.
In deze jaren van bestaan zag de
gevangenis honderden jonge man
nen binnen haar muren. Honder
den, die gestruikeld waren,, maar
voor wie struikelen nog niet altijd
vallen beteekende. Talloozen im
mers zijn, moreel en lichamelijk
gesterkt, aan de maatschappij te
rugegeven en de harde levens
school, die zij in de jeugdgevange
nis hebben doorloopen, bleek ui
terst heilzaam. Helaas waren er
ook, die uit de inrichting verwij
derd moesten worden en hun aan
tal is de laatste jaren steeds groo-
ter geworden. Hier wreekt zich het
verleden, velen dezer jonge man
nen immers moeten beschouwd
worden als de slechte vruchten van
een lauwen, decadenten tijdgeest
en de harde leerschool van de
Jeugdgevangenis kwam voor hen
te laat
EEN VOORMALIGE GE
VANGENE SCHRIJFT.
DOCH daarnaast heeft de direc
tiestaf van de Jeugdgevangenis
onder leiding van den heer Schots
man ook talrijke resultaten kun
nen boeken die hoopvol zijn en
nog eens duidelijk het nut van een
harde leerschool, gebaseerd op ka
raktervorming, tucht, arbeid en
discipline onderschrijven.
De heer Schotsman toont ons
brieven van ontslagen gevangenen.
Een jongeman schrijft: „Ik geloof
Hier worden de Jonge gevan
genen geschoold. Geen uur,
geen minuut brengen rij In le
digheid door. In de frissche
werkplaatsen hebben reeds ve
len, die vroeger hun ttjd in le
digheid verknoeiden, een vak
geleerd.
(Foto V.P.B.-I.P. R.S.-
v. Suchtelen)
niet, directeur, wanneer ik dien tijd
in een andere plaats had moeten
doorbrengen, dat ik het dan nog
gered zou hebben, maar nu kom ik
er, daar ben ik vast van overtuigd,
dank zij de harde training, die ik
bij U gehad heb, al ging het dan
ook niet altijd, zooals het moest en
al wilde ik dit in Zutfen ook niet
altijd inzien. Maar nu zal ik toch
mijn geheele leven dankbaar blij
ven, dat ik bij U in de inrichting
terecht ben gekomen".
Er zijn er ook, zoo vertelt de di
recteur, die getrouwd zijn en vader
en die niet geschroomd hebben om
hun vrouw aan ons te komen voor
stellen. Dergelijke gevallen spreken
voor zichzelf. Een ander voorval
typeert eveneens den geest, welke
onder de jeugdgevangenen heerscht
en die hoopvol is voor de toe
komst.
De gevangenen krijgen zakgeld.
Geen groot bedrag, integendeel. Zij
kunnen een gedeelte hiervan in de
cantine besteden, het grootste ge
deelte wordt voor hen opgespaard
en bij ontslag overhandigd.
Welnu, spontaan offerden de jon
gens, na een toespraak van den di
recteur over het zegenrijke werk
van Winterhulp Nederland op 21
Oct. jl. een bedrag van f 12.80.
JEUGDOPVOBDING IN
DE TOEKOMST.
IN de werkkamer van den di
*recteur komt het gesprek op
nieuw op de criminaliteit van de
jeugd en over de mogelijkheden
om dergelijke ontsporingen in de
toekomst te voorkomen. Bij vele
jonge menschen ontbreekt op het
oogenhlik elk fundament en het
gevolg hiervan is, dat zij alleen en
ongewapend staan in een tijd,
waarin het egoïsme van individu
en groep sterker dan ooit naar vo
ren komt
„De jeugd heeft thans meer dan
ooit behoefte aan leiding", zoo luidt
in het kort de conclusie van den
r\E Jeugdgevangenis te Zut-
fen bestaat thans bijna vijf
jaar. Honderden gestruikelde
jongemannen hebben hier de
kans gekregen ach geestelijk
en moreel weer te verheffen.
De harde levensschool, die zij
hier moesten doorloopen, bleek
in vele gevallen uiterst heil
zaam. De resultaten van het
opvoedingswerk aldaar zijn
daarom van zoo groot belang,
omdat het aan de hand hier
van mogelijk zal zijn bijzonde
re preventiemaatregelen te ne
men ter bestrijding van de
nog steeds toenemende jeugd
criminaliteit. De gewone alge-
meene of bijzondere preventie
middelen immers als gezins
voogdij, opvoedingsgestichten
e.d. zijn niet meer voldoende
of kunnen niet op voldoend
ruime schaal worden toege
past. Bijzondere preventie voor
deze bijzonderen tijd of alge-
meene preventie, op bijzonder
ruime schaal toegepast, is dan
ook dringend noodzakelijk.
heer Sohotsraan, aan de hulp en
den steun van een opvoeder, vooral
daar, waar de opvoeding in het
huisgezin heeft gefaald, of de hui
selijke sfeer ontbreekt. In de Jeugd
gevangenis is daarom het voogden
stelsel ingevoerd. Een kleine groep
van gevangenen is toegewezen aan
bepaalde ambtenaren, die als spe
ciale raadgevers en opvoeders fun-
geeren. Iets dergelijks zal in het
groot voor de geheele jeugd noo-
dig zijn. Een nationale jeudorgani-
8atie, waarin de grondslag gelegd
wordt voor de zoo noodzakelijke
zedelijke fundamenten, waarin de
jeugd opnieuw idealen vindt en de
richtlijnen voor de toekomst, is
misschien wel de beste oplossing.
Sluit dan hierop de Arbeids
dienst aan, waarin de jeugd ar
beidsvreugde en discipline leert
en de jongelui gevormd worden
tot karaktervaste jonge man
nen en vrouwen, dan zal onge
twijfeld ook het brandende pro
bleem van de jeugdcriminali
teit in de naaste toekomst opge
lost kunnen worden."
HISTORISCHE ANECDOTEN.
Franz Ludwig Helm.
Franz Ludwig Heim, een beroemd
Duitsch geneesheer, werd midden
in den nacht bij een rijken bankier
geroepen. Na een oppervlakkig on
derzoek bleek reeds dat de patiënt
alleen te lijden had van een overla
den maag. Heim schreef een een
voudig recept voor. De rijke bankier
zeide, dat hij het zeer attent vond
van Heim om nog midden in den
nacht zoo spoedig te komen. Bij het
afscheid zeide hij: „Voor dit bezoek
sla ik U zeer hoog aan". Heim ant
woordde mopperend: „Ik U ook", en
vertrok.
Leeren en nogeens leeren is
hier het parool. Regelmatig
ontvangen de jeugdige gevan
genen onderwijs. Voortgezet
school- en vakonderwijs zullen
straks voor deze gestruikelde
jonge menschen van groote
beteekenis zijn.
(Foto V.P.B.-I.P. R.S.-
v. Suchtelen)
Beste jongens en
meisjes I
ZoaLs ik beloofde zouden wij deze
week een begin maken met onze
speciale correspondentie-club, waar-
by jullie onderling aan elkaar kunt
schrijven en op die manier vriend
schapsbanden ranknoopen.
Jullie vinden hierbij een lijst op
genomen, bevattende de namen van
hen, die van de week elkaar een
brief kunne: schrijven. Twee deel
nemers zijn er, die vergaten hun
adres by te sluiten, dat zyn Gerrie
v. d. Wal, oud 3 jaar en Gela Eacius,
oud 11 jaar. Die oeten mjj volgen
de week hun adr-'jsen nog opgeven.
Denken jullie dai-om?
Volgende week \ogen jullie alleen
de raadsels oplossen. Er worden dus
geen brieven geschreven. Ik zal dan
de brieven, die van de week niet aan
de beurt komen, behandelen.
Hier volg .n de namen van hen,
die meedoen aan de schrijfclub:
Trien Doets schrijft naar Willy
Twisker, Dorpstraat 216, Broek op
Langendijk.
Brechtje v. d. Wal schrijft aan
Janny Bijpost, B 55, St. Maarten.
Nellie Lont schrijft aan Lida
Geervliet, Bovenweg 29, St. Pancras.
Marie Noot schrijft aan Tea Bree-
baart, St. Maarten, B 97.
Jac. Bregman schrijft aan Rikus
Hagenaar, B ;1, Dirkshorn.
Henk Jan Bregman schrijft aan
Jan Visser, Burgerbrug, A 99.
Jannie Buter schrijft aan Annie
Vos, St. Maarten.
Maartje van Leyen schrijft aan
Jannie Homan, St. Maarten.
Trien van Briel schrijft aan Tonie
Vader, Oosterweg b 17, Callantsoog.
Annie Spruit schrijft aan Grietje
Luwtje de Jong, St. Maarten, B 24.
Alie van Straaten schrijft aan
Marrie Mooy, 't Zand, Zijpe (N.-H.)
Brechtje de Vries schrijft aan
Annie Kuiper, Camperduin.
Ieke v. d. Wal schrijft aan Ansje
Mosterdijk, Weteringstraat 39,
Haarlem (Noord).
Martien van Os schrijft aan Dirk
Eggink, Tweewegen A 140, Wierin-
gerwaard.
Herman Pelgrim, schrijft aan
Henk Cornelissen, Westerland 88 a,
Wieringen.
Piet Schrijver, schrijft aan Pieter
Sparnaay, Nieuwedyk 11, Breuke-
len-Ntjenrode.
All van Straaten, Anna Paulowna.
Dat was zeker geen lange brief, die
je me schreef. Krijg ik volgende
week een grotere?
Jannie Buter, Anna Paulowna.
Hier is je antwoord op je briefje
van vorige week. Deze week komen
er adressen in de krant voor de cor
respondentieclub.
Martien van Os, Hoorn. Zo
vind jij het jammer dat je weer
naar sc ooi moet. Maar Henk, je
moet toch leren. En je wordt nooit
knap, als je tij Moeder thuis blijft.
Jan Visser, Burgerbrug. Ik
ben ook blij,dat de sneeuw weg
gaat. De winter heeft nu lang ge
noeg geduurd. Vind je ook niet?
Annie Kuiper, Camperduin.
Natuurlijk, Anie, mi_ je dan mee
doen met de raadsels en briefjes
schrijven in de krant. Anders zou ik
al m'n vriendjes en vriendinnetjes
kwijt zijn.
Mart je Kuip r, Camperduin.
Natuurlijk Martje mag je meedoen.
Jij bent zeker een nichtje van An
nie. Gezellig, dat jullie zo dicht bij
elkaar wonen.
Trien Bueï, Wieringen. Dat
was een erg kort briefje Trien. Vol
gende week groter? Ben je alweer
beter
Riekje v. d. Velde. Den Helder.
Fijn, dat je weer thuis bent, Riekje.
Want thuis is het toch maar het
fijnste. Maar zoals ik lees, heb je het
ook wel fijn in Nunspeet gehad.
Jannie ei. Trleni Marees, Oude-
sluis. Welkom nieuwelingen Na
tuurlijk mogen jullie meedoen. Ben
je alweer beter, Jannie?
Karei Dekker. Wel Karei, jij
hebt vergeten j° adres bij te schrij
ven. Doe je het volgende keer? Als
Gonda schrijft, zal ik haar de groe
ten doen van je opoe hoor.
181. Het greep zoo snel orn zich
heen, dat er aan uittrappen of doo-
ven niet meer te denken viel en
liepen daarom maar gauw door, om
het althans voor te blijven. En daar
Nellie Verhage, Jij hebt ook
al vergeten je ares op je briefje
te schrijven. Ik kan al die adressen
heus niet onthouden, Schrijf je het
volgende week.
Brlna Verhage, Voor jou
geldt hetzelfde alp voor Nellie. Niet
meer je adres vergeten hoor. Ge
lukkig maar, dat nu de winter haast
voorby is.
Maartje Boontjes, Stolpen. Nu
Maartje, ik geloof wel, dat de dooi
aan zal houden. De straten worden
al lekkei schoon.
Brechtje, Gerrie en lek» van der
Wal, Jullie hebben ook ver
geten het adre-» te schrijven. Doen
jullie het volgende week? Hartelijk
dank voor de .ekening hoor. Adres
sen voor de correspondentieclub
komen in de krant.
Wllly Tw sker. Broek op Langen
dijk. Ik ben wel blij, dat we niet
meer kunnen schaatsenrijden. Het
heeft nu lang genoeg geduurd. Vind
je ook niet.
Brechtje de Vries, Nieuwe Nie-
dorp. Leuk is dat hè, met een slee
de helling af. Maar als het nu
mooier weer wordt, kun je ook wel
weer fijn buiten spelen.
OPLOSSING RAADSEL VORIGE
WEEK.
Grootmoeder.
Goede oplossingen ontvangen van:
""homas Burgervlotbrug: Leni
K., Schagerbrug; Sientje B., Den
Helder; Sientje K., Schagerbrug:
Beppie K., Schagerbrug: Henkie K.,
Schagerbrug; Maarten K., Den Hel
der; Corrie K. Breezand; Lida G.,
St. Pancrar; Rinse Snijder, Den
Helder; Henkie en Jantje S., Den
Helder; Mientje F., Den Helder;
Jopie A., Den Helder; Gerrit de B.,
Den Helder; Eroer en Zus V., Woud
send; Everard Sch„ Zd.-Scharwou-
de Gonda G., Den Helder; Lucie W.,
Breezand; Tiny v. Br., Den Helder;
Mia en Dick B. Den Helder; Corrie
G., Den Helder; Netty G., Den Hel
der; Fresia, Den Helder; Annie v.
B., Den Helder; Cor v. B., Den Hel
der; Trientje G., Den Helder; Japie
B., Den Helder; Paulus de B., Den
Helder; Beppie de B., Den Helder;
wordt veroorzaakt door
ontstoken slijmvliezen.
Neem dan Abdijsiroop, die
de slijm doet loskomen, de
hoestprikkel wegneemt.
Uw hoest doet ophouden.
Vanouds beproefd bij hoest,
griep, bronchitis, asthma.
AKKER'S
ze den wind in den rug hadden,
kwam alle rook naar hen toe. Goed
tegen de bijen meende Piet, die nog
altijd zijn wangen wreef. Hè? Al
weer een bord!
Gerrit A., Den Helder; Pieter en
Atie W., Den Helder; Alie G., Den
Helder; Jacob G., Schoorl; Corrie
Aagje Sch., Breezand; Trijntje K.,
Den Helder; Frieda K., Den Helder;
Sientje de Den Helder; Bep T.,
Breezand; Rikus H., Dirkshorn; Jan
B., Den Helder; Simon de B., Scha-
gen; Agatha G., Den Helder; Annie
K., Camperduin; Bert B., Wierin
gen; Gerrie v. 't O., Breezand; Tini
K., Nieuwe Niedorp; Jacob G., Alk
maar; Martha B., Den Helder; Tony
en Sientje B., Den Helder; Annie
S., Den Helder; Gerie en Jan M.,
Schagen; Rens en Annie de J.,
Schagen; Theo P., Den Helder; Rein
v. d. V., Wieringen; Pieter S., N.;
Ansje M., Haarlem; Tea B., Den
Helder; Grietje de J., St. Maarten;
Piet S., St. Maarten; H. E., Wie-
ringerwaard; Gerrit F., Breezand;
Clacien O., Zijpe; Jannie H., St.
Maarten; Wim v. H., Den H.; Kika
H,, Den Helder; Rika B., Anna
Paulowna; Maartje v. L., Zijpe;
Herman P.. Den Helder; Henk B.f
Zijpe; Jacob B., Burgerbrug; Henk
C., Wieringen; Henny v. G., Am
sterdam; Tonie V., Callantsoog;
Marie M., t' Zand; Annie Vos, St.
Maarten; Jan V., Burgerbrug; Jan
ny B., St. Maarten; Gela E., St.
Maarten; Trien D., St. Maarten;
Riekje v. d. V., Den Helder; Harry
B., Den Helder; Jan de G., Schoorl;
Marie N., Camperduin; Roelof W.,
Burgerbrug; Nellie L., Wieringen;
Piet G., Den Helder; Piet J., Den
Helder; Karei P.f Nelly V., Brina V.,
Maartje is., Schagen; Brechtje de
V., N. Niedorp; Willy T., Broek op
Langendijk; Janni en Trieni M.f
Oudeslüis; Bre .htje, Gerrie en Ieke
v. d. W.; Ali van S., Anna Paulow
na; Trien v. B.,
De pr\js gewonnen door:
BERT BARELDS,
Gesterweg, Den Oever,
Wieringen.
NIEUW RAADSEL.
Onze Jan heeft een opstel ge
maakt. Ik laat er jullie een klein
stukje uit lezen. Het leuke is, dat
in dit kleine stukje iets verborgen
zit. En wel: speelgoed! Probeer het
eens eruit te halen? (4 namen).
Wat een strop! Mijn achterband
is leeggelopen en ik heb alweer geen
pomp! Nu heb ik vanmorgen nog
wel mijn hele fiets met olie ge
smeerd, en nu dit weer. Dan maar
wachten, tot Vader thuis komt. die
heeft een pomp op zijn fiets, dus
zolang moet ik dan nog maar ge
duld hebben.
Ook sterken kunnen
moeilijkheden ondervinden.
Dan steunt de
N. V. D.
met raad en daad.
FEUILLETON.
Mysteries
rondom „Vredelust"
(Een geval uit de praktijk van
Inspecteur Sanders, lid der
Centrale Recherche)
door UDO VAN EWOUD.
6
„Juffrouw Keizer heeft mij mee
gedeeld, dat ook de sneeuw in de
oprijlaan vanmorgen nog ongerept
was, toen zij terugkeerde. Het was
haar opgevallen, omdat ze bij het
zien daarvan onmiddellijk bij zich
zelf vaststelde, dat het wegruimen
weer extra werk eischte, waar ze
niet op gerekend had.
Het is gisteravond begonnen te
sneeuwen; vóór dien moet de man op
den divan dus hier in huis zijn ge
weest.
De huishoudster is Zaterdagmid
dag vertrokken, zoodat de misdaad
tusschen dat tijdstip en Zondagavond
moet hebben plaats gehad. Ik geloof,
dat we niet van oppervlakkigheid be
schuldigd zullen worden, wanneer
we voorloopig aannemen, dat men
rich Zaterdagavond toegang tot de
woning heeft verschaft. Voor die
veronderstelling pleit zoowel het elec-
trisch licht in de woonkamer, als de
omstandigheden, dat zelfs in deze
vrij verlaten omgeving geen vreemde
het zou wagen op klaarlichten dag
de woning binnen.te dringen."
„Vermoedelijk zijn het zelfs twee
personen geweest," meende Barte-
link te moeten opmerken. „De toe
stand, waarin t slachtoffer gevonden
is, wekt weliswaar vermoedens van
zelfmoord, maar ik kan me niet in
denken, dat iemand voor een derge
lijke wanhoopsdaad deze verlaten vil
la zou uitkiezen."
„Wij zullen binnen eens gaan kij
ken," besloot Sanders, die gewend
was bij een onderzoek als dit de lei
ding op zich te nemen en daarbij
geen acht placht te slaan op opmer
kingen, welke niet direct verband
hielden met hetgeen op dat oogenblik
z'n gedachten bezig hield. „Smulders
zal nu wel klaar zijn."
Hij keerde zich om, teneinde het
huis weer binnen te gaan, doch juist
op dat oogenblik scheen zijn aan
dacht te worden getrokken door een
paar modderige plekken op het bor
des, welke hem voorheen niet waren
opgevallen. Zoo onverwacht bleef hjj
staan, dat hg beide armen moest uit
strekken om zijn metgezellen, die
anders zeker zouden zijn doorge-
loopen. tegen te houden.
„Hallo, wat is dat hier?" zei hfl
meer tot zichzelf, terwijl hg zich te
gelijkertijd reeds over de modderplek
ken heen boog. Onmiddellijk richtte
hij zich echter ook alweer op. „Laat
me je zooien eens kijken, Miel?"
De reporter voldeed aan dit eenigs-
zins merkwaardige verzoek, waar
van hij de bedoeling trouwens wel
gedeeltelijk kon raden.
„Dank je," zei Sanders, toen de
ander zijn evenwicht weer had terug
gevonden. „Draag jij gummihakken,
Bartelink?"
„Neen, inspecteur en Smulders ook
niet, want toen die zooeven bij het
fotografeeren op z'n knieën lag, heb
ik bij mezelf vastgesteld, dat het
hoog tijd werd, dat htj z'n laarzen
eens naar een schoenmaker bracht.
De zool was bijna door en de hak
danig scheef geloopen."
„Dus blijft alleen nog de man op
den divan over," concludeerde San
ders. „Anderen zijn hier vanmorgen
niet geweest. Als hij ook geen gum
mihakken heeft, moet hier na juf
frouw Keijzer's vertrek nog een
tweede persoon zijn geweest. Dat
komt overeen met jouw opmerking
van zooeven, Bartelink. Kijk maar
eens hier, dit zijn onmiskenbaar af
drukken van een hak. Deze hier, het
dichtst bij de trap is het duidelijkst.
Er zijn zelfs nog een paar letters te
lezen, vermoedelijk van het fabrieks
merk. De tweede is nog als hak-af-
druk te herkennen zonder meer en
de derde is niet meer dan een vlek.
We zullen er Smulders in ieder geval
een foto van laten maken. Dat die
afdrukken er vóór Zaterdag al ge
weest zijn, is, dunkt me, uitgesloten
want een zindelijke huisvrouw als
juffrouw Keizer zou dien modder
zeker vóór den Zondag hebben weg
geveegd."
Toen zij voor de tweede maal de
woonkamer binnentraden, was de
fotograaf juist bezig zrjn paperassen
bijeen te ruimen. Sanders zelf, voor
zichtig geworden door de op het bor
des opgedane ervaring, stapte zorg
vuldig over den eikenhouten drempel
heen, verzocht de beide anderen dit
eveneens te doen en gaf daarna
Smulders opdracht de hak-afdruk-
ken te fotografeeren.
Daarna begaf hy zich direct naar
den divan, welke met een geel-witte
ijsbeeren vacht was bedekt. Het
hoofd van den doode lag dicht bij
den kop van de ijsbeer. Sanders boog
over het lijk heen en bekeek dit
eenigen tijd nauwkeurig. Bartelink
en Wils, die beiden reeds onmiddel
lijk constateerden, dat ook de doode
geen gummihakken droeg, hielden
zich hierbg eenigszins op den achter
grond.
De man op den divan kon onge
veer vijfendertig jaar oud zijn. Hij
had een knap, clean-shaven gelaat
en diepzwart haar. Een zuidelijk
type, constateerde Wils bij zichzelf
en terwijl hij de gelaatsuitdrukking
van den doode wat nauwlettender
beschouwde, moest hij onwillekeurig
denken aan de bij velen heerschende
overtuiging, dat deze den gemoeds-
toes'and, waarin de doode gedurende
z'n laatste oogenblikken verkeerde,
vry duidelijk pleegt weer te geven.
Als die opvatting inderdaad juist
was, moest deze man de laatste mi
nuten van zijn leven geen emoties
hebben gekend. Wanneer een vecht
partij aan den moord vooraf was ge
daan, zou het gelaat allicht sporen
hebben vertoond van een verbitter
den strijd en als hier sprake was
van zelfmoord, dan ware zeker een
andere trek op het gelaat achter
gebleven dan deze, welke slechts
van rust en misschien ook van eeni-
ge verwondering getuigde. Het leek,
of de man geheel onverwachts uit
het leven van allendag was wegge
rukt, alsof hij de laatste oogenblik
ken aan iets heel onbelangwekkends
had gedacht, b.v. dat hij noodig eens
een nieuwen das moest koopen, of
dat hij een nieuw merk scheermes
jes zou probeeren. En in die over
peinzingen zou een revolverschot
hem dan van het leven hebben be
roofd. De kogel was door den lin
kerslaap gedrongen; een duidelijk
waarneembaar bloedspoor liep van
daar over de ijsbeervacht op het
tapijt.
Een andere merkwaardigheid was
dat de doode een winterjas aanhad;
hy scheen zich dus onmiddellijk van
buiten naar de woonkamer te heb
ben begeven. Coupe en stof van de
jas waren geheel in overeenstem
ming met de rest van zijn kleeding,
welke bewees dat zy door een man
van smaak was aangeschaft. Het
keurige colbert, dat onder de open
hangende jas voor een deel zicht
baar was, verried het werk van een
prima tailleur, de kleur van den
zwaar zijden das harmonieerde voor
treffelijk met die van het fijn
popeline overhemd en de smette-
looze, parelgrijze sous-pieds over de
zwarte, hooge Bally-schoenen be
wezen, dat de eigenaar deze niet te
lang placht te dragen.
Zyn rechterarm hing over den
rand van den divan heen; in de on
middellijke nabijheid lag een revol
ver.
„Zelfmoord?" dacht Wils, even
onder den indruk van de houding
van het slachtoffer, welke dit ver
moeden volkomen rechtvaardigde en
op hetzelfde oogenblik zei Sanders,
zich uit zijn gebogen houding op
richtend: „Zelfmoord is het niet...
Wanneer kan dr. Jurrians hier zijn,
Bartelink?"
(Wordt vervolgd.)