JEUGD ACHTER TRALIES De lucht loovers van HÖITIKS Die prikkel- ABDIJSIROOP Deze tijd eischt bijzondere maatregelen ter bescherming van onze jengd Resultaten van het opvoedingswerk in de Jeugdgevangenis DE LES VOOR DE TOEXOHST. ii. F\RIE vlaggen hingen in de ^gymnastiekzaal van de Jeugdgevangenis. Een groene vlag, de gestichtsvlag, symbool van de hoop en twee klasse- vlaggen. De vlag van de twee de klasse is groen met een ster en een wassende maan, de vlag van de derde klasse vertoont een ster op een groen veld. Ook deze vlaggen zijn symbolen. De wassende maan symboliseert het nieuwe, dat in den jeugdi gen gevangene groeit, de ge meenschapsgedachte, het nieu we zedelijke fundament, waar voor hier de eerste grondsla gen worden gelegd. De vlag met de ster is het symbool van de maatschappij, die weldra haar poorten zal openen voor den gestruilcelden jongeman, die zich weer heeft weten op te richten en die, bezield met nieuwen moed, het leven tege moet durft treden. De Bijzondere Strafgevangenis ivoor jonge mannen gaat thans het vijfde jaar in. In 1929 werd tot op richting besloten, eerst op 1 Octo- ber 1937 werd de gevangenis ge opend. Het geslicht is bestemd voor de opname van jonge mannen, die veroordeeld tot een gevangenis straf van een tot drie jaren op bevel van den rechter deze stral in een Jeugdgevangenis zullen heb ben te ondergaan. De leeftijd van de veroordeelden kan tusschen 16 en 24 jaar varieeren. In deze jaren van bestaan zag de gevangenis honderden jonge man nen binnen haar muren. Honder den, die gestruikeld waren,, maar voor wie struikelen nog niet altijd vallen beteekende. Talloozen im mers zijn, moreel en lichamelijk gesterkt, aan de maatschappij te rugegeven en de harde levens school, die zij in de jeugdgevange nis hebben doorloopen, bleek ui terst heilzaam. Helaas waren er ook, die uit de inrichting verwij derd moesten worden en hun aan tal is de laatste jaren steeds groo- ter geworden. Hier wreekt zich het verleden, velen dezer jonge man nen immers moeten beschouwd worden als de slechte vruchten van een lauwen, decadenten tijdgeest en de harde leerschool van de Jeugdgevangenis kwam voor hen te laat EEN VOORMALIGE GE VANGENE SCHRIJFT. DOCH daarnaast heeft de direc tiestaf van de Jeugdgevangenis onder leiding van den heer Schots man ook talrijke resultaten kun nen boeken die hoopvol zijn en nog eens duidelijk het nut van een harde leerschool, gebaseerd op ka raktervorming, tucht, arbeid en discipline onderschrijven. De heer Schotsman toont ons brieven van ontslagen gevangenen. Een jongeman schrijft: „Ik geloof Hier worden de Jonge gevan genen geschoold. Geen uur, geen minuut brengen rij In le digheid door. In de frissche werkplaatsen hebben reeds ve len, die vroeger hun ttjd in le digheid verknoeiden, een vak geleerd. (Foto V.P.B.-I.P. R.S.- v. Suchtelen) niet, directeur, wanneer ik dien tijd in een andere plaats had moeten doorbrengen, dat ik het dan nog gered zou hebben, maar nu kom ik er, daar ben ik vast van overtuigd, dank zij de harde training, die ik bij U gehad heb, al ging het dan ook niet altijd, zooals het moest en al wilde ik dit in Zutfen ook niet altijd inzien. Maar nu zal ik toch mijn geheele leven dankbaar blij ven, dat ik bij U in de inrichting terecht ben gekomen". Er zijn er ook, zoo vertelt de di recteur, die getrouwd zijn en vader en die niet geschroomd hebben om hun vrouw aan ons te komen voor stellen. Dergelijke gevallen spreken voor zichzelf. Een ander voorval typeert eveneens den geest, welke onder de jeugdgevangenen heerscht en die hoopvol is voor de toe komst. De gevangenen krijgen zakgeld. Geen groot bedrag, integendeel. Zij kunnen een gedeelte hiervan in de cantine besteden, het grootste ge deelte wordt voor hen opgespaard en bij ontslag overhandigd. Welnu, spontaan offerden de jon gens, na een toespraak van den di recteur over het zegenrijke werk van Winterhulp Nederland op 21 Oct. jl. een bedrag van f 12.80. JEUGDOPVOBDING IN DE TOEKOMST. IN de werkkamer van den di *recteur komt het gesprek op nieuw op de criminaliteit van de jeugd en over de mogelijkheden om dergelijke ontsporingen in de toekomst te voorkomen. Bij vele jonge menschen ontbreekt op het oogenhlik elk fundament en het gevolg hiervan is, dat zij alleen en ongewapend staan in een tijd, waarin het egoïsme van individu en groep sterker dan ooit naar vo ren komt „De jeugd heeft thans meer dan ooit behoefte aan leiding", zoo luidt in het kort de conclusie van den r\E Jeugdgevangenis te Zut- fen bestaat thans bijna vijf jaar. Honderden gestruikelde jongemannen hebben hier de kans gekregen ach geestelijk en moreel weer te verheffen. De harde levensschool, die zij hier moesten doorloopen, bleek in vele gevallen uiterst heil zaam. De resultaten van het opvoedingswerk aldaar zijn daarom van zoo groot belang, omdat het aan de hand hier van mogelijk zal zijn bijzonde re preventiemaatregelen te ne men ter bestrijding van de nog steeds toenemende jeugd criminaliteit. De gewone alge- meene of bijzondere preventie middelen immers als gezins voogdij, opvoedingsgestichten e.d. zijn niet meer voldoende of kunnen niet op voldoend ruime schaal worden toege past. Bijzondere preventie voor deze bijzonderen tijd of alge- meene preventie, op bijzonder ruime schaal toegepast, is dan ook dringend noodzakelijk. heer Sohotsraan, aan de hulp en den steun van een opvoeder, vooral daar, waar de opvoeding in het huisgezin heeft gefaald, of de hui selijke sfeer ontbreekt. In de Jeugd gevangenis is daarom het voogden stelsel ingevoerd. Een kleine groep van gevangenen is toegewezen aan bepaalde ambtenaren, die als spe ciale raadgevers en opvoeders fun- geeren. Iets dergelijks zal in het groot voor de geheele jeugd noo- dig zijn. Een nationale jeudorgani- 8atie, waarin de grondslag gelegd wordt voor de zoo noodzakelijke zedelijke fundamenten, waarin de jeugd opnieuw idealen vindt en de richtlijnen voor de toekomst, is misschien wel de beste oplossing. Sluit dan hierop de Arbeids dienst aan, waarin de jeugd ar beidsvreugde en discipline leert en de jongelui gevormd worden tot karaktervaste jonge man nen en vrouwen, dan zal onge twijfeld ook het brandende pro bleem van de jeugdcriminali teit in de naaste toekomst opge lost kunnen worden." HISTORISCHE ANECDOTEN. Franz Ludwig Helm. Franz Ludwig Heim, een beroemd Duitsch geneesheer, werd midden in den nacht bij een rijken bankier geroepen. Na een oppervlakkig on derzoek bleek reeds dat de patiënt alleen te lijden had van een overla den maag. Heim schreef een een voudig recept voor. De rijke bankier zeide, dat hij het zeer attent vond van Heim om nog midden in den nacht zoo spoedig te komen. Bij het afscheid zeide hij: „Voor dit bezoek sla ik U zeer hoog aan". Heim ant woordde mopperend: „Ik U ook", en vertrok. Leeren en nogeens leeren is hier het parool. Regelmatig ontvangen de jeugdige gevan genen onderwijs. Voortgezet school- en vakonderwijs zullen straks voor deze gestruikelde jonge menschen van groote beteekenis zijn. (Foto V.P.B.-I.P. R.S.- v. Suchtelen) Beste jongens en meisjes I ZoaLs ik beloofde zouden wij deze week een begin maken met onze speciale correspondentie-club, waar- by jullie onderling aan elkaar kunt schrijven en op die manier vriend schapsbanden ranknoopen. Jullie vinden hierbij een lijst op genomen, bevattende de namen van hen, die van de week elkaar een brief kunne: schrijven. Twee deel nemers zijn er, die vergaten hun adres by te sluiten, dat zyn Gerrie v. d. Wal, oud 3 jaar en Gela Eacius, oud 11 jaar. Die oeten mjj volgen de week hun adr-'jsen nog opgeven. Denken jullie dai-om? Volgende week \ogen jullie alleen de raadsels oplossen. Er worden dus geen brieven geschreven. Ik zal dan de brieven, die van de week niet aan de beurt komen, behandelen. Hier volg .n de namen van hen, die meedoen aan de schrijfclub: Trien Doets schrijft naar Willy Twisker, Dorpstraat 216, Broek op Langendijk. Brechtje v. d. Wal schrijft aan Janny Bijpost, B 55, St. Maarten. Nellie Lont schrijft aan Lida Geervliet, Bovenweg 29, St. Pancras. Marie Noot schrijft aan Tea Bree- baart, St. Maarten, B 97. Jac. Bregman schrijft aan Rikus Hagenaar, B ;1, Dirkshorn. Henk Jan Bregman schrijft aan Jan Visser, Burgerbrug, A 99. Jannie Buter schrijft aan Annie Vos, St. Maarten. Maartje van Leyen schrijft aan Jannie Homan, St. Maarten. Trien van Briel schrijft aan Tonie Vader, Oosterweg b 17, Callantsoog. Annie Spruit schrijft aan Grietje Luwtje de Jong, St. Maarten, B 24. Alie van Straaten schrijft aan Marrie Mooy, 't Zand, Zijpe (N.-H.) Brechtje de Vries schrijft aan Annie Kuiper, Camperduin. Ieke v. d. Wal schrijft aan Ansje Mosterdijk, Weteringstraat 39, Haarlem (Noord). Martien van Os schrijft aan Dirk Eggink, Tweewegen A 140, Wierin- gerwaard. Herman Pelgrim, schrijft aan Henk Cornelissen, Westerland 88 a, Wieringen. Piet Schrijver, schrijft aan Pieter Sparnaay, Nieuwedyk 11, Breuke- len-Ntjenrode. All van Straaten, Anna Paulowna. Dat was zeker geen lange brief, die je me schreef. Krijg ik volgende week een grotere? Jannie Buter, Anna Paulowna. Hier is je antwoord op je briefje van vorige week. Deze week komen er adressen in de krant voor de cor respondentieclub. Martien van Os, Hoorn. Zo vind jij het jammer dat je weer naar sc ooi moet. Maar Henk, je moet toch leren. En je wordt nooit knap, als je tij Moeder thuis blijft. Jan Visser, Burgerbrug. Ik ben ook blij,dat de sneeuw weg gaat. De winter heeft nu lang ge noeg geduurd. Vind je ook niet? Annie Kuiper, Camperduin. Natuurlijk, Anie, mi_ je dan mee doen met de raadsels en briefjes schrijven in de krant. Anders zou ik al m'n vriendjes en vriendinnetjes kwijt zijn. Mart je Kuip r, Camperduin. Natuurlijk Martje mag je meedoen. Jij bent zeker een nichtje van An nie. Gezellig, dat jullie zo dicht bij elkaar wonen. Trien Bueï, Wieringen. Dat was een erg kort briefje Trien. Vol gende week groter? Ben je alweer beter Riekje v. d. Velde. Den Helder. Fijn, dat je weer thuis bent, Riekje. Want thuis is het toch maar het fijnste. Maar zoals ik lees, heb je het ook wel fijn in Nunspeet gehad. Jannie ei. Trleni Marees, Oude- sluis. Welkom nieuwelingen Na tuurlijk mogen jullie meedoen. Ben je alweer beter, Jannie? Karei Dekker. Wel Karei, jij hebt vergeten j° adres bij te schrij ven. Doe je het volgende keer? Als Gonda schrijft, zal ik haar de groe ten doen van je opoe hoor. 181. Het greep zoo snel orn zich heen, dat er aan uittrappen of doo- ven niet meer te denken viel en liepen daarom maar gauw door, om het althans voor te blijven. En daar Nellie Verhage, Jij hebt ook al vergeten je ares op je briefje te schrijven. Ik kan al die adressen heus niet onthouden, Schrijf je het volgende week. Brlna Verhage, Voor jou geldt hetzelfde alp voor Nellie. Niet meer je adres vergeten hoor. Ge lukkig maar, dat nu de winter haast voorby is. Maartje Boontjes, Stolpen. Nu Maartje, ik geloof wel, dat de dooi aan zal houden. De straten worden al lekkei schoon. Brechtje, Gerrie en lek» van der Wal, Jullie hebben ook ver geten het adre-» te schrijven. Doen jullie het volgende week? Hartelijk dank voor de .ekening hoor. Adres sen voor de correspondentieclub komen in de krant. Wllly Tw sker. Broek op Langen dijk. Ik ben wel blij, dat we niet meer kunnen schaatsenrijden. Het heeft nu lang genoeg geduurd. Vind je ook niet. Brechtje de Vries, Nieuwe Nie- dorp. Leuk is dat hè, met een slee de helling af. Maar als het nu mooier weer wordt, kun je ook wel weer fijn buiten spelen. OPLOSSING RAADSEL VORIGE WEEK. Grootmoeder. Goede oplossingen ontvangen van: ""homas Burgervlotbrug: Leni K., Schagerbrug; Sientje B., Den Helder; Sientje K., Schagerbrug: Beppie K., Schagerbrug: Henkie K., Schagerbrug; Maarten K., Den Hel der; Corrie K. Breezand; Lida G., St. Pancrar; Rinse Snijder, Den Helder; Henkie en Jantje S., Den Helder; Mientje F., Den Helder; Jopie A., Den Helder; Gerrit de B., Den Helder; Eroer en Zus V., Woud send; Everard Sch„ Zd.-Scharwou- de Gonda G., Den Helder; Lucie W., Breezand; Tiny v. Br., Den Helder; Mia en Dick B. Den Helder; Corrie G., Den Helder; Netty G., Den Hel der; Fresia, Den Helder; Annie v. B., Den Helder; Cor v. B., Den Hel der; Trientje G., Den Helder; Japie B., Den Helder; Paulus de B., Den Helder; Beppie de B., Den Helder; wordt veroorzaakt door ontstoken slijmvliezen. Neem dan Abdijsiroop, die de slijm doet loskomen, de hoestprikkel wegneemt. Uw hoest doet ophouden. Vanouds beproefd bij hoest, griep, bronchitis, asthma. AKKER'S ze den wind in den rug hadden, kwam alle rook naar hen toe. Goed tegen de bijen meende Piet, die nog altijd zijn wangen wreef. Hè? Al weer een bord! Gerrit A., Den Helder; Pieter en Atie W., Den Helder; Alie G., Den Helder; Jacob G., Schoorl; Corrie Aagje Sch., Breezand; Trijntje K., Den Helder; Frieda K., Den Helder; Sientje de Den Helder; Bep T., Breezand; Rikus H., Dirkshorn; Jan B., Den Helder; Simon de B., Scha- gen; Agatha G., Den Helder; Annie K., Camperduin; Bert B., Wierin gen; Gerrie v. 't O., Breezand; Tini K., Nieuwe Niedorp; Jacob G., Alk maar; Martha B., Den Helder; Tony en Sientje B., Den Helder; Annie S., Den Helder; Gerie en Jan M., Schagen; Rens en Annie de J., Schagen; Theo P., Den Helder; Rein v. d. V., Wieringen; Pieter S., N.; Ansje M., Haarlem; Tea B., Den Helder; Grietje de J., St. Maarten; Piet S., St. Maarten; H. E., Wie- ringerwaard; Gerrit F., Breezand; Clacien O., Zijpe; Jannie H., St. Maarten; Wim v. H., Den H.; Kika H,, Den Helder; Rika B., Anna Paulowna; Maartje v. L., Zijpe; Herman P.. Den Helder; Henk B.f Zijpe; Jacob B., Burgerbrug; Henk C., Wieringen; Henny v. G., Am sterdam; Tonie V., Callantsoog; Marie M., t' Zand; Annie Vos, St. Maarten; Jan V., Burgerbrug; Jan ny B., St. Maarten; Gela E., St. Maarten; Trien D., St. Maarten; Riekje v. d. V., Den Helder; Harry B., Den Helder; Jan de G., Schoorl; Marie N., Camperduin; Roelof W., Burgerbrug; Nellie L., Wieringen; Piet G., Den Helder; Piet J., Den Helder; Karei P.f Nelly V., Brina V., Maartje is., Schagen; Brechtje de V., N. Niedorp; Willy T., Broek op Langendijk; Janni en Trieni M.f Oudeslüis; Bre .htje, Gerrie en Ieke v. d. W.; Ali van S., Anna Paulow na; Trien v. B., De pr\js gewonnen door: BERT BARELDS, Gesterweg, Den Oever, Wieringen. NIEUW RAADSEL. Onze Jan heeft een opstel ge maakt. Ik laat er jullie een klein stukje uit lezen. Het leuke is, dat in dit kleine stukje iets verborgen zit. En wel: speelgoed! Probeer het eens eruit te halen? (4 namen). Wat een strop! Mijn achterband is leeggelopen en ik heb alweer geen pomp! Nu heb ik vanmorgen nog wel mijn hele fiets met olie ge smeerd, en nu dit weer. Dan maar wachten, tot Vader thuis komt. die heeft een pomp op zijn fiets, dus zolang moet ik dan nog maar ge duld hebben. Ook sterken kunnen moeilijkheden ondervinden. Dan steunt de N. V. D. met raad en daad. FEUILLETON. Mysteries rondom „Vredelust" (Een geval uit de praktijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche) door UDO VAN EWOUD. 6 „Juffrouw Keizer heeft mij mee gedeeld, dat ook de sneeuw in de oprijlaan vanmorgen nog ongerept was, toen zij terugkeerde. Het was haar opgevallen, omdat ze bij het zien daarvan onmiddellijk bij zich zelf vaststelde, dat het wegruimen weer extra werk eischte, waar ze niet op gerekend had. Het is gisteravond begonnen te sneeuwen; vóór dien moet de man op den divan dus hier in huis zijn ge weest. De huishoudster is Zaterdagmid dag vertrokken, zoodat de misdaad tusschen dat tijdstip en Zondagavond moet hebben plaats gehad. Ik geloof, dat we niet van oppervlakkigheid be schuldigd zullen worden, wanneer we voorloopig aannemen, dat men rich Zaterdagavond toegang tot de woning heeft verschaft. Voor die veronderstelling pleit zoowel het elec- trisch licht in de woonkamer, als de omstandigheden, dat zelfs in deze vrij verlaten omgeving geen vreemde het zou wagen op klaarlichten dag de woning binnen.te dringen." „Vermoedelijk zijn het zelfs twee personen geweest," meende Barte- link te moeten opmerken. „De toe stand, waarin t slachtoffer gevonden is, wekt weliswaar vermoedens van zelfmoord, maar ik kan me niet in denken, dat iemand voor een derge lijke wanhoopsdaad deze verlaten vil la zou uitkiezen." „Wij zullen binnen eens gaan kij ken," besloot Sanders, die gewend was bij een onderzoek als dit de lei ding op zich te nemen en daarbij geen acht placht te slaan op opmer kingen, welke niet direct verband hielden met hetgeen op dat oogenblik z'n gedachten bezig hield. „Smulders zal nu wel klaar zijn." Hij keerde zich om, teneinde het huis weer binnen te gaan, doch juist op dat oogenblik scheen zijn aan dacht te worden getrokken door een paar modderige plekken op het bor des, welke hem voorheen niet waren opgevallen. Zoo onverwacht bleef hjj staan, dat hg beide armen moest uit strekken om zijn metgezellen, die anders zeker zouden zijn doorge- loopen. tegen te houden. „Hallo, wat is dat hier?" zei hfl meer tot zichzelf, terwijl hg zich te gelijkertijd reeds over de modderplek ken heen boog. Onmiddellijk richtte hij zich echter ook alweer op. „Laat me je zooien eens kijken, Miel?" De reporter voldeed aan dit eenigs- zins merkwaardige verzoek, waar van hij de bedoeling trouwens wel gedeeltelijk kon raden. „Dank je," zei Sanders, toen de ander zijn evenwicht weer had terug gevonden. „Draag jij gummihakken, Bartelink?" „Neen, inspecteur en Smulders ook niet, want toen die zooeven bij het fotografeeren op z'n knieën lag, heb ik bij mezelf vastgesteld, dat het hoog tijd werd, dat htj z'n laarzen eens naar een schoenmaker bracht. De zool was bijna door en de hak danig scheef geloopen." „Dus blijft alleen nog de man op den divan over," concludeerde San ders. „Anderen zijn hier vanmorgen niet geweest. Als hij ook geen gum mihakken heeft, moet hier na juf frouw Keijzer's vertrek nog een tweede persoon zijn geweest. Dat komt overeen met jouw opmerking van zooeven, Bartelink. Kijk maar eens hier, dit zijn onmiskenbaar af drukken van een hak. Deze hier, het dichtst bij de trap is het duidelijkst. Er zijn zelfs nog een paar letters te lezen, vermoedelijk van het fabrieks merk. De tweede is nog als hak-af- druk te herkennen zonder meer en de derde is niet meer dan een vlek. We zullen er Smulders in ieder geval een foto van laten maken. Dat die afdrukken er vóór Zaterdag al ge weest zijn, is, dunkt me, uitgesloten want een zindelijke huisvrouw als juffrouw Keizer zou dien modder zeker vóór den Zondag hebben weg geveegd." Toen zij voor de tweede maal de woonkamer binnentraden, was de fotograaf juist bezig zrjn paperassen bijeen te ruimen. Sanders zelf, voor zichtig geworden door de op het bor des opgedane ervaring, stapte zorg vuldig over den eikenhouten drempel heen, verzocht de beide anderen dit eveneens te doen en gaf daarna Smulders opdracht de hak-afdruk- ken te fotografeeren. Daarna begaf hy zich direct naar den divan, welke met een geel-witte ijsbeeren vacht was bedekt. Het hoofd van den doode lag dicht bij den kop van de ijsbeer. Sanders boog over het lijk heen en bekeek dit eenigen tijd nauwkeurig. Bartelink en Wils, die beiden reeds onmiddel lijk constateerden, dat ook de doode geen gummihakken droeg, hielden zich hierbg eenigszins op den achter grond. De man op den divan kon onge veer vijfendertig jaar oud zijn. Hij had een knap, clean-shaven gelaat en diepzwart haar. Een zuidelijk type, constateerde Wils bij zichzelf en terwijl hij de gelaatsuitdrukking van den doode wat nauwlettender beschouwde, moest hij onwillekeurig denken aan de bij velen heerschende overtuiging, dat deze den gemoeds- toes'and, waarin de doode gedurende z'n laatste oogenblikken verkeerde, vry duidelijk pleegt weer te geven. Als die opvatting inderdaad juist was, moest deze man de laatste mi nuten van zijn leven geen emoties hebben gekend. Wanneer een vecht partij aan den moord vooraf was ge daan, zou het gelaat allicht sporen hebben vertoond van een verbitter den strijd en als hier sprake was van zelfmoord, dan ware zeker een andere trek op het gelaat achter gebleven dan deze, welke slechts van rust en misschien ook van eeni- ge verwondering getuigde. Het leek, of de man geheel onverwachts uit het leven van allendag was wegge rukt, alsof hij de laatste oogenblik ken aan iets heel onbelangwekkends had gedacht, b.v. dat hij noodig eens een nieuwen das moest koopen, of dat hij een nieuw merk scheermes jes zou probeeren. En in die over peinzingen zou een revolverschot hem dan van het leven hebben be roofd. De kogel was door den lin kerslaap gedrongen; een duidelijk waarneembaar bloedspoor liep van daar over de ijsbeervacht op het tapijt. Een andere merkwaardigheid was dat de doode een winterjas aanhad; hy scheen zich dus onmiddellijk van buiten naar de woonkamer te heb ben begeven. Coupe en stof van de jas waren geheel in overeenstem ming met de rest van zijn kleeding, welke bewees dat zy door een man van smaak was aangeschaft. Het keurige colbert, dat onder de open hangende jas voor een deel zicht baar was, verried het werk van een prima tailleur, de kleur van den zwaar zijden das harmonieerde voor treffelijk met die van het fijn popeline overhemd en de smette- looze, parelgrijze sous-pieds over de zwarte, hooge Bally-schoenen be wezen, dat de eigenaar deze niet te lang placht te dragen. Zyn rechterarm hing over den rand van den divan heen; in de on middellijke nabijheid lag een revol ver. „Zelfmoord?" dacht Wils, even onder den indruk van de houding van het slachtoffer, welke dit ver moeden volkomen rechtvaardigde en op hetzelfde oogenblik zei Sanders, zich uit zijn gebogen houding op richtend: „Zelfmoord is het niet... Wanneer kan dr. Jurrians hier zijn, Bartelink?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Hollands Noorderkwartier | 1942 | | pagina 6