DE VUURRODE
SCHOENTJES.
HET GEHEIM VAN DE
PAREL-EILANDEN
De Ruytertentoonstelling in Rijksmuseum te
Amsterdam.
RABARBER INMAKEN.
SPORT
RADIOPROGRAMMA
TOONEEL
Pupsen teisteren inlandsche eiken.
TSJDSCHRIFTEM
PUBLICATIES
FEUILLETON
Opening op 19 Juni.
AMSTERDAM, 17 Juni (ANP)
De secretaris-generaal van het
dep. van volksvoorlichting en
kunsten zal op 19 Juni a.i: in het
Rijksmuseum te Amsterdam op
plechtige wijze een de Ruyter
tentoonstelling openen.
De opening op dezen datum is
geen toeval, maar houdt verband
met de herdenking van een bijzon
dere gebeurtenis, die een hoogtepunt
beteekent, niet alleen in de schit
terende loopbaan van,, de Ruyter als
bevelhebber van onze vloot, maar
tevens in de geschiedenis van Ne
derland al? zeevarend volk en als
groote mogendheid.
De tocht naar Chatham.
Immers het is op 19 Juni a.s. precies
275 jaar geleden, dat de Nederlandsche
vloot onder de leiding van haar grooten
admiraal den beroemden tocht naar
Chatham heeft ondernomen en deze in
de geschiedenis unieke prestatie tot
een succesvol einde heeft gebracht.
Van deze gebeurtenis is het, dat een
onzer bekende historici terecht op
merkt: „Nooit is de Nederlandsche staat
aan de wereld machtiger verschenen
dan in den tocht naar Chatham".
Wat was' voor de Nederlandsche
staatslieden, die over het' algemeen ook
in de tijden van onze grootste machts
uitbreiding een voorzichtige politiek
voerden, aanleiding om opeens over te
gaan tot een zoo agressieve oorlogs
handeling, die eenerzijds onze vloot
aan groote risico's bloot stelde, ander
zijds echter juist door haar gedurfdheid
en door haar voor den vijand volkomen
verrassend element in geval van succes
een buitengewoon sterken en geslaag
den zet op het politieke schaakbord
was? In dit verband moeten wij ons den
toestand waarin de republiek bij het
begin van het jaar 1667 verkeerde, rea-
liseeren.
In 1665 was de tweede Engelsche oor
log uitgebroken, toen Engeland het
oogenblik -gunstig achtte om den las-
tigen en succesvollen mededinger op
zee definitief als maritieme mogendheid
uit te schakelen, hetgeen in den eer
sten Engelschen oorlog nog niet gelukt
was. Het begin van den oorlog scheen
deze hoop te verwezenlijken, toen de
Nederlandsche vloot onder van Wasse
naar van Obdam bij Lowestoff een
zware nederlaag leed. In het volgende
jaar echter, toen de Ruyter de leicHng
der vloot in handen had, verbeterde de
toestand belangrijk. In den vierdaag-
schen zeeslag behaalde hij- een schitte
rende overwinning, die - de nederlaag
van Lowestoff weer goed maakte.
Onder den indruk van deze gebeur
tenissen begon in Engeland langzamer
hand de behoefte naar beëindiging van
den zoo weinig succesvollen oorlog te
groeien.
Vredesonderhandelaars te Breda.
Zoo kwamen de vredesonderhandelaars
in Breda bijeen, maar het bleek niet
mogelijk om tot overeenstemming te
komen, want Engeland wilde vast
houden aan de voor dat land zoo voor-
deelige bepalingen van den vrede van
Westminster, die den eersten Engelschen
oorlog beëindigd had. Maar na de suc
cessen, die onze vloot onder de Ruyter
in dezen tweeden oorlog had weten te
behalen, Was de raadspensionaris de
Witt uit den aard der zaak niet genegen
op deze basis vrede té sluiten.
Daarom trachtten de Engelsche onder
handelaars tijd te winnen, te meer aan
gezien de positie van de republiek op
internationaal gebied geleidelijk aan
moeilijker begon te worden, daar de
verhouding met Frankrijk minder goed
werd. De gebeurtenissen, die 5 jaren
later, in het rampjaar 1672, werkelijk
heid zouden worden, wierpen hun scha
duwen al vooruit.
Onder deze omstandigheden was het
duidelijk, dat de Witt een spoedig einde
van dezen oorlog wenschte en daarom
een vrede moest forceeren. Zoo rijpte bij
hem het plan voor den Tocht naar
Chatham
De Ruyter de strateeg.
De Ruyter heeft met aarzeling de op
dracht voor deze expeditie aanvaard.
Als' strateeg zag hij beter dan Johan de
Witt de gevaren, waaraan de vloot bij
een zoo gewaagde onderneming bloot
stond en de risico's die hij liep. Maar
nadat het bevel ontvangen was, heeft
hij de leiding in handen genomen en
de onderneming met de meesterschap,
die stoutmoedigheid met voorzichtigheid
paarde, en die alleen hem eigen was,
uitgevoerd.
In het diepste geheim werd een
machtige vloot van 80 oorlogsschepen en
20 branders met 3300 kanonnen en 18.500
matrozen en soldaten verzameld.
Op 17 Juni verscheen de vloot voor
de Theemsmonding, die zij volledig
afsloot, zoodat van zee-uit geen En-
gelsch schip meer naar de bedreigde
hoofdstad kon doordringen. Daarop gaf
de Ruyter op 19 Juni aan vice-admiraal
van Ghent het bevel met zijn lichtere
schepen de Medway op te varen. Daar
immers bevond zich de veilige oorlogs
haven, waar de grootste 'Engelsche oor
logsschepen een naar Engelsche mee
ning volkomen veilige schuilplaats
hadden.
Men moet zich wel realiseeren, welk
een gedurfde onderneming het was om
met een vloot op een betrekkelijk
smalle rivier het land van den vijand
binnen tetdringen, terwijl de Engelsche
landmacht aan de oevers daarvan ver
zameld werd.
De ketting wordt stokgezeild.
Van Ghent en zijn mannen hebben
met buitengewone dapperheid en stout
moedigheid hun opdracht ten uitvoer
gebracht. Want de toegang tot de
Medway was met alle middelen, die de
toenmalige krijgswetenschap kende,
verdedigd. Het fort Sheerness be-
heerschte met zijn kanonnen den in
gang, die bovendien door zware ket
tingen was afgesloten. Met volle over
gave, die voortkwam uit den diepen
haat, djen de Nederlanders tegen hun
aartsvijand voelden, gingen zij tot den
aanval over. Troepen gingen bij Sheer
ness aan land, bestormden het fort en
vernielden het. De ketting, die de ri
viermonding afsloot, werd stuk gezeild,
tevergeefs trachtten de Engelschen
door een deel van hun eigen schepen te
laten zinken aan de Hollanders den
verderen toegang te beletten.
Recht gaan deze op hun doel af, hoo-
ger de rivier op, waarheen de groote
Engelsche oorlogsschepen zich terug
getrokken hebben, om aan de opdrin
gende Hollanders te ontkomen. Terwijl
de strijd zijn hoogtepunt nadert, komt
de Ruyter zelf aan en neemt de leiding
in handen. Zelf springt hij in een sloep,
om zijn mannen aan te sporen.
Hei Rijksmuseum bewaart
waardevolle herinnering.
Brandend verzinken de Engelsche
schepen in het water. Zes groote oor
logsschepen worden vernield, terwijl de
Engelschen zelf 12 van hun eigen schepen
tot zinken brengen. De 2 grootste'
schepen, het admiraalsschip „Royal
Charles" en de „Unity", ontsnapten aan
dit lot, echter om als buit in triomf naar
Nederland te worden gebracht. Als een
blijvende herinnering aan dit trotsehe
feit bewaart het Rijksmuseum een groot
stuk houtsnijwerk met het wapen van
Engeland, een deel van den spiegel
van de „Royal Charles".
De geheele onderneming, die onder
den naam „de tocht naar Chattam" in
de geschiedenis bekend is, heeft acht
dagen geduurd. Een week, waarin de
Engelsche hoofdstad in paniekstemming
vferkeerde en met de bezetting van Lon
den door de Nederlanders ernstig reke
ning hield.
De Ruyter heeft de onderneming niet
zoover uigestrekt. Het succes was groot
genoeg en hij wenschte dit niet door
een nog riskanter actie in "gevaar te
brengen. De indruk in Engelnd was
zoodanig, dat de onderhandelaars in
Breda opdracht ontvingen vrede te
sluiten,
Dat het Vredesverdrag van Breda niet
zoo gunstig was als men van het voor
ons zoo succesvolle verloop van den
oorlog zou verwacHten, lag aan de toen
-reeds dreigende houding van Frank
rijk. Dat noodzaakte de Witt tot een
spoedigen vrede. Tegenover- belangrijke
handelsvoordeelen en de erkenning van
ons bezit in Suriname, ging onze neder
zetting in Noord-Amerika, Nieuw-
Amsterdam (het tegenwoordigNew-
York) verloren.
Tegen de dreigende alliantie van
Frankrijk en Engeland was Nederland
niet sterk genoeg om de vruehen van
de overwinningen, die het genie van
de Ruyter bevochten had, te plukken.
De aangewezen bondgenoot van Ne
derland in dezen strijd, het Duitsche
rijk, was door een dertigjarigen oorloi
zoo verzwakt, en verdeeld, dat het niet
in staat was zijn invloed ten voordëele
van ons land te laten gelden.
Ernstige waarschuwing aan
de veehouders.
's-GRAVENHAGE, 16 Juni. De*
aandacht van de veehouders wordt
gevestigd op de groote gevaren
waaraan de dieren zijn blootgesteld
bij het onachtzaam, onvoorzichtig en
onoordeelkundig omgaan met de
zeer giftige stoffen ter bestrijding
van den coloradokever en van be
paalde plantenziekten.
In vele gevallen zijn bij vergifti
ging de ziekte- en sterfgevallen van
dieren toe te schrijven aan onacht
zaamheid en ondoordachtheid bij het
gebruik van bestrijdingsmiddelen.
De veehouder, die in den tegen-
woordigen tijd wel zeer hoogen prijs
stelt op het behoud van zijn veesta
pel, moet de dieren niet /te spoedig
laten grazen in boomgaarden, die
met bestrijdingsmiddelen zijn bespo
ten.
Gedurende den staltijd móet hij
niet voederen met hooi, afkomstig'
uit bespoten boomgaarden of van/
greppelkanten van bespoten aardap
pelvelden.
De veehouder zij op zijn hoede,
indien hij niet - een groot gedeelte
van zijn veestapel wil verliezen.
's-GRAVENHAGE, 16 Juni. Het
Voorlichtingsbureau van den Voe
dingsraad schrijft: Wie zelf rabar
ber kweekt, kan er ook den komen
de winter van genieten, want rabar
ber laatJzich goed inmaken. Men kan
er jam of limonade van maken,
maar dat zijn echte „suikerdieven"
en alleen de huisvrouw, die suiker
heeft kunnen sparen zal dat willen
doen.
Het ongesuikerde rabarbermoes en
sap kan men gelukkig ook bewaren,
wanneer men maar eenige flesschen
met bijpassende kurken bezit. Hoe
men daarvoor te werk moet gaan
kunt u in onderstaand recept lezen.-
Het gaat er in hoofdzaak om de fles
schen zoo goed mogelijk schoon te
maken. Het grondigste geschiedt dit,
wanneer zij eh ook de kurken, nadat
zij schoongemaakt zijn, uitgekookt
of uitgézwaveld worden. Nu is voor
het uitkoken van de flesschen wel
wat brandstof noodig en riiet ieder
een kan dat missen. Terwijl zwavel-
lint om uit te zwavelen nog slechts
in enkele winkels te krijgen is.
Kookt of zwavelt men„de flesschen
niet uit, dan moeten zij op een an
dere manier schoongemaakt worden.
Men kan al heel wat bereiken wan
neer men ze uitspoelt en dan met
azijn waaraan zooveel keukenzout
is toegevoegd, dat het "er niet meer
in oplost, flink schudt. Worden de
flesschen daarna nog eens flink met
gekookt water uitgespoeld en gaat
men bij het bereiden wan het moes
en het vullen der flesschen zorgvul
dig te werk, dan mag men er wel op
rekenen, dat deze,- mits koel en in
het donker bewaard, houdbaar is.
Heeft men inmaakglazen of jam
potten met binnendeksel, gummi-
ring of schroefdeksel, dan kan m^n
de rabarber ook steriliseeren, wan
neer men er tenminste de brandstof
voor heeft. Men doet echter beter,
deze glazen te bewaren voor groen
ten en vruchten, die slechts na ste
riliseeren of .pasteuriseeren houd
baar zijn.
Rabarbermoes in flesschen.
De rabarberstelen schoonmaken
(niet schillen), in stukjes snijden,
met weinig kokend water opzetten
en in een gesloten pan snel tot moes
^jïoken.
Het rabarbermoes zoo warm mo
gelijk in de schoongemaakte fles
schen overdoen. De kurken er stevig
in drukken en luchtdicht afsluiten
door ze in gesmolten lak, kaarsvet
of paraffine te dompelen.
Rabarbersap in flesschen.
De rabarber schoonmaken (niet
schillen); in stukjes snijden, met
weinig water opzetten en vlug tot
moes koken. Het moes in een ver
giet laten uitlekken. Het sap in een
Dan opvangen, weer aan den kook
brengen en in de schoongemaakte
flesschen overdoen (zie vorig re
cept). Wat suiker en/of zoetstof
door de rabarber mengen en dit- als
boterhambelegsel of. bij het middag
maal gebruiken.
Stukjes rauwe rabarber in
flesschen.
Dunne rabarberstelen zorgvuldig
wasschen en in ongeveer 1 cm lange
stukjes snijden. Deze stukjes nog
maals grondig wasschen, wijdmond-
sche flesschen zorgvuldig reinigen
en uitzw.avelen. De flesschen niet
naspoelen, doch vullen mat d.e stuk
jes rabarber in den zwaveldamp en
daarna bijvullen met gekoukt water
en met uitgezwavelde kurken losjes
afsluiten. De flesschen eeh nacht la
ten staan om het water in de stukjes
rabarber te laten trekken, bijvullen
met gekookt koud water, afsluiten
met kurken en deze tot aan den rand
van de flesch dompelen in gesmol
ten lak, kaarsvet of paraffine.
Deze rabarber kan bij het gebruik
tot moes worden gekookt, waarbij
het water mede verwerkt wordt.
Afsluiting va^ de flesschen kan ook
geschieden met een stukje cellopha
ne, dat met een touwtje of elastiekje
over den hals wordt bevestigd.
Voetbal
MALMGREN GESNEUVELD.
BERLIJN, 17 Juni (A.N.P.) In den
strijd tegen het bolsjewisme is aan
het Oostfront gesneuveld de Fin,
luitenant J. H. Malmgren. Hij was
eén bekend voetballer en meerma
len aanvoerder van het Finsehe na
tionale elftal. Ook voor de Finsehe
voetbalsport in het algemeen heeft
hij zich- groote verdiensten verwor
ven. In en herfst van 't vorige jaar
werd hij zwaar gewond, doch direct
nadat hij was hersteld, vertrok hij
opnieuw naar het front.
RegisSbur: Mulder, denk er
vooral om, dat de uien er niet bij
opkomen!
nm irk, r\
205. Trek dat al vast maar eens aan!
Vergeet niet je pantoffeltjes uit te
trekken en de warme boomschors
schoentjes aan te doen. Want het is
buiten erg koud.
DONDERDAG.
HILVERSUM I, 415,5 M. 6.45 Gr.pl.
6.50 Ochtendgymnastiek. 7.— Gr.pl. 7.45
Ochtendgymnastiek. 7.55 Gr.pl. 8.
BNO: Nieuwsber. 8.15 Melodisten (opn.)
en de Hodlars, accordeonduo (gr.pl.) 9.15
Voor de huisvrouw. 9.20 Gevarieerd
programma (opn.) 10.30 Zang met piano-
begel. 11..Voor de kleuters. 11.20
Pianovoordracht en gr.pl. 11.57 Gr.pl.
12.Theo Uden Masman en zijn dans-
orkest en gr.pl. 12.40 Almanak. 12.45
BNO: Nieuws- en econ. ber. 13— Het
Sylvestre Trio en gr.pl. 14.Hobo,
piano en gr.pl. 14.40 Gr.pl. 15.Orgel
concert. 15.30 Voor de zieken. 16.Zon»
dag 17 van den Heidelbergschen Cate
chismus, lezing. 16.20 Gr.pl. 16.30 Amu
sementsorkest en solist. 17.15 BNO:
Nieuws-, - econ.- en beursber. 17.30
Gr.pl. 18.Sport en Lichamelijke Op
voeding. 18.20 Orkest Malando en solist.
18.45 BNO: Nieuwsber. 18.55 BNO: De
wereldmeening uit vreemde kranten.
19.05 Gr.pl. 19.15 Brucknercyclus door'
het Omroep-Symphonie-Orkest. 21.
Gr.pl. 21.45 BNO: Nieuwsber. 22.— Gr.pl.
22.15—24.— Gr.pl.
HILVERSUM n, 301, 5 M. 6.45—845 Zie
Hilversum I. 8.15 Gr.pl. 10.Morgen
wijding. 10.15 Gr.pl. 10.40 Voor de
vrouw. 11.Gr.pl. 11.20 Ensemble
Francis Keth. 12.Gerard van Krevelen
en zijn orkest en solist. 12.45 BNO:
Nieuws-, en econ. ber. 13.De Produc
tieslag. 13.15 Omroeporkest. 13.45 Her
denking van René de Clercq. 14.Otto
Hendriks en zijn orkest en pianosoli.
14.45 Gr.pl. 15.Voor de vrouw. 15.30
Orgelconcert. 16.Bertus van Dinteren
en zijn orkest. 16.45 Voor de jeugd. 17.15
BNO: Nieuws-, econ.- en beursber. 17.30
Varia, gevarieerd programma. 18.30
Aziatische havensteden, lezing. 18.45
Gr.pl. 19.— Hier W.A. 19.15 Gr.pl. 19.30
BNO: Nieuwsber. 19.40 BNO: Wat Ne
derland schrijft. 19.50 Spiegel van den
dag. 20:Omroeporkest en solisten.
21 Brandende kwesties, causerie. 21.15
Orkest Malando en solist. (Als irfter-
mezzo: Het Goidijn gaat open, repor-
tageflitsen). 21.45 BNO: Nieuwsber. 22.
.BNO: Mil. overz. 22.10 Avondwijding.
22.15—24.— Zie Hilversum I.
Vanaf 22.15 alleen voor de Radio-
Centrales die over een lijnverbinding
met de studio beschikken.
EEN BOEKJE VAN
ADR. VAN DER HORST OVER-
TOONEELKUNSTENAARS.
Zeer binnenkort zal een boekje
het licht zien, dat de plotseling over
leden oud-tooneell'eider Adriaan van
der Horst geschreven heeft en dat
enkele dagen voor zijn dood ge
reed gekomen, was.
Adriaan van der Horst, die, hoe
wel hij reeds lang „in ruste" was,
nog een intense belangstelling had
voor alles wat met tooneel in ver
band stond en, die geen tooneel-
gebeurtenis van eenige beteekenis
verzuimde bijrte wonen, was op de
gedachte gekomen een boekje samen
te stellen, waarin de levensloop zou
worden verhaald van de tooneelkun-
stenaars, wier geschilderd portret in
den Amsterdamschen Stadsschouw
burg een plaats gevonden heeft.
In opdracht van het Gemeentelijk
Theaterbedrijf werkte van der Horst
zijn plan uit en schreef een nuttig en
interessant boekje, dat voor eiken
tooneelliefhebber en voor de jeugd
vooral van bijzondere beteekenis zal
blijken te zijn. Door dit boekje im
mers zal de jeugd iets leeren van de
geschiedenis van het Nederlandsche
tooneel en van de groote figuren, die
men niet voor niets aan de vergetel
heid heeft willen ontrukken.
De vorige week beëindigde van der
Horst zijn werk en nog juist voor
zijn verscheiden heeft hij het manus
cript aan het Gemeentelijk Theater
bedrijf kunnen bezorgen.
Reikt Uw zwakkere Volksgenooten
de hand. Wordt lid yan den Neder
landsche u Volksdienst.
Weinig bestrijdingsmiddelen.
Spaart de insecten-etende
vogels
Er heerscht thans een rupsen-
plaag van grooten omvang. De ste
delingen merken er weinig van,
behalve dan zij, die een fietstochtje
naar buiten maken en op een ge
geven oogenblik tot de ontdekking
komen, dat hun kleeding bezaaid
is met rupsen.
Zoo gaat het ook met de men-
schen die van buiten naar de stad
komen en „berupsd" op 't werk
arriveeren.
Men doet er goed aan deze dier
tjes nu eens niet met zachtheid te
behandelen, doch op afdoende
wijze om het leven te brengen.
Want millioenen rupsen teisteren
thans de inlandsche eiken en het
gevaar is niet denkbeeldig», dat de
beesten, wanneer zij onder de
eiken zijn uitgevreten, de vrucht
en fruitboomen, de groentevelden,
enz. zullen gaan exploiteeren!
Iedere rups, die thans een natuur
lijke of gewelddadige dood sterft,
beteekent een vermindering van
het millioenen aantal nu en ook
voor het volgende jaar.
Onder de inlandsche eiken is reeds
'n groote „slachting" aangericht, d.
w.z. honderden bobmen zijn geheel
kaal gevreten en daardoor van hun
bescherming' beroofd. De gevolgen
hiervan, zijn thans nog niet te over
zien.
Rups van wintervlinder.
De rups is van den kleinen winter
vlinder fCheimatbia brumata) is
20 tot 25 millimeter lang, geelachtig-
groen van kleur met een donkere
ruglijn en drie witte lijnen op elk
der zijden. De wintervlinders komen
bijna uitsluitend in October tot Maart
voor. Zacht najaarsweer doet hen
vooral in de maanden October en
December uiiden grond kruipen,
waarin zij zich als pop eenigen tijd
hebben opgehouden. Strenge vorsten
verhinderen den vlinder den grond
te verlaten. Vallen deze vroeg in,
dan ziet men de vlinders pas veel
later te voorschijn komen, bijv. in
Januari of Februari. Er zijn steeds
meer mannetjes dan wijfjes. In de
kroon van den boom leggen zij pl.m.
350 eitjes, gewoonlijk in kleine hoop
jes. Beginnen de knoppen uit te loo-
pen, dan komen de rupsen voor den
dag. Zoowel blad als bloemknoppen
worden uitgevreten, waarbij de rup
sen de knoppen en de te voorschijn
komende blaadjes door een dun spin
sel aaneenhechten. In de aldus ge
vormde schuilplaats zetten zij het
vernielingswerk voort. Later tasten
zij de jonge blaadjes aan. Einde Mei
begin Juni zijn de rupsen volwassen.
Aan een spinseldraad laten zij zich
op den grond neer en verpoppen zich
daarin op geringe diepte.
Het oordeel van een deskundige.
Een deskundige verzekerde dat de
rupsen het thans nog alleen begre
pen hebben op de inlandsche eiken,
waaraan zij blijkbaar de voorkeur
geven. Het is een' typisch beest,
want staat bijvoorbeeld in een
heele rij aangetaste kaalgevreten in
landsche eiken een Amerikaansche
eik, dan valt het direct op dat deze
onaangeroerd is gelaten.
Op de vraag of er gevaar bestaat,
dat de rupsen zich ook aan de fruit
en vruchtboomen, alsmede aan de
groente enz. zullen vergrijpen,
werd geantwoord, dat dit ge
vaar weliswaar niet denkbeeldig is,
doch dat schade van eenige beteeke
nis aan de fruit- en vruchtboomen
nog niet is geconstateerd; evenmin
aan de groente. Het is met de rup
sen als met de menschen: is er ge
noeg te eten dan wordt niet verder
gezocht, maar is er niet genoeg, dan
gaat ook de rups het eten halen
waar het te vinden is.
Weinig bestrijdingsmiddelen.
De plaag is van zoo'n grooten
omvang, dat er geen afdoend be
strijdingsmiddel kan worden toe
gepast. Men kan met een maaggif
gaan spuiten en met Iijmbanden
gaan werken, doch dit zal thans
niet veel meer helpen. Het is voor
namelijk de natuur, die hier het
evenwicht moet herstellen.
Wil men echter de natuur ook 'n
handje helpen dan is het van be
lang de insecten en rupsen etende
vogels thans te sparen en het
nestelen daarvan te bevorderen.
De roek is bijzonder op deze,rup
sen gesteld en niet minder de
sluipwesp, die zich ongetwijfeld
ook in grooten getale zal ontwik
kelen.
Overigens schijnt de tijd'zeer gun
stig te zijn voor parasieten, die het
op de planten gemunt hebben. Gewe
zen werd op 't veelvuldig voorkomen
van de emelt der langpoot mug. Deze
emelten richten groote schade aan
onder de groente en de jonge plan
ten, waarvan ze de wortels opvreten.
De spreeuw is 'n bijzondere liefheb
ber van deze emeiten, waarvan de
bestrijding zoo afdoend mogelijk
moet zijn.
De oorzaak.
De oorzaak van de rupsenplaag
moet worden gezocht in het feit, dat
hoewel de vorst dezen winter streng
was, hij toch niet diep in den grond
is gedrongen door de sneeuw, die er
overvloedig is gevallen. Daardoor
zijn dezen winter talrijke insecten
niet verongelukt.
Bij 'n zachteren winter komen de
rupsen naar boven en maken dan 'n
heele beste kans om door den vorst
te worden overvallen. Nu dit niet ge
schiedde, fust op ieder de taak aan
de schadelijke rupsen te voltrekken,
waartoe de natuur in den winter niet
in staat was!'
GEMEENTELIJKE SCHOOL VOOR
VOORBEREIDEND MIDDELBAAR
TECHNISCH ONDERWIJS
TE ALKMAAR.
Inschrijving van nieuwe leerlingen.
De inschrijving wordt gehouden op
DINSDAG 23 Juni a.s. in het gebouw
der Ambachtsschool, des avonds van
18.3021.uur. Leerlingen met het
diploma Ambachtsschool, of zij, die naar
de 5e klasse van de Gemeentelijke
Avondschool voor lager Nijverheids
onderwijs zijn bevorderd, kunnen on
middellijk worden toegelaten onder
overlegging van hun rapportboekje en
een verklaring van den Directeur, dat
ze voldoende aanleg hebben voor voort
gezette studie in de technische vakken.
In bijzondere gevallen kunnen ook
qndere leerlingen worden toegelaten,
mits zij aan de gestelde eischen van
ontwikkeling voldoen.
Het schoolgeld is laag gesteld.
De school geeft opleiding voor het
toelatingsexamen eener Middelbaar
Technische School, terwijl een bewijs
te zijn geslaagd voor dit toelatings
examen, de gelegenheid openstelt tot het
examen voor één der Nijverheidsakten.
De lessen worden ln de avonduren ge
geven.
Aanvang 18 Augustus a.s.
Nadere inlichtingen bij den directeur,
J. ARNOLDUS.
„EUROPalSCHE LITERATOR".
Aan zijn eerbiedwekkende bewij
zen van cultureele prestaties midden
in een oorlog, die wel den grootsten
aller tijden kan worden genoemd,
heeft Duitschland een nieuwe daad
toegevoegd, door de oprichting van
een tijdschrift, dat een inzicht wil
geven in de literatuur van het wor
dende Europa.
Ook op litterair terrein kan stellig
nog niet gesproken worden van de
finitieve vormen; veel is nog in
wording, doch aan alle kanten
breekt een nieuw beleven zich baan.
Hiervan een weerspiegeling te zijn,
is het doel van dit nieuwe maand
blad, dat bovenstaanden naam
draagt en dat wordt uitgegeven door
Deutsche Verlag, te" Berlijn: Dich
ters en denkers van Europèesch for
maat zullen erin aan het woord
komen, terwijl het tevens zijn lezers
in kennis wil brengen met de be
langrijkste producten van de Euro-
peesche boekenmarkt, hen daarbij
stimuleerend tot eigen onderzoek en
eigen oordéél. Het wil geen vakblad
zijn, maar het zal ernaar streven,
op levendige en voor ieder bevatte
lijke wijze litteraire voorlichting en
opvoeding te geven.
In het eerste nr. vertelt de 68-
jarige Deensche dichter Svend Fleu-
ron, die vooral bekendheid heeft
verworven door zijp dierenromans,
van een dichterreis door Duitsch
land, in den vorigen herfst, terwijl
Liviu Rebreanu een met veel liefde
geschreven artikel over zijn Roe-
meensche vaderland bijdraagt. Be
langwekkend is verder een geïl
lustreerde bijdrage van Wilhelm
Ruoff, getiteld „Ontmoetingen in
Vlaanderen en Walenland", en han
delend oVer Thiry, Timmermans,
Streuvels, de Pillecijn e.a. Ook aan
den dichter Bruno Brehm, die on
langs een tournée door ons land
maakte, is een. beschouwing, én een
fotopagina, gewijd. Eenige opmer
kelijke Zweedsche, Vlaamsche (Re
né-de Clercq) en Duitsche verzen
voltooien dit goed-verzorgde en
fraai-geillustreerde eerste nr.
Knijff.
door B. ARDEN.
72
Weer dacht Gentschow snel na.
Wat zou Duane wel allemaal ont
dekt hebben, dat Garragan junior tot
dezen brutalen stap besloot! Dus
Duane was, volgens Sam's eerste
meening, gevangen genomen. Toen
vernam hij hier, dat Duane thuis
was en hü moest dus vermoeden dat
Fred zich bevrijd had. Nu sloop hij
naar boven om Duane te dooden.
Gentschow opende de deur naar
de gang. Hij zag juist nog een voet
met witte zeilschoenen aan op de
trap.
„Garragan, ik heb gezegd, dat
Duane nu rust noodig heeft! Begre
pen? Als je niet dadelijk beneden
komt, zal ik je halen!"
Nu werd ook de andere voet
zichtbaar en het paar begon de
trap af te loopen. Gentschow hield
zijn wapen op heuphoogte klaar om
te schieten. „Een beetje vlugger als
jeblieft!"
Nu werd ook de rest van Sam
Garragan zichtbaar. Hij zag het wa
pen, maar het scheen geen indruk
op hem te maken.
„Ik wilde alleen maar kijken of u
niet gelogen hebt of Duane wer
kelijk thuis was".
Gentschow kon zich niet langer
beheerschen.
„Dat kun je ook wel ergens an
ders na gaan kijken, bijvoorbeeld
daar waar hij vannacht was. Als hij
daar nog is, kan hij niet hier zijn;
als hü hier is, kan hij 'niet meer daar
zijn 'begrüp je mij?"
„Nee", zei Garragan, maar zijn
witte gezicht logenstrafte zijn woor
den. „Ik begrüp er niets van!" Toen
knikte Sam Gentschow toe en ver
trok.
Op dat oogenblik viel Gentschow
de groote, zoo niet de grootste stra
tegische gedachte in. Ik bouw welis
waar op vermoedens, dacht hü. en
als ik misgrüp, ben ik er bü»
maar ik riskeer het toch!
„Meneer Garragan!"
„Ja", zei Sam zich omkeerend,
„wat wilt u nog?"
„Ik heb zoo'n gevoel, dat we eens
even moetep uitpraten", zei Gent
schow, zijn revolver wegstoppend.
„Maar zeg eerst tegen uw mannen,
dat ze verdwijnen moeten!"
„Welke menschen?" vroeg Garra
gan verbaasd. „Ik ben hier alleen".
„Nu goed", zei Gentschow. „Komt
u nog even binnen".
Sam Garragan betrad vol ver
wachting Gentschow's werkkamer.
„Wat wilt u bespreken?" Zijn
oogen vlogen haastig door de kamer
dat was een fout.
Gentschow hield niet van lange
redevoeringen, als hü eenmaal een
besluit genomen had. Hü nam af
stand en gaf Garragan een tik onder
z'n kin, die door zijn geweldige vuist
heusch niet zacht aankwam. Garra
gan deed hetzelfde, wat vele man
nen in zün plaats gedaan zouden
hebben hij ging ziten en Gent
schow, geen man van half werk, gaf
hem nog een tik, waarop Garragan
heelemaal ineenzeeg.
„Als je mü'n kind slaat, zal ik het
jouwe slaan", zei Gentschow half
luid. Toen haalde hü op z'n gemak
een paar sterke touwen en maakte
een pakket van Garragan. Dat pak
ket droeg hij tenslotte snuivend en
wel naar boven langs de smalle trap
en legde het in de kamer, die Duane
bewoonde.
Alles op één kaart, dacht hij,
kwaad over zich zelf en zijn daad.
Maar nu kon hü niet meer terug.
Had die jonger) niet bewezen, dat
z'n bedoelingen niet zuiver waren?
Op een of andere manier had hü
toch iets mtet de zaak te maken, daar
bestond geen twijfel meer over. En
zoolang Garragan niet gevonden
werd, zou men Duane ook niets
doen dat was tenminste te hopen!
Gentschow sloot de vensterluiken,-
haalde de spijkerkist en spijkerde de
luiken vast. Toen keek' hü nog eens
de touwen na. Die waren best. Een
echte gangster zou het hem niet ver
beterd hebben.
Garragan kwam bü. Zijn oogen
verriedeh, dat hij z'n zinnen nog
niet allemaal bij elkaar had, maar
dat was na een paar minuten in or
de. Zijn kin werd dikker, maar niet
tegenstaande dat gaf hü zich toch
moeite om te spreien.
„Wat beteekent flat? Bent u hee
lemaal gek?,"-
Gentschow wreef zich de handen.
„Luister, mün jongenl Duane is
van zün uitstapje dezen nacht niet
teruggekomen. Jouw menschen heb
ben hem opgepakt. Jouw menschen
hebben je dit meegedeeld. Om nu
elke verdenking van jou af te lei
den, ben je hierheen gekomen om
zoogenaamd Duane te spreken. Toen
ik je zei, dat Duane thuis was, werd
je haast gek van den schrik. Je wilde
naar deze kamer sluipen om te zien
of Duane werkelijk je menschen
ontsnapt was misschien had je
zelfs erger plannen, omdat je Dua-
ne's medeweten vreezen moest.
Duane is echter een plichtgetrouw
man, hij handelt slechts met ver
stand, hij heeft bewüzen noodjg
weet ik veel. Ik ben slechts een ge-
voelsmensch. Als Duane de zon niet
meer te zien krügt, dan zal jü die
evenmin weer aanschouwen. Als'
Duane's lijk ergens aanspoelt, dan
zullen ze jou dok ergens zien drij
ven! Als men nooit meer iets hoort
van Duane, dan zal men van jou ook
nooit meer iets vernemen. Heb je
dat begrepen, jü akelige lummel?
Dit alles verzekert je hierbü op
eerewoord Hans Gentschow, die
niemand hier nog precies heeft lee
ren kenhen. En nu nog wat! Als je
schreeuwt, krijg je een heele bad
handdoek in den mond. Daarin kun
je stikken, dat zal je als gangster
wel bekend zün. Als Duane terug
komt en je rehabiliteert, dan zal ik
je met een verontschuldiging weer
vrü laten. Als je het een of ander
onderneemt, dan zullen Duane en ik
getuigen, dat je hier heimelijk bent
binnen geslopen! Begrepen? Tegen
over twee getuigen kan zoo'n lummel
als jij beweren wat hü wil, dan
wordt hü eenvoudig uitgelachen!"
„Maar dat is toch tegen de wet",
zuchtte Garragan, bevend van op
winding en woede.
„Wettelük of tegen de wet,
bah", deed Gentschow veraehtelü'k,
„Ik zal je één ding zeggen: voor mij
geldt slechts één wet: het recht van
de sterkste. De zwakke heeft onge
lijk. Ik wil niet opsnijden, maar
Hans. Gentschow grüpt thans ener
giek in, en hij is niet zwak, jü biet!
Hij is sterker dan jij met je heele
exotische gespuis erbü'!"
(Wordt vervolgd).