IRENE KELLER'S
leltocli onderwijzer slachtoffer der tijdsornsM'gheden?
Diefstal en verduistering bij Krom.
Zware Amsterdammer voor de 20e maal berecht!
Directrice annexeerde
zelf dé goederen!
Politierechter.
Arr.-Rechtbank.
Juffrouw G. J. C. M. hield ei
destijds een eigenaardige opvatting
op na: zij was directrice bij de
wasschérij van Krom te Alkmaar
en werd speciaal belast om toe te
zien, dat de goederen, welke de
klanten naar de wasschérij ge
stuurd hadden, ook weer ter be
stemder plaatse terug kwamen.
En nu was het zeer fnerkwaar-
dig, dat juist in de periode, dat
deze juf de controle voerde, de
meeste diefstalletjes werden ge
pleegd. Zèodat de conclusie al
licht getrokken kon worden, dat
deze dame haar taak niet nauw
keurig opvatte
Maar het bleek heel anders te zijn.
Want een andere juffrouw meldde op
een gegeven oogenblik aan haar
chefs, dat de directrice zelf de goe
deren liet verdwijnen. Zoo schreef
ze brieven, die ta verzenden pakjes
moesten begeleiden, maar die pkkjes
werden nooit verzonden. Andere
pakjes, al weer vergezeld van een
schrijven, kwamen nooit ter plaatse,
waar Xe behoorden en het eind van 't
liedje was, dat er eens een onderzoek
werd ingesteld in de woning van de
directrice. En daar vond men een
aardige collectie blouses, lakens,
handdoeken, overhemden, kleedjes,,,
ondergoed, enz., alles afkomstig uit
de wasschérij en toebehoorende aan
de klanten! De juffrouw gaf verre
weg het grootste gedeelte van het
haar ten laste gelegde toe, maar kon
voor deze diefstallen geen enkele
verklaring geven. Waarop mr. Krab
be haar nog even herinnerde aan an
dere gebeurtenissen, waarvoor ze
thang overigens niet terécht stond.
Mr. de Brueys Tack vond deze
diefstallen en verduisteringen bizon-
der erg, vooral, omdat verdachte
juist was aangesteld, om toezicht te
houden op het personeel, om zoo
doende diefstallen te voorkomen.
Vandaar dat zijn eisch zeer zwaar
was: drie maanden gevangenisstraf
Mr. de Groot bepleitte clementie
en vroeg, mede omdat verdachte
geen enkele aannemelijke reden kan
opgeven voor het plegen van deze
serie diefstallen, een geldboete. En
ziet, mr. Krabbe zwichtte voor de
argumenten; althans hij veroordeel
de haar tot 100 gulden boete of" 20
dagen!
Maar de Officier behield zich het
recht voor, om in hoóger beroep te
gaan
EEN MAAND 'VOOjR EEN
VUISTSLAG.
Cafpbediende, stalknecht en han
delaar in zwarte artikelen, missfthien
ook^nog slachter op ongeregelde tij
den/ ziedaar in het kort de beroepen
van J. den H. te Alkmaar.
De jongeman had indertijd een koe
gekocht en een controleur wilde
daarom zijn veeboekje wel eens
zien. Maar meneer had geen vee
boekje en toen de controleur er op
aandrong om eens even een onder
zoek in te stellen, werd het jong-
mensch kwaad en ging te keer. Zoo
dat de controleur meende verstan
dig te doen, om maar heen te gaan.
Maar juist zou hij op zijn fiets stap
pen, toen den H. op Hem af vloog en
hem op een vuistslag tracteerde.
Procesverbaal volgde en vandaag
dan stond den H. terecht voor den
Alkmaarschen politierechter. Hij be
kende, kreeg toen een flink en on
gezouten standje van den Officier te
hooren en schrok er van, toen mr. de
Brueys Tack drie maanden eiscnte.
Om even later weer wat op te knap
pen, toen mr. Krabbe er 1 maand
van maakte.
MR. KRABBE IS NIET ALTIJD
MILD
Trijntje W. uit Schagpn was maar
niet gekomen; blijkbaar meent ze,
dat ze haar vonnis even goed uit de
krant kan lezen. Waar ze volkomen
gelijk aan heeft, alleen, nu komt het
haar wat duur te staan. Zij werd
dan beschuldigd, dat ze tot twee
keer toe haar vroegere werkgeefster
bestolen heeft: eerst gapte ze uit de
tasch van deze werkgeefster een bil
jet van 100 gulden en later vond ze
op dezelfde wijze twee briefjes van
100 gulden!
De Officier meende, dat 2. maan
den gevangenisstraf wel voldoende
zouden zijn, maar mr. Krabbe dacht
er anders over, herinnerde er nog
even aan, dat verdachte een deel van
het geld besteed had om sigaretten
te koopen en dat zij bekend stond
als een juffrouw, die meer dan eens
kleine bedrage^ gestolen had.
DAMRUBRIEK.
Oplossing 1770 vorige rubriek.
Stand.
Zw. 9 sch. op: 8, 18, 24, 25, 27, 30,
32, 37 38-
W. 9,. sch. op: 34, 39, 41. 43, 45, 47,
48, 49, 50. -
Opl. 1. 4540 (zw. 37x46), 2.
49—44 (zw. 38X49), 3. 48—43 (zw.
49 x38), 4. 47—41 (46 X37), 5. 34—29
(zw. 24X33) 6. 39X28 (zw. 32x23),
7. 40—34 (zw. 30x39), 8. 44X2.
Drie maanden! luidde het vonnis,
dat ze nu in de kcant kan lezen!
OMKOOPING VAN
AMBTENAREN?
De agent van politie Heydenrijk
en een controleur der prijsbeheer-
sehing, Wulfrank, brachten van den
zomer een bezoek aan den winkel
van J. V.-te Heiloo. Ze controleerden
alle voorraden gn vonden, dat V.
zich schuldig gemaakt had aan prijs
opdrijving van gort 'en boonen. Zoo
dat een procesverbaal zou moeten
volgen.
Maar toen ze in het schuurtje van
V. ook nog ongestempelde eieren
zagen en dus nog een overtreding
ontdekten, toen Ja- toen deed
verdachte V. iets, wat hij nooit
mocht doen: hjj bood de beide hee-
ren elk tien eieren aan!
Dat leek op omkooping, want niet
waar dat procesverbaal, dat nog
opgemaakt moest worden
V. gaf de feiten niet heelemaal
toe: hij zou niet gezinspeeld hebben
op het procesverbaal. Getuige Hey
denrijk echter bracht een en ander
in nauw verband met elkaar, 'ge
tuige Wulfrank deed dat weliswaar
niet, maar toch was hij er niet zeker
van, dat verdachte dien opzet niet
gehad had. Zoodat de Officier het
bewijs geleverd ^chtte en 150 gulden
eischte.
Mr. de Lange hield een uitvoerig
pleidooi, meenden, dat het ten laste
gelegde niet was komen vast te staan
en vroeg vrijspraak.
Vonnis over een week.
DRIFTIG HEERSCHAP IN
BERGEN.
P. P. te Bergen, reiziger van be
roep, is een driftig heer. Dezen zo
mer heeft hij herrie gehad met eën*
van zijn pensiongasten, t.w. een
zekeren Beeldman en die herrie liep
zoo ver, dat P. zijn tegenpartij in
elk geval een slag in het gelaat heeft
gegeven.
De heer Beeldman deed daarvan
aangifte bij de politie en deze ver
zocht P. op het bureau te verschij
nen. Wat hij deed. Maar daar werd
hij al spoedig weer opgewonden,
weigerde zijn persoonsbewijs te too-
nen, wilde niet met den agent mee
naar den burgemeester, enfin, hij
kreeg dus ook nog een procesverbaal
wegens wederspannigheid.
Beide zaken werden in één_ keer
afgedaan en na een eisch van~ drie
weken vonniste mr. Krabbe den
driftigen Bergenaar tot betaling van
een geldboete van 60 gulden.
Mr. Smal had -clementie bepleit.
Boeken dienen zich aan:
Drie nieuwe stukken voor het
Dïlettantentooneel.
Bij de N.V. Vink's Uitg. Mij. te
Alkmaar zijn ondanks vele moei
lijkheden toch weer drie nieuwe
tooneelstukken verschenen,' waar
van de dilettanten goed zullen doèn
eens kennis te nemen.
Stormeiland is een tooneelspel ip
drie bedrijven bewerkt naar een
gegeven van Bob Berlina. Een
bóeiende geschiedenis, vol actie, die
zich afspeelt^in het huishouden van
de vuurtorenwachter Gijs Dekker.
Jan, de zoon, die zijn vroeg gestor
ven jonge vrouw niet kan vergeten,
maar ten slotte de levende Kristien
weet te stellen boven de doode. De
pleegzoon Arie, die nipt op zee,
maar in de lucht als vliegeniër zijn
toekomst zoekt/ Hanneke Dekker,
de vriend Thijs en Leo, de kunst
schilder voltooien het geheel,, dat
acht belangrijke rollen biedt en uit
stekend speelbaar is. 1
Zand of klei is een nieuw Bra-
bantsch blijspel van Hgnrie 't Sas
met typisché rollen uit het Bra-
bantsche boerenleyen en dgt laat
zien hoe in een geldhuwelijk na
veel strijd tusschen de kleiboeren
en die van het zand, ten slotte de
liefde overwint.
Tusschen dijken en sloten, een
tooneelspel in vijf bedrijven door
S. Franke vervaardigd naar zijn
jongste roman met denzelfden titel.
De moeilijkheden van den tuinder
Jan Bos zijn vele. Harde arbeid
kan hem niet bewaren voor groote
zorgen. De marktprijzen maken het
werk niet meer loonend. ,Maar er
zijn ook moeilijkheden in het hu
welijk van Jan Bos. Maar hun kind
Japie, een droomerige jongen van
een jaar of tien, voelt precies aan
wat er aan het geluk mankeert en
hij maakt dat vader en moeder el
kaar terugvinden. -
Voor verschillende vereenigingen
kan hier stelljg een keuze bij zijn.
G. C. van Gulik.
Een fantasieproblecm van den
componist Max ,Douwes.
De stand is als volgt: Zw. 7 sch. op:
3, 10, 13, 19, 20, 26, 45 en vier dam
men op 2, 14, 16 en 36. Wit: 18 sch
op: 12, 17, 21, 22, 23/25,-27, 28, 29, 30,
32, 33,'34/'40, 41, 47, 49,'50.
Oplossing. 1. 128 (zw. 3X12),
2. 17x8 (zw. 26X17), 3. 22X11 (zw.
36X6), 4. 32—27 (zw. 16X46), 5.
30—24 (zv/. 19X39), 6. 8x19 (zw.
2X44), 7. 49x40 (zw. 45X34), 8.
33X41 (zw. 6X24), 9. 44—39 (zw.
14X44), 50x19 (zw. 46X14), 11.
47—51 (zw. 14X46), 12. 25x5! wint.
Wel een zeldzame ontleding. Men
verzuime niet die na te spelen.
Nog 'n standje van Kleute.
Zw. 9 sch. op: 3, 6, 9, 13,
14, 19, 24, 30, 34. Wit 9 sch.
op: 11, 12, 18, 22, 25, 32, 33,
37, 43. Wit wint door: 25
20' I' 20x40, 40—35 en
35.X2U
Ter oplossing voor deze
week:
Probleem 1771 van Max
DouweS te Odoorn (Dr.)
Zw. 12 sch. op: 8, 10, 15, 18,
21, 23, 26, 28, 32, 33, 35, 38,
W. 11 sch. op: 20, 24, 36, 37,
Qpk volgende rubriek.
39, '40, 42, 44, 47, 48, 49,
Reeds 16% jaar in de f
gevangenis doorgebracht...
Alkmaar, Dinsdagmiddag.
Een robuste kerel van 42 jaar
op de mat bij de arrondisse
mentsrechtbank te Alkmaar.
Beschuldigd van diefstal, ge
pleegd in Limmen en Alkmaar.
En die verder nog in het krijt
staat bij de politie in verschil
lende plaatsen van ons land, als
Zeist, Gouda, Delft enz.
Op de publieke tribune „ken
nissen" van hem, die razend
nieuwsgierig zijn naar den af
loop van déze zaait, omdat ver
dachte ontkent en er vrijwel
geen bewijzen zouden zijn.
Interessant dus!
C. G. H. uit Amsterdam, van be
roep koopman althans, zoo zegt
hij wordt er van beschuldigd, dat
hij in Mei' van dit jaar in Limmen
een geraffineerden diefstal heeft ge
pleegd en dat hij in Januari in Alk
maar niet minder handig te werk is
gegaan. In Limmen zou hij een aan
tal suiker- en boterbonnen gegapt
hebben, in Alkmaar zou hij uit een
juweliers winkel' een aantal polshor
loges en andere gouden en zilveren
sieraden ontvreemd hebben.
Dafalles wordt door hem perti
nent ontkend.
Er zijn echter verschillende getui
gen, die een heider licht op de zaken
wierpen.
Verdachte .dan is op een morgen
in Limmen in den winkel van den
heer de Graaf gekomen en heeft
daar gevraagd, of' hij sponsen kon
koopen. Het antwoord luidde ont
kennend, zoodat H. onverrichterzake
den winkel verliet. Een kwartier la
ter kwam hij terug eii vroeg toen om
imilatiesponsen. Maar die waren er
ook niet, zoodat H. weer met leege
handen de deur. uit ging.
Een half .uur later warden uit den
winkel een aantal suiker- en boter
bonnen vermistTerwijl het zeker
v/as, dat niemand anders dan H. in
don winkel geweest was.
Het grapje met de sponsen haalde
H. dienzelfden dag nog eens uit in
Limmen bij een anderen winkelier,
cie ecljter zoo gelukkig was, om geen
bonnen kwijt te raken. s
Getuigen de Graaf, diens dochter
Alkmaar, Dinsdagavond.
Zij,, die Dinsdagmiddag de
zitting van de meervoudige straf
kamer der arrondissementsrecht
bank te AJkmaar hebben bijge
woond, zijn getuige geweest van
een zaak, die op zich zelf misschien
niet veel te beteekenen had, maar
waarvan de verdachte niet on
waarschijnlijk het slachtoffer is
geworden van de ijjridige tijdsom
standigheden.
Een onderwijzer stond terecht,
verdacht van diefstal van een da-
mestasch met inhoud en verduiste
ring van de tasch en een deel van
dien inhoud.
Terwijl de verdachte geen enkel
mptief heeft kunnen hebben, die
hem verleidde tot deze daad
Het was de 47-jarige P. K., hoofd
eener school in den Helder, die al
sinds langen tijd in Alkmaar -woont
en eiken dag heen en weer reist
naar den Helder. Daar heeft hij in
en na de oorlogsdagen verschillende
bombardementen meegemaakt en
medé; daardoor is zijn zenuwgestel
ernstig geschokt. Hij is opvliegend
geworden, maar tegelijkertijd zeer
vergeetachtig; hij is besluiteloos ger
worden en doet dingen, die een ge
woon mensch zeker, niet zou doen.
Op een morgen iii Januari van dit
jaér zat hij in den trein van Alk
maar naar den Helder. De coupé
was vol en het reizende publiek had
als steeds veel bagage.
Tegenover hem zat een dame, die
een groote tasch onder de bank had
gezet, toevallig juist op de plaats van
den onderwijzer. Deze heeft op een
gegeven oogenblik met zijn voeten
die' tasch gevoeld en meenende, dat
het een min of meer waardeloos
voorwerp was, heeft hij ze in den
Helder meegenomen naar huis.
Een dag later de onderwijzer
kwam slechts enkele keeren in zijn
vroegere woning, die van een der
bombardementen ernstig heeft gele
den en die geheel is leeggehaald, ter
wijl de ramen met planken dicht ge
spijkerd zijn heeft hij die tasch
nog eens bekeken en toen bleek
hem, dat het een goede damestasch
was. Weer wat later heeft hij een
deel van den inhoud geïnspecteerd
en o.a. wat koekjes en een koek ge
vonden', welke laatste hij echter in
de. vuilnisemmer wierp, omdat hij
dacht, dat het een oud broodje was!
Nog weer wat later vond hij in de
FEUILLETON. T~
door FRED ANDREAS. LtvtN.
18
„Zé heeftgeen anderge
had", bromde Dael bijna nijdig.
Den volgenden morgen werd Irene
opnieuw verhoord.
„Ik kan niet tevreden zijn met de
vage en onduidelijke verklaringen,
die u over uwe verhouding tot
Franser geeft, juffrouw Keiler", zei
rechter-commissaris Breem. „Zorgde
mijnheer Pranser ook voor uw klee-
ren? Ik bedoel, buiten het geld, dat
u maandelijks bij de bank mocht
opnemen?"
„Neen", antwoordde Irene", ik
kleedde me van dat geld, dat ik in
'mijn toestand en bij mijn studie als
bestaansminimum beschouwde. De
kleeren, die mijnheer Pranser in
dure ateliers voor me maken liét,
en mevr. Kaandorp herkennen in
den verdachte den man, die in hun
winkels is geweest. Zij zeggen ook
dat er nadien geen andere kl^nt in
de zaak geweest is,.
Wat niet wegneemt, dat verdachte
blijft ontkennen: hij is pertinent
niet in deze winkels geweest!
Dan wordt voorgeroepen getuige
mevr. Pias-Kaandorp te Alkmaar en
deze vertelt, dat er in Januari een
man bij haar in den juweliers win
kel geweest is, die om polshorloges
vroeg. Zij had die niet, zoodat de
man weer vertrok. Een half uur la
ter kwam zer toevallig even in den
winkel en vond dienzelfden man ger
hurkt achter de toonbank zitten.....
Het zou de verdachte van heden ge
weest zijn.
Spoedig daarop bleek, dat de man
tal van gouden en zilveren sieraden
uit den winkel gestolen had, maar
ook dat ontkent de verdachte thans.
De president: U erkent thans, dat
u wel in Limmen geweest is op dien
dag. Waarom ontkende u dat dan
eerst bij de politie, daarna bij den
rechter-commissaris?
Verdachte: Ik wist het niet meer.
Ik ben koopman en reis heel Hol
land af.
President: U is een beroepswin
keldief.. U z,egt tegen de politie, dat
u in de tjvee jaar dat u weer los
bent, wel eens het een en ander hebt
gepikt, maar dat de politie dat dan
maar moet bewijzen.
Verdachte: Dat was maar een
grapje!
Dan leest de president het straf
blad van verdachte voor en hieruit
blijkt, dat hij van 1913 tot 1937 ne
gentien veroordeelingen, alle we
gens diefstal, achter den rug heeft
en in totaal 16 jaar en 5 maanden in
de gevangenis heeft gezeten.
De Officier, mr. de Brueys Tack,
acht het ten laste gelegde voor wat
betreft den diefstal te Limmen vol
komen bewezen. Spr. gaat de heele
zaak nog eens na en komt tenslotte
tot zijn eiscli, rekening houdende
met verdachtes verleden: een jaar
en zes maanden.
Mr. Dullemond uit Amsterdam
vraagt daarna na een zeer breedvoe
rig betoog, vrijspraak en onmiddel
lijke in vrijheidstelling.
Het laatste wijst de rechtbank af,
terwijl de uitspraak bepaald wordt
op 3 Nov. a.s.
tasch diverse toiletartikelen, z^oals
crème, poeder, parfums, e.d.,' en ten
slotte f een Duitsch woordenboekje.
HetAaatste legde delman op een boe-'
kenplank, de eerstgenoemde artike
len plaatste mj op de waschtafel
Tenslotte vond hij ook nog distri
butiebescheiden in de tasch, alsme
de een aantal brieven en foto's. En
zoo ontdekte hij tenslotte, dat een
en ander toebehoorde aan mevr.
Buis-Krampe uit Texel.
Nu zou het heel noi^naal gewëest
zijn, wanneer de onderwijzer alles
ingepakt had en opgestuurd had
naar Texel, maar hij deed dat niet.
Wel pakte hij de' distributiëbgschei-
den in een papier en deponeerde dit
in de bus van den Helderschen
dstributiedienst, terwijl hij op het
pakje had geschreven: Gevonden
voorwerpen. Maar hij vergat zijn
naam als afzender op het pakje te
zetten
Men ziet, een rare geschiedenis.
Nog vreemder werd het, toen hij
een aantal dame^zakdoekjes mee
naar Alkmaar nam en tenslotte een
paar dameshandschoenen, welke hij
ook in de tasch gevonden had; zelf
aantrok en mee naar Alkmaar nam!
Een wonderlijke geschiedenis dus.
Het verhoor.
De tasph behoorde, zooals gezegd,
aan mevr. Buis, die op den bewusten
Januarimorgen tegenover den on
derwijzer in den trein zat en die de
tasch ^bij gebrek aan andere bagage
ruimte onder de bank had gezet. Zij
was juist uit Duitschland. terugge
keerd en had tal van artikelen mee
genomen, die in de tasch zatety.
Toen zij in den Helder de tasch
zou pakken, was deze verdwenen,
terwijl de onbekende man tegenover
haar ook verdwenen was. 4
Verdachte: Ik had er geen idee
van, dat die tasch aan een van mijn
medereizigers behoorde. Ik dacht*
dat het een oud ding was, dat den
vorigen avond door iemand onder de
bank was geschoven.
President: Waarom hefcit u de tasch
niet op het station aangegeven als
gevonden voorwerp?
Verdachte antwoordt, dat hij daar
nooit aan gedacht heeft.
President: Waarom hebt u de
tasch dan niet tusschen 12 en 1 uur
afgegeven aan het politiebureau?
Ook daaraan heeft hij niet
gedacht. Hij was op dat moment de
tasch al weer vergeten. Pas een
hét bontwerk en dat allesbe
schouwde ik niet als mijn kleeren.
Die waren zijn eigendom en ik droeg
ze alleen in zijn tegenwoordigheid,
omdat hij er zoo op stond. Bij an
dere gelegenheden heb ik ze nooit
gedragen. Ik zou me geschaamd
hebben, in
„Oho!" dacht Breem. „U hebt
dus scherp onderscheid gemaakt
tusschen wat tot de sfeer van Pran
ser wat tot de uwe behoorde. Dat
moet bijzonder lastig zijn èeweest,
zuiver een dubbel leven", merkte
hij op.
„Zeker. Het was een dubbel le
ven. En inspannend bovendien".
„Was er een grond, die u tot die
scherpe scheiding, noodzaakte?"
„Zeker. Mijn - trots dwong me
daartoe".
„Alleen uw trots, juffrouw Kei
len? Niet menschelijk respect tegen
over anderen! Misschien tegenover
een man, die u zeer na stond?"
Irene keek den commissaris aan,
alsof hij gek was.
„Nee", antwoordde ze rustig, „er
was geen andere man. Niemand lag
Week later heeft hij zijn woning
weer bezocht en toen eens gekeken,
wat er in de tasch zat. Toen vond hij
er o.a. de koekjes in, waarvan hij er
een paar opat.
Een paar dagen later inspecteerde
hij de tasch goed, want hij wilde
zien, of er misschien een adres in
zat, „opdat hij de tasch met inhoud
kon verzenden.
Inderdaad vond hij een adres:
Buis te Texel! Maar toch schreef hij
niet aan dezen Texelaar.
Waarom niet? vroeg de president.
Ik dacht, dat Buis nog niet weer
thuis kon zijn van zijn reis! was
het onverwachte antwoord van ver
dachte.
Nonsens meende de president.
Dan doet verdachte een zeer om
standig verhaal over de gevonden
artikelen, legt uit, waarom hij het
woordenboekje juist op de boeken
plank had gelegd, een dejeuner in
de kast had gezet en de toiletartike
len op de waschtafel. Dat was alle
maal toeval, geen opzet
De president: En waarom nam u
de handschoenen dan mee naar Alk
maar?
Verdachte: Omdat daar ook de"
zakdoekjes waren, dan kon ik later
alles weer meenemen naar den Hel
der'.
De president: En waarom schreef
u niet naar Buis, dat u de tasch ge
vonden had? U wist toch zijn adres?
Verdachte: Gebrek aan energie
Dan herinnert de. president er aan,
dat in het Dagblad voor Noordhol
land mevr. Buis een advertentie
plaatste waarin zij verzocht, de tasch
terug te bezorgen aan haar adres.
De president:. Heeft u die .adver
tentie nooit gezien?
De president vindt het dan vol
doende en geeft den Officier, mr. de
Brueys Tack de gelegenheid tot het
houden van zijn requisitoir. Deze
gaat de heele ^agk nog eens na, wijst
op de onwaarschijnlijkheden in de
verklaringen van den verdachte en
meent, dat hier verduistering zeer
zeker bewezen is. Mede door de zeer
eigenaardige .houding 'van verdach
te, die de rechtbank voor een kinder
klasse wenscht - te houden, vraagt
spr. eem maand gevangenisstraf:
Mr. Mulder, raadsman van ver-
dchte, schetst dan de omstandighe
den, waaronder verdachte verkeerde
en hoe deze geestelijk en lichamelijk
zeer geschokt is geworden door de
gebeurtenissen.
Waar hier geen enkel motief' ge
vonden kon worden voor verduiste
ring en - aar al de gevonden artike
len voor verdachte geenerlei waarde
hadden, meende sor. dat Verdachte
zich niet schuldig gemaakt heeft aan
verduistering, maar 'dat hij slechts
verregaand nonchalant is geweest.
Reden waarom spr. vrijspraak vroeg.
Fietsen gestolen bij de
R.K. kerk te Castricum.
Anderhalf jaar geëlscht.
Ir, Juni van dit jaar zijn tijdens
een vroegmis in de r.k. kerk te
Castricum twfee fietsen gestolen,
die tegen den muur- van 't kerkge-
bouw stonden.
Tijdens deze mis hadden zich
twee mannen op verdachte wijze
opgehouden om en bij de
kerk, hadden zelfsi een oogenblik
verwijld/in het portaal der kerk
en verdwenen daarna plotseling
op de fiets.
Dat was door verschillende men-
schen gézign en ofschoon geen van
hen deze mannen kende, hadden
zij de hoeren goed opgenomen,
omdat ze zoo verdacht rondom de
kerk scharrelden.
Een week later kwam hetzelfde
tweetpl weer in Castricum, speurde
weer rond om" de kerk, ging wéér het
portaal binnen, maar net' op dat
oogenblik was de mis afgeloopen en
kwam het publiek naar buiten. De
beide mannen verdwenen toen zon
der medeneming van een fiets.
Ze werden echter spoedig daarna
aangehouden door de politie aldaar
en aan een verhoor onderworpen.
Bij den een werden verschillende
werktuigen gevonden, die gebruikt
konden worden bij. het openbreken
van fietssloten e.d. Bij den ander
werd niets gevonden. Maar juist
deze laatste werd door eenige Cas-
tricummers herkend als een der da
ders van den rijwieldiefstal van een
week tevoren.
Deze verdachte, P. K. uit Amster
dam, stond hedenmorgen terecht
voor de Alkmaarsche jechtbank. Hij
ontkende zelfs dien rersten keer in
Castricum te zijn geweest, maar dat
hielp hem niets, want de getuigen
herkenden hem ook tijdens „de
rechtszitting.
Zoodat de Officier het bewijs ge
leverd achtte en anderhalf jaar ge
vangenisstraf vroeg.
Mr. Sluis bepleitte vrijspraak.
UITSPRAKEN, i
De gesoigneerde- jongeman uit
Heiloo, die de vorige week terecht
stond als verdacht van het stelen
van een rijwiel, toebehoorende aan
een hoofdagent van politie te Alk
maar en die toen een zeer zelfver-
me na aan het hart. Dat heb ik al
gezegd".
Breem aanvaardde dit zonder
protest. Hij was overtuigd, dat ze
loog, maar be^-eep, dat ze dit zou
blijven doen, tenzij men haar
zwart op wit het tegendeel bewees.
Hier was het punt, waar het nieuwe'
onderzoek aangeknoopt moest wor
den.
Voor het oogenblik viel er niet
veel merer te vragen. Misschien nog
naar juffrouw S. en de meisjesstu
denten, met wie Irene die weekein
den doorgebracht had
„Is het u wellicht ai te binnen
geschoten, hoe de meisjesstudenten
heeten, met wie u volgens uw ver
klaringen van gisteren soms een
weekeinde placht door te brengen?"
vroég hij.
„Nee", antwoordde ze terstond,
zonder een zweem van verlegen
heid, „dat kan ik me niet herinne
ren. Ik betwijfel' zelfs, of ik haar
namen meer dan eenmaal gehoord
heb. We noemden elkaar steeds bij
den voornaam.
„Van het begin af? Zoodra u met
QFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
Strooregeling oogst 1942.
Het Bedrijfschap voor Hooi, Stroo en
Ruwvoeder maakt b'ekend, dat in de
strooregeling 1941 diverse veranderin
gen zijn aangebracht, waaraan alle ver-
bouwer's en ge- of verbruikers van
stroogewassen en alle handelaren in
stroo zich zullen* dienen te onder
werpen.
De nieuwe regeling geldt behalve
voor graanstroo, kanariezaadstroo en
peulvruchtenstroo, thans ook voor
koolzaad-, karwijzaad, blauwmaanzaad-,
mosterdzaad-, spinaziezaad-, radijszaad-
en bietenzaadstroo.
Krachtens de nieuwe regeling kan de
ge-tof verbruiker van stroo, die stroo
wenscht te betrekken, een aanköopver-
gqnning aanvragen onder vermelding
van den bij de N.I.C.A. erkenden klein
handelaar in zijn omgeving, van wien
hij het stroo wenscht te betrekken.
Het hoofdkantoor van den handel
(H.K.H.) wijst voor de desbetreffende
partij stroo den kleinhandelaar een
erkenden groothandelaar en den groot
handelaar een of meer erkende lalid-
handelaren toe.
De landhandelaren kunnen het te
leveren stroo slechts betrekken van
telers uit een hun toegewezen rayon.
V Naast het bovengenoemde „verkeer
over drie schakels" (landhandelaar -
groothandelaar - kleinhandelaar) kan
ook verkeer over e e n of twee schakels
plaats vinden, indien het H.K.H. of
P.K.H. in overleg met het Bedrijfschap
hiertoe opdracht geeft. Ook het ver
handelen van stroo direct van verbou
wer aan veehouder is toegestaan, mits
beider bedrijfsgebouwen op ten hoog
ste 10 km afstand van elkaar liggen, en
mits „het .vervoer geschiedt met eigen
vervoermiddelen van kooper of ver-
kooper.
Een aankoopvergunning en vervoer-
bewijs is echter vereischt, aan te
vragen bij den plaatselijken bureau
houder (P.B.H.) Verbouwers van stroo
gewassen ontvingen op hun aanvrage
reeds bericht van den P.B.H,, welke
hoeveelheid stroo zij voor eigen ge
bruik uit hun oogst mogen behouden,
en Voorts welke hoeveelheid stroo zij
direct aan veehouders mogen afleveren.
De rest van hun stroo dienen 'zij ter
beschikking te houden van den land-
handelaar van hun rayon. Het ver
voer van stroo dient in het algemeen
gedekt te zijn door een geldig geleide-
biljet. Slechts het vervoer van het land
naar de bedrijfsgebouwen van den teler,
en voorts het vervoer van het telers-
bedrijf naar spoor, schiii, dors'eh- of
persplaats (of tusschen 'deze plaatsen
onderling) en het vervoer van teler
rechtstreeks naar stcoohulzenfabriek
kan zonder geleidebiljet geschieden.
Voor meer gedetailleerde gegevens in
zake bovenstaande regeling wordt ver
wezen naar de publicatie dienaangaande
in de Vakbladen voor de boeren en
tuinders. «Handelaren kunnen zich voor
inlichtingen wenden .tot het hoofd
kantoor van den handel, Balistraat 74,
's-Gravenhage, terwijl bovendien be
langhebbenden een toelichting op de
regeling in drukvorm kunnen verkrij
gen na schriftelijke aanvrage bij
het Bedrijfschap voor Hooi, Stroo en
Ruwvoeder, Zwarteweg 75, 's-Graven
hage. Ook de P.B.H.'s kunnen nadere
inlichtingen verstrekken.
zekerde verdediging hield, heeft niet
veel succes gehad met zijn fraai vew
haal. Hij werd heden veroordeeld'
tol 1 jaar en 6 maanden gevange
nisstraf. De eisch Was 2 jaar en 3
maanden.
Overige uitspraken:
A. O., M. J.. D. en J. J. K., diefstal
in vereeniging, resp. 6, 6 en 2 maan
den gevangenisstraf.
Ar M., diefstal, 1 jaar gevangenis
straf.
A. J. H., diefstal, 6 maanden ge
vangenisstraf.
J. de W„ verduistering, 6 maanden
gevangenisstraf.
KANTONGERECHT TE ALKMAAR.
Zitting van 23 October.
Overtreding identiteits
plicht: A. A. K„ J. de M. en C.
V. d. M. te Bergen ieder 2 of 1 d. h.
A. H„ C. H. en L. W. L. te Alkmaar,
S. C. H. te Heiloo, A. W. te Heerhugo-
waard 3 of 2 d. h.
Overtreding verduiste
ringsverordening: M. B„ J.
H. K„ Ch. R. en A. J. G. te Alkmaar
6 of 3 d. h. H. K. en J. S. K. te'Alk
maar 8 of 4 d. h. C. de W. te Eg-
mon-Binnen en C. van R. te Alkmaar
10 of 5 d. h.
Overtreding wegenver
keersreglement: F.' G. M. L.
de K. te Alkmaar en N. T. W. L. te N.-
Scharwoude 2 of 1 d. h. C. S. te
Limmen 4 of 2 d. h.
L o o p e n o V er verboden
grond: W. L. O. en C. M. te Castri
cum ieder 2 of 1 d. h. A. H. en A.
de G. te Bakkum 2 of 1 week tucht
school.
Overtredingen Vissche-
r ij w e t: N. C. R. te Zijpe, 2 maal 3
of 2 maal 2 d. h.
Zich na 18 uur in café
bevinden: R. B. te Schoorl en W.
v. d. L. te Alkmaar 3 of 1 week tucht-
schoól. M. C. B. en A: L. te Alkmaar
en Th. H. K. te Heilöo 4 of 1 week
tuchtschool.
Personen beneden 18 jaar
na 18 uur in c a 1 toelaten:
J. C. S. te Alkmaar 4 of 2 d. h.
Overtreding motor- en
r ij w 1 e 1 w e t: K-. K. te Alkmaar en
A. A. G. te Oudorp 2 of 1 d. h. H.
H. te Middenmeer 3 of 1 d. h. P. J.
G. te Sint-Pancras, 3 of 2 d. h. J. M.
P. te Heiloo 3 plus 1 of 2 maal 1 w.
tuchtschool. P. v. d. V. te Purmerend
8 of 4 d. h.
die dames kennis maakte?"
Ik weet het werkelijk niet. Heel
toevallig kwam 'ik bij dat groepje
terecht ergens buiten een meertje.
We noemden onze namen natuur
lijk wel, maar af dadelijk was het
Irene en Carolieri en Gonda".
„Wonderlijk! Maar hoe maakte u
dan voor een. volgend tochtje een
afspraak? Men moet u toch geschre-
ven of uitgenoodigd hebben?" s
„Niet altijd, mijnheer. Vaak haal
de iemand 'me aan de muziekschool
afverschillende keeren werd ik
aangeschreven, want de anderen
wisten mijn naam wel".
„Die hebben in elk geval een
beter geheugen gehad, dan u, juf
frouw Keljer".
Breem was van meening, dat hier
geen twijfel mogelijk was. Die vrien
dinnen waren slechts- fantasie en J
Irene was nimmer een weekeinde
met haar uitgeweest. Haar leugen
moest echter een grond hebben.
Nu, voor liet gerecht, zou die haar
weinig baten.
(Wordt vervolgd).
fPL..
M
UP
^ÉËP lip'
H
m ,m
m>. 1^1
Nam een tasch mee uit den trein en' behield
deze met den inhoud.