De enregeimatigiietEen bij de Centrale Keuken. FUHKE KHHTOORBEDIEHDE (Vrij BEZOEKT DE KONIJNEN- TENTOONSTELLING IRENE KELLER'S Nette Kantoorjuffrouw Een woord van den verdediger ons onveranderde standpunt. FLINKE VERKOOPSTERS IJZEREN WAGENBANDEN VRIJBANK GEM. SLACHTHUIS. HEILOO. ,,'T OHTLUIKEHDE ROOSJE". Het kantoor der Directe belastingen, Invoer rechten en accijnzen wordt op 20 en 21 No vember verplaatst van Kennemerstraatweg 21 naar Magdalenenstraat 22. DUBBELE LEVEN. door FRED ANDREAS. en ONZE kantteekening op het verslag van de zitting van den politierechter, waarin de ver- oordeeling werd gemeld van den gelezen leider der Alkmaarsche Centrale Keuken, heeft den verde diger in deze zaak, mr. A. Schenke- veld, aanleiding" gegeven een schrij ven tot ons te richten, dat' wij op zijn verzoek hier onverkort laten volgen: „Als verdediger ^van den heer G. A. M. de R(ie) er is" in dit geval niet hét minste bezwaar tegen,' dat de naam volledig vermeld wordt las ik met veel belangstelling, het geen voorkomt in uw blad van gis teravond bver de „Onregelmatighe den bij de Centrale Keuken te Alk maar". Daarover veroorloof ik me de volgende opmerkingen: Uw verslaggever breng ik gaarne hulde en -dank voor de juiste en vol ledige wijze, waarop hij in zijn ver slag het ter terechtzitting besprokene hqeft weergegeven. Hij heeft daar mede geheel voldaan aan mijn bij pleidooi aan de pers gedaan verzoek mede te werkgn aan een publieke rehabilitatie van den heer de Rie, die door het artikel in uw blad van 5 October j.l. publiek „gedisqualifi- ceerd" was. Helaas kan ik niet zoo tevreden zijn nver hetgeen u onder het hoofd „Feiten" aan dit verslag hebt toege voegd. Het belang van jnijn cliënt (dat alleen drijft me fen daarom passeer ik zwijgend, wat u over den verdediger schrijft) eischt, dat ik daarvan het een en ander rechtzet, 't Gaat hier toch om de eer en goe den naam van een landgenoot, die o.a. van 1 October 1913 af met eere in ons Leger had gediend. 'k Wil dit doen aan de hand van uw meergenoemd artikel van 5 Oct. en bespreek daarvan de volgende punten: 1. Het ontslag: „Als gevolg van ernstige onregelmatigheden^ welke door een deel van het perso neel der Centrale Keuken alhier zijn gepleegd" zou „de burgemeester den leider, den heer de R., en den chef-kok van L.- op staanden voet ontslagen" hebben. Dat stond dus in uw blad van 5 October. Echter heeft het „Hoofd van d^ Centrale Keuken" op 30 Septem ber aan den heer de Rie „in op dracht van den burgemeester van Alkmaar met ingang van 1 Novem ber 1942 eervol ontslag verleend", en wel „omreden hij niet voldoende toezicht heeft gehouden op het aan hem ondergeschikte personeel". (Dus niet om de bewezen „enkele onregelmatigheid" of de „vnaar in het geheel niet ten laste gelegde" „overige ongerechtigheden"). 2. Maalt ij den aan niet- rechthebbenden: „Bij" een na der onderzoek" zou aan het licht zijn gekomen, dat de heer de" Rie „ook maaltijden uit de keuken liet leveren aan menschep, die hierop gen enkel recht konden laten^ gel den". Dat is dan een deel van „hét onjuiste beheer, om niet te zeggen „wanbeheer", waarvan uw „Feiten" gewaagt, mogelijk in navolgjng van „een door de politie gehoorde getui ge, die insinueerde, dat verdachte het geld daarvan te eigen bate aanwendde". Hiertegenover moge gesteld wor den een verklaring van het „Hoofd van de Centrale Keuken" d.d. 14 November 1942, blijkens welke door den keer de Rie „met medeweten en goedkeuring van mij als hoofd van de Centrale Keuken en met medeweten van de Accountants dienst van het Dep. van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en Landbouw en Visscherij dagelijks het overgeschoten' eten uit de keu ken zonder bon werd verkocht te gen een prijs van 0.10 'per portie aan het armlastig publiek en voor 1 per keer aan de Alkmaarsche politie, welke bedragen geregeld door mij zijn ontvangen". 3. De voorraden thuis: In de woping van den heer de Rie, die „op zeer' zonderlinge wijze met de aan zijn zorg-toevertrouwde levens middelen bleek om te springen", „werd een flinke hoeveelheid boter en vet aangetroffen". Als dit inder daad uit de Centrale Keuken af komstig was geweest, zou „wanbe# heer" nog een zachte qualificatie zijn geweest. Wat is hiervan nu gebleken? Al leen, dat hiervan „het wettig en overtuigend bewijs" niet kon gele verd worden, zoodat verdachte slechts door een „non liquet" aan zijn gerechte straf is ontkomen? Uit het verslag blijkt het tegendeel. Mede door de verklaring van den getuige a décharge Groot is toch ko men vast te staan, dat het „een ver gissing was" toen „men er van over tuigd was, dat deze artikelen uit de keuken afkomstig waren". En door slaand was wel hetgeen de Politie rechter aan zijn vonnis toevoegde, dat hij n.l. „verwachtte, dat ver dachte 'door de Centrale Keuken schadeloos gesteld zou worden voor het verlies van zijn eigen (spa tieering van mij, A. S.) vet en bo ter". „Eer is teer", zei Dr. A. Kuyper. 'k Twijfel er niet aan, Mijne Hee- ren, of u zult dit onderschrijven en zoo bereid zijn aan het verdere eer herstel, hetwelk dit schrijven be toogt, mede te werken, door het in uw blad zoo mogelijk vap he- dgn op te nemen. Lat ik in dezen brief alleen de „feiten" heb laten, spreken en dan in „de bewoordingen" ontleend aan uw blad en de geciteerde verklarin gen, kunt u gemakkelijk nagaan, voor wat die Verklaringen betreft door raadpleging van deze stukken zelf, die ik hier bijvoeg en na ge bruik gaarne terugontvang." HET spijt ons dat wij door de zen brief opnieuw de, affaire- Centrale Keuken moeten aansnij den, omdat wij waar men ons blijkbaar niet wil of kan begrijpeii nu uiteraard ook weer dieper moeten gaan roeren. Wij stellen allereerst vast, dat dit niet onze schuld is, om vervolgens met nadruk te constateeren, dat mr. Schenkeveld schrijft: „hulde en dank (te brengen) voor de juiste en volledige wijze, waarop hij - (ónze rechtbankverslaggever - Red.) in zijn verslag het ter terechtzitting besprokene heeft weergegeven", en vervolgens: „niet zoo tevreden (te) zijn over hetgeen u onder het hoofd „Feiten." aan dit verslag hebt toe gevoegd". Dit citaat is'van belang, om dat mr. Schenkeveld daarin toegeeft, dat wij, voor dat deel van deze zaak dat hij zelf mee beleefde (de rechtszitting) en dus beoordeelen kan, zeer wel de waarheid publi ceerden! Waarom zou dan het overige deel van onze publicatie niet op - waar heid berusten? Mr. Schenkeveld, die dat deel niet zelf meebeleef- d e, heeft zeker niet het recht onze waarheidsliefde op dat punt in twij fel te trekken. Vervolgens gaat mr. Schenkeveld, let wel, niet nader in op onze „Fei ten", doch wel op onze vroegere be richtgeving over deze zaak in ons blad van 5 Oct. j.l., om aan de hand daarvan een en ander recht te zet ten. Mr. Schenkeveld doet derhalve hetzelfde als in zijn pleidooi voor den politierechter, d.w.z. hij valt ook nu ons blad pan op het belicht dat 5 October gepubliceerd werd. Waar wij op dien aanval Dinsdag reeds uitvoerig antwoordden nogmaals: over welk antwoord mr. S. nu slechts zégt „niet zoo tevre den te zijn", zonder evenwel den in houd aan ~te vallen zouden wij ditmaal met het opmerken van déze feiten kunnen Volstaan. Dit houdt evenwel een ge vaar in. Waar immers b'ij deze zaak nogal eenige addertjes on der het gras verborgen blijken te zitten, zou een zoodanige be knoptheid onzerzijds gemakke lijk opnieuw tot verkeerde con clusies aanleiding kunnen ge ven temeer waar ons blijkt, dat zelfs mr. Schenkeveld onze uiteenzetting niet nauwkeurig gelezen heeft. Het ontslag. Nemen wij eerst de kwestie van het ontslag. Dinsdag hebben wij ons standpunt uitvoerig -betoogd waardoor op enkele onderdeelen opnieuw qen aanvulling gegeven werd op onze berichtgeving over deze zaak van 5 èn ,6 October (deze laatste berichtgeving vergeet mr. S. volkomen) zoodat wij te dezen aanzien gevoegelijk kunnen terug grijpen op het Dinsdag gepubliceer de. Wij zeiden toen reeds, dat er in onze voorstelling van dit ontslag en die van deh verdediger in wezen geen verschil bestaat, tenzij dan de interpretatie. Wij kunnen alleen over dit onder deel nog een heele kolom volschrij ven, dóch zullen ons én om der wil- Da voorman der Germaanseha SS in Nederland, Feldmetfer, doet dienst al» onderofficier in de Waffen SS. Wij zien hier Feldmeijer (rechts) tijdens een ontmoeting met een kameraad uit Nederland, die ook als vrijwilliger dienst floek (SS PK Lüttmer-Q H-P H m) le van de plaatsruimte èn om het belang van den betrokkene, beper ken en ons bepalen tot het nog maals weergeven van ons stand punt, nu met weer andere woorden nog eens zeer duidelijk: Nadat de politie een onder zoek in de Centrale Keuken had ingesteld en de. 'zaak aan het licht kwam, mocht de leider niet meer als zoodanig werk zaam zijn. Er werd dus op staanden voet ingegrepen en hoe men het nu met eervolle ontslagen, en data fonheel ook wil voorstellen, de praktijk is dan toch zoo geweest, dat de 'man er direct uitgevlogen is. Hoe nu dit ontslag in zijn werk gegaan ig, doet hoeveel we er ook over zouden kunnen zeggen aan de kern der zaak niets af. a Maaltijden en de voor raden thuis. Eveneens om de reeds eerder ge*- noemde reden, zullen wij hier niet al te' diep op ingaan. Wij merken echter op, dat het Hoofd van de Centrale Keuken al een zeer verstrekkende verklaring geeft, waar het oordeel van den ac countant van den aangehaalden Rijksdienst luidt, dat er geen con trole op het bedoelde onderdeel mo gelijk is. Echter wij hebben nimmer be weerd, dat er met het overge schoten eten iets „gebeurd" zou zijn. Waarvoor dan deze suggeree- rende verklaring, die gelet op het oordeel van den meergenoemden accountant geen waarde heeft? En* wat de voorraden thuis be treft, blijkens het door u „juist en volledig" genoemde verslag van on zen rechtbankverslaggever, hebt u in uw pleidooi gezegd, dat de groote Voorraden, op zeer normale en geoorloofde wijze gekocht wa ren. Nu zouden wij en vermoedelijk al onze lezers wel graag eens vernemen, hoe men in dezen tijd „op zeer normale en geoorloofde wijze" aan groote voorraden kan komen wel te verstaan van boter en vet! Tot nu toe is nog aan niemand aannemelijk gemaakt, hoe deze voorraden aangelegd konden wor den. Uit i ons verslag wordt voorts de verklaring van- den getuige a dé charge aangehaald maar ons ver slag is er niet schuld aan, dat voor den politierechter alleen maar een getuige a décharge is gehoord en bijv. niet de politieman, die het on derzoek in deze zaak leidde. Wij hebben een klein vermoeden, dat er dan nog wel iets anders te voor schijn, gekomen zou zijn. De beteekenis van de uitlating van den politierechter zal door de praktijk later bepaald worden. Met het „gigen vet" dat teruggegeven zou kunnen worden, zal ongetwij feld slechts dat deel bedoeld zijn, waarvan onomstootelijk -is komen vast te 'staan, dat het niet uit de Centrale Keuken' afkomstig is (plm. l'kg oud vet). De resteerende partij van 8 kg roomboter en 28 ons vét (in rollen van 4. ons) zal daar niet in begrepen zijn. EER is teer, schrijft mr. Schen keveld. Zeker, maar dat had uw cliënt vroeger moeten reali- seeren,. vóór hij zijn eer en goeden naam op het- spel zette. Dat hebben wij niet gedaan, maar hij. Dat er meer ruchtbaarheid aan gegeven is, is evenmin ónze schuld, daar wij er geen behoefte aan heb ben telkens op eenzelfde feil; terug te komen. Maar gij, geachte inzender, wenschte rehabilitatie van uw cliënt wat toch echter alléén mo gelijk ware, indien er niets gepas seerd zou zijn. Het veroordeelend vonnis duidt daar evenwel niet op. Gij zoudt hoogstens hebben kun nen verzoeken de zaak Van uw cliënt met de noodige clementie in de krant te willen behandelen en dan ?ou dat overwogen kunnen worden. Maar indienmen zoo'n verzoek doet, houdt men geën félle perora tie tegen die krant, een peroratie die haar noopt tot pareeren voor al daar wij ons steeds gegeven standpunt volledig kunnen handha ven. Dat de zaak aldus meer ruchtbaar wordt, is niet onze, maar uw schuld! Wij zullen het hier bij laten, Nog maals, wij kunnen nog tal van voor beelden en "feiten laten spreken, doch zullen deze niet het minst in het belang van uw cliënt thans laten... rusten; de affaire is o.i. vol doende belicht geworden, om er de eenig juiste conclusie uit te trek ken. Wij zijn te allen tijde bereid iémand te, rehabiliteeren, maar dan ook alleen als dat verdiend is. Réd. D. v. N.H. De Heer en Mevrouw A. KÖSTERHEEGER geven met groote blijd schap kennis van de ge boorte van hun zoon ALEXANDER BERNARD. Alkmaar, 18 Nov. 1942. Langestraat 22. Met blijdschap geven wij kennis van de geboorte van onze dochter GERRITJE. T. DIJKSTRA. A. DIJKSTRA— KRUYT. Stompetoren, 18 Nov. 1942. Ondertrouwd: ItOMKE J. HAITSMA en ANS VERWER. Almelo, Asterstraat 20. Alkmaar, Koningsweg 6?. 19 November 1942. Huwelijksvoltrekking Dinsdag 1 December- v.m. 10 uur. Ondertrouwd GERHARD NOORDHUIS en ELSJE A. GROOT. Huwelijksvoltrekking 3 Dec. 1942, 11 uur v.m. Alkmaar, 19 Nov. 1942. Kruislaan 6. Receptie 3 December van 45 uur. Getrouwd F. BUIJL en I. BUISMAN, (lie, mede namens weder- zijdsehe Ouders, hartelijk dank zeggen voor de vele blijken van belangstelling bij -hun huwelijk onder vonden. Alkmaar, 18 Nov. 1942. 30-Nov. hopen onze ge liefde Ouders K. EVERS en F. EVERS—v. LEI JEN den dag te herdenken dat zij vóór 12 K jaar in den echt zijn verbonden. Hun liefhebbende kinderen, AREND, FREEK, JAN èn PIET. Heerhugowaard, 20 Nov. 1942. Heden overleed onze lieve Moeder. Behuwd- moeder, Grootmoeder en Overgrootmoeder LAMBERTA \VEESHOFF, Weduwe van JAN MESSCHAERT, in Sen ouderdom van 84 jaar. Leeuwarden, P. MESSCHAERT. R. MESSCHAERT— SONNEGA en Kinderen. Spijkerboor, A. LEEGWATER— MESSCHAERT. C. LEEGWATER, Kinderen en Kleinkind. West-Graftdijk, M. MESSCHAERT. H. J. MESSCHAERT. West-Graftdijk, 17 November 1942. De teraardebestelling zal plaats hebben Vrij dag 20 November om half drie te West- Graftdijk. Op 14 November j.l. overleed te Baarn, tot onze groote droefheid, onze lieve Zuster en Behuwdzuster JACOBA MARTHA LEDEBOER, ih den ouderdom van 77 jaar. Mr. A. M. LEDEBOER. M. G. H. LEDEBOER— GERRITSEN. Bergen, 19 Nov. 1942. Heden overleed, zacht en kalm, in het Cen traal Ziekenhuis te Alkmaar, mijn innig geliefde Vrouw, MAARTJE KIEFT, geb. KUIPER, in den ouderdom van 51 jaar. G. KIEFT. Schoorl, 18 Nov. 1942. Duinweg C 84. De teraardebestelling zal plaats hebben a.s. Zaterdag op de Ge meente-Begraafplaats te SchóoTl, nam. twee uur. DANKBETUIGING. Met deze betuigen wij onzen hartelijken dank voor de vele blijken van deelneming,* ondervonden na het overlijden van onzen geliefden Man en Vader, den Heer CORNELIS SCHOEN. Uit aller naam, Fam. C. SCHOEN- HOPMAN. Hêiloo, Warmoezïerlaan I 213, Gevraagd WERKSTER, voor één of twee dagen per week. PASTERNOSTERSTR. 5 A. Groot Levensmiddelenbedrijf vraagt voor zijn filiaal te ALKMAAR van 1520 jaar. Schriftelijke sollicitaties met vermelding van leeftijd, schoolopleiding en even- tueele vorige werkkringen te richten aan het bureau van dit blad onder letter P 846. Gezocht voor spoedige indiensttreding een bij voorkeur wonende te Alkmaar of onmiddellijke omgeving. Leeftijd 18—22 jaar. Vlot kunnende typen en vertrouwd met eenv. adm. werkzaam heden. Brieven met uitv. inl. (o.a. vermeldend leeftijd, bpleiding, referenties, godsdienst en verl. salaris) te richten aan Bur. van dit blad ondér letter U 850. gevraagd. Bekendheid met steno en typen vereischt. Bij gebleken geschiktheid goede vooruitzichten. Br. letter R 847 bur. van dit blad. BESCH. MEISJE, 21 j., 1.1. verpl. z. z. g. g. als assistente bij Tandarts. Br. onder letter W 839 aan het bureau van dit blad. MEISJE gevraagd voor atelier en winkel. Ajour- en plisseer- inrichting v. BESUIJEN en Co., Mient 1, Alkmaar. Gedipl. Kraamverpleeg ster gevr. in kl. gez. begin Febr. Brieven lett. M 843 bureau van dii blad. Mevr. KOOTKER, Gees- terweg 14, vraagt voor Donderdag NETTE R. K. WERKSTER. Gevraagd HUISHOUDSTER, P.G., m.l., bij man alleen, op boerderij in N.-H. Br. lett. K 841 bureau v, d. bl. Mevr. v. LEEUWEN, Em- mastraat 93, vraagt FLINKE WERKSTER, voor eiken Zaterdag en Woensdag om de 14 dagen. NET DAGMEISJE gevraagd. Mevr, VAN HOEPEN, Zevenhuizerlaan L 71a, Heiloo. Een degelijk en flink meisje wordt een goede en gezellige betrekking aan geboden voor dag en nacht, in middenstandsgez'ini in ',t Gooi,' tegen flink loon. Br. met opgave van be kwaamheden, vorige be trekkingen en leeftijd aan Mevrouw DE KEYZER, S'chapendrift 8 c. te Bla- ricum. B. z. a. NET MEISJE, v. g. g. v., voor den geh. dag. Liefst met huis. verk. Ook gen. in winkel behulpz te zijn. Trompstr. 26, Alkm. Gevr. tegen 1 Dec. een net R. K. Meisje, boven de 18 j., voor alle dagen of v. d. en n. Netjes kunn.-wer ken. Br. 1. L 842 b. v. d. bl. Ter zetterij van de N. V. Boek! Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER en ZOON kan leen LEERLING geplaatst worden. B. z. a. BAKKERSKNECHT. Brieven onder letter j 840 bureau van dit blad. Gevraagd NETTE R. K. LOOPJONGEN, leeftijd 16 jaar. P. VINK, Nassaupléin 19. Boekh. A. J. J. KüHNE, Bóterstraat 22, vraagt voor direct FLINKEN LOOPJONGEN. VERMIST een ijzeren PUNTVLET Van 10 ton, inhoudende 2 a 3 ijzeren balken. Zij die aanwijzing kunnen geven tot terugbrenging van deze vlet ontvangen een beloo ning. Zich te wenden tot L. MIELDIJK, Wolfpad 3, Alkmaar. Gevraagd Jonge D. HERDER of BOUVIER, beslist goed tehuis. HOLLEWEG G 33. Heiloo. gebruikte kleeding. Gevraagd voor schraal jon getje van 6 jaren: 3 stuks onderbroekjes, flanelletjes, borstrokjes, pyama's, kou sen en 1 bovenbroekje, trui of blouse, winterjasje, paar pantoffeltjes en bed- zeiltje door Burgemeester van Schoorl. Te koop een partij nieuwe- GRANITO KACHELPLATEN.' PERRONSTRAAT 6. te koop gevraagd. J. VISSER, Pieterstraat 10-12, Wagenbouw. Te koop vijf geprepareerde KONIJNENVELLEN. GUURTJESLAAN 7, Bergen. Gevraagd te Bergen door dame, achter vijftig, een VRIENDELIJK TEHUIS, met Volledig pension, prijs 75 gld. per maand. Br. lett. O 845 bur. van dit blad. Te huur gevraagd te Bergen (N.-H.) GEMEUBILEERD HUIS, geschikt voor plm. 6 a 7 personen, liefst met garage. Brieven onder lett. S 848 bureau van dit blad. GEDEELTE VAN EEN WONING/ te huur gevraagd, onge meubileerd, omtrek Licht- bedrijven. Br. Stadhuis Alkmaar, Personeel Centrale. ZATERDAG 9 UUR LETTER A t/m. K. Aan personen beneden 16 jaar wordt geen num mer of vleesch uitgereikt. Pakmateriaal meebrengen. in het Gezellenhuis Stationsweg, Heiloo, a.s. Zaterdagavond van 7.30 tot 10 uur en Zondag van 10—7 uur. De donateursuitvoe ring op Woensdag 25 November is geheel bezet. Er kunnen geen donateurs meer wor den aangenomen. HET BESTUUR. HET LIJK VAN KLAAS DE GRAAFF GEVONDEN. De Amstedamsche politie heeft uit het water van het Damrak het lijk opgehaald van een map, die bij on derzoek bleek te zijn de sinds twee weken spoorloos verdwenen groen- tenhandelaar Klaas de Graaff, wiens opsporing enkele dagen geleden was Verzocht. Hoewel de gerechtelijke schouwing nog niet is geschied, acht de fSolitie het onwaarschijnlijk, dat hier van misdrijf sprake is, aangezien het slachtoffer zijn geld (meer dan drie duizend gulden) nog bij zich had Vermoedelijk is de man in het duis ter te water geraakt. OFFICIEELE MEDEDEELINGEN. Geldigheidsduur bewijzen overdracht „C". De geldigheidsduur van de bewijzen van overdracht „C" voor het vierde kwartaal 1942 vóór walserij- ëp, gléterij- producten is met een maand verlengd. Deze bewijzen van overdracht kunnen bij de handelaren tot en met 7 Japuari 1943 en bij de Nederlandsche producen ten, alsmede voor bestellingen in het buitenland, bij het Rijksbureau voor IJzer en Staal tot en met 15 Januari 1943 worden aangeboden. Inlevering witlofwortelen oogst 1942. De bestuurder van de Nederlandsche Akkerbouwcentrale heeft bepaald, dat iedere trekker van witlof verplicht is tot inlevering bij de daarvoor aange wezen drogerijen van een hoeveelheid witlofwortelen, overeenkomende met anderhalf maal de hoeveelheid door hein aan de veiling aangevoerde witlof. Het tijdstip, waarop de inlevering dient plaats te vinden, zal door de vei ling of door den bij de veiling aan wezigen gemachtigde van bovenver melde drogerijen worden vastgesteld. De levering moét geschieden franco aangevoerd bij de veiling of op door den gemachtlgdfe van de drogerijen aange wezen laadplaats, welke voor den des- betreffenden -trekker gunstiger zal zijn gelegen dan de betrokken veiling. De prijs, waartegen de inneming zal ge schieden, zal nader worden bekend ge maakt. Bij overtreding zal worden overge gaan tot inbezitneming van de witlof- wortelen én tot tucht- of strafrechtelijke vervolging. T FEUILLETON, 34 HOOFDSTUK XVII. Irene zet door. Irene besteedde er vijf dagen aan om zekerheid te krijgen, dat Silvio Barra niet in Milaan was. Waar hij dan wel zijn kon, daarvan had ze niet het minste vermoeden. Ze herinnerde zich zijn plan, na zijn studie eenige "jaren te gaan werken bij een groote automobiel firma in Milaan, Rome of Napels. En daar zijn studie vrijwel afgeloo- pen was, was het niet onmogelijk, dat hij nu reeds een dergelijke be trekking gezocht had. Ze begaf zich daarom naar het filiaal van een der grootste Italiaansche automobiel fabrieken en vroeg daar naar signor Silvio Barre, die kort gjleden uit het buitenland teruggekeerd was. „BarraBarra?" herhaalde de jonge man, die haar té woord stond, „als u een oogenblikje wilt wach ten, signorina Hij ging naar het kantoor en kwam terug met den leider van het fi liaal, een reeds bejaarden heer. „Bedoelt u signor Silvio Barra van de Via Correnti-Carrobbia?" vroeg deze, haar bewonderend op nemend. 4 „Ja", antwoordde ze verheugd, „kunt u me zeggen, waar ik - hem vinden kan?" „Dat kan ik u tot mijn spijt niet zeggen, signorina. Hij was kort ge leden hier om zich als volontair aan te bieden, doch we hadden geen plaats vrij.'hij hèeït het wellicht ergens ganders geprobeerd. Als u.echter bij de familie..." „Dat gaat niet", stotterde Irene, „ikbegrijpt V De filiaalleider trok de wenk brauwen op. „Ik zal mijn best doen, het voor u te weten te komen, sig norina. Wilt u even plaats ne- meaï,'4 Hij wees op een stalen stoel en ging het kantoor in. Irene hoorde hem lang telefoneeren, maar ver stond er geen! woord van. Eindelijk kwam hij terug en haalde reeds van verre zijn schouders op. „Spijt me ten zeerste, signorina de familie heeft me verzocht, geen inlichtingen te verschaffen aan een vreemde dame, die navraag doet en daar ik goed bevriend ben met den ouden heer „Dank u", zei Irene, blozend van schaamte, „neemt u me niet kwa lijk, dat ik u lastig gevallen ben". „Heelemaal niet, signorina het spijt me ontzettend Met tranen in de oogen ging ze heen. Terwijl de filiaalhouder zich naar zijn kantoor begaf, keek de jonge verkooper op zijn hqrloge en riep hem na: „Kan ik gaan middag eten^ direttore?" „.Goed. Maar kom op tijd terug. Je moet een proefrit doéh, als je terugkomt". Zonder zich de moeite te geven, zijn hoed te grijpen, stormde de verkooper de zaak uit. Hij had er op gelet, Welke richting Irene uit gegaan was. Eindelijk zag hij haar lichte lin nen japon en haar witten stroohoed in de verte, doch toen hij op de plaats kwam, waar hij dacht, haar te vinden, was ze verdv/ene'n. In een winkel, in een huis? Er bevond zich daar wel een goe&koope „trat toria", maar daar gilgen buiten- landsche dames gewoonlijk niet heen. om te dineeren. Hij keek orrw zichtig het met klimop begroeide terrasje rond en ging naar binnen. Irene zat in het donkerste hoekje en hekeek de met de hand geschre ven spijskaart. Ze had nog het zak doekje, waarmee ze haar tranen ge droogd had, in haaf hand. „Neemt u me niet kwalijk signo rina", zei de verkooper, bij haar stilstaade. „Weet u nog, wie ik ben?" Verbluft keek Irene hem aan. Hij kwam haar wel bekend voor. Ook zjjn stem. Hij noemde den naam der firma en wees in de richting, van waar zij beiden gekomen waren. LWordt yeryplgdi,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Noord-Holland : Alkmaarsche editie | 1942 | | pagina 3