De enregeimatigiietEen bij de Centrale Keuken.
FUHKE KHHTOORBEDIEHDE (Vrij
BEZOEKT DE
KONIJNEN-
TENTOONSTELLING
IRENE KELLER'S
Nette Kantoorjuffrouw
Een woord van den
verdediger
ons onveranderde
standpunt.
FLINKE VERKOOPSTERS
IJZEREN
WAGENBANDEN
VRIJBANK
GEM. SLACHTHUIS.
HEILOO.
,,'T OHTLUIKEHDE ROOSJE".
Het kantoor der Directe
belastingen, Invoer
rechten en accijnzen
wordt op 20 en 21 No
vember verplaatst van
Kennemerstraatweg 21
naar
Magdalenenstraat 22.
DUBBELE
LEVEN.
door FRED ANDREAS.
en
ONZE kantteekening op het
verslag van de zitting van
den politierechter, waarin de ver-
oordeeling werd gemeld van den
gelezen leider der Alkmaarsche
Centrale Keuken, heeft den verde
diger in deze zaak, mr. A. Schenke-
veld, aanleiding" gegeven een schrij
ven tot ons te richten, dat' wij op
zijn verzoek hier onverkort laten
volgen:
„Als verdediger ^van den heer G.
A. M. de R(ie) er is" in dit geval
niet hét minste bezwaar tegen,' dat
de naam volledig vermeld wordt
las ik met veel belangstelling, het
geen voorkomt in uw blad van gis
teravond bver de „Onregelmatighe
den bij de Centrale Keuken te Alk
maar". Daarover veroorloof ik me
de volgende opmerkingen:
Uw verslaggever breng ik gaarne
hulde en -dank voor de juiste en vol
ledige wijze, waarop hij in zijn ver
slag het ter terechtzitting besprokene
hqeft weergegeven. Hij heeft daar
mede geheel voldaan aan mijn bij
pleidooi aan de pers gedaan verzoek
mede te werkgn aan een publieke
rehabilitatie van den heer de Rie,
die door het artikel in uw blad van
5 October j.l. publiek „gedisqualifi-
ceerd" was.
Helaas kan ik niet zoo tevreden
zijn nver hetgeen u onder het hoofd
„Feiten" aan dit verslag hebt toege
voegd. Het belang van jnijn cliënt
(dat alleen drijft me fen daarom
passeer ik zwijgend, wat u over den
verdediger schrijft) eischt, dat ik
daarvan het een en ander rechtzet,
't Gaat hier toch om de eer en goe
den naam van een landgenoot, die
o.a. van 1 October 1913 af met eere
in ons Leger had gediend.
'k Wil dit doen aan de hand van
uw meergenoemd artikel van 5 Oct.
en bespreek daarvan de volgende
punten:
1. Het ontslag: „Als gevolg
van ernstige onregelmatigheden^
welke door een deel van het perso
neel der Centrale Keuken alhier zijn
gepleegd" zou „de burgemeester
den leider, den heer de R., en den
chef-kok van L.- op staanden voet
ontslagen" hebben. Dat stond dus in
uw blad van 5 October.
Echter heeft het „Hoofd van d^
Centrale Keuken" op 30 Septem
ber aan den heer de Rie „in op
dracht van den burgemeester van
Alkmaar met ingang van 1 Novem
ber 1942 eervol ontslag verleend",
en wel „omreden hij niet voldoende
toezicht heeft gehouden op het aan
hem ondergeschikte personeel".
(Dus niet om de bewezen „enkele
onregelmatigheid" of de „vnaar in
het geheel niet ten laste gelegde"
„overige ongerechtigheden").
2. Maalt ij den aan niet-
rechthebbenden: „Bij" een na
der onderzoek" zou aan het licht
zijn gekomen, dat de heer de" Rie
„ook maaltijden uit de keuken liet
leveren aan menschep, die hierop
gen enkel recht konden laten^ gel
den". Dat is dan een deel van „hét
onjuiste beheer, om niet te zeggen
„wanbeheer", waarvan uw „Feiten"
gewaagt, mogelijk in navolgjng van
„een door de politie gehoorde getui
ge, die insinueerde, dat verdachte
het geld daarvan te eigen bate
aanwendde".
Hiertegenover moge gesteld wor
den een verklaring van het „Hoofd
van de Centrale Keuken" d.d. 14
November 1942, blijkens welke door
den keer de Rie „met medeweten
en goedkeuring van mij als hoofd
van de Centrale Keuken en met
medeweten van de Accountants
dienst van het Dep. van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart en
Landbouw en Visscherij dagelijks
het overgeschoten' eten uit de keu
ken zonder bon werd verkocht te
gen een prijs van 0.10 'per portie
aan het armlastig publiek en voor
1 per keer aan de Alkmaarsche
politie, welke bedragen geregeld
door mij zijn ontvangen".
3. De voorraden thuis: In
de woping van den heer de Rie, die
„op zeer' zonderlinge wijze met de
aan zijn zorg-toevertrouwde levens
middelen bleek om te springen",
„werd een flinke hoeveelheid boter
en vet aangetroffen". Als dit inder
daad uit de Centrale Keuken af
komstig was geweest, zou „wanbe#
heer" nog een zachte qualificatie
zijn geweest.
Wat is hiervan nu gebleken? Al
leen, dat hiervan „het wettig en
overtuigend bewijs" niet kon gele
verd worden, zoodat verdachte
slechts door een „non liquet" aan
zijn gerechte straf is ontkomen? Uit
het verslag blijkt het tegendeel.
Mede door de verklaring van den
getuige a décharge Groot is toch ko
men vast te staan, dat het „een ver
gissing was" toen „men er van over
tuigd was, dat deze artikelen uit de
keuken afkomstig waren". En door
slaand was wel hetgeen de Politie
rechter aan zijn vonnis toevoegde,
dat hij n.l. „verwachtte, dat ver
dachte 'door de Centrale Keuken
schadeloos gesteld zou worden voor
het verlies van zijn eigen (spa
tieering van mij, A. S.) vet en bo
ter".
„Eer is teer", zei Dr. A. Kuyper.
'k Twijfel er niet aan, Mijne Hee-
ren, of u zult dit onderschrijven en
zoo bereid zijn aan het verdere eer
herstel, hetwelk dit schrijven be
toogt, mede te werken, door het in
uw blad zoo mogelijk vap he-
dgn op te nemen.
Lat ik in dezen brief alleen de
„feiten" heb laten, spreken en dan
in „de bewoordingen" ontleend aan
uw blad en de geciteerde verklarin
gen, kunt u gemakkelijk nagaan,
voor wat die Verklaringen betreft
door raadpleging van deze stukken
zelf, die ik hier bijvoeg en na ge
bruik gaarne terugontvang."
HET spijt ons dat wij door de
zen brief opnieuw de, affaire-
Centrale Keuken moeten aansnij
den, omdat wij waar men ons
blijkbaar niet wil of kan begrijpeii
nu uiteraard ook weer dieper
moeten gaan roeren.
Wij stellen allereerst vast, dat dit
niet onze schuld is, om vervolgens
met nadruk te constateeren, dat mr.
Schenkeveld schrijft: „hulde en
dank (te brengen) voor de juiste en
volledige wijze, waarop hij - (ónze
rechtbankverslaggever - Red.) in
zijn verslag het ter terechtzitting
besprokene heeft weergegeven", en
vervolgens: „niet zoo tevreden (te)
zijn over hetgeen u onder het hoofd
„Feiten." aan dit verslag hebt toe
gevoegd".
Dit citaat is'van belang, om
dat mr. Schenkeveld daarin
toegeeft, dat wij, voor dat deel
van deze zaak dat hij zelf mee
beleefde (de rechtszitting)
en dus beoordeelen kan,
zeer wel de waarheid publi
ceerden!
Waarom zou dan het overige deel
van onze publicatie niet op - waar
heid berusten? Mr. Schenkeveld, die
dat deel niet zelf meebeleef-
d e, heeft zeker niet het recht onze
waarheidsliefde op dat punt in twij
fel te trekken.
Vervolgens gaat mr. Schenkeveld,
let wel, niet nader in op onze „Fei
ten", doch wel op onze vroegere be
richtgeving over deze zaak in ons
blad van 5 Oct. j.l., om aan de hand
daarvan een en ander recht te zet
ten.
Mr. Schenkeveld doet derhalve
hetzelfde als in zijn pleidooi voor
den politierechter, d.w.z. hij valt
ook nu ons blad pan op het belicht
dat 5 October gepubliceerd werd.
Waar wij op dien aanval Dinsdag
reeds uitvoerig antwoordden
nogmaals: over welk antwoord mr.
S. nu slechts zégt „niet zoo tevre
den te zijn", zonder evenwel den in
houd aan ~te vallen zouden wij
ditmaal met het opmerken van déze
feiten kunnen Volstaan.
Dit houdt evenwel een ge
vaar in. Waar immers b'ij deze
zaak nogal eenige addertjes on
der het gras verborgen blijken
te zitten, zou een zoodanige be
knoptheid onzerzijds gemakke
lijk opnieuw tot verkeerde con
clusies aanleiding kunnen ge
ven temeer waar ons blijkt,
dat zelfs mr. Schenkeveld onze
uiteenzetting niet nauwkeurig
gelezen heeft.
Het ontslag.
Nemen wij eerst de kwestie van
het ontslag. Dinsdag hebben wij ons
standpunt uitvoerig -betoogd
waardoor op enkele onderdeelen
opnieuw qen aanvulling gegeven
werd op onze berichtgeving over
deze zaak van 5 èn ,6 October (deze
laatste berichtgeving vergeet mr.
S. volkomen) zoodat wij te dezen
aanzien gevoegelijk kunnen terug
grijpen op het Dinsdag gepubliceer
de. Wij zeiden toen reeds, dat er in
onze voorstelling van dit ontslag en
die van deh verdediger in wezen
geen verschil bestaat, tenzij dan de
interpretatie.
Wij kunnen alleen over dit onder
deel nog een heele kolom volschrij
ven, dóch zullen ons én om der wil-
Da voorman der Germaanseha SS in Nederland, Feldmetfer, doet dienst al»
onderofficier in de Waffen SS. Wij zien hier Feldmeijer (rechts) tijdens een
ontmoeting met een kameraad uit Nederland, die ook als vrijwilliger dienst
floek (SS PK Lüttmer-Q H-P H m)
le van de plaatsruimte èn om het
belang van den betrokkene, beper
ken en ons bepalen tot het nog
maals weergeven van ons stand
punt, nu met weer andere woorden
nog eens zeer duidelijk:
Nadat de politie een onder
zoek in de Centrale Keuken had
ingesteld en de. 'zaak aan het
licht kwam, mocht de leider
niet meer als zoodanig werk
zaam zijn. Er werd dus op
staanden voet ingegrepen en
hoe men het nu met eervolle
ontslagen, en data fonheel ook
wil voorstellen, de praktijk is
dan toch zoo geweest, dat de
'man er direct uitgevlogen is.
Hoe nu dit ontslag in zijn werk
gegaan ig, doet hoeveel we er ook
over zouden kunnen zeggen aan
de kern der zaak niets af. a
Maaltijden en de voor
raden thuis.
Eveneens om de reeds eerder ge*-
noemde reden, zullen wij hier niet
al te' diep op ingaan.
Wij merken echter op, dat het
Hoofd van de Centrale Keuken al
een zeer verstrekkende verklaring
geeft, waar het oordeel van den ac
countant van den aangehaalden
Rijksdienst luidt, dat er geen con
trole op het bedoelde onderdeel mo
gelijk is.
Echter wij hebben nimmer be
weerd, dat er met het overge
schoten eten iets „gebeurd" zou
zijn. Waarvoor dan deze suggeree-
rende verklaring, die gelet op het
oordeel van den meergenoemden
accountant geen waarde heeft?
En* wat de voorraden thuis be
treft, blijkens het door u „juist en
volledig" genoemde verslag van on
zen rechtbankverslaggever, hebt u
in uw pleidooi gezegd, dat de
groote Voorraden, op zeer normale
en geoorloofde wijze gekocht wa
ren.
Nu zouden wij en vermoedelijk
al onze lezers wel graag eens
vernemen, hoe men in dezen tijd
„op zeer normale en geoorloofde
wijze" aan groote voorraden kan
komen wel te verstaan van boter
en vet!
Tot nu toe is nog aan niemand
aannemelijk gemaakt, hoe deze
voorraden aangelegd konden wor
den.
Uit i ons verslag wordt voorts de
verklaring van- den getuige a dé
charge aangehaald maar ons ver
slag is er niet schuld aan, dat voor
den politierechter alleen maar een
getuige a décharge is gehoord en
bijv. niet de politieman, die het on
derzoek in deze zaak leidde. Wij
hebben een klein vermoeden, dat er
dan nog wel iets anders te voor
schijn, gekomen zou zijn.
De beteekenis van de uitlating
van den politierechter zal door de
praktijk later bepaald worden. Met
het „gigen vet" dat teruggegeven
zou kunnen worden, zal ongetwij
feld slechts dat deel bedoeld zijn,
waarvan onomstootelijk -is komen
vast te 'staan, dat het niet uit de
Centrale Keuken' afkomstig is (plm.
l'kg oud vet). De resteerende partij
van 8 kg roomboter en 28 ons vét
(in rollen van 4. ons) zal daar niet
in begrepen zijn.
EER is teer, schrijft mr. Schen
keveld. Zeker, maar dat had
uw cliënt vroeger moeten reali-
seeren,. vóór hij zijn eer en goeden
naam op het- spel zette. Dat hebben
wij niet gedaan, maar hij.
Dat er meer ruchtbaarheid aan
gegeven is, is evenmin ónze schuld,
daar wij er geen behoefte aan heb
ben telkens op eenzelfde feil; terug
te komen.
Maar gij, geachte inzender,
wenschte rehabilitatie van uw
cliënt wat toch echter alléén mo
gelijk ware, indien er niets gepas
seerd zou zijn. Het veroordeelend
vonnis duidt daar evenwel niet op.
Gij zoudt hoogstens hebben kun
nen verzoeken de zaak Van uw cliënt
met de noodige clementie in de
krant te willen behandelen en dan
?ou dat overwogen kunnen worden.
Maar indienmen zoo'n verzoek
doet, houdt men geën félle perora
tie tegen die krant, een peroratie
die haar noopt tot pareeren voor
al daar wij ons steeds gegeven
standpunt volledig kunnen handha
ven.
Dat de zaak aldus meer ruchtbaar
wordt, is niet onze, maar uw schuld!
Wij zullen het hier bij laten, Nog
maals, wij kunnen nog tal van voor
beelden en "feiten laten spreken,
doch zullen deze niet het minst
in het belang van uw cliënt thans
laten... rusten; de affaire is o.i. vol
doende belicht geworden, om er de
eenig juiste conclusie uit te trek
ken.
Wij zijn te allen tijde bereid
iémand te, rehabiliteeren, maar dan
ook alleen als dat verdiend is.
Réd. D. v. N.H.
De Heer en Mevrouw
A. KÖSTERHEEGER
geven met groote blijd
schap kennis van de ge
boorte van hun zoon
ALEXANDER BERNARD.
Alkmaar, 18 Nov. 1942.
Langestraat 22.
Met blijdschap geven wij
kennis van de geboorte van
onze dochter
GERRITJE.
T. DIJKSTRA.
A. DIJKSTRA—
KRUYT.
Stompetoren, 18 Nov. 1942.
Ondertrouwd:
ItOMKE J. HAITSMA
en
ANS VERWER.
Almelo, Asterstraat 20.
Alkmaar, Koningsweg 6?.
19 November 1942.
Huwelijksvoltrekking
Dinsdag 1 December- v.m.
10 uur.
Ondertrouwd
GERHARD NOORDHUIS
en
ELSJE A. GROOT.
Huwelijksvoltrekking 3
Dec. 1942, 11 uur v.m.
Alkmaar, 19 Nov. 1942.
Kruislaan 6.
Receptie 3 December van
45 uur.
Getrouwd
F. BUIJL
en
I. BUISMAN,
(lie, mede namens weder-
zijdsehe Ouders, hartelijk
dank zeggen voor de vele
blijken van belangstelling
bij -hun huwelijk onder
vonden.
Alkmaar, 18 Nov. 1942.
30-Nov. hopen onze ge
liefde Ouders
K. EVERS
en
F. EVERS—v. LEI JEN
den dag te herdenken dat
zij vóór 12 K jaar in den
echt zijn verbonden.
Hun liefhebbende
kinderen,
AREND, FREEK,
JAN èn PIET.
Heerhugowaard,
20 Nov. 1942.
Heden overleed onze
lieve Moeder. Behuwd-
moeder, Grootmoeder
en Overgrootmoeder
LAMBERTA
\VEESHOFF,
Weduwe van
JAN MESSCHAERT,
in Sen ouderdom van
84 jaar.
Leeuwarden,
P. MESSCHAERT.
R. MESSCHAERT—
SONNEGA
en Kinderen.
Spijkerboor,
A. LEEGWATER—
MESSCHAERT.
C. LEEGWATER,
Kinderen en
Kleinkind.
West-Graftdijk,
M. MESSCHAERT.
H. J. MESSCHAERT.
West-Graftdijk,
17 November 1942.
De teraardebestelling
zal plaats hebben Vrij
dag 20 November om
half drie te West-
Graftdijk.
Op 14 November j.l.
overleed te Baarn, tot
onze groote droefheid,
onze lieve Zuster en
Behuwdzuster
JACOBA MARTHA
LEDEBOER,
ih den ouderdom van
77 jaar.
Mr. A. M. LEDEBOER.
M. G. H. LEDEBOER—
GERRITSEN.
Bergen, 19 Nov. 1942.
Heden overleed, zacht
en kalm, in het Cen
traal Ziekenhuis te
Alkmaar, mijn innig
geliefde Vrouw,
MAARTJE KIEFT,
geb. KUIPER,
in den ouderdom van
51 jaar.
G. KIEFT.
Schoorl, 18 Nov. 1942.
Duinweg C 84.
De teraardebestelling
zal plaats hebben a.s.
Zaterdag op de Ge
meente-Begraafplaats
te SchóoTl, nam. twee
uur.
DANKBETUIGING.
Met deze betuigen wij
onzen hartelijken dank
voor de vele blijken van
deelneming,* ondervonden
na het overlijden van onzen
geliefden Man en Vader,
den Heer
CORNELIS SCHOEN.
Uit aller naam,
Fam. C. SCHOEN-
HOPMAN.
Hêiloo,
Warmoezïerlaan I 213,
Gevraagd
WERKSTER,
voor één of twee dagen
per week.
PASTERNOSTERSTR. 5 A.
Groot Levensmiddelenbedrijf vraagt voor zijn
filiaal te ALKMAAR
van 1520 jaar. Schriftelijke sollicitaties met
vermelding van leeftijd, schoolopleiding en even-
tueele vorige werkkringen te richten aan het
bureau van dit blad onder letter P 846.
Gezocht voor spoedige indiensttreding een
bij voorkeur wonende te Alkmaar of onmiddellijke
omgeving. Leeftijd 18—22 jaar. Vlot kunnende
typen en vertrouwd met eenv. adm. werkzaam
heden. Brieven met uitv. inl. (o.a. vermeldend
leeftijd, bpleiding, referenties, godsdienst en verl.
salaris) te richten aan Bur. van dit blad ondér
letter U 850.
gevraagd. Bekendheid met
steno en typen vereischt.
Bij gebleken geschiktheid
goede vooruitzichten.
Br. letter R 847 bur. van
dit blad.
BESCH. MEISJE,
21 j., 1.1. verpl. z. z. g. g. als
assistente bij Tandarts. Br.
onder letter W 839 aan
het bureau van dit blad.
MEISJE
gevraagd voor atelier en
winkel. Ajour- en plisseer-
inrichting v. BESUIJEN en
Co., Mient 1, Alkmaar.
Gedipl. Kraamverpleeg
ster gevr. in kl. gez. begin
Febr. Brieven lett. M 843
bureau van dii blad.
Mevr. KOOTKER, Gees-
terweg 14, vraagt voor
Donderdag NETTE
R. K. WERKSTER.
Gevraagd
HUISHOUDSTER,
P.G., m.l., bij man alleen,
op boerderij in N.-H. Br.
lett. K 841 bureau v, d. bl.
Mevr. v. LEEUWEN, Em-
mastraat 93, vraagt
FLINKE WERKSTER,
voor eiken Zaterdag en
Woensdag om de 14 dagen.
NET DAGMEISJE
gevraagd.
Mevr, VAN HOEPEN,
Zevenhuizerlaan L 71a,
Heiloo.
Een degelijk en flink
meisje wordt een goede en
gezellige betrekking aan
geboden voor dag en nacht,
in middenstandsgez'ini in
',t Gooi,' tegen flink loon.
Br. met opgave van be
kwaamheden, vorige be
trekkingen en leeftijd aan
Mevrouw DE KEYZER,
S'chapendrift 8 c. te Bla-
ricum.
B. z. a. NET MEISJE,
v. g. g. v., voor den geh.
dag. Liefst met huis. verk.
Ook gen. in winkel behulpz
te zijn. Trompstr. 26, Alkm.
Gevr. tegen 1 Dec. een
net R. K. Meisje, boven de
18 j., voor alle dagen of v.
d. en n. Netjes kunn.-wer
ken. Br. 1. L 842 b. v. d. bl.
Ter zetterij van de N. V.
Boek! Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER en
ZOON kan leen
LEERLING
geplaatst worden.
B. z. a.
BAKKERSKNECHT.
Brieven onder letter j 840
bureau van dit blad.
Gevraagd NETTE R. K.
LOOPJONGEN,
leeftijd 16 jaar. P. VINK,
Nassaupléin 19.
Boekh. A. J. J. KüHNE,
Bóterstraat 22, vraagt voor
direct
FLINKEN LOOPJONGEN.
VERMIST
een ijzeren PUNTVLET
Van 10 ton, inhoudende
2 a 3 ijzeren balken. Zij die
aanwijzing kunnen geven
tot terugbrenging van deze
vlet ontvangen een beloo
ning. Zich te wenden tot
L. MIELDIJK, Wolfpad 3,
Alkmaar.
Gevraagd Jonge D.
HERDER of BOUVIER,
beslist goed tehuis.
HOLLEWEG G 33. Heiloo.
gebruikte kleeding.
Gevraagd voor schraal jon
getje van 6 jaren: 3 stuks
onderbroekjes, flanelletjes,
borstrokjes, pyama's, kou
sen en 1 bovenbroekje,
trui of blouse, winterjasje,
paar pantoffeltjes en bed-
zeiltje door Burgemeester
van Schoorl.
Te koop een partij nieuwe-
GRANITO
KACHELPLATEN.'
PERRONSTRAAT 6.
te koop gevraagd.
J. VISSER, Pieterstraat
10-12, Wagenbouw.
Te koop vijf geprepareerde
KONIJNENVELLEN.
GUURTJESLAAN 7,
Bergen.
Gevraagd te Bergen door
dame, achter vijftig, een
VRIENDELIJK TEHUIS,
met Volledig pension, prijs
75 gld. per maand. Br. lett.
O 845 bur. van dit blad.
Te huur gevraagd te
Bergen (N.-H.)
GEMEUBILEERD HUIS,
geschikt voor plm. 6 a 7
personen, liefst met garage.
Brieven onder lett. S 848
bureau van dit blad.
GEDEELTE VAN EEN
WONING/
te huur gevraagd, onge
meubileerd, omtrek Licht-
bedrijven.
Br. Stadhuis Alkmaar,
Personeel Centrale.
ZATERDAG 9 UUR
LETTER A t/m. K.
Aan personen beneden
16 jaar wordt geen num
mer of vleesch uitgereikt.
Pakmateriaal meebrengen.
in het Gezellenhuis
Stationsweg, Heiloo,
a.s. Zaterdagavond
van 7.30 tot 10 uur en
Zondag van 10—7 uur.
De donateursuitvoe
ring op Woensdag 25
November is geheel
bezet. Er kunnen geen
donateurs meer wor
den aangenomen.
HET BESTUUR.
HET LIJK VAN KLAAS DE
GRAAFF GEVONDEN.
De Amstedamsche politie heeft uit
het water van het Damrak het lijk
opgehaald van een map, die bij on
derzoek bleek te zijn de sinds twee
weken spoorloos verdwenen groen-
tenhandelaar Klaas de Graaff, wiens
opsporing enkele dagen geleden was
Verzocht.
Hoewel de gerechtelijke schouwing
nog niet is geschied, acht de fSolitie
het onwaarschijnlijk, dat hier van
misdrijf sprake is, aangezien het
slachtoffer zijn geld (meer dan drie
duizend gulden) nog bij zich had
Vermoedelijk is de man in het duis
ter te water geraakt.
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
Geldigheidsduur bewijzen overdracht
„C".
De geldigheidsduur van de bewijzen
van overdracht „C" voor het vierde
kwartaal 1942 vóór walserij- ëp, gléterij-
producten is met een maand verlengd.
Deze bewijzen van overdracht kunnen
bij de handelaren tot en met 7 Japuari
1943 en bij de Nederlandsche producen
ten, alsmede voor bestellingen in het
buitenland, bij het Rijksbureau voor
IJzer en Staal tot en met 15 Januari
1943 worden aangeboden.
Inlevering witlofwortelen oogst 1942.
De bestuurder van de Nederlandsche
Akkerbouwcentrale heeft bepaald, dat
iedere trekker van witlof verplicht is
tot inlevering bij de daarvoor aange
wezen drogerijen van een hoeveelheid
witlofwortelen, overeenkomende met
anderhalf maal de hoeveelheid door hein
aan de veiling aangevoerde witlof.
Het tijdstip, waarop de inlevering
dient plaats te vinden, zal door de vei
ling of door den bij de veiling aan
wezigen gemachtigde van bovenver
melde drogerijen worden vastgesteld.
De levering moét geschieden franco
aangevoerd bij de veiling of op door den
gemachtlgdfe van de drogerijen aange
wezen laadplaats, welke voor den des-
betreffenden -trekker gunstiger zal zijn
gelegen dan de betrokken veiling. De
prijs, waartegen de inneming zal ge
schieden, zal nader worden bekend ge
maakt.
Bij overtreding zal worden overge
gaan tot inbezitneming van de witlof-
wortelen én tot tucht- of strafrechtelijke
vervolging.
T
FEUILLETON,
34
HOOFDSTUK XVII.
Irene zet door.
Irene besteedde er vijf dagen aan
om zekerheid te krijgen, dat Silvio
Barra niet in Milaan was. Waar hij
dan wel zijn kon, daarvan had ze
niet het minste vermoeden.
Ze herinnerde zich zijn plan, na
zijn studie eenige "jaren te gaan
werken bij een groote automobiel
firma in Milaan, Rome of Napels.
En daar zijn studie vrijwel afgeloo-
pen was, was het niet onmogelijk,
dat hij nu reeds een dergelijke be
trekking gezocht had. Ze begaf zich
daarom naar het filiaal van een der
grootste Italiaansche automobiel
fabrieken en vroeg daar naar signor
Silvio Barre, die kort gjleden uit
het buitenland teruggekeerd was.
„BarraBarra?" herhaalde de
jonge man, die haar té woord stond,
„als u een oogenblikje wilt wach
ten, signorina
Hij ging naar het kantoor en kwam
terug met den leider van het fi
liaal, een reeds bejaarden heer.
„Bedoelt u signor Silvio Barra
van de Via Correnti-Carrobbia?"
vroeg deze, haar bewonderend op
nemend. 4
„Ja", antwoordde ze verheugd,
„kunt u me zeggen, waar ik - hem
vinden kan?"
„Dat kan ik u tot mijn spijt niet
zeggen, signorina. Hij was kort ge
leden hier om zich als volontair
aan te bieden, doch we hadden
geen plaats vrij.'hij hèeït het
wellicht ergens ganders geprobeerd.
Als u.echter bij de familie..."
„Dat gaat niet", stotterde Irene,
„ikbegrijpt V
De filiaalleider trok de wenk
brauwen op. „Ik zal mijn best doen,
het voor u te weten te komen, sig
norina. Wilt u even plaats ne-
meaï,'4
Hij wees op een stalen stoel en
ging het kantoor in. Irene hoorde
hem lang telefoneeren, maar ver
stond er geen! woord van. Eindelijk
kwam hij terug en haalde reeds van
verre zijn schouders op.
„Spijt me ten zeerste, signorina
de familie heeft me verzocht, geen
inlichtingen te verschaffen aan een
vreemde dame, die navraag doet
en daar ik goed bevriend ben met
den ouden heer
„Dank u", zei Irene, blozend van
schaamte, „neemt u me niet kwa
lijk, dat ik u lastig gevallen ben".
„Heelemaal niet, signorina het
spijt me ontzettend
Met tranen in de oogen ging ze
heen. Terwijl de filiaalhouder zich
naar zijn kantoor begaf, keek de
jonge verkooper op zijn hqrloge en
riep hem na: „Kan ik gaan middag
eten^ direttore?"
„.Goed. Maar kom op tijd terug.
Je moet een proefrit doéh, als je
terugkomt".
Zonder zich de moeite te geven,
zijn hoed te grijpen, stormde de
verkooper de zaak uit. Hij had er
op gelet, Welke richting Irene uit
gegaan was.
Eindelijk zag hij haar lichte lin
nen japon en haar witten stroohoed
in de verte, doch toen hij op de
plaats kwam, waar hij dacht, haar
te vinden, was ze verdv/ene'n. In
een winkel, in een huis? Er bevond
zich daar wel een goe&koope „trat
toria", maar daar gilgen buiten-
landsche dames gewoonlijk niet
heen. om te dineeren. Hij keek orrw
zichtig het met klimop begroeide
terrasje rond en ging naar binnen.
Irene zat in het donkerste hoekje
en hekeek de met de hand geschre
ven spijskaart. Ze had nog het zak
doekje, waarmee ze haar tranen ge
droogd had, in haaf hand.
„Neemt u me niet kwalijk signo
rina", zei de verkooper, bij haar
stilstaade. „Weet u nog, wie ik
ben?"
Verbluft keek Irene hem aan. Hij
kwam haar wel bekend voor. Ook
zjjn stem. Hij noemde den naam der
firma en wees in de richting, van
waar zij beiden gekomen waren.
LWordt yeryplgdi,