1572 Hep's fAVQRA Den blik opwaarts ZE ZIJN ER WEER! Aardbeienpluk in Kennemerland begon nen. HoJJandsche meisjes in Beieren. A.D.O. kampioen? Ha-ha! Savor?! D1 Weer een Technische Dag! SPORTREVUE VAN DE WEEK. PROGRAMMA VOOR MORGEN. Nat. Turnkampioenschappen te Ede. Standverschil in de sport. Waarom Vogelbescherming Problemen van den dag. Op den len April V erloor Al va den Briel Lumey hield met zijn geuzen een feestmaal. Op tafel stond: BOOG AZIJN Tarwe bloem, melk en eieren fiCuUwmus'' PUDDING PAKJES OP EEN BON Beverwijk verwacht goeden oogst. /"\P een uitzonderlijk vroeg tijd- stip In vergelijking met vorig jaar een verschil van IS da gen is deze week in de streek Kennemerland het oogstfeest van de aardbei begonnen. Het is in dit verband zeker van belang iets te vertellen uit de ge schiedenis van deze vrucht, welke Beverwijk een wereldvermaardheid heeft bezorgd. E aardbei, de heerlijke, geurige vrucht, is bijna over de geheele wereld verbreid en was reeds in de Middeleeuwen een geliefd genotmiddel der rijken. Zoo wordt vermeld, dat op den 13den Juni van het jaar 1483 reeds massa's rijpe aardbeien te vinden wa ren in den tuin van den Bisschop van Ely (men zie Shakespeare's Richard III, 3e bedrijf). Zekere Thomas, Fusser bracht in 1557 wilde boschaardbeien over op tuingrond; hij verkreeg daarmee goede uitkomsten. In 1597 wordt weer van een andere variëteit melding ge maakt. In 1776 meldde Duchesne, dat rondom Parijs reeds geheele velden met aardbeien werden aangetroffen, terwijl in 1633 in Engeland rondom Plymouth ook vele aardbeienvelden voorkwamen. In hetzelfde jaar werden de eerste ge forceerde aardbeien door den beken den tuinier Le Grand op de Fransche koninklijke tafel gebracht. BEVERWIJK bezit als centrum van de Nederlandsche aardbeienteelt' een wereldvermaardheid. Weliswaar is de cultuur in deze streek in het laat ste tiental jaren belangrijk ingekrom pen en staan Breda en de Zuid-Hol- landsche eilanden momenteel qua be- teelde oppervlakte aan de spits, noch tans blijft de aardbeienteelt in Kdnne- merland van enorme beteekenis en handhaaft Beverwijk nog steeds zijn groote bekendheid als centrum dezer cultuur. DUIZEND WAGONS IN ééN SEIZOEN. Vóór den oorlog 1014-1918 moest de Beverwijksche markt het hebben van den export in verschen toe stand, vooral naar Dujtschland. Meer dan eens is het in die jaren voorgekomen, dat in één seizoen meer dan duizend spoorwagons met aardbeien naar onze Oostelijke buren werden afgezonden. Het initiatief voor de verzending van aardbeien in verschen staat werd in 1900 genomen door den in Berlijn woonachtigen Nederlandschen commis- sionnair J. L. Giessen, die op 1 Juli van dat jaar bij wijze van proef den eersten spoorwagon met vruchten naar de Duitsche hoofdstad afzond, gelijk hij 15 jaar eerder ook de eerste was die Nederlandsche groenten naar de Duitsche hoofdstad had geëxpor teerd. De Wijker tuinders geloofden geenszins in de levensvatbaarheid van de onderneming, maar tot welk succes de verzending lgidde, blijkt het best uit het feit, dat diezelfde tujnders 25 jaar later den heer Giessen vereerden met een roode aardbei van goud. Na 1918 heeft de export in verschen toestand veel aan beteekenis verloren. Voornamelijk was Beverwijk sedert dien aangewezen op de jamfabrieken en het gelukkige hierbij was, dat de vrucht der Kennemer geestgronden ook voor de conserveering bijzonder goede eigenschappen bleek te bezitten, waarvan de voornaamste wel is, dat de Wijker aardbei in de vaten haar zelfstandigheid niet verliest, dus „heel" blijft. DE BAKENS VERZET. A LS het getij verloopt, pleegt men de bakens te verzetten. Dit isi ook in Beverwijk gebeurd, waar Zzijn er weer. De Moulin douge, Amazone, Dutch Evern, Mizzy Schindler en hoe de verschillende aardbeien soorten ook mogen heeten. Tus- schen het groen' der aardbeien akkers in Kennemerland plekt weer het rood der sappige vruch ten, die het Kennemer stedeke Beverwijk' een naam bezorgden, welke niet alleen in Nederland, doch tot ver buiten onze lands grenzen onverbrekelijk verbonden is met aardbeien. In de streek Kennemerland is „de pluk" begonnen. Tusschen de bedden met het yieelderig loof der groene aardbeiplanten kruipen de tuinders, speurend naar die roode vruchten, welke dit jaar in groo- ten getale aanwezig zijn. Bever wijk verwacht een goeden oogst, een boodschapwelke in vele Nederlandsche huisgezinnen met vreugde zal worden begroet, want in populariteit kan vrijwel geen vrucht zich met de aardbei meten. In nevenstaand artikel vertelt een onzer redacteuren het een en ander uit de historie van de roem ruchte Wijker aardbei. men de laatste jaren zich geheel is gaan toeleggen op het veroveren van de binnenlandsche markt en hierin wonderwel slaagde. Nooit was de vraag naar Beverwijksche aardbeien in pet eigen land grooter. Temeer was men gedwongen naar ander afzetgebied om te zien, daar de befaamde soorten „Amazone" en „Dutch Evern" hun roem bleken te hebben overleefd en geleidelijk plaats maakt- ten voor de „Moulin Rouge," een soort die alle eigenschappen bezit voor con sumptie in verschen staat. Ook mag men een goede toekomst verwachten voor de andere nieuwe soort, de „Miz zy Schindler," een framboos-a'chtige aardbei, die eveneens over goede hoe danigheden als tafelvrucht beschikt en bovendien nagenoeg zonder toevoeging van suiker kan worden geconsumeerd, wat vooral in dezen tijd een zeer waardeerde eigenschap is. De oogst belooft dit jaar goed te worden. Ongetwijfeld is dat een prettige omstandig! heid, nu allerwege in ons land de ver schijning van de gezonde, sappige Bever wijksche vrucht met zooveel vreugde wordt tegemoet gezien. b. Het startschot voor het aardbeienseizaten in Kennemerland is gevallen. In Beverwijk, het een. jrum van de aardbeienteelt, bewegen zich de karren, beladen met lange rijen witte sloffen, waarin de roode aardbeien kleurig afsteken, door die straten. Van heinde en verre komen de tuinders en in het hoogseizoen vormen zich stra- tenlange files van tuinderskarren voor de. vei lingen, alwaar de handelaren 'zich over de pro ducten ontfermen. Vervolgens vinden de vruch ten hun weg naar alle deelen des lands, alwaar zij op menigen disch ook dit jaar een welkomen gast zullen zijn. (Foto Archief D. v. N.-H.), Waar zij tot verpleegster worden opgeleid. Dertig Hollandsche meisjes stonden te München op het perron, waar zjj door de hoofdzuster van de „Landes- fiihrerschule" van het Duitsche Roode Kruis te Furth werden afge haald om baar eerste opleiding te ontvangen. „Wij dachten dat de jnen- sohen In Duitschland niets meer te eten hadden en hebben daarom zelf maar voor proviand gezorgd," zegt Ana direct ai den eersten avond, ter wijl zij met verwonderde oogen de groote bonte sobaleo met aardappels nakQkt. Meteen worden ook de gewone stad- iche kleeren uit Den Haag en Amster dam ingenomen, want nu worden de blauwwit gestreepte kleeren met de flatteuse witte schorten aangetrokken, die deze groote blonde meisjes zoo goed staan en die haar van den aanvang af tot leden van een gemeenschap stem pelen. „Wij kunnen zoo onze leerlinge- A.D.O. kan Maandag kampioen van Nederland worden, als ze tenminste zoo verstandig is, om niet van Ensche de te verliezen! En iedereen rekent op een Haagsche zege, omdat A.D.O. posi tief sterker is dan Enschede en omdat A.D.O. het voordeel van eigen terrein heeft. MaarEnschede speelt iets rustiger, omdat haar kansen niet erg groot meer zijn, wijl zij slechts door een overwinning zou meetellen. Daar om is er op het oogenblik nog geen zekerheid wie zal winnen. Maar laten we toch maar op A.D.O. rekenen..,. De Technische Dag. In het kader van den technischen dag worden in onze omgeving twee wedstrijden gespeeld, n.l. te Den Hel der en te Hoorn. In Den Helder komt de ploeg der Volewijckers spelen tegen het Heldersche districts-elftal, in Hoorn speelt het N.H.-elftal tegen Ex celsior uit Rotterdam. Beide ontmoe tingen kunnen als slotstuk beschouwd worden van de wapenschouw over de voetballers uit Noord-Holland boven het IJ en het zijn ook niet de uitsla gen, maar de spelkwaliteiten, die hier Om het kampioenschap van Nederland. ADO—Enschede. „DE NOORD - HOLLANDSCHE." 1 D: HRC 3—SVW. DISTRICT I. Vierde klasse A. WatervogelsW'waard (13 Juni) Bekerwedstrijd Kwart-finales. AjaxHSC MVV—DOS DFC—Excelsior WageningenHBS 2 c. Alkm.' B. 4—RKAFC 2. 2 D: DTS 2—LSVV 2. N. Nied. 2—Hugo B. 2 IP) Call.oog 1BKC 2. Schagen 2Atlas 2. SRC 1Koegras 1. 3 B: Uitgeest 3Assendelft 4 3 F: Helder 4Schagen 3. 3 G: Andijk 3—RKDVO 2. 3 H: Sijbek. 2—RKEDO 2. St. Victor 2Grassh. 2. 4 B; USVU 3—Jisp 2. 4 H: N. Niedorp 3Holl. T. 2 4 J: Barsingerhorn 1—BKC 3 Schagen 4—SRC 2 4 N: St. George 3Grassh. 3. Tex. Afdeeling II. Texel 2—Z.D.H. 1. van het meeste bel'ang zijn. Hier kan men twee aardige ontmoetingen ver wachten. Bekerwedstrijden. Wat de bekerwedstrijden betreft, zijn we geland bij de kwart-finales. We verwachten overwinningen van Ajax, D.O.S., D.F.C. en Wageningen. Laatst genoemde is thans nog bekerhoudster en ze kan het o.i. tot de finale bren gen! Pinksteren! Het Ned. Gymn. Verbond heeft appèl geblazen voor Ede. Op den 2den Pink sterdag zullen de kampioenschappen voor turners en turnsters worden ge houden, op den -Eersten Pinksterdag voorafgegaan door een bondskeuruit- voering voor' adspiranten. De jeugd in het N.G.V. heeft in ver schillende districtskeurwedstrijden gele genheid gehad zich met elkaar te me ten en de bekroonde ploegen komen naar Ede. waar men prima ensemole- werk zal kunnen aanschouwen en waarbij men kan kennismaken met de nieuwste denkbeelden, welke de tech nische leiding van het N.G.V. van het jeugd-gymnastiekonderwijs koestert. Tot de groepen, die Zondag zullen demonstreeren, behoort het Alkmaar- sche De Halter. Een klein groepje jon gens en meisjes heeft drie maanden lang wekelijks geoefend aan de ver schillende toestellen en deze jonge Alk- maarders zullen straks hun kunnen de monstreeren. Mogen Boot en zijn groepje Zondag veel succes boeken! En Maandag presenteert Boot zijn oudere Halter-leden, die meedoen aan de persoonlijke kampioenschappen. Hij heeft deze groep dames en heeren niet laten inschrijven om eenige titels te veroveren, maar om in de toekomst misschien één of twee plaatsjes te re serveeren in de N.G.V.-keurpioegen. „Of, zooals hij het ons vertelde, is het soms niet noodig, dat er weer eenige Noordhollanders in de keur- ploegen opgesteld worden! Het mate- .yiaal is er voldoende; er meet slechts de „indacht op gevestigd worden!" o Sport kent geen standen! Dat dacht U, lezer maar helaas, het is anders, heel anders. En omdat het zoo heel anders is, geef ik U hier weer, wat Tartuffe in de Revue der Sporten Aran deze week schrijft; Zij woonde in een straat, waar „me neer" zelf den yuilnisbak op straat zet en „mevrouw" de bel poetst. Maar zij was zoo knap en zij speelde zoo voor treffelijk, en daarom was zij in een club „boven haar stand," zooals dat heet. Daar waren de jongelui erg aar dig tegen haar, omdat zij zoo knap was en zoo goed speelde. Maar de meisjes keken haar toch met een ietwat scheel oog aan vanwege de straat. Als er feestjes waren, ging ze er wel heen, maar haar japonnen waren niet zoo mooi en zij had er niet zooveel als de andere meisjes. En haar vader had geen „wagen" en geen vriendin en haar moeder dronk geen whiskey. En de andere meisjes uit de club kenden el kaar veel beter en intiemer; zij kwa men bij elkaar thuis en de ouders van die meisjes kenden elkaar ook. Ondanks haar knappe gezichtje en haar goede spel, voelde zij zich toch eenzaam in haar club. De genegenheid, die de jongelui haar toedroegen, kon dat niet volkomen vergoeden, want er bleven pijnlijke dingen. Zoo bijvoor beeld Vrerd ze liever niet naar huis gebracht of afgehaald, alles vanwege de straat, waar ze woonde, vanwege de omgeving, uit welke zij afkomstig was. Zij was knapper dan de andere meis jes; zij speelde veel beter en zeker veel bescheidener en correcter, maar toch bleef ze altijd een buitenbeentje en dat heeft haar gehinderd alle jaren, dat zij speelde, dat de club profiteerde van haar spel en haar roem. Zoo heeft ze het mij verteld; ik heb het net zoo opgeschreven en zij vroeg me speciaal, om het te pubücesren. Want, zoo zei ze laten de menschep zich toch niet verbeelden, dat de sport geen standen kent. Dat is heel mooi in theorie en die phrase leent zich uit stekend voor een hoofdartikel in een sportblad, of voor een rede op een ver gadering, die dan, als er beweerd wordt, dat de sport geen standen kent, door applaus wordt onderbroken, maar de practijk van het leven en ook van het sportleven wijst in een andere rich ting. Ik althans heb het aan den lijve ondervonden. Lezer, laten we het hierbij laten deze week. Lees dit verhaaltje van Tartuffe eens rustig over en steek de hand in eigen boezem.... Een scène ui» Glucks opera Orpheus und Eutydike", welke door het „Deutsche! Theatei in den Niederlanden" in den Stadsschouwburg u Den Haag is opgevoerd Stapf-v. d Lwuw-Pax m Er zijn diverse motieven. De heer G. Donia te Warmenhui- zen schrijft ons; Eenige weken geleden werd ik door den secretaris-generaal van het Dep. van Onderwijs, Wetenschap en Kuituurbescherming in samenwer king met het bestuur van de Nederl. AJer. tot escherming van Vogels uit- genoodigd, een cursus bij te wonen, met het doel personen te zoeken die de vogelbeschermingsgedachte daad werkelijk zouden kunnen versprei den en die tevens bereid zouden zijn zich t.z.t. als controleur-Vogelwet 1936 beschikbaar té stellen. Aan het einde van dien cursus, gehouden 'op de Hooge Veluwe, vond het bestuur van bovengenoemde vereenigjng een tiental menschen, w.o. ook schrijver dezes, die zich bereid verklaarden, zich in de toekomst daadwerkelijk voor onze gevederde vrienden in te zetten. Maar waarom die vogelbescher ming toch? zult U zich afvragen. Allereerst onderscheiden we de bescherming van vogels op practi- schen grondslag, d.w.z. ter wille van hun nuttigheid. De practische vo gelbeschermer zal geen vogels be schermen omdat hij van hen houdt. Neen, hij 'zal de nuttige vogels be schermen om hen zoodanig in aan tal te doen toenemen, dat hij er wer kelijk nut zal van ondervinden. Dit- gaat dan vanzelfsprekend gepaard met de bestrijding van schadelijke vogels. De practische vogelbescher mer zal dus geen zeldzame vogels gaan beschermen, daar hij immers toch geen noemenswaardig nut van hen zal ondervinden. Daarnaast staat dan de ideëele vogelbescherming.- Deze wilde vogels behouden, omdat zij een onmisbaar deel vormen van het Nederlandsche landschap, zooals ons dat lief gewor den is. Tenslotte kan men ook alle vo gelsoorten op ethische motieven be schermen, d.w.z. de mensch voelt belangstelling voor den vogel in het algemeen, voor het individu waarin hij een medeschepsel ziet. Een feit is natuurlik:, dat door de voortschrijdende cultuur der mensch- heid de vogelbescherming noodza kelijk wordt. Raadplegen we b.v. 'n geologische tijdschaal, dan zien wij dot de vogels eenige duizenden jaren eerder voorkwamen dan de mensch. Toen is er evenwel een vogelontwik keling in stijgende lijn geweest, ter wijl natuurlijk jran een vogelbescher ming geen sprake was. De natuur c'eed haar werk, de natuur selecteer de. de zwakke exemplaren stierven, de sterkeren plantten zich vj)-t en langzaam maar zeker werd onze vo- wereld uitgebreid. Een ieder zal het begrijpen. De laatste jaren gelden als een zwarte, bladzijde in het boek van onze Vo gelbescherming. Vele terreinen gin gen voor controle verloren. Vele broedterreinen werden (voor goed?) verstoord. Laat ieder begrijpen, dat vogelbe scherming vooral in dezen donkerén tijd onontbeerlijk is. Steunt allen dit gemeenschapswerk. tjes ook beter in de hand houden, waar nog bij kómt, dat de sociale verschillen wegvallen en ze leeren hun dienstklee- ding op de juiste wijze te dragen," merkt de hoofdzuster terloops op. Deze Hollandsche meisjes kennen net als alle overige Germaansche vrijwil ligsters slechts een doel, dat overi gens alle echte vrouwen gemeen heb ben: te helpen waar duizenden han den gebruikt kunnen worden, om een gemeenschappelijk ideaal te verdedi gen. Wij willen naar de voorste linie. „Ik heb den oproep van de-SS het eerst in een Rotterdamsche courant gelezen," vertelt Miep en kijkt triom- phantelijk naar haar zuster, „we heb- hen ons toen samen direct bij het Ersatzkommando van de Waffen-ÖS gemeld om dienst te nemen bij het Duitsche Roode Kruis. Onze broer staat aan het Oostfront en ook wij willen doen wat wij kunnen." „En mijn verloofde strijdt nu als Panzer- schütze bij de Waffen-SS," zegt Greta, het jonge zusje. „En vader is als electrotechnicus in Duitschland. W(j hebben dus allen onze wapen broederschap bewezen en zouden dan ook graag heel ver naar voren aan het front willen, daar waar men ons bet meeste noodig heeft." Maar zij moeten nog leeren geduld te oefenen, want eerst krijgen de Germaan sche vrijwilligsters in Duitschland zelf de gelegenheid te bewijzen wat zij waard zijn, in de SS-hospitalen, in de tandheelkundigen klinieken van de SS en in de gewone ziekenhuizen. Binnen 14 dagen worden de meisjes verder in de praktische verpleging on derwezen. Nu gaat het er om zich alles eigen te maken, wat zuster Walpurga den beginnelingetjes leert, 's Middags worden meestal belangwekkende voor drachten door bekende professoren uit München gehouden jover allerlei biolo gische en medische onderwerpen. „Mor gen mogen we een college over anato mie bijwonen," deelt een flink uit de kluiten gewassen meisjes met een ver- standigen rustigen oogopslag mee. Zij was vroeger reeds verpleegster en men kan goed zien hoeveel waarde zij eraan hecht haar anatomische kennis te ver rijken. „Er zijn velen onder ons," ver-« telt zij, „die den weg naar de toekomst nog niet helder voor oogen zien, want ook in Holland zijn er nog verschillende stroomingen. Sommige van mijn vrien dinnen zijn tegen den wil van haar famiy lie naar hier gekomen, zuiver en alleen uit verlangen zelf ook iets te prestee- ren." Verrukt over de Beiersche bergen. Daar aan het open venster staat Corrie, die zeker nog nooit van haar leven schoenen heeft gepoetst. Terwijl zij on handig den borstel vasthoudt, zwerven haar blikken vol verlangen naar de ber gen. „Natuurlijk, ons heerlijke Beiersche berglandschap is voor de meisjes uit de lage landen iets onbegrijpelijk schoons. Vyij hebben dan ook reeds een uitstapje haar Schiersee en Fischbachau op het programma staan," vertelt zuster Wal purga, onder wier moederlijke leiding reeds zooveel cursussen in dit mooie landhuis zijn gehouden, dat in een stil dorpje buiten het groote stadsgewoel ligt. Aanvangs- en hulpzustercursussen voor helpsters uit alle Duitsche landen, die precies zooals nu de Hollandsche meisjes haar na aan het hart lagen. AARDRIJKSKUNDIGE NAMEN. NAAR aanleiding van ons artikel over de schrijfwijze van aardrijks kundige namen en afleidingen daar van, legt de heer C. v. d. K. te Den Burg (Texel) ons een soortgelijke vraag voor als ten aanzien van het woord Noord-Holland bestond. 'Hij vraagt o.a. of men schrijven moet den Helder en den* Burg bijv., dan wel Den Helder en Den-Burg. A NTWOORD: De door inzender ge- noemde plaatsnamen worden, evenals het woord Noord- Holland, door slordigheid dikwijls ver keerd geschreven. Uit dit aanhoudend verkeerde gebruik hebben sommigen meenen te mogen afleiden, dat de foutieve schrijfwijze ten slotte wel juist zou worden. Dit is natuurlijk evenmin het geval als met den pro- vincienaam Noord-Holland. Er is dus maar één schrijfwijze goed en dat is de officieel vastgestelde: dërhalve Den Helder en Den Burg. Eendrachtig. Morgen is het Pinksteren. En daarom zouden we best kunnen beginnen met het Pinksterver- haal te lezen. Tot de eigenlijke kern, de uitstorting van den Hei ligen Geest, willen wij ons van daag nog niet wagen, maar we willen blijven stilstaan bij den aanloop - van het verhaal. En als wij nu in de oude Statenverta ling Handelingen II opslaan, dan vangt dat aan met: „En op den dag van het Pinksterfeest waren zij allen eendrachtig bijeen." Als we nu een latere vertaling ne men, dan staat er: „Zij waren al len bijeen", of: „Zij waren allen tezamen bijeen," of: „Zij waren allen op eene plaats bijeen"; maar hoe het dan ook mag' hee ten, ze hebben het „eendrachtig" eruit weg\*srtaald. Dat zal na tuurlijk wel veel beter zijn, maar we waren er nu juist zoo op ge steld. We laten het niet wegver- talen. Al staat het er ook niet, het staat er voor ons toch, naar. den geest moét het er staan, want het heele Pinksteren is niet mo gelijk als zij niet eendrachtig bij een waren. En daar leggen we nu eens even den nadruk op. Zou er ook maar iets van een uitstorting van Heiligen Geest kunnen terechtkomen, wanneer daar een groep menschen was, die onderling in gekijf en herrie en krakeel bij elkaar was? Ieder een begrijpt, dat er dan niets van had kunnen gebeuren. En als wij zelf ook maar het minste van Gods Geest zullen bespeuren, dan is eerste en onmisbare voorwaar de, dat ook wij eendrachtig te zamen kunnen zijn. En nu gaan we vragen: Wat was dat dan voor een eigenaar dige. eendracht, die al die men schen in haar schoone verband, hield? Dat was het gemeenschap pelijk gebonden-zijn aan Jezus Christus, het zich, door Hem wil len laten richten, het opzien tot Hem .en het uitzien naar Hem. Als dat het geval is, dan kunnen zij, die bij elkaar zijn, nog zoo veel verschillen, dan kan ieder in bepaalde opzichten weer anders denken dan de ander, maar zij zijn in één verantwoordelijkheid gesteld, zij dragen één leven en worden door één Leven gedragen. Hij is de groote hartstocht van hun bestaan, en de waarheid die in Hem verschenen is heeft ook hun zielen veroverd. Deze ont zaglijke verbondenheid maakt elk van hen en hen alleen tezamen bereid voor het wonder Gods. We zouden het ook hun ootmoed kunnen noemen. Groote dingen zijn geschied aan kleine men schen, telkens en telkens weer, maar de kleine menschen had den zich in de rij laten zetten waar God hen hebben wilde. En dan wachtten zij. Neen, het wordt op Pinksteren morgen niets met ons, als we niet eendrachtig samen kunnen zijn. Als we tezeer vervuld zijn van ons jammerlijke ik, en te weinig van Hem, Wiens beloften ook voor ons stralen. En dat zou ontzettend te betreuren zijn. Meer dan eenig mensch zou kun nen uitspreken. Want wie durft te zeggen dat deze onze wereld niet alom en te allen tijde en bo ven alles noodig heeft den Geest van God? Willen we in deze dagen eens nagaan of wij inderdaad zoo zijn in de gemeenschap der Christe nen, dat we ook maar iets van dien Geest kunnen ontvangen? WA T GEBEURDE ER TOEN Sinds 1564 Er zit nog méér goeds in de Nutri- cia biscuits, die Victoria maakt Eiwit,suiker, vet en juist de hoeveel- heidstaal.die Baby noodig heeft. (Op de leschuitboti) No# 6. A«ichepo*sUr Laat^ d'anderen zich moar vermaken Op 't luisterrijke balfestijn, Ik zal er heusch geen zucht om slaken, Ik drink SAVORA, geurig, lijn I NIEMEIJER'S het surrogaat dat als thee smaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Noord-Holland : Alkmaarsche editie | 1943 | | pagina 2