1572
Hep's
fAVQRA
Den blik opwaarts
ZE ZIJN ER WEER!
Aardbeienpluk in Kennemerland
begon
nen.
HoJJandsche meisjes in Beieren.
A.D.O. kampioen?
Ha-ha! Savor?!
D1
Weer een Technische Dag!
SPORTREVUE VAN DE WEEK.
PROGRAMMA VOOR MORGEN.
Nat. Turnkampioenschappen te Ede.
Standverschil in de sport.
Waarom
Vogelbescherming
Problemen van den dag.
Op den len April
V erloor Al va den Briel
Lumey hield met zijn
geuzen een feestmaal.
Op tafel stond:
BOOG AZIJN
Tarwe
bloem,
melk en
eieren
fiCuUwmus''
PUDDING
PAKJES OP
EEN BON
Beverwijk verwacht
goeden oogst.
/"\P een uitzonderlijk vroeg tijd-
stip In vergelijking met
vorig jaar een verschil van IS da
gen is deze week in de streek
Kennemerland het oogstfeest van de
aardbei begonnen.
Het is in dit verband zeker van
belang iets te vertellen uit de ge
schiedenis van deze vrucht, welke
Beverwijk een wereldvermaardheid
heeft bezorgd.
E aardbei, de heerlijke, geurige
vrucht, is bijna over de geheele
wereld verbreid en was reeds in de
Middeleeuwen een geliefd genotmiddel
der rijken. Zoo wordt vermeld, dat op
den 13den Juni van het jaar 1483 reeds
massa's rijpe aardbeien te vinden wa
ren in den tuin van den Bisschop van
Ely (men zie Shakespeare's Richard III,
3e bedrijf). Zekere Thomas, Fusser
bracht in 1557 wilde boschaardbeien
over op tuingrond; hij verkreeg daarmee
goede uitkomsten. In 1597 wordt weer
van een andere variëteit melding ge
maakt. In 1776 meldde Duchesne, dat
rondom Parijs reeds geheele velden met
aardbeien werden aangetroffen, terwijl
in 1633 in Engeland rondom Plymouth
ook vele aardbeienvelden voorkwamen.
In hetzelfde jaar werden de eerste ge
forceerde aardbeien door den beken
den tuinier Le Grand op de Fransche
koninklijke tafel gebracht.
BEVERWIJK bezit als centrum van
de Nederlandsche aardbeienteelt'
een wereldvermaardheid. Weliswaar is
de cultuur in deze streek in het laat
ste tiental jaren belangrijk ingekrom
pen en staan Breda en de Zuid-Hol-
landsche eilanden momenteel qua be-
teelde oppervlakte aan de spits, noch
tans blijft de aardbeienteelt in Kdnne-
merland van enorme beteekenis en
handhaaft Beverwijk nog steeds zijn
groote bekendheid als centrum dezer
cultuur.
DUIZEND WAGONS IN
ééN SEIZOEN.
Vóór den oorlog 1014-1918 moest
de Beverwijksche markt het hebben
van den export in verschen toe
stand, vooral naar Dujtschland.
Meer dan eens is het in die jaren
voorgekomen, dat in één seizoen
meer dan duizend spoorwagons
met aardbeien naar onze Oostelijke
buren werden afgezonden.
Het initiatief voor de verzending
van aardbeien in verschen staat werd
in 1900 genomen door den in Berlijn
woonachtigen Nederlandschen commis-
sionnair J. L. Giessen, die op 1
Juli van dat jaar bij wijze van proef
den eersten spoorwagon met vruchten
naar de Duitsche hoofdstad afzond,
gelijk hij 15 jaar eerder ook de eerste
was die Nederlandsche groenten naar
de Duitsche hoofdstad had geëxpor
teerd. De Wijker tuinders geloofden
geenszins in de levensvatbaarheid van
de onderneming, maar tot welk succes
de verzending lgidde, blijkt het best
uit het feit, dat diezelfde tujnders 25
jaar later den heer Giessen vereerden
met een roode aardbei van goud.
Na 1918 heeft de export in verschen
toestand veel aan beteekenis verloren.
Voornamelijk was Beverwijk sedert
dien aangewezen op de jamfabrieken
en het gelukkige hierbij was, dat de
vrucht der Kennemer geestgronden
ook voor de conserveering bijzonder
goede eigenschappen bleek te bezitten,
waarvan de voornaamste wel is, dat
de Wijker aardbei in de vaten haar
zelfstandigheid niet verliest, dus
„heel" blijft.
DE BAKENS VERZET.
A LS het getij verloopt, pleegt men
de bakens te verzetten. Dit isi
ook in Beverwijk gebeurd, waar
Zzijn er weer. De Moulin
douge, Amazone, Dutch
Evern, Mizzy Schindler en
hoe de verschillende aardbeien
soorten ook mogen heeten. Tus-
schen het groen' der aardbeien
akkers in Kennemerland plekt
weer het rood der sappige vruch
ten, die het Kennemer stedeke
Beverwijk' een naam bezorgden,
welke niet alleen in Nederland,
doch tot ver buiten onze lands
grenzen onverbrekelijk verbonden
is met aardbeien.
In de streek Kennemerland is
„de pluk" begonnen. Tusschen de
bedden met het yieelderig loof der
groene aardbeiplanten kruipen de
tuinders, speurend naar die roode
vruchten, welke dit jaar in groo-
ten getale aanwezig zijn. Bever
wijk verwacht een goeden oogst,
een boodschapwelke in vele
Nederlandsche huisgezinnen met
vreugde zal worden begroet, want
in populariteit kan vrijwel geen
vrucht zich met de aardbei meten.
In nevenstaand artikel vertelt
een onzer redacteuren het een en
ander uit de historie van de roem
ruchte Wijker aardbei.
men de laatste jaren zich geheel
is gaan toeleggen op het veroveren
van de binnenlandsche markt en
hierin wonderwel slaagde. Nooit
was de vraag naar Beverwijksche
aardbeien in pet eigen land grooter.
Temeer was men gedwongen naar
ander afzetgebied om te zien, daar de
befaamde soorten „Amazone" en „Dutch
Evern" hun roem bleken te hebben
overleefd en geleidelijk plaats maakt-
ten voor de „Moulin Rouge," een soort
die alle eigenschappen bezit voor con
sumptie in verschen staat. Ook mag
men een goede toekomst verwachten
voor de andere nieuwe soort, de „Miz
zy Schindler," een framboos-a'chtige
aardbei, die eveneens over goede hoe
danigheden als tafelvrucht beschikt en
bovendien nagenoeg zonder toevoeging
van suiker kan worden geconsumeerd,
wat vooral in dezen tijd een zeer waardeerde
eigenschap is.
De oogst belooft dit jaar goed te worden.
Ongetwijfeld is dat een prettige omstandig!
heid, nu allerwege in ons land de ver
schijning van de gezonde, sappige Bever
wijksche vrucht met zooveel vreugde wordt
tegemoet gezien. b.
Het startschot voor het aardbeienseizaten in
Kennemerland is gevallen. In Beverwijk, het een.
jrum van de aardbeienteelt, bewegen zich de
karren, beladen met lange rijen witte sloffen,
waarin de roode aardbeien kleurig afsteken,
door die straten. Van heinde en verre komen de
tuinders en in het hoogseizoen vormen zich stra-
tenlange files van tuinderskarren voor de. vei
lingen, alwaar de handelaren 'zich over de pro
ducten ontfermen. Vervolgens vinden de vruch
ten hun weg naar alle deelen des lands, alwaar
zij op menigen disch ook dit jaar een welkomen
gast zullen zijn. (Foto Archief D. v. N.-H.),
Waar zij tot verpleegster
worden opgeleid.
Dertig Hollandsche meisjes stonden
te München op het perron, waar zjj
door de hoofdzuster van de „Landes-
fiihrerschule" van het Duitsche
Roode Kruis te Furth werden afge
haald om baar eerste opleiding te
ontvangen. „Wij dachten dat de jnen-
sohen In Duitschland niets meer te
eten hadden en hebben daarom zelf
maar voor proviand gezorgd," zegt
Ana direct ai den eersten avond, ter
wijl zij met verwonderde oogen de
groote bonte sobaleo met aardappels
nakQkt.
Meteen worden ook de gewone stad-
iche kleeren uit Den Haag en Amster
dam ingenomen, want nu worden de
blauwwit gestreepte kleeren met de
flatteuse witte schorten aangetrokken,
die deze groote blonde meisjes zoo goed
staan en die haar van den aanvang af
tot leden van een gemeenschap stem
pelen. „Wij kunnen zoo onze leerlinge-
A.D.O. kan Maandag kampioen van
Nederland worden, als ze tenminste
zoo verstandig is, om niet van Ensche
de te verliezen! En iedereen rekent op
een Haagsche zege, omdat A.D.O. posi
tief sterker is dan Enschede en omdat
A.D.O. het voordeel van eigen terrein
heeft. MaarEnschede speelt iets
rustiger, omdat haar kansen niet erg
groot meer zijn, wijl zij slechts door
een overwinning zou meetellen. Daar
om is er op het oogenblik nog geen
zekerheid wie zal winnen. Maar laten
we toch maar op A.D.O. rekenen..,.
De Technische Dag.
In het kader van den technischen
dag worden in onze omgeving twee
wedstrijden gespeeld, n.l. te Den Hel
der en te Hoorn. In Den Helder komt
de ploeg der Volewijckers spelen tegen
het Heldersche districts-elftal, in
Hoorn speelt het N.H.-elftal tegen Ex
celsior uit Rotterdam. Beide ontmoe
tingen kunnen als slotstuk beschouwd
worden van de wapenschouw over de
voetballers uit Noord-Holland boven
het IJ en het zijn ook niet de uitsla
gen, maar de spelkwaliteiten, die hier
Om het kampioenschap
van Nederland.
ADO—Enschede.
„DE NOORD -
HOLLANDSCHE."
1 D:
HRC 3—SVW.
DISTRICT I.
Vierde klasse A.
WatervogelsW'waard
(13 Juni)
Bekerwedstrijd
Kwart-finales.
AjaxHSC
MVV—DOS
DFC—Excelsior
WageningenHBS
2 c.
Alkm.' B. 4—RKAFC 2.
2 D:
DTS 2—LSVV 2.
N. Nied. 2—Hugo B.
2 IP)
Call.oog 1BKC 2.
Schagen 2Atlas 2.
SRC 1Koegras 1.
3 B:
Uitgeest 3Assendelft 4
3 F:
Helder 4Schagen 3.
3 G:
Andijk 3—RKDVO 2.
3 H:
Sijbek. 2—RKEDO 2.
St. Victor 2Grassh. 2.
4 B;
USVU 3—Jisp 2.
4 H:
N. Niedorp 3Holl. T. 2
4 J:
Barsingerhorn 1—BKC 3
Schagen 4—SRC 2
4 N:
St. George 3Grassh. 3.
Tex. Afdeeling II.
Texel 2—Z.D.H. 1.
van het meeste bel'ang zijn. Hier kan
men twee aardige ontmoetingen ver
wachten.
Bekerwedstrijden.
Wat de bekerwedstrijden betreft, zijn
we geland bij de kwart-finales. We
verwachten overwinningen van Ajax,
D.O.S., D.F.C. en Wageningen. Laatst
genoemde is thans nog bekerhoudster
en ze kan het o.i. tot de finale bren
gen!
Pinksteren!
Het Ned. Gymn. Verbond heeft appèl
geblazen voor Ede. Op den 2den Pink
sterdag zullen de kampioenschappen
voor turners en turnsters worden ge
houden, op den -Eersten Pinksterdag
voorafgegaan door een bondskeuruit-
voering voor' adspiranten.
De jeugd in het N.G.V. heeft in ver
schillende districtskeurwedstrijden gele
genheid gehad zich met elkaar te me
ten en de bekroonde ploegen komen
naar Ede. waar men prima ensemole-
werk zal kunnen aanschouwen en
waarbij men kan kennismaken met de
nieuwste denkbeelden, welke de tech
nische leiding van het N.G.V. van het
jeugd-gymnastiekonderwijs koestert.
Tot de groepen, die Zondag zullen
demonstreeren, behoort het Alkmaar-
sche De Halter. Een klein groepje jon
gens en meisjes heeft drie maanden
lang wekelijks geoefend aan de ver
schillende toestellen en deze jonge Alk-
maarders zullen straks hun kunnen de
monstreeren.
Mogen Boot en zijn groepje Zondag
veel succes boeken!
En Maandag presenteert Boot zijn
oudere Halter-leden, die meedoen aan
de persoonlijke kampioenschappen. Hij
heeft deze groep dames en heeren niet
laten inschrijven om eenige titels te
veroveren, maar om in de toekomst
misschien één of twee plaatsjes te re
serveeren in de N.G.V.-keurpioegen.
„Of, zooals hij het ons vertelde, is
het soms niet noodig, dat er weer
eenige Noordhollanders in de keur-
ploegen opgesteld worden! Het mate-
.yiaal is er voldoende; er meet slechts
de „indacht op gevestigd worden!"
o
Sport kent geen standen!
Dat dacht U, lezer maar helaas, het
is anders, heel anders. En omdat het
zoo heel anders is, geef ik U hier
weer, wat Tartuffe in de Revue der
Sporten Aran deze week schrijft;
Zij woonde in een straat, waar „me
neer" zelf den yuilnisbak op straat zet
en „mevrouw" de bel poetst. Maar zij
was zoo knap en zij speelde zoo voor
treffelijk, en daarom was zij in een
club „boven haar stand," zooals dat
heet. Daar waren de jongelui erg aar
dig tegen haar, omdat zij zoo knap was
en zoo goed speelde. Maar de meisjes
keken haar toch met een ietwat scheel
oog aan vanwege de straat. Als er
feestjes waren, ging ze er wel heen,
maar haar japonnen waren niet zoo
mooi en zij had er niet zooveel als de
andere meisjes. En haar vader had geen
„wagen" en geen vriendin en haar
moeder dronk geen whiskey. En de
andere meisjes uit de club kenden el
kaar veel beter en intiemer; zij kwa
men bij elkaar thuis en de ouders van
die meisjes kenden elkaar ook.
Ondanks haar knappe gezichtje en
haar goede spel, voelde zij zich toch
eenzaam in haar club. De genegenheid,
die de jongelui haar toedroegen, kon
dat niet volkomen vergoeden, want er
bleven pijnlijke dingen. Zoo bijvoor
beeld Vrerd ze liever niet naar huis
gebracht of afgehaald, alles vanwege
de straat, waar ze woonde, vanwege de
omgeving, uit welke zij afkomstig was.
Zij was knapper dan de andere meis
jes; zij speelde veel beter en zeker veel
bescheidener en correcter, maar toch
bleef ze altijd een buitenbeentje en dat
heeft haar gehinderd alle jaren, dat zij
speelde, dat de club profiteerde van
haar spel en haar roem.
Zoo heeft ze het mij verteld; ik heb
het net zoo opgeschreven en zij vroeg
me speciaal, om het te pubücesren.
Want, zoo zei ze laten de menschep
zich toch niet verbeelden, dat de sport
geen standen kent. Dat is heel mooi in
theorie en die phrase leent zich uit
stekend voor een hoofdartikel in een
sportblad, of voor een rede op een ver
gadering, die dan, als er beweerd
wordt, dat de sport geen standen kent,
door applaus wordt onderbroken, maar
de practijk van het leven en ook van
het sportleven wijst in een andere rich
ting. Ik althans heb het aan den lijve
ondervonden.
Lezer, laten we het hierbij laten deze
week. Lees dit verhaaltje van Tartuffe
eens rustig over en steek de hand in
eigen boezem....
Een scène ui» Glucks opera Orpheus und Eutydike", welke door het
„Deutsche! Theatei in den Niederlanden" in den Stadsschouwburg u
Den Haag is opgevoerd Stapf-v. d Lwuw-Pax m
Er zijn diverse motieven.
De heer G. Donia te Warmenhui-
zen schrijft ons;
Eenige weken geleden werd ik
door den secretaris-generaal van het
Dep. van Onderwijs, Wetenschap en
Kuituurbescherming in samenwer
king met het bestuur van de Nederl.
AJer. tot escherming van Vogels uit-
genoodigd, een cursus bij te wonen,
met het doel personen te zoeken die
de vogelbeschermingsgedachte daad
werkelijk zouden kunnen versprei
den en die tevens bereid zouden zijn
zich t.z.t. als controleur-Vogelwet
1936 beschikbaar té stellen. Aan het
einde van dien cursus, gehouden 'op
de Hooge Veluwe, vond het bestuur
van bovengenoemde vereenigjng een
tiental menschen, w.o. ook schrijver
dezes, die zich bereid verklaarden,
zich in de toekomst daadwerkelijk
voor onze gevederde vrienden in te
zetten.
Maar waarom die vogelbescher
ming toch? zult U zich afvragen.
Allereerst onderscheiden we de
bescherming van vogels op practi-
schen grondslag, d.w.z. ter wille van
hun nuttigheid. De practische vo
gelbeschermer zal geen vogels be
schermen omdat hij van hen houdt.
Neen, hij 'zal de nuttige vogels be
schermen om hen zoodanig in aan
tal te doen toenemen, dat hij er wer
kelijk nut zal van ondervinden. Dit-
gaat dan vanzelfsprekend gepaard
met de bestrijding van schadelijke
vogels. De practische vogelbescher
mer zal dus geen zeldzame vogels
gaan beschermen, daar hij immers
toch geen noemenswaardig nut van
hen zal ondervinden.
Daarnaast staat dan de ideëele
vogelbescherming.- Deze wilde vogels
behouden, omdat zij een onmisbaar
deel vormen van het Nederlandsche
landschap, zooals ons dat lief gewor
den is.
Tenslotte kan men ook alle vo
gelsoorten op ethische motieven be
schermen, d.w.z. de mensch voelt
belangstelling voor den vogel in het
algemeen, voor het individu waarin
hij een medeschepsel ziet.
Een feit is natuurlik:, dat door de
voortschrijdende cultuur der mensch-
heid de vogelbescherming noodza
kelijk wordt. Raadplegen we b.v. 'n
geologische tijdschaal, dan zien wij
dot de vogels eenige duizenden jaren
eerder voorkwamen dan de mensch.
Toen is er evenwel een vogelontwik
keling in stijgende lijn geweest, ter
wijl natuurlijk jran een vogelbescher
ming geen sprake was. De natuur
c'eed haar werk, de natuur selecteer
de. de zwakke exemplaren stierven,
de sterkeren plantten zich vj)-t en
langzaam maar zeker werd onze vo-
wereld uitgebreid.
Een ieder zal het begrijpen. De
laatste jaren gelden als een zwarte,
bladzijde in het boek van onze Vo
gelbescherming. Vele terreinen gin
gen voor controle verloren. Vele
broedterreinen werden (voor goed?)
verstoord.
Laat ieder begrijpen, dat vogelbe
scherming vooral in dezen donkerén
tijd onontbeerlijk is. Steunt allen dit
gemeenschapswerk.
tjes ook beter in de hand houden, waar
nog bij kómt, dat de sociale verschillen
wegvallen en ze leeren hun dienstklee-
ding op de juiste wijze te dragen,"
merkt de hoofdzuster terloops op.
Deze Hollandsche meisjes kennen net
als alle overige Germaansche vrijwil
ligsters slechts een doel, dat overi
gens alle echte vrouwen gemeen heb
ben: te helpen waar duizenden han
den gebruikt kunnen worden, om een
gemeenschappelijk ideaal te verdedi
gen.
Wij willen naar de voorste linie.
„Ik heb den oproep van de-SS het
eerst in een Rotterdamsche courant
gelezen," vertelt Miep en kijkt triom-
phantelijk naar haar zuster, „we heb-
hen ons toen samen direct bij het
Ersatzkommando van de Waffen-ÖS
gemeld om dienst te nemen bij het
Duitsche Roode Kruis. Onze broer
staat aan het Oostfront en ook wij
willen doen wat wij kunnen." „En
mijn verloofde strijdt nu als Panzer-
schütze bij de Waffen-SS," zegt Greta,
het jonge zusje. „En vader is als
electrotechnicus in Duitschland.
W(j hebben dus allen onze wapen
broederschap bewezen en zouden dan
ook graag heel ver naar voren aan
het front willen, daar waar men ons
bet meeste noodig heeft."
Maar zij moeten nog leeren geduld te
oefenen, want eerst krijgen de Germaan
sche vrijwilligsters in Duitschland zelf
de gelegenheid te bewijzen wat zij
waard zijn, in de SS-hospitalen, in de
tandheelkundigen klinieken van de SS
en in de gewone ziekenhuizen.
Binnen 14 dagen worden de meisjes
verder in de praktische verpleging on
derwezen. Nu gaat het er om zich alles
eigen te maken, wat zuster Walpurga
den beginnelingetjes leert, 's Middags
worden meestal belangwekkende voor
drachten door bekende professoren uit
München gehouden jover allerlei biolo
gische en medische onderwerpen. „Mor
gen mogen we een college over anato
mie bijwonen," deelt een flink uit de
kluiten gewassen meisjes met een ver-
standigen rustigen oogopslag mee. Zij
was vroeger reeds verpleegster en men
kan goed zien hoeveel waarde zij eraan
hecht haar anatomische kennis te ver
rijken. „Er zijn velen onder ons," ver-«
telt zij, „die den weg naar de toekomst
nog niet helder voor oogen zien, want
ook in Holland zijn er nog verschillende
stroomingen. Sommige van mijn vrien
dinnen zijn tegen den wil van haar famiy
lie naar hier gekomen, zuiver en alleen
uit verlangen zelf ook iets te prestee-
ren."
Verrukt over de Beiersche bergen.
Daar aan het open venster staat Corrie,
die zeker nog nooit van haar leven
schoenen heeft gepoetst. Terwijl zij on
handig den borstel vasthoudt, zwerven
haar blikken vol verlangen naar de ber
gen. „Natuurlijk, ons heerlijke Beiersche
berglandschap is voor de meisjes uit de
lage landen iets onbegrijpelijk schoons.
Vyij hebben dan ook reeds een uitstapje
haar Schiersee en Fischbachau op het
programma staan," vertelt zuster Wal
purga, onder wier moederlijke leiding
reeds zooveel cursussen in dit mooie
landhuis zijn gehouden, dat in een stil
dorpje buiten het groote stadsgewoel ligt.
Aanvangs- en hulpzustercursussen voor
helpsters uit alle Duitsche landen, die
precies zooals nu de Hollandsche meisjes
haar na aan het hart lagen.
AARDRIJKSKUNDIGE NAMEN.
NAAR aanleiding van ons artikel
over de schrijfwijze van aardrijks
kundige namen en afleidingen daar
van, legt de heer C. v. d. K. te Den
Burg (Texel) ons een soortgelijke
vraag voor als ten aanzien van het
woord Noord-Holland bestond. 'Hij
vraagt o.a. of men schrijven moet den
Helder en den* Burg bijv., dan wel
Den Helder en Den-Burg.
A NTWOORD: De door inzender ge-
noemde plaatsnamen
worden, evenals het woord Noord-
Holland, door slordigheid dikwijls ver
keerd geschreven. Uit dit aanhoudend
verkeerde gebruik hebben sommigen
meenen te mogen afleiden, dat de
foutieve schrijfwijze ten slotte wel
juist zou worden. Dit is natuurlijk
evenmin het geval als met den pro-
vincienaam Noord-Holland. Er is dus
maar één schrijfwijze goed en dat is
de officieel vastgestelde: dërhalve
Den Helder en Den Burg.
Eendrachtig.
Morgen is het Pinksteren. En
daarom zouden we best kunnen
beginnen met het Pinksterver-
haal te lezen. Tot de eigenlijke
kern, de uitstorting van den Hei
ligen Geest, willen wij ons van
daag nog niet wagen, maar we
willen blijven stilstaan bij den
aanloop - van het verhaal. En als
wij nu in de oude Statenverta
ling Handelingen II opslaan, dan
vangt dat aan met: „En op den
dag van het Pinksterfeest waren
zij allen eendrachtig bijeen." Als
we nu een latere vertaling ne
men, dan staat er: „Zij waren al
len bijeen", of: „Zij waren allen
tezamen bijeen," of: „Zij waren
allen op eene plaats bijeen";
maar hoe het dan ook mag' hee
ten, ze hebben het „eendrachtig"
eruit weg\*srtaald. Dat zal na
tuurlijk wel veel beter zijn, maar
we waren er nu juist zoo op ge
steld. We laten het niet wegver-
talen. Al staat het er ook niet,
het staat er voor ons toch, naar.
den geest moét het er staan, want
het heele Pinksteren is niet mo
gelijk als zij niet eendrachtig bij
een waren. En daar leggen we nu
eens even den nadruk op.
Zou er ook maar iets van een
uitstorting van Heiligen Geest
kunnen terechtkomen, wanneer
daar een groep menschen was,
die onderling in gekijf en herrie
en krakeel bij elkaar was? Ieder
een begrijpt, dat er dan niets van
had kunnen gebeuren. En als wij
zelf ook maar het minste van
Gods Geest zullen bespeuren, dan
is eerste en onmisbare voorwaar
de, dat ook wij eendrachtig te
zamen kunnen zijn.
En nu gaan we vragen: Wat
was dat dan voor een eigenaar
dige. eendracht, die al die men
schen in haar schoone verband,
hield? Dat was het gemeenschap
pelijk gebonden-zijn aan Jezus
Christus, het zich, door Hem wil
len laten richten, het opzien tot
Hem .en het uitzien naar Hem.
Als dat het geval is, dan kunnen
zij, die bij elkaar zijn, nog zoo
veel verschillen, dan kan ieder in
bepaalde opzichten weer anders
denken dan de ander, maar zij
zijn in één verantwoordelijkheid
gesteld, zij dragen één leven en
worden door één Leven gedragen.
Hij is de groote hartstocht van
hun bestaan, en de waarheid die
in Hem verschenen is heeft ook
hun zielen veroverd. Deze ont
zaglijke verbondenheid maakt elk
van hen en hen alleen tezamen
bereid voor het wonder Gods.
We zouden het ook hun ootmoed
kunnen noemen. Groote dingen
zijn geschied aan kleine men
schen, telkens en telkens weer,
maar de kleine menschen had
den zich in de rij laten zetten
waar God hen hebben wilde. En
dan wachtten zij.
Neen, het wordt op Pinksteren
morgen niets met ons, als we
niet eendrachtig samen kunnen
zijn. Als we tezeer vervuld zijn
van ons jammerlijke ik, en te
weinig van Hem, Wiens beloften
ook voor ons stralen. En dat zou
ontzettend te betreuren zijn.
Meer dan eenig mensch zou kun
nen uitspreken. Want wie durft
te zeggen dat deze onze wereld
niet alom en te allen tijde en bo
ven alles noodig heeft den Geest
van God?
Willen we in deze dagen eens
nagaan of wij inderdaad zoo zijn
in de gemeenschap der Christe
nen, dat we ook maar iets van
dien Geest kunnen ontvangen?
WA T GEBEURDE ER TOEN
Sinds 1564
Er zit nog
méér goeds
in de Nutri-
cia biscuits,
die Victoria
maakt
Eiwit,suiker,
vet en juist
de hoeveel-
heidstaal.die
Baby noodig
heeft.
(Op de
leschuitboti)
No# 6. A«ichepo*sUr
Laat^ d'anderen zich moar vermaken
Op 't luisterrijke balfestijn,
Ik zal er heusch geen zucht om slaken,
Ik drink SAVORA, geurig, lijn I
NIEMEIJER'S
het surrogaat dat als thee smaakt.