Kennisgeving irhgsfdi^1 1 f. 1.600.000.000 HET NIEUWE LAND GROEIT! Onmisbaar scha recherche schoon schip, brekers gearresteerd entoonstelling te "urinerend. mm Ook de Inboedel DE ONDERLINGE NEDERLANDSCHE KRITSCHEN "tik r Zondagsgedachte Gods Wil Salomo in Palembang.1) Het Mannetje met de Muizenvallen Unicssm ZWITSAL FABRIEKEN Is DIT de ideale overall? de stad waarvan een bevolking naar elders is vormt sedert enkele jaren een dorado voor lichtschu- n, en in het bijzonder het 5 ontplooit hier een onge- eit ;rt de laatste maanden nam nbraken en insluipingen •ver hand toe en de dage- ;ie-rapportcn vormden een j van den toestand in de Marsdiep, ïvenwel, dat de recherche tiet stil heeft gezeten, doch *1 het mogelijke deed om de benden onschadelijk te is verheugend te mogen at zij hierin ten volle ge- dat thans gezegd kan wor- een politioneele schoon- Jutterstad is gehouden die n klok. te ver voeren alle inbra- elden, die sedert de laat- ipleegd zijn. Plet waren er Hen. Confectiezaken wer en van hun kostbaarste oofd; zuivelbedrijven wer- s leeggehaald, rijwielwin- een deel van hun voorraad Dvoorts. Voorts werd een particuliere woningen van 11ste meubelen ontdaan; lijnen, kachels en andere klaarde men voor goeden wen en. Een deel van dit kig, na de arrestaties, die zijn. teruggevonden. Een ras reeds in den zwarten enen. voor het grootste deel ien. die zich aan deze in- iig maakten. En wel per-r ch tijdelijk in deze stad ld en. Wat voorts te zeg- feit, dat eenige huizen ggehaald werden door. en 1 man, respectievelijk' Friesland en Enkhuizen. 3r ernstige zaken kwamen in het licht. Onder meer -ring van een tweetal in- 2 in den polder „Het Koe- ürden. Meer dan tien zwa- hadden zij op hun ge- •rnamelijk bij boeren. De »ecialiseerden zich in auto- we, rogge en gereedschap der zal opgelucht zijn door ie van deze elementen. ersoon, die zich onder het —^eheime Duitsche politie" an dit alibi gebruik maak- ■burgers te flesschen, werd rgen. van het Heldersche poli- ijn momenteel te klein om :en, die in deze benarde >ch al zoo gedupeerde stad te huisvesten. Een deel h reeds te Alkmaar, om e straf af te wachten. Mo- ioorlijk zwaar zijn. n excuus voor dit geboef- deels verlaten stad onvei- en de burgers nog meer n deze reeds zijn. Hulde appe recherche-werk, dat taties mogelijk maakte. werd te Purmerend oqnstellïng gehouden in ïcitia, waar gedurende achtereen gelegenheid kijkje te komen nemen toongestelde fruit, groo- icomstig van het fruit- irijf te Ilpendam. Op werd de tentoonstelling, werking met de afdee- ihwen door de afdeeling an den Landstand in d was georganiseerd, send. Kaper, productieleider ndstand in Noord-Hol- er daarbij den nadruk men, die steeds zeggen, stand-zoo weinig actief hebben. Het is daarom erkte hij op, dat wi.i tijd eens kunnen laten wel degelijk goede re den behaald, zoo ook in raar aan het tentoonge- wel te zien was, dat de 0 den fruittuin met goed iproeven heeft genomen "euwe proefschema's vol-, de verwachtingen heb- Duitsche zijde werden werk van den Land- ioord-Holland waardee nden gesproken. Herr snt beim Reichskommis- den heer Kaper een voor zijn keurig werk, •ns den koffiemaaltijd, gasten op den officiee- ;sdag deelnames, ook n, waaronder de Com- provincie Noord-Hol- icker, aan het werk op 1 lof werd toegezwaaid, beloofde voorts, dat de r op kan rekenen, dat .iaar het proefbedrijf te >t zijn beschikking zal In den namiddag werd gemaakt naar het fruit- flpendam, waaraan ook n werd door den Direc- al van den Landbouw, De Landstand kan. een zeer geslaagden bij velen belangstelling oor het Landstandwerk een en voor dat van de litteelt in het bijzonder. TG VAN PLAATSELIJKE tIBUTIEDIENSTEN. UTIEKHING HEILOO. oor winkels, werkplaatsen, toren, café's e.d. Br. C. 251 voor het aanvra- ïdstoffen voor bijzonders >or café's en winkels, als- rkplaatsen. waarin minder en arbeiden en kantoren, lan 3 lokaliteiten, respect, dan 3 personen arbeiden, tot nu toe nog geen aan gediend), kunnen vanaf he rgehaald van het Distribu- Heiloo. Voor de Egmonden Donderdag 9 en Vrijdag 10 leren dienen, volledig in- :e worden bezorgd uiterlijk a.s. Voor de bewoners van :eldt he bovenstaande even- verstande, dat, wanneer Egmond reeds gesloten Is, onverwijld naar het Distrï- Heiloo, Kennemerstraat- nen te worden opgezonden. OTERMARKT. werden den 4en Sept. 20 kg. Kleinhandel f 1.30 per matig. A? Kleine Jantje van de buren is m'n lieveling. Maar tjongejongewat kan dat kind A eten. Morgen is ie jarig en y/eet U, wat er boven aan z'n 0 verlanglijstje stond?... Eén A groote schaal met panne koeken „Die kan tante Mina wel bakken", zei A, de guit. „Die gt A bruikt immers §f Dit tinnen fepef» Is al vijftig jaren oud En tftch lepelden die fepef» Toen al gréag Keg's havermout. Maar ook Uw modèrne lepel ;s[r Is daartoe steeds graag bereid: Jf ?="- Lepels wéten: wat van Keg komt Is goedkoop en kwaliteit. je Cl INGE DOORENBO». r kan getroffen worden! Voor iedereen is daar- j om een oorlogsschade- verzekering aan te raden m bij de „Onderlinge €jf Nederlandsche". Ver ijl waarborgd kapitaal ruim i Grootste risicospreiding. Vraagt inlichtingen MOLESTVERZEKERINQ HY. SNEEK Kantoor A'dam: Keizersgracht 399, Tel. 30315 Verdrijf Uw RheumaU*che pijnen en herwin Uw gezondheid. Bestrijd onzuiver bloed. Neem Gezondheid voor een cent per dag» &f Apo± a Dreg. 9.4. 0.76. L17. NT. Emtm „Wat houden die kleertjes van RAMO wol zich toch goed. Je kunt haast niet zien dat ze gedragen zijn. Ik wasch ze dan ook zorgvuldig." BREIWOL overleeft den oorlog! ZojiêiSï sjsld noj weI credfet, bm1.13.1 zeiier niet! door Mr. R. Houwink wordt hervormd door de ver nieuwing van uw verstand, opdat gij moogt onderkennen jpat de wil van God i^, het goede, welgeval lige en volkomene. (Rom. 12 2) „Gods Wil", evenals „Gods Naam", „Gods Woord", „Gods Weg", Gods Rijk", behoort tot die termen, welke door christenen vaak met zulk een van zelfsprekendheid en gemak worden ge bezigd, dat het den buitenstaander er van duizelen gaat en hem een gevoel van wrevel en ergernis bevangt tegen over menschen, die zich blijkbaar zoo thuis weten in de hemelsche wijsheid, dat God geen geheimen meer voor hen hebben kan. Wie zal de schade vermogen te bere kenen, die deze waanwijze zelfverze kerdheid zoekende en vragende harten heeft aangedaan! Hoe moeten telkens weer menschen, die oprecht zoeken naar een levends, innerlijke binding aan God en den naaste, teruggestooten worden door het „naadloos" getuigend van geloovigen, die den twijfel niet schijnen te kennen en van wie men wel aannemen moet, dat zij de Goddelijke Waarheid van top tot teen in hun zak ken hebben. Hoort hen eens praten over Gods Wil! Zij weten precies, hoe het daarmee staat, in de toekomst, in het verleden en in het heden. En dat is het tragi sche! zij meenen dat. Zij meenen dat, even argeloos en oprecht als die meneer destijds voor de radio het meen de, wanneer hij antwoord gaf op de duizend en één Vragen, die christelijk Nederland hem stelde over gemengde huwelijken, repertoires van zangver- eenigingen en alle mogelijke en onmo gelijke theologsche haarkloverijen. Er zijn echter zaken, waarover het den mensch nu eenmaal niet past als een alwetericle te spreken, ook al be zit hij een rotsvast geloof; ja, waar over hij juist hoe vreemd djt ook klinken moge niet als een alwetende spreken zal, indien hij zulk een stevig geloof het zijne noemen mag. Immers, hoe sterker ons geloof is, hoe krachti ger ook'onze bede zijn zal: „Heer, kom mijn ongeloovigheid te hulp!" Welnu, zoodra het over „God" gaat en over dingen, die rechtstreeks met onze persoonlijke verhouding tot God te maken hebben, past het ons niet als alwetende te spreken (laat ons overi gens terloops vaststellen, dat het nim mer aanbevelenswaardig is dit te doen). Dan behooren wij ons vóór alles be wust te zijn van den oneindigen af stand, die er tusschen onze eigen-wijs heid en Gods volmaakte en heilige wijsheid bestaat; een kloof, die zoo wijd en zoo diep is, dat wij haar van ons uit nimmer overbruggen kunnen. Daarom kunnen wij ook over Gods Wil niet spreken als alwetenden, die als het ware bij God over den schouder hebben gekeken. Want wat wij over Gods Wil weten, weten wij niet uit onszelf, maar weten wij uitsluitend van en door Hem, Die ons als Gods Aange- zich is toegekeerd. Met andere woor den: alleen door het leven, het lijden en het sterven, de opstanding en de hemelvaart van den Christus weten wij wat Gods Wil is, d.w.z. weten wij zoo veel van Gods Wil als ons noodig Is te weten om naar Gods Wil getroost te kunnen leven en te kunnen sterven. Al dat andere, wat wij misschien gaarne over Gods Wil in de toekomst, in het verleden en in het heden van ons eigen leven en van het leven van ons volk zouden willen weten, moet ons verbor gen blijven. Wij zouden het natuurlijk gaarne wil len weten, omdat wij nog altijd (even als in het Paradijs!) gaarne als God zouden willen zijn, kennende het kwa de en het goede, maar wij krijgen niet meer te weten, dan wij te weten noodig hebben, om als menschen voor Gods Aangezicht met onze medemenschen te kunnen leven. Vandaar dat de apostel Paulus in dit verband In zijn brief aan de Romeinen schrijft: wordt her vormd door de vernieuwing van uw verstand". Daarmee moet het inderdaad van onzen kant beginnen. Wanneer wij „onderkennen" zullen „wat de wil van God is", dienen wij in de eerste plaats hervormd te worden door de vernieu wing van ons verstand. En deze vernieuwing van het ver stand bestaat in hoofdzaak hieruit, dkt wij ons verstand niet langer gebruiken om te heerschen, maar om te dienen; dat wij ons verstand niet langèr zijn demonischen en satanischen gang laten gaan, maar het in dienst stellen van het groote Gebod der Liefde, dat God ons in het leven, in den dood en in de verheerlijking van Zijn Zoon voor oogen heeft gesteld. Als wij dit doen, zullen wij onder' 'kennen wat de wil van God is, n.l. het goede, welgevallige en volkomene. Dan zal er lijn, richting in ons leven komen, Gods lijn, Gods richting. Dan zulten wij bidden kunnen en „weten" wat wij bid den: „Onze Vader, die in de hemelen zijt, Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzoo ook op de aarde". En dan dan zal niemand meer met zijn „bud verstand" vragen, wat nu toch eigen lijk dat goede, welgevallige en vol maakte is. Want dan weten wij:'dat alles kan slechts één ding zijn:) de Liefde; de Liefde tot God en den naas te, die wij enkel o onbegrijpelijke vrede en zaligheid! als wederliefde mogen kennen, omdat Hij ons het eerst heeft lief gehad. Immers, hoe zoüden wij anders het goede, welgevallige en volkomene kunnen „doen"! Dan zouden wij verteerd worden door de schuld, waarin wij ons dagelijks verstrikken en nimmer uitkomen onder den druk Van ons kwaad geweten. Op de tentoonstelling „Amstel-Vecht- Zaan" in het Stedelijk Museum te Amsterdam, bevindt zich een echte kolfbaan. CNF-Noske-Pax m Salomo is den volke beter bekend als de vorst van het wijze oordeel dan als de dichter van het Hooglied; er zijn weinig dingen die den mensch van alle tijden zoo treffen en ter harte gaan als wijze en snedige rechtspraak; sprookje, legende en volksverhaal zijn er vol van. En nu is het loffelijke van Hadji Sa- gadoer, de oude wijzeman uit het Pa- lembangsche, dat van den Aardweg in hem een figuur heeft geschapen van den „goeden rechter", waarin men ge heel en al gelooft. Ik tenminste heb, toen deze korte verhalen jaar na jaar In „De Telegraaf" Verschenen, altijd in de verbeelding geleefd, dat de geestige grijsaard een figuur uit de Javaansche volkswereld was, en dat zijn woorden en daden hier werden naverteld. Het blijkt, dat hij geboren Is uit den inkt pot wan den schrijver; maar dat men een bestaande, geleefd hebbende figuur in hem vermoedde, bewijst dat niet veel voor deze verhalen en Is het niet ongeveer de grootste lof die meh zijn schepper kan geven? De man is niet verzonnen, hij leeft.... De manier waarop hij duizend on- eenlgheden tusschen zijn dessabewo- ners beslecht, menschelijke feilen ge neest, dwalenden op het 'goede pad brengt, onrecht recht zet, Is boeiend en vermakelijk in eenen. Hij is een goede held voor het korte verhaal,, want zijn woorden zijn bondig, ':,èn zijn daden worden verteld als anec dotes, die den lezer nieuwsgierig maken, bezig houden, en met een voldanen glimlach een nieuwe geschiedenis doen beginnen. Men mag dezen ouden men- schenkenner belagen, zijn vrienden mogen aan hem twijfelen het is een fijne zet van den schrijver dat ze, hoe ze hem ook vereeren, toch telkeps weer aan hem twijfelen, o wankelbaar lot der wijzen! hij vindt steeds opnieuw een vernuftig woord, een uitleg, een tekst uit den Koran die hem doet overwin- In en om den Noordoostelijken Polder. Door W. KOK. II. Dwars over 't Kampereiland. Na een nacht, doorgebracht in het gouden land der droomen, zijn we des morgens vroeg uit de veeren. De pol der ligt niet naast de deur, we hebben nog een wandeling van twee uur voor den boeg over het oude land, in casu het Kampereiland. Vanuit de stad loo- pen we eerst de lange IJsselbrug met haar monuineiRals poorten over en ko men dan op den weg naar den polder. We zullen er maar flink den pas inzet ten, des te minder gauw raak je ver moeid. Ik weet niet hoe het jou ver gaat, maar toen ik voor het eerst in deze streek was, was deze tippel voor mij een waar genot en zoo is het nog altijd. Veel wist ik vroeger niet-van het Kampereiland af; nu heb ik het leeren kennen als een opzichzelf staande mooie streek met een streng godsdienstige be volking. Dat het een uit natuur-histo- risch oogpunt bevoorrecht gebied was en ten deele nog is. was mij wel be kend, dank zij de publicaties van den bekenden natuurschrijver Ds. Van Schaick. De weg gaat langs een „dood- loopende" deltaarm van den IJssel; het rustige Noorderdiep, een stil vischrijk water met breede rietkragen, waaruit herhaaldelijk de naamioep van den ka- rakiet klinkt en groote plekken gele plompen, waartusschen talrijke futen rondscharrelen. Typeerend voor het Kamperelland zijn z'n boerderijen: langgerekte lage met stroo bedekte hoeven hoog op hun ter pen, omringd door geboomte en waar moes- en bloementuin evenmin ontbre ken. Deze boerenbedrijven: de honderd erven: eigendom van de gemeente Kam pen. hebben hun eigenares lang geen windeieren gelegd. Ik noem hier slechts den uitstekenden roep, dien 't hooi van het Kampereiland in den lande heeft. "Toch wordt de kwaliteit van dat hooi de laatste jaren iets minder tengevolge van het uitblijven van de overstroomin gen, die het zoo vruchtbare slip op het land brachten. Hier dus weer een na deel van de afsluiting van de Zuider zee. Daartegenover staat, dat Kampen reeds nu. tijdens de ontginning en straks als de geheele polder in gebruik is genomen, zeer veel profijt zal kun nen trekken van haar ligging nabij hef nieuwe land; denken we enkel maar aan den hoofdwg van het Zuiden via Kampen, Ramspol, Lemmer naar I#eu- warden. Reeds lang hebben we de gebouwen van het kamp Ramspol, Koven op den polderdijk, kunnen zien, tot we de laat ste boerderij van het Kampereiland voorbij zijn en komen bij het Ramsdiep, dat ons scheidt van den >po]der. Een pontv ligt juist gereed, dat Treffen we, en zet ons af aan den overkant. nen, en m«t neemt noode afscheid van hem na zijn honderd Salomo's-oordee- len. Want hij is een mensch met groote menschenkennis, een goede, geloovige, een man van de daad en rijp inzicht en hij geeft U menig voorbeeld van die moeilijkste aller kunsten: de omgang met menschen en het geven van goeden raad zonder vijanden te maken. Van deifc Aardweg is een uitstekend verteller met weinige en eenvoudige woorden; hij weet wat hij met dezen bemlnnelijken grijsaard wil en hij laat hem wandelen en wijs zijn op dit on- dermaansche op een wijze dat zelfs de verstoktste lezer die niet van korte ver halen houdt, van Hadji Sagadoer zal moeten gaan houden gelijk zijn bewon deraars uit de dessa. „Wijsheid is het goud der aarde" zei Raksa Keoh, zijn vijand, maar Hadji Sagadoer bewees dat ze meer is, niet alleen in de kleine historie die daar over gaat, maar in heel deze reeks boeiende, vermakelijke en prettig ver- poozende kleine vertellingen van men schen en hun dwaasheden, die niet zoo zeer veel verschillen in Palembang en elders. J. W. F. WERUMEUS BUNING. H. P. v. d. Aardweg; "„Hadji Saga doer." Uitg. A. J. G. Strengholt, A'dam. fs P een middag stond er een klein mannetje in den voortuin en op on ze stoep lag een verzameling spon sen, borstels en muizenvallen. „Wat is dat voor een kereltje?" vroeg ik. „Een scharrelaartje." vertelde mijn vrouw, „hij is werkldki en hij zegt, dat hij vijf kinderen heeft. Hij wou me een muizenval verkoopen, maar we hebben nou eenmaal geen muizen. Wat zou je er van zeggen als we hem den tuin eens in orde lieten maken?" „Wat vraagt hij daarvoor?" „Hij is spotgoedkoop," zet mijn vrouw. „Hij vraagt maar twee kwar tjes per uur en het gewone tarief is, geloof ik. wel tachtig cent". „Ik weet 't niet," zei ik, „maar we zijn misschien toch voordeeliger uit als we maar een muizenval van hem koopen. Enfin, ik zal eens met hem gaan praten". Het mannetje was naar den achter tuin geloopen en bestudeerde aan dachtig een uit zijn kracht gegroeiden heester. „Heb je d'r verstand van?" .infor meerde ik een beetje achterdochtig. „U moet 'm rond laten snoeien," zei het mannetje, „d'r zijn van dat soort boomen daar ken je van alles van knip pen. een kip of een kerktoren, maar je ken d'r ook een anderen vogel van maken". „Je moest 'm maar gewoon rond- snoeien." bedacht ik. want ik had wei nig vertrouwen in zijn beeldhouwkun- dige capaciteiten. „Zooals u wilt," zet het mannetje en hij trok zijn jas uit. „Heeft u-misschien een snoeischaar?" Helaas, ik had er geen, maar het mannetje beweerde, dat het met een mes ook best ging en 'hij leende een vleeschmes, dat hij eerst in de keuken extra scherp liet slijpen. Toen gingen we eten en ik wist niet, dat ik voor de laatste maal mijn boompje gezien had. Want Jansen zoo heette het man netje kon het niet „rond" krijgen en toen ik kwam kijken was er van het boompje niet veel meer te zien, maar de fout, zei hij, lag aan het mes en hij zou wel eens even op stap gaan om een snoeischaar te leenen. Hij trok zijn gerafeld jasje aan en kwam drie kwartier later mét een nieuwe snoeischaar aanzetten. „Waar heb je dat ding vandaan?" vroeg ik verbaasd. „Dat is van dien meneer," zet hij. „hier vlak om den hoek. Hij wou 'm eerst niet meegeven, maar ik heb ge zegd, dat u d'r om gevraagd had". Hij trok zijn jasje weer uit. hing het zorgvuldig over een pijl van het hek en viel verwoed op het overschot van den heester aan. Mijn vrouw concludeerde, dat het mannetje niet veel „vormgevoel" had en bedacht, dat wij hem eigenlijk veel beter het gras konden laten knippen. Grasknippen, zei Jansen, toen we er over begonnen, was zijn specialiteit. Hij ging naar de keuken om op nieuw het mes te laten slijpen en een kwartier later ^Jiet hij zich met éêh knie op het grasperkje vallen. door Tj. N, ADEMA. „Je moet dien stakkerd eens even la ten rusten," zei mijn vrouw een kwar tier later en toen ik hem ging zoeken stond hij in druk gesprek met den ex ploitant van een ijscowagen en belikte aan alle kanten „eentje van tien"', die bijzonder dik was uitgevallen. Dé 'hoek van ons grasveldje deed mij denken aan een jongen, dien ik vroeger op school gekend had. Die was ziek geweest en toen hij later terugkwam, was hij kaal met hier en daar een paar stoppels: Het mannetje beweerde, dat 't aan 't mes lag. Je kunt 't eigenlijk niet met een mes. Je moet er een grasschaar voor hebben en hij zouer wel even eentje gaan leenen. Binnen een half uur was hij terug in gezelschap van een meneer, die een zware machine met een langen steel op zijn "schouder torste. Ik liep ;den onbekenden heer haastig tegemoet en stelde mij voor. Ik kon, zei hij, de machine met plei- zier van hem leenen en hij was alleen maar even meegekomen, omdat hij mijn „tuinman" eigenlijk niet kende. Ik nam den meneer mee naar binnen en trachtte hem daar te bewegen de machine mee terug te nemen, maar hij bleef volhouden, datwe op de wereld waren om elkaar te helpen. „Het is alles initiatief van dat ke reltje geweest," zei ik. maar de die neer zei, dat hij wel hield van mannen met initiatief en dat hij de machine ir, geen geval terug verwachtte voor ik er mee klaar was. Een kwartiertje later was het man netje er zoo druk mee aan het werk. dat hij me niet eens opmerkte. De machine maaide aan den eenen kant onze begonia's uit een perkje en zwaai de dan weer naar een grintpad, waar de kiezelsteentjs tusschen de raderen opsprongen. Ik dacht aan den vriendelijken me neer en aan het gezicht, dat hij zou trekken als hij de machine weer ge bruiken moest en mijn vrouw kwam op de gedachte, dat we het mannetje beter hout konden laten zagen. Hij ging er niet erg enthousiast op in, want hij was zei hij van zijn vak eigenlijk tuinman en geen hout zager, maar mijn vrouw beloofde hem een extra boterham en hij ging naar de keuken tot het meisje kwam vra gen of we geen middel wisten om hem daar weg te krijgen. Hij begon vol energie te zagen en draaide het stuk boomstam telkens om met het resultaat, dat hij spiralen zaagde en bovenaan uitkwam, als hij onderaan begonnen was, zonder er doorheen te kunnen komen. Het lag aan de zaag, zei hij een uur tje later en hij'was juist van plan er gens een betere te gaan leenen, toen mijn vrouw vond, dat 't genoeg was. We vonden het alle drie genoeg en ik wilde dadelijk met hem afrekenen, maar hij bedacht, dat hij het gereed schap nog terug moest brengen, omdat de menschen anders naar bed zouden wezen. Toen hij terug kwam, waren ze zeker naar bed, maar hij was wakkerder dan ooit, toen hij de uren uitrekende, dat hij bij ons „geWerkt" had. Hij zei, dat, als meneer hem nog ^ens noodig had, dan kon meneer hem altijd laten roepen. Hij hing zijn sponsen en muizenvallen weer op zijn rug en ver dween en ik zou nooit meer aan het mannétje gedacht hebben als ik enkele jaren later niet plotseling aan zijn be staan was herinnerd Er was een optocht van versierde re clamewagens en heel achteraan reed een handwagen met graszoden en daar op zaten vijf kleine kinderen, die schop jes en harkjes naar boven staken. Het mannetje, dat dit huishouden voor zich uitduwde, knikte ons in het voorbijrijden vertrouwelijk toe. „Wie was dat ook weer?" peinsde mijn vrouw. „Kijk maar op het karretje," zei ik. want er was een groot reclamebord aan gespijkerd, waarop hij met koeien van letters zijn naam had geschilderd: Tuinman noodig? A. Janssen. Goed en goedkoop. Eigen gereedschap. Overal te ontbieden. We zijn er Als we dan boven op den dijk ko men. ligt daar het nieuwe land in zijn groote uitgestrektheid voor ons. De toe komstige hoofdweg, waarover ik hier boven reeds sprak en die hier den pol der ingaat, is over een lengte van vele kilometers al zoover gereed, dat hij al ieen nog wacht op het aanbrengen van het bovenste wegdek. Als kleine eilan den verspreid in het vlakke land liggen de reusachtige nieuwe boerderijen; een zame posten en toch centra van noes ten arbeid. Wordt niet tijdelijk in af wachting van den bouw van meerdere boerderijen vanuit elk van die Mntra een rayon van 500 ha. beheerd? voor waar geen kleinigheid! Vlak bij je zie je twee groote land- bouwschuren. die als magazijn zijn in gericht. Hierin worden straks weer het zaaizaad en de kunstmest voor het nieu we seizoen opgeslagen. Er naast op een ópen terrein staan talrijke trekkers (tractoren) en graanmaaierzelfbinderS. De weide aan den overkant van de reusachtige landbouwhangar, waar an ders talrijke zware werkpaarden uitrus ten van hun arbeid, is leeg. Mensch en dier. zij arbeiden nu. Immers de oogstdrukte in het reeds ln cultuur ge brachte deel (ongeveer 8000 ha.) van den polder, dat zich vooral uitstrekt als een breede zoom langs het oude land, is nu op haar hoogtepunt. De honder den paarden, zijn, nu men niet zoo ruim gebruik van olie kan maken voor de trekkers, van een niet te onderschatten belang. Ze worden dan ook met veel omzichtigheid behandeld. En ik weet niet hoe jij er over denkt, maar zoo'rj span forsche, gespierde paarden voor een maaimachine in het korenland, het geeft je schoonheidsgevoel tien maal méér voldoening dan een ratelende trekker. Deze worden eveneens gebruikt en de gasgenerator is ook hier vaak de redder in nood. 's Morgens, als boven het „vaste land" in de richting van Vollenhove rood en majesteitelijk de zon door de nacht nevels breekt, is er al het gezoem van de trekkers, die de maaimachines door de graanvelden trekken en 's avonds laat. wanneer de zon haar dagreize gaat beëindigen, hoor je nog hun geronk door den overigens stillen avond. Bo vendien zijn daar de mannen, die' met zicht en welhaak de halmen doen sneu velen en de binders en zij die de schoo- ven aan hokken zetten, keurig in 't gelid, ais zou straks de oogstkoning ko* men om parade af te nemen.... Eiken dag zijn er minder halmen, minder sna ren, waaraan de zomerwind zijn zoete muziek kan ontlokken en waartusschen de hazen een (veilig leger vonden. El- ken dag worden de schoovenrijen langer langerDichtbij wijd uiteen, maar hoe verder je oog gaat. hoe meer ze .versmelten en zich vereenen tot een stille zee van glanzend goud Korter of langer tijd blijven, ze zoo staan, totdat de korrels voldoende ge hard zijn en de velden worden leeg gehaald. terwijl op talrijke plekken de schooven tot hooge stapels worden ver zameld en afgedekt met riet in afwach ting van» de dorschmachine. Weer bracht het land zijn vruchten voort, den Schepper tot dank, den mensch ter eer. Groene vlakteiij Behalve momenteel de oogstarbeiders zijn dagelijks duizenden arbeiders bezig met het cultuurrijp maken van het nog onontgonnen gebied. Daar waar de graanvelden eindigen kom je op het terrein, waar de grondwerkers en de uitzetters hun arbeid verrichten, 't Is er tiog een ware rimboe. De voorma lige zeebodem, die hier slechts weinig oneffenheden vertoont, is begroeid met tallooze onkruiden zooals zeeandijvie, zu ring, kruiskruid, zeeaster en verschil lende rietsoorten. Boven deze groene vlakten klinkt onophoudelijk een diep gegons: het geluid van dichte muggen- wolken, waarop door zwaluwen ijverig jacht wordt gemaakt. Op open plekken broedt^ïier in het voorjaar de zwarte stern, zoekt de geelgors haar torren. Ook 'de baardmees, echte vogel van de rietlanden, komt hier nog in grooten ge tale voor. Aan den btnnenvoet van den dijk zie je een weelde van kleuren: de diep- roode pijlen van kattestaarten, die voor al veel koolwitjes tot zich lokken, de witte sterren van diente pollen kamil len en meermalen het mooie blauw van korenbloemen. Zelfs kan het je al ge beuren, dat je op een zwerftocht nu kunt genieten van kleuren en geuren van de kamperfoelie! VAN GELD EN GOED. Ook over de achter ons liggende week valt van de Amsterdamsche beurs weinig nieuws te melden. De obllga- tiemarkt was over het algemeen aan den vasten kant en de koersen der verschillende staatsfondsen bleven vrij wel onveranderd. Slechts de 3°/» N.W. S. konden een aardige stijging notee- ren. Zij verbeterden van 80°/» op 30 Augustus j.l. tot 81%'/» op 2 Septem ber. De omzetten in pandbrieven ver- toonen den laatsten tijd verhoudings gewijze een belangrijke stijging. De weekstaat van De Nederlandsche Bank per 30 Augustus toont ons een verdere toeneming van de vorderingen op het buitenland met netto circa 34 millioen, terwijl de bankbiljettencircu- latie met 55 millioen steeg. In De Telegraaf van 21 Augustus j.l. vonden wij eenige mededeelingen met betrekking tot de productie van syn thetische rubber in Amerika. Deze zal in 1944 reeds niet minder dan 850.000 ton bedragen bij een voor-oorlogsch wereldverbruik van 1.1 millioen ton per jaar en een eigen verbruik der V.S. van circa 550.000 ton. Zonder nu meteen conclusies aan deze cijfers vast te knoopen_ im mers een belangrijke factor zal hier vormen de kostprijs van het natuur product en die der kunstmatige rub ber lijkt de veronderstelling, dat de kunstmatige rubber een nadeeligen in vloed zal gaan uitoefenen op de prij zen van hpt natuurproduct, met als gevolg dalende winsten voor de rub bermaatschappijen, niet gewaagd. Hierbij dient mrfi echter wel te be denken, dat door de rubberrestrictie de rubberprijs kunstmatig op een zeer Ioonend niveau werd gehouden, zoo dat prijsverlaging van het natuurpro duct, met behoud van een zekere winstmarge, mogelijk blijft. Nochtans zal het natuurproduct dan wel eenigen tijd in het nadeel blijven in verband met de beschikbare scheepsruimte en de grootere risico's tijdens het vervoer, welke een stijging der vrachten in vergelijking met die van vóór den oorlog tot gevolg zullen hebhen. Bij de huidige beursconstellatie kan men deze verschillende fhetoren uiter aard niet in de koersen der rubber fondsen terugvinden, hetgeen niet weg neemt dat zij er zijn en zich te 2ijner tijd vermoedelijk zullen doen voelen. BiUaroma gele sauapoeder schakelt in de keuken in t&Uooze gevallen het gebruik van boter uit. Albumona juspoeder) levert vele soorten smakelijke jus en tallooze appetijtelijke sausen op. Transparanta aardappelta- pioca) helpt U bij het bereiden van pudding, vla, pap, enz. &«t beeta, dat op de bon verkrijgbar* W. A* SCHOLTEN'S FABRIEKEN legt Pl IR uit Dat zachte koffie-aroom, en die voortreffelijke smaak., daarom kiest men tegen woordig Unicum! Da's niet overdreven, da's wddr, proef 't maar! Pirn's prima Koffiesurrogaat Verkoopkantoor: van der Plaats Koffiebranderijen en Theehandel Bofewrd Zwitsal. de ongeëven aarde balsem voor de zuige! ingen verzorging, wordt thans gedistri bueerd. Wendt U voor het verkrijgen van nadere inlichtingen tot Uw Apotheker of Drogist of tot de neem toch vooral niet .het eerste het beste" Neem .Santé", want.— Het lijk! wal overdreven. Maar wij UT zijn nu doende met het ontwerpen von ideale na-oorlogsche overalls. Heelt u wenschen of wenken Schrijf ons. Woordevolle onnwijzingen wor den beloond I VAKKLEEDING VURIG 8E100NINGENI Gralii Bevo overalls, broeken, jassen, etc. naor keuze. Alleen punten noodig. Doe mee. i Brieveo bureau von dit blad, moltoBEVA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Noord-Holland : Alkmaarsche editie | 1943 | | pagina 3