PANKO r BE5TVAT KEG noblito the£Surrogaat LETTERKUNDIGE KRONIEK. ^DECEMBER 2©overx/z.ndfc men. een postv^3S^^^rDsfcortiri0S- HJpOT.T«nlWl douwe Egberts Zondagsgedachte Advent: Een nieuwe kerk. Volksliedje. 'n Folkloristisch gebeuren te Twisk in „Het Zwarte Paard" De Twiskers zeilen de blommen buiten.... moe ï^JL\1 f3* 31 dagen. klndeïvoedutcj fyochtiye kost vooi. het kind Dubbel gelukkig PlcikcrvDor een posbsegel op. 33ci£ £>pcuxHr UjcL-r DE POST GLUNDERT - want al bestellende, heeft hij voor zich en zijn gezin een pak Kofmix besteld. Voor een koffie-liefhebber is Keg's Kofmix dan ook je dat. 'S REGEERINGS- K OF F IE SURROGAAT 36 ct. p pak a 250 gr. C. KEG'S GROOTHANDEL N.V. IK ZAG.... zegt Mina Bakgraag, hoe 'n Moeder van een gróót gezin voor een fornuis pannekoeken stond te bakken. Dat doel ze vaker, want pannekoeken staan in de maag, en ze spaart melk en eieren, bespaart boterl Met Panko! 'n Peja 'product TS35A hl alle goede naken verkrijgbaar. door Mr. R. Houwink Een nieuwe kerk? Ja, waarlijk, tot welk kerkgenootschap wij ook behoo- ren, welke kerkelijke richting wij ook zijn toegedaan, de Kerk wijst ons in haar Adventsprediking op een nieuwe kerk. Zij herinnert ons eraan, dat wij van „onze kerk" feitelijk maar wat hebben gemaakt; iets, dat ter nau- wernood „kerk" heeten mag in dien vollen rijken zin, waarmee het Nieuwe Testament over de gemeenschap der geloovigen spreekt. Want waar is in onze kerk die sim pele, blijde gemeenschap der geloovi gen, zooals deze ons voor oogen is ge steld in de gelijkenis van den wijnstok en de ranken? Zijn wij zulk een kerk van Christus? Of zijn wij een vrome schare, gelijk de Farizeeërs, en anders niet? Dienen wij God naar de Wet of volgens het Evangelie? Zijn wij kerk- menschen of christenen, d.w.z. volge lingen van Jezus Christus, die ons de wereld ingezonden heeft, om alle den volke de komst van het Godsrijk te verkondigen? Deze vragen stelt de Kerk ons, wan neer zij in haar Adventsprediking over een nieuwe kerk spreekt; een kerk, die zich telkens weer gehoorzaam her vormen laat door den geest van Chris tus en die bereid is onvoorwaardelijk en ten volle haar schuld te bekennen aan de verschrikkingen, die over ons gekomen zijn; die weet van haar on trouw, haar slapheid en haar hoog moed, waardoor zij verwereldlijkt en verburgerlijkt is tot een stichtelijk onder-onsje, dat doof en blind voor „het groote leven" geworden is, en zich schuil houdt achter zijn theolo gische horretjes. Kijk, en nu gaat het erom, niet dat de wereld deze dingen tot de Kerk zegt en haar met haar spot en haar hoon overstelpt, maar dat de Kerk deze dingen tot zichzelf zegt en u i t zichzelf! Dat zij haar schuld en haar armoede belijdt en dat zij op nieuw ootmoedig en schuldbewust de gemeenschap zoekt met haar Heer. Want eerst dan, wanneer de Kerk deze dingen tot zichzelf en uit zichzelf zegt, kan zij in haar Adventsprediking óók over een nieuwe kerk spreken, over een gemeenschap van geloovigen, die, als de ranken met den wijnstok, ver bonden-zijn met hun Heer. Dan mag zij zwijgen over „kerkopbouw" en „kerkherstel"; dan mag zij zelfs voor een oogenblik het zoo nijpend en ver ontrustend probleem der onkerkelijk heid laten rusten. Het eenige, wat zij dan te doen heeft, is, ons eraan te herinneren, dat de Kerk, de Nieuwe, de Eeuwige Kerk het Lichaam van Christus is; een een heid derhalve, niet door menschen ge maakt noch door menschen te ver nietigen; een eenheid die met Christus gegeven is en zonder welke Hij" een drogbeeld of een hersenschim is, doch geen kracht uitstralende werkelijk- De Nederlandsche jeugd dicht. De Nederlandsche Omroep heeft on langs de geheele dichtende jeugd van Nederland opgeroepen om haar poëti sche voortbrengselen in te zenden. Het resultaat was verbijsterend. Vijftien honderd inzendingen! Vijftienhonderd Nederlandsche jonge menschen, die verzen gemaakt hadden. Er zal natuur lijk veel kaf onder het koren geweest zijn en dat kaf heeft dan stellig nog iets sympathieks gehad. Want ver dient tenslotte niet elk eerlijk vers goed of niet goed een glimlach, ook al heeft een vermaard Nederlandsch dichter eens gezegd, dat een goed ka detje beter is dan een slecht vers. Het beste van deze dichterlijke veel heid is uitgezocht en gebundeld in een bescheiden boekje, dat tot titel draagt: ,,Het Jonge Hart" en verschenen is bij de Uitgeverij „De Schouw" te 's-Gra- venhage. Dr. J. van Ham, Hoofd van de Afdeeling Boekwezen van het De partement van Volksvoorlichting en Kunsten, heeft er een inleiding bij ge schreven, waarmede men het in vele opzichten eens kan zijn, maar in een belangrijk opzicht echter in geenen deele. De inleider zegt namelijk: „Wie de geschiedenis van de lyriek van 1880 tot 1940 nagaat, zal moeten opmerken, dat de bezieling afnam met elke nieu we generatie". Dit nu is geheel on juist en het zou met tientallen voor beelden te bewijzen zijn. Ik zal die bewijzen niet leveren, want het gaat bij dit boekje niet om de inleiding, maar om den inhoud en om den inhoud alléén. En wat den inhoud betreft heeft de lezer weinig te reclameeren. Hij kan tevreden zijn, want hij moet to' de slotsom komen dat e? in Nederland een jeugd is, die dicht en wat nog méér zegt die dicht met den inzet van haar hart. Hoe zich dit alles in de toekomst ontwikkelen zal, ligt nog verborgen in den schoot der goden. Misschien bevat dit boekje namen, die later onze literatuur glorie en glans zullen bijzetten. Afwachten! Wat mij aangaat, ik wed op Eb. v. d. Beid, die o.a. „Bij het graf" schreef, een weliswaar nog onvolkomen vers, maar dat toch door den ademtocht der muze geraakt is. Ik schrijf het hier neer: BIJ HET GRAF. Hier is je graf. Ik ben alleen gekomen om even naar de kleine steen te kijken waarop je naam vergeten staat te prijken sedert de dood het leven j'heeft ontnomen. Het is hier stil. Er staan wat hoge bomen. En ik sta peinzend dit te vergelijken met hoe het vroeger was en blijf maar kijken naar je vertrouwde naam onder de bomen. Je bent gegaan zonder een enk'le klacht. En ik bedenk hoe de herinneringen aan jou verijld zijn in een vreemde nacht. Want er is geen verdriet en ik blijf zingen je naam, die mij zoo lief is en zo zacht maar om mij heen zweeft in steeds wijder kringen. En bladerend door dit boekje kunt ge telkens stil ontroerd worden door meerdere verrassingen. Dit bundeltje is werkelijk een bezit voor het hart. zooals ernstig kindergezang een vreug de voor het oor kan zijn. H. P. VAN DEN AARDWEG. h e i d, zooals o.a. Blumhardt Hem leerde kennen, ook al blijft zijn „waar heid" theologisch nog zoo trouw en zuiver bewaard. En is dit niet de diepste nood van ons christendom, dat het deze christus werkelijkheid niet meer kent en er niet meer uit leeft? Dat wij zoo uiterst zelden iets van de kracht en de blijd schap, die deze christus-werkelijkheid met zich brengt, in ons kerkelijk en maatschappelijk leven te zien. krijgen? Levende brieven van Christus, die iedereen vermag te lezen, als wij dat vermochten te zijn, wat zouden wij elkaar en onszelf dan een massa ellende kunnen besparen en wat zou het er in ons volk, ondanks alles, toch anders uitzien! Hoeveel minder vat zou de demopie van den haat en van het ge weld op ons hebben gehad; hoeveel minder diep zou de vertwijfeling ons hart hebben aangevreten! Mijn liefste zendt mij rozen Zoo rood als harteblord. Hun geur zegt: „Hij bemint je. Toch is 't niet goed. Mijn liefste zendt mij brieven, Geschrev' op blank papier, 't Verlangen groeit al lezend. Was hij maar hier. Mijn liefste wil mij zenden Al wat mijn hart begeert, Maar zelf kan hij niet komen En dat is wat mij deert. H. KRAMER. Uit „Het Jonge Hart', HAD OK PUUR. METj V-r- T- GRÓTE 6i P£l5T IA OP Goeie WAirJ met oienJ N OO l e MAAR. KASTE LAINJ GEPBRA.ND HET WEL EEN DlKX.E.RP VER.D1&NP in MIAlKf z.'n S OEE-R WAS ÖER6RAND COEVERT MAG EEN &A^y &AI./ y y f 'B-' f 0E07.e- E.ORET WtST ET GlEt\J M EER., "T ZAT EF^WEL IN.MAAA 'T V/OU DER^MIETUIT. QK. BEGRÓTBLO^f MOEDER COE.VERT OEiDMAAq. LEKJOERE •ótiK^KE. 'JNAlJB EN DiE ZULD& WS.U 6N EEN KJ-OCHT OAT HADDE.EN Z'NGE OAT ZE- DElDE. .Z& CslERPE. HET JAM UIT SAlTAie, „c>e CERJEMONiE-MEESTER. MET'T VERLEGEN MOOI 2AIT [Twi^ II ia oPC Menig lezer van het „Dagblad voor Noord-Holland" zal groote oogen op zetten wanneer hij leest over een „bestvat". Wat is een bestvat? De laatste jaren komt dat maar heel zel den voor; vroeger had men deze meer dere keeren, want eiken keer dat een herberg van kastelein veranderde, ging de nieuwe baas de klanten invi teeren bij hem te komen eten en drinkentot 's nachts of zoo men het noemen wil: tot 's avonds twaalf uur (de oude sluitingstijd der café's) en daarna teerde men voor eigen re kening, moest dus „de knip" uit den zak komen. Naast die „bestvatten" had men de „potverterings"; dat waren clubs van jongens, die elke week bij een bepaald café" een. bedrag kwamen storten om eenmaal in den winter met elkander, natuurlijk aangevuld met elk een meisje, de „pot" te verteren. Dat was dan dus geheel voor eigen rekening. Het kon dan diep in den morgen worden wanneer aan deze, men zou het met recht een „boerenbrui loft" kunnen noemen (alleen van jon gelui dan) een einde kwam. Ep veer tien dagen daarna was er Zondags avonds in het bewuste café geen kop te bekennen; „de joós wasze nei de moidjes om koffie op te halen". En nu was in Twisk een café van pigenaar veranderd; het „Zwarte Paard" werd het tooneel voor een bestvat, want de „nuuwe kasteloin", Gerrebrand Coevert, had deer zin in en leite we 't maar heel eerlik zeg ge: ok de burrie, (de burgemeester) meheer Teer ('n ouwe Zaankanter) voelde d'r wel wat voor. Die had nagal zoö'n inslag om die ouwerwisse dinge op te halen, omdat dat de burgers nagal bindt. Nouw, deer hewwe ze aars in Twisk niet over te klagen. Ik 'erinner me nag heel goed de mooie revuus die ze deer indertoid opvoert hewwe en toe hewwe ze wel dimmen- streert datte ze deer nagal wat voor mekaar kroige kinne en datte ze deer d'r niet direct bientje lichte leite. As Gerrebrand Coevert nouw teugen 'n stik of wat joös zoide: we moste d'rs bestvatte, din was dat niet an douve- rnans deur klopt. Din was deer Jan en Piet en Klaas, maar die niet alliendig, din wasze deer ok Kees en Gert en Arie, die derekt zoide: top, deer doen we an mee. En as den Kees en Gert en Arie, en Jan en Piet en Klaas de „run- nik" opgonge om 'n Trien of 'n Troin, 'n Geertje of 'n Neeltje te vragen om nei Gerrebrand te bestvatten te gaan, din wasze de jonkvj-ouwe van Twisk en van Opperdoes en van Oost- en Mid- woud die d'r ok bai te pas kwamme deer dalik voor klaar, en meslcien was de keuze soms niet al te best en paste 't stel op de kast maar kwalik bai mekaar, maar 6, 'n bestvat kwam je toch ok alle dage niet teugen. Ik weet niet hoe ze d'r allegaar kommen binne, want dat prebleem mit de fietse dat wordt op 't platteland ok 'n vraagstik maar ze wasze d'r Zaterdageivend in elk geval en Dekker, ósze teekenaar was ter ok en d'r wasze krantekir- rels, van 't Dagblad voor Noord-Hol land, van de Landstand, d'r was 'n fotograaf, d'r was wat van Polygoón, koik, oigenlik teveul om onder mekaar te wezen maar die lui krege maar 'n kloin toidje om d'r werrek te doen en Coevert had 't zoid: di.is 't opgien gedonder in 't hooiwant ik hew bestvat voor de Twiskers en in 't Zwarte Peerd deer moete de stSslui niet weze maar ik hew hoort dat er toch ientje van heulie deer „onderdoken" is en d'r langer bleven is as oigenlik mocht, maar dat kwam omdat ie 'm „anpasse" konEn dat is nou oigenlik zoo mit heel 't bestvat: je moete je an passe Natuurlijk valt 'n bestvat tegenwoor dig ook niet mee, want je moet met verschillende dingen rekening houden: dat dansen gaat zoo maar niet, hosse springeja, dat is nag gien dansen en Jan Silver van Lutjebroek het d'r weer aardig op losspeultZe zoide: hai speulde as de rouk maar hai zag op deuze Zaterdageivend ók heel wat aars as z'n koeie,en dat deê Jan weer aardig goeddonders, hai zei meskien ok nag wel d'rs slikkebekt hewwe as ie zoö'n aardig moidje bai 'm in de buurt had En Jan Kay was de ceremoniemeister, wat 'm best ofgonghai deid 't of ie 'n partoitje an 't gimmen was gi=n koud an de luchtEn Dirk Winkel was cantordat was de voorzanger as der gien ientje was die wat te zeggen had.... aster net ientje weest was die mit de voordracht „in 't water vallen was" en ze din allemaal heel luid zongen hadde van „da's mooi geweest. Jan Duppie dat is mooi" din haalde Dirk Winkel 'n liedie op en din had je 'n zangkoor dat voor Jakob Kwast za-iger nagedachtenis, kwalik onder deid Ze hewwe lang zongen van „We gaan nag niet nei huis" omdat moeder niet thuis was..., nou, ik dink dat moeder wel thuis was.... dat hei je zoo teu- geswoordig, je binne hokvaster as vroegermaar Burgemeister Teer, die d'r ok nag effen weest is, en die zien had jdat 't wel aardig gong en dat 't wel butterde mit de luidjes. dat er gien ende en brokke kwamme. die kon wel rustig te bed gaan.... nei. dat is best terecht kommen.... Ik weet niet of 't zoo komme kin datte ze op aöre plaasse ok 'eries 'n aöre kasteloin kroige, in de Zaan of in Kennemerland, of in de buurt van Skagen, je kinne nooit wete, zeg ik maar, maar denk din 'rs an Twisk deer kinne ze je leere wat „best vatten" is.... Je het 'r niks aörs voor noödig as 'n kerel, die kasteloin in hart en niere wordt en 'n stik of wat joös en moidjes, die de geist nag in d'r hewwe van ósze grofvaders en gropmoeders, die d'r vlak voor binne dat 't gaat van „Jan toerlesjoer, je biene van de vloer", die 'n goed 'smeert keelsgat hewwe wulle (jullie kinne dat liedje toch van de boerebrulleft: En kom smeer nou je keel, en kom zalf nou je borst, en altoid hei je tierelier en altoid hei je dorst). 't Zwarte Peerd het 't die eivend goed dein, hai het draaft en stoigert, hai het z'n voer kwólik opkent en de ruif mag mindert weze, maar leeg was tie nag niet en de drinkersbak voor 't volk van Twisk skeen bai Ger rebrand Coevert ok nag niet leeg te wezennei, 't mag zoid worre, Gerrebrand Coevert het 't best dein D'r is ien ding, wat me wel wat benauwt het: ik hew wel wat kassian (medelijden) mit de buure had. Ik weet niet of die wel 'n oug dicht dein hewwe en mit zuks moet je toch ok wel voorzichtig weze*n mins moet teugeswordig niet zoo erg uit de sleip houwen worrede nachte binne al zoo langaffoin, 't zei moin benuuwe of van dut brulleften ok nag brullefte nei komme.... ik zal die Grietjes van Twisk 'rs in de gate hou we.... OFFICIEELE LANDBOUWMEDEDEELINGEN. Linnenpremie vlas oogst 1943. Iedere teler ontvangt vanwege het Be drijfschap voor Vlas en Hennep, daartoe gemachtigd door het Rijksbureau voor de Distributie van Textielproducten voor den Handel te 's-Gravenhage, coupures welke recht geven op het koopen van linnen goed tot een waarde van f 4 voor iedere 500 kg. gerepeld stroovlas, welke hij heeft verbouwd. Deze coupures zullen worden uitgereikt op basis van de vastgestelde hoeveelheid gerepeld gewicht volgens taxatierapport. Hoeveelheden van minder dan 500 kg. worden verwaarloosd. Als te ler van vlas op zaaiklaar gehuurd land wordt aangemerkt de huurder van het land, die dus ook de premie ontvangt. De teler zal bij ontvangst van de cou pures een ontvangstbewijs moeten tee kenen, waarbij hij tevens verklaart de helft van de hem uitgereikte coupures te zullen afstaan aan alle arbeiders geza menlijk, die hij in vasten en los-vasten dienst heeft. Op dezelfde wijze zal de huurder van zaaiklaar land zich door onderteekening van een ontvangstbewijs hebben te verplichten de helft van de hem uitgereikte coupures af te staan aan alle arbeiders gezamenlijk, die* hij in vasten en los-vasten dienst heeft, doch alleen indien hij de oogstwerkzaamheden heeft verricht. Zijn de oogstwerkzaamhe den door den verhuurder voor zijn reke ning verricht, dan moet de huurder van het zaaiklaar land de helft van de hem uitgereikte coupures afstaan aan den verhuurder ten behoeve van degenen, die de werkzaamheden hebben verricht. De verhuurder ontvangt dus geen premie, omdat hij niet als teler wordt beschouwd De coupures zullen eerst eind December 1943 begin Januari 1944 kunnen worden ingewisseld tegen het verlangde linnen goed n.l. handdoeken (bont), lakens (wit) en linnenstukgoed (wit) bij detaillisten. Het Rijksbureau voor de Distributie van Textielproducten voor den Handel zal hierover per persbericht nog nadere mededeelingen doen Voor het geval de leveranciers niet meer over een der vengenoemde artikelen beschikken, zal met een ander artikel genoegen moeten worden genomen. De uitreiking der cou pures zal namens het Bureau van den Provincialen Voedselcommissaris voor N.- Holland door de Plaatselijke Bureauhou ders geschieden en aanvangen oo Woens dag 22 December 1943 en eindigen op 8 Januari 1944. Bezoek Bureau van den Prov. Voedselcommissaris. Zooals bekend mag worden geacht is bijna alle administratie, de veehouders en landbouwers betreffende, naar de kanto ren van de Plaatselijke Bureauhouders overgebracht Dit brengt met zich mede, dat 't geen enkelen zin heeft om in Alk maar te komen praten over veelevering, paardenvorderingen, huisslachting, scha penlevering enz., zonder dat men eerst bil den P.R H. is geweest, die in de meeste gevallen de zaak ter plaatse kan afdoen. Zoo'n reis naar Alkmaar is in de meeste bevallen overbodig Gaat, voor ge naar Alkmaar reist, dus eerst naar den P.B.H. PROVINCIALE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN LANDBOUW EN VIS SCHERIJ. Identiteitskaarten paarden. In verband met het feit, dat met ingang van 1 Januari a s. alle loopende identi teitskaarten vervallen zijn verklaard, worden de houders van paarden hierbij opgeroepen hun oude identiteitskaarten in het tijdvak van 15 t.m. 22 December a.s. bij de Plaatselijke Bureauhouders te gen nieuwe kaarten om te wisselen. Met nadruk wordt eron gewezen, dat geen nieuwe kaarten zullen worden afgegeven, wanneer de oude kaarten niet tegelijker tijd worden ingeleverd. Tegen paarden- houders die na 1 Januari 1944 niet ln het bezit zijn van geldige identiteitskaar ten zal proces-vei'baal worden opgemaakt, terwijl de betreffende paarden ln beslag zullen worden genomen. OFFICIEELE PUBLICATIE. Extra voeder voor hengsten. Hengsten, welke in het komende voor jaar ter keuring worden voorgeleid, kun nen een extra-voedertoewijzing van 100 kg. mengvoeder toegewezen kriigen. mits deze hengsten behooren tot bedrijven waarop geen haver is geteeld. Belang hebbenden dienen zich voor het verkrii- gen van deze extra-toewiizing vóór 22 Dec. a.s. bij den Plaatselijken Bureau- houder van hun rayon te vervoegen. Toewijzingen voor peulvruchten. De distributiediensten zullen bij inleve ring van de voor peulvruchten aangewe zen bonnen „Algemeen 711" van 13 tot en met 17 December a.s. toewijzingen voor peulvruchten uitreiken. Tezamen met deze bonnen kunnen detaillisten ma ximaal 9 bonnen „Algemeen 701" welke destijds recht gaven op 250 gram gort, in leveren. Metalen huishoudelijke artikelen. De directeur van het Bureau voor de Metalen-verwerkende Industrie deelt den detailhandelaren in metalen huishoudelij ke artikelen en keukengerei mede, dat de bijzondere regeling voor herbevoorrading, welke is aangekondigd in zijn aan hen gerichte circulatie van 5 Oct. j.l. no. M 1161, thans is getroffen. Krachtens deze regeling zullen in bepaalde gevallen door genoemd bureau koopvergunningen wor den afgegeven, voorzien van een rooden stempelafdruk, waaruit den detailhande laar zal blijken, welke artikelen door hem op. de gebruikelijke wijze bij zijn grossier of fabrikant kunnen worden aangekocht. Op den rooden stempelaf druk als speciaal kenmerk van deze koopvergunningen wordt nog eens na drukkelijk de aandacht gevestigd. Toeslag voor detaillisten. In verband met de vermindering van den werkvoorraad door inwegen e.d. zul len detaillisten, die geregeld suiker, rijst, havermout, gort, peulvruchten, vermicel li, suikerwerken en chocolade verkoopen, in den vervolge bij het inwisselen der door hen aangeboden consumentenbonnen voor toewijzingen een toeslag voor deze artikelen ontvangen. Deze toeslag zal in het algemeen ongeveer 2 0/0 van hun om zet bedragen. Dit wil echter niet zeggen, dat bij elke inlevering een toeslag van 2 0/0 op het aantal ingeleverde bonnen zal worden gegeven. De distributiediensten zullen van tijd tot tijd bij een bepaalde inlevering een zoodanigen toeslag uitrei ken, dat over het geheel gerekend de toeslag 2 0/0 van den omzet bedraagt. Voor de eerste maal zal deze toeslag worden gegeven bij inlevering in de week van 12 tot en met 18 December en wel bij inlevering van de bonnen „Algemeen 714" en restant „Algemeen 704" voor sui ker een toeslag van 10 0/0 suiker. Bij in levering van de bonnen „Algemeen 711" en restant „Algemeen 701" voor peul vruchten een toeslag van 5 0/0 peulvruch ten en 5 0/0 gort. Bij inlevering van de bonnen „Kindervoedsel 49a" en restant „Kindervoedsel 47a" voor gort een toeslag van 10 0 0 gort. Bij inlevering van de bon nen „Kindervoedsel 49b" en restant „Kin dervoedsel 47b" voor rijst of gort een toeslag van 10 O'O rijst. Bij inlevering van de bonnen „Algemeen 712" en restant „Algemeen 691" voor vermicelli een toe slag van 10 O'O vermicelli. Bij inlevering van de bonnen „Versnaperingen 49" en restant „Versnaperingen 48" voor suiker werken een toeslag van 10 0/0 suikerwer ken. Herdistributie \jzer en staal. De afd. herdistributie van het Rijksbu reau voor IJzer en Staal, Lange Hout straat 8, 's-Gravenhage, is van 20 t.m. 31 December 1943 voor het publiek ge sloten. Correspondentie en telefoonge sprekken dienen in die periode tot drin gende gevallen te worden beperkt. De inzending van zgn. verzendadviezen in zake afgeleverd materiaal, ingevolge de verordening herdistributie van ijzer en staal, moet echter op de normale wijze blijven geschieden. Zaklantaarnbatterijen. De directeur van het Bureau voor de Metalenverwerkende Industrie machtigt hierbij fabrikanten van en handelaren in batterijen om in de negende periode, van 16 Dec 1933 t.m. 15 Jan.„1944, batterijen af te leveren op grond van de door zijn bureau afgegeven repeteerende koopver gunningen HG en HG 3. Degenen, aan wie batterijen zijn toegewezen, gelieven zich ter verkrijging hiervan thans weder om tot hun leverancier te wenden. Afle veringen van batterijen, gedaan op grond van koopvergunningen, voorzien van het stempel „speciale toewijzing", mogen niet worden herhaald. •Je KoHie- en Theewinkel de winkel voor gebroken Theesurrogaat •Vy Appelbollen Oliebollen Beignets gebakken van KOOPMANS'1 BAKMEEL m m l t't 11 i l l''gttLMti.lt vtu X VAN DEN K0FFIEVAKMAN is het gezin, dat zijn voe ding aan een VIVO-win- kelier toevertrouwt. Hulp en bijstand van den krui denier bij alle distributie- moeilijkheden. Raapolie-afleverende grossiers. In aansluiting op hetgeen dezer dagen is bekend gemaakt betreffende het afle veren van raapolie door grossiers, wordt er de aandacht op gevestigd, dat detail listen de raapolie bij voorkeur dienen te betrekken van de grossiers, die voorko men op de lijst, welke ter inzage ligt ten kantore van den distributiedienst, van welken de detaillist zijn toewijzingen ont vangt. Voor het geval zulks echter door omstandigheden niet mogelijk is, staat 't den detaillisten vrij de raapolie te bestel len bij de grossiers, van wie zij gewoon waren dit artikel te betrekken Uiteraard zal de detaillist, die zijn toewijzing inle-1 vert bij een grossier, die niet van tevoren door het Bedrijfschap voor Margarine, Vetten en Oliën met raapolie Is bevoor raad, langer op de aflevering der olie moeten wachten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Noord-Holland : Alkmaarsche editie | 1943 | | pagina 3