De komende opvoeding van ons volk
beslist over zijn toekomst.
KAHMEL
HET AFSCHEID.
INVASIE
'T SCHILDERIJ EN DE ZEE
Eenheid op dii gebied een volksbelang.
Beheersch Uw Moedertaal!
OP DE BIBLIOTHEEK,
pf WMêëj H-O
en QUAKER
f
DRAMA IN ZAKFORMAAT
VE'R.VOER.SPR.O&l.e.MeN/ ANNO
NIET KOKEN
PEINZERIJ IN AMSTERDAM.
Het teste.,
van eigen bodem
KOFF1ESURROGAAT PER PAKJE 36 CENT
Ik ben vandaag, voor 't eerst na vele jaren,
weer eens op de oude bibliotheek geweest,
waar ik, nog jong, zoo vaak heb zitten werken,
gewerkt, nu ja, gemijmerd toch het meest.
En de portier, hij was nog steeds dezelfde,
met nummertjes voor 't bergen van de jas,
maar vreemd en kaal waren de trap en gangen,
net of het niet meer zoo als vroeger was.
Ik zag de tafels, stoelen, boekenrijen,
nu onbekend, mij eens toch zoo vertrouwd,
en duidelijk als nooit nog in mijn leven
besefte ik: je wordt al langzaam oud!
Een grijs suppoost gluurde uit zijn krantje,
en keek mij even, vaag herkennend aan,
hij zag ook in zijn dienst van veertig jaren
zooveel gezichten komen en weer gaan.
En voor een ouden jaargang Nieuwe-Gldsen
heb ik mijn jongensideaal herdacht,
en eenzaam stond Ik bij de enk'le kruimels,
die mij het gierig leven heeft gebracht.
Ik trachtte dikwijls eerlijk te berekenen
wat mij de wereld van mijn droomen liet,
maar toch zóó hevig als op dezen morgen,
zag ik het schamel overschot nog niet.
H. P. VAN DEN AARDWEG.
voor oogen zal mogen hebben, de op
voeding, die mede schuldig is aan de
catastrophe, waarin ons land zich thans
bevindt, kende niet het belang van het
geheele volk, doch slechts èf-zonderlijke
belangen, deel-belangen. partij-belangen,
waardoor een zonde bedreven werd te
genover het geheel, dus tegenover het
volk en zijn zelfstandig bestaan.
Het is goed ons dit duidelijk bewust te
worden. Slechts indien we doordrongen
zijn van het groote gevaar, dat schuilt
in deze èfzondering van belangen en
dit niet als enkeling, doch als volk
is het mogelijk in de toekomst te komen
tot een betere opvoeding. Slechts dan
zal een opvoeding mogelijk worden, die
rekening houdt met de primaire belangen
van ons volk, d.w.z., die rekening houdt
met de bestaans-belangen van ons volk.
Ondanks vele schoonklinkende woorden
leuzen legt onze opvoeding er wei
nig getuigenis van af. dat het eerste ver-
eischte van een volk is zijn jeugd op te
voeden tot liefde en eerbied voor dit volk
in zUn geheel, dat het bewustzijn aan
wezig is, dat zijn cultuur uiting is van
wat aan waardevol geestelijk goed als
gemeenschappelijk bezit voorhanden is.
We moeten zelfs zeggen, dat er nau
welijks een ander land is waar de be
langen van het geheel zoozeer verzaakt
zijn als ln ons land.
In de opvoeding ging het tot nu toe
uitsluitend om de belangen van het be
paalde deel partij waarvoor die op
voeding gold. Om het geheel bekommer
den deze deelen zich in het geheel niet;
het eigen deel werd altijd belangrijker ge
acht dan het geheel, dan de totaliteit,
dan het volk.
Zoo viel, wat eenheid van opvoeding
diende te zijn in het belang Van ons volk,
uiteen in verschillende soorten van op
voeding, die weinig of niets met elkaar
gemeen hadden, ja. zelfs vreemd en vij
andig tegenover elkaar stonden. Daar
door viel ook ons volk ln tegenstrijdige
belangengemeenschappen uiteen.
De vraag kan dan ook gesteld worden,
of wij onder deze omstandigheden nog
wel het recht hebben van volk te spre
ken.
Is het resultaat van deze verschillende
elkaar bestrijdende soorten van op
voeding binnen ons volk niet, dat de
verschillende deelen partijen van
ons volk, die dus vreemd en vijandig
tegenover elkaar staan, nog wel dezelfde
schoone moedertaal spreken, maar el
kaar al sinds lang niet meer verstaan?
Indien de deelen van een organisme
onafhankelijk van dit organisme werk
zaam zijn, wordt het organisme ten gron
de gericht.
Evenzoo wordt een volk ten gronde ge
richt, indien de bevolkingsdeelen par
tijen belangen nastreven door middel
van een opvoeding, die niet de belangen
van het geheel, van het volk, zijn. Dit is
geschied door onze opvoeding; de cata
strophe, waarin we ons thans bevinden
is er mede een bewijs van. 1
g; voor U van groote
w, voedingswaarde, ,V
smakelijk en gezond W
V*enmee^
Een keuken meesteres is *n
huisvrouw, die precies weet,
op welke manier zij haar
keus bij het inkoopen doet.
Zij koopt niet in het wilde
weg, maar zoekt naar een
vertrouwden naam. En zij
weet, dat er een volledige
garantie schuilt in den naam
W. A. Scholten, die voor
komt op de verpakking van
Butaroma.Albumona,Trans-
paranta, verpakt aardappel
meel, sago, etc.
W.A. SCHOLTEN's
Aardappelmeelfabrieken
In een drietal artikelen geeft onze
medewerker op het gebied van
Opvoeding en Onderwijs een al-
gemeene beschouwing over de Op
voeding, zooals deze zich zal moe
ten ontwikkeien, wil ons Volk die
plaats ln Europa innemen, waarop
het, mede krachtens zijn cultu-
reele ontwikkeling, recht heeft.
Hoe men ook over den huldigen oorlog
moge denken, over één ding zal men het
zoo langzamerhand wel eens zijn, dat het
bestaan van ons volk op het spel staat.
Wanneer men zich bezint en bewust
wordt, dat voor de kleine staten souve-
reiniteit, d w.z. autarkie, onafhankelijk
heid, definitief zal ophouden te bestaan
ofschoon zij ook voor 1940 en zelfs
voor 1914 in wezen niet of nauwelijks be
stond dan zal men die maatregelen
moeten treffen, waardoor ons bestaan als
volk, ons volksbestaan, het minst ge
schaad zal worden.
Positiever kunnen we ons aldus uit
drukken, dat die maatregelen genomen
moeten worden, waardoor ons volksbe
staan verzekerd en ontwikkeld kan wor
den, want afhankelijkheid houdt immers
ook beïnvloeding van buiten in.
Wie opgemerkt heeft hoe licht óns volk
zich laat beïnvloeden, hoezeer hetgeen
van over de grenzen komt hooger ge
waardeerd wordt dan het eigene, zal
onderschrijven, dat bij grooter wordende
afhankelijkheid ook de gevaren voor ons
volksbestaan toenemen.
Een van de voornaamste middelen om
het bewustzijn van het behooren tot het
zelfde volk bij te brengen is ongetwij
feld de gemeenschappelijke taal, als ge
meenschappelijke uitdrukkingsvorm.
Als er echter één klacht en terecht
vernomen wordt, is het wel die. dat
ons volk zijn taal hoe mooi wordt het
in onze rijke taal uitgedrukt door het
woord: moedertaal absoluut onvoldoen
de beheerscht, zoowel wat schrijfwijze,
uitdrukkingsmiddel als kennis van haar
waardevolle producten aangaat.
Letten we bovendien eens op de ge
makkelijkheid, waarmede vreemde woor
den in onze taal gebruikt worden. Mis
schien is het beter te spreken van de
slapheid, waardoor zonder inspanning om
een eigen uitdrukking te gaan gebruiken,
vreemde woorden in onze taal opgeno
men worden.
VRAAG UW
WINKELIER
durf niet langer blijven. O, was ik toch
maar niet gekomen. Ik wist wel, dat u
weer zoudt trachten mij te overreden."
„Geloof mij," zeide hij, „het is het
beste."
Zij wist, dat hij gelijk had, zij wist,
dat wanneer zij nu wegging, wanneer zij
hem den rug zou toekeeren en dit ver
trek, waaraan zoovele herinneringen
verbonden waren, zou verlaten, zij nau
welijks thuis gekomen, toch weer den
drang zou voelen naar hem toe te gaan,
zich naast hem neer te metten, zich aan
hem over te geven.
„Wees nu verstandig," pleitte hij, „en
ga niet weg, u weet, dat u mij niet
kunt missen."
De vrouw streefde niet langer tegen
en zette zich in den stoel, dien hij haar
hoffelijk aanbood Een oogenblik bleef
hij naast haar staan en zacht gleden
zijn mooie handen over haar blozend
gelaat. Zij opende den mond, maar
zweeg, toen zijn hoofd over het hare
boog en zijn mooie oogen onderzoekend
op haar neerkeken.
Nu moet het voor goed uit zijn, dacht
zij. Nooit, nooit wil ik bij hem terug
komen.
Hij ried haar gedachten. „Het kan niet
anders," zeide hij. „Wi1 moeten er een
eind aan maken. Vertrouw op mij-"
„Martel mij niet langer." rien de vrouw
angstig uit Zij wilde vluchten, maar
voelde plotseling zijn handen in vaste-
ren greep Diep boog zijn blonde hoofd
zich over het hare en een angstgevoel
maakte zich van haar meester.
Zij gaf een doordringenden gil, zij
rukte zich van hem los. maar op het
zelfde oogenblik wist zij, dat haar lijden
voorbij was.
In de hand van den man, die tegen
over haar stond zat een blinkende tang,
die een kies omklemd hie'd, een zieke
kies, die hij als goed tandarts bij haar
vorig bezoek nog getracht had te spa
ren
door TJEERD ADEMA.
Toen zij de kamer betrad en de deur
achter zich had gesloten, keek de Jonge
vrouw snel naar het gezicht van den
man, die onbewegelijk bij het raam
stond, den man, aan wien zij in een lan
gen, slapeloozen nacht voortdurend had
moeten denken.
„Ik had," zeide zij, naar haar woorden
zoekend, „niet het plan hier weer terug
te komen. Ik heb vurig gehoopt, dit huis
nooit weer te betreden, maar ik kon het
niet langer uithouden. Het schijnt mijn
noodlot te zijn, dat ik vrijwillig nog
grooter martelingen zoek."
De man bij het raam scheen over haar
komst niet verwonderd. Hij ging haar
tegemoet en er klonk iets meevoelends
in de troostende woorden, die hij haar
toesprak.
„Ik had dit verwacht," zei hij. „Ik
wist, dat wij elkaar nog eenmaal terug
zouden zien."
Zij keek een oogenblik recht in zijn
oogen, zij nam met één blik zijn goed
gevormde gestalte, zijn sympathiek ge
zicht in zich op. Hoe kon zoo gingen
haar gedachten een zoo knappe Jonge
man zoo wreed zijn. Hoe kon hij onbe
wogen aanzien, dat zij moest lijden.
„U hebt mij meer pijn gedaan," zeide
zij, „dan u ooit kunt vermoeden."
„Wees flink," zeide hij. ,De omstandig
heden noopten tot handelen. Wij zijn
toch geen kinderen meer. Kom hier nu
eens rustig bij mij zitten."
„Ik kan niet," zeide zij huiverend. „Ik
prijkt grootscb en weel
derig uitgevoerd da
ranke toren der Lieve-
Vrouwekerk, symbool
van eeuwenoude tradi
ties. Ook ons vader-
landsche bakje troost
is een traditie en
gelukkig kunnen we
die sells na nog trouw
blijven, dank zij
Zoo ls het ook op zijn zachtst uit
gedrukt merkwaardig, maar zeker
kenteekenend voor ons volk, dat op
onze scholen den kinderen de schrijf
wijze der moedertaal anders geleerd
wordt dan de overheid deze ln haar
officieel© stukken gebruikt.
Er is dus zeker alle reden ons af te
vragen, hoe, ondanks toekomstige, toe
nemende afhankelijkheid en beïnvloeding,
het zelfstandige voortbestaan van ons
volk verzekerd kan worden. Met zelf
standig voortbestaan wordt in het alge
meen bedoeld, dat ons volk zijn eigen
cultuur, waaruit in de eerste plaats zelf
standigheid blijkt, zal weten te hand
haven.
Niet alleen zal dit van primair belang
zijn voor ons volk zelf, doch eveneens
voor heel Europa, waaraan onze cultuur
de laatste eeuwen in velerlei vorm
schatten geschonken heeft.
Doch hierbij is hetgeen de laatste
tientallen jaren steeds meer vergeten is
noodzakelijk, speciaal aan de gemeen
schappelijke moedertaal groote aandacht
te schenken.
Dat de verschillende kunstuitingen als
eigen uitdrukking van ons volk veel
meer dan tot nu toe het geval was, ln
het bezit van het geheele volk moeten
worden opgenomen, spreekt.
Eveneens, dat ware volkskunst, daar
waar zij nog in alle stilte bloeit, be
schermd en waar zij in onbruik ls ge
raakt of dreigt te geraken, gesteund en
gestimuleerd moet worden voor zoover
dit althans mogelijk is.
Het zelfstandig voortbestaan nu, waar
uit dus de bloei van een rijke cultuur
als uitdrukking en bezit van heel het
volk blijkt, zal slechts verzekerd kunnen
worden door een juiste opvoeding van
ons volk.
De komende opvoeding van ons volk
zal beslissen over de toekomst van ons
volk, d.w.z. over onze zelfstandigheid.
Daarmede komt de opvoeding ln haar
velerlei vormen in het brandpunt van de
belangstelling te staan van hen, die het
wel met hun volk meenen.
Hierbij hoeven we niet speciaal aan de
veel misbruikte leuze van: Wie de jeugd
heeft, heeft de toekomst, te denken.
De jeugd van een volk. dat zich zelf
respecteert en dat dus zijn zelfstandig
heid en voortbestaan niet op het spel zet,
hoort aan het volk. Het volk mag geen
afstand van zijn jeugd doen; doet het
dit toch, dan pleegt het zelfmoord, het
geen blijkt, als bovengenoemde waarheid
tot leuze vèr-wordt.
Zoo is het zeker toe te Juichen, dat
opvoedingsproblemen zich In toenemende
mate in veler belangstelling mogen ver
heugen.
Het bestaan van het volk op 't
spel.
Er is echter nog een andere reden,
waarom het nuttig is ons met de opvoe
ding bezig te houden. Een nieuwe op
voeding doet ons groote verwachtingen
koesteren ten aanzien van de zelfstandig
heid en het voortbestaan van ons volk.
Omgekeerd komt de vraag op. of door
een bepaalde opvoeding wij misschien
ook ln den toestand gekomen zijn, waar
in wij ons thans bevinden. Zijn wij In
de opvoeding misschien ook van een
grondbeginsel afgeweken, waardoor we
inderdaad het bestaan van ons volk op
het spel gezet hebben?
Deze vraag nu moet helaas bevestigend
beantwoord worden. Maar juist met deze
bevestiging voor oogen dienen wij te be
seffen, dat, wil ons volk als volk voort
bestaan, de nieuwe opvoeding niet in de
fouten mag vervallen, die onze opvoeding
aankleefden en nög aankleven. Er zal
inderdaad een nieuwe opvoeding met an
dere Idealen en andere methoden in de
plaats van de bestaande moeten komen,
willen we de laatste kans behouden in
de toekomst ons als volk te kunnen doen
hooren.
kofiiesurrogaat
Wij Nederlanders uit de twintigste
Eeuw praten vandaag den dag nogal
eens over „de Invasie". Uit de Kroniek
van Medemblik, uitgegeven In 1767 bii
den boekverkooper Jan Duvn te Hoo^n
blijkt echter, dat reeds in het Jaar 1574.
toen de tachtigjarige oorlog over deze
lage landen aan de zee woedde. Neder
land en speciaal -Friesland, een in
vasie stond te wachten.
Wij lezen in bovengenoemd© Kroniek
het volgende:
Den 13en Mei 1574 schreef Prins Wil
lem van Oranje aan de Staten, dat hij
vernomen had, dat de Spanjaarden met
15 16ono man voornemens waren een
inval in West-Friesland te doen. Hij ver
maande tot waakzaamheid en drong er
op aan er voor zorg te dragen, dat de
steden in West-Friesland goed voorzien
zouden ziin van leeftocht en munitie.
Deze aanmaning werd opgevolgd en om
beter wacht te kunnen houden werd het
geheele land zoowel binnen als buiten
den zeedijk voorzien van wachthuizen en
vuurbakens. De Wachten kregen op
dracht om wanneer de vijand des nachts
kwam. brandende pekkransen en wan
neer hij overdag kwam, vlaggen aan de
wachthuizen te hangen, om daardoor aan
te geven waar het gevaar dreigde en
leder zich daarheen ter bescherming van
het land kon begeven. De bewoners van
het land werden in het bezit van wa
penen gesteld en in ieder dorp geoefend
De berichten, dat de vijand een inval in
West-Friesland kwam doen, werden
steeds grooter, zonder dat men wist
waar hti zou komen en zonder dat men
wist welke voornemens hij had. Op 27
Mei brak de hel los en verscheen de
commandeur Gillis van Barlemont, Hee-
re van Hierges, toen ter tijd goeverneur
van Holland en Zeeland, met 6000 man
voetvolk en 700 ruiters om de Schoorl-
dammer en Slaperdijk in te nemen. Hij
werd daarin echter verhinderd, aange
zien hij op krachtigen tegenstand stuit
te. Het voornemen van den vil and was
daar door te breken, het Noorderkwar
tier af te stroopen en in de asch te
leggen. Hiervoor had hij zich heimelijk
verstaan met eentge dorpers en andere
inwonenden. waarvan Pieter van Hoef te
Hoorn het hoofd was. Het gerucht ging,
dat deze over 400 medeplichtigen be
schikte, die tot taak hadden hier en
daar de dorpen in brand te steken, om
daardoor de huislieden uit de schansen
naar hun haardsteden te trekken en den
vijand vrij spel te laten. Deze heulers
met den vijand zouden voor den vijand
herkenbaar zijn aan roode zijden ban
den om hun armen. Senoy, de verdedi
ger van West-Friesland, was echter op
zijn hoede en liet nauwkeurig toezicht
op die Heden uitoefenen, zoodat zij, toen
de vijand als sein voor hun verraderlijk
ontreden den molen te Schoorl in brand
stak, geen kans kregen om hun misda
dig voornemen ten uitvoer te brengen.
Toen de vijand begreep, dat het snoode
plan ontdekt was, trok hij terug en ble
ven de Hontsbossche, Slaper, Crabben-
dammer schansen, die men het Jaar te
voren reeds gemaakt had, ln takt.
Als men het bovenstaande leest, dan
komt men onwillekeurig tot de gedach
te dat een invasie toen toch eigenlijk
maar een kinderspel is vergeleken met
*v»tgeen thans staat te gebeuren.
Uw kinderen
hebben Melba
iioodig!
M e I b a beteekent extra
voedsel, óók versterkend
voedsel. - Ze drinken
Melba graag, omdat 't
zoo lekker is.
(Teekening G. Dekker)
Vervoersproblemen anno 1944, ze zijn legio wij behoeven daar niet over uit
te weiden. Doch legio is ook het aantal oplossingen, dat men heeft uitgedacht
om hieraan tegemoet te komen. Wie dagelijks langs den weg verkeert, heeft
daar weet van. Nu het benzinemonster tijdelijk heeft afgedaan en de gasgenera
tor voor velen een nachtmerrie is geworden, ls in talloos vele gevallen de
ouderwetsche en nimmer falende één P.K.-er weer van stal gehaald en ziet
men geïmproviseerde vehikels in bonte variatie langs 's Heeren wegen gaan.
Voor personenvervoer bedient men zich er van, voor vrachttransport en ook voor
de verzending van de post. Gert Ursem, de populaire postbesteller van Opmeer,
die dagelijks naar het station Obdam moet om de kranten en brieven óp te
halen, doet het op z ij n manier: hij spant zijn pony-paardje, dat met recht
zijn trots ls, voor een rank speelgoedrijtuigje en het mag wat langzaam
gaan hij komt er ookl De P.T.T.-initialen prijken op het karretje even fier
als op de snelste stroomlijn-postauto, die ooit het land heeft doorkruist.
Het dorpje Opmeer met wijde omgeving krijgt z'n post op tijd, dank zij
Gert Ursem, Maar hij is niet de eenige, die aan de vervoersproblemen anno
1944 het hoofd bood wij stipuleerden dit boven reeds. Anderen losten het
vraagstuk weer op hun wijze op. Hoe ze dit deden, hopen wij geleidelijk aan
ln een korte reeks impressies van onzen teekenaar in beeld te brengen.
DOOR DTK KOTFIEVAKMAM
De Versterkende
Kinderdrank
Voor ieder kind - tot
13 jaar - een pak.
CollegialiteitS'actiei 1
IVischwenken van Or. Helder No S
Bonte en fijne wasch
CS £>V»CV
pe$onte en fijne wasch moet U nfefi
koken, maar flink wasschen ln warm
sop (1 eetlepel waschpoeder op 11. water).
Daarna direct grondig spoelen «'warm,
jauw, Jcoud, - tot het water helder blijft
feont waschgoed nooit nat op elkaar laten
liggen/maar direct dro-
gen. Let vooral op mijn
Volgenden waschwenk. ran it
H.?. Zeepfabrieken f/li OE HAAS EN VAN BRER0
Nu de oplaag van
„Alles over behang"
definitief uitgeput is,
kunnen H.H. Behan
gers die dit mooie
boekje ontvingen een
collegiale daad ver
richten door dit exem
plaar na lezing te re
tour neeren aan R&D
ten behoeve van een
vakgenoot.' Wie helpt
er mee?
Rath Doodeheefver
Vandaag was lk wat vroeger klaar en
daarom ging ik niet direct met de tram
naar 't Centraal, maar stapte bij de Munt
uit om nog even hier en daar in de bin
nenstad rond te neuzen. Juist tusschen
vier en vijf uur kan het er gezellig druk
zijn. Ja, ik ben het met je eens. Zooals
overal elders heeft ook Amsterdam veel
aantrekkelijks verloren, maar toch blij
ven we de grijze stad aan het IJ een
warm hart toedragen.
De grachten met hun monumentale
koopmanshuizen zijn er nog, je kunt nog
genieten van de intieme sfeer van een
Chineesch eethuis in de Binnen Bantam-
merstraat, op de bloemenmarkt tusschen
't Munttorentje en het Koningsplein kun
je in deze dagen voor enkele dubbeltjes
bezitter worden van een schat van geu
ren en kleuren, die de lieve lente ons
schenkt. En nog altijd zijn kunstschilders
bezig om die vele specifiek Amsterdam-
sche dingen met kleurige verven op het
doek vast te leggen. Ja, we blijven van
Amsterdam houden, al is het alleen maar
om het vele liefst, dat het ons gaf.
Ik was bij de Munt van de tram ge
sprongen en werd opgenomen door den
stroom van voetgangers, die vla het
poortje onder den toren de Kalverstraat
binnendrong. De Kalverstraatbekend
tot ver buiten onze grenzen. Ik herinner
mij tenminste nog als den dag van gister
hoe wij eens met een stel Franschen een
tocht maakten door de eeuwige sneeuw
Aan den voet van het bergmassief, dat
zich aan den overkant verhief, drong een
gletschertong tot diep in het dal door
Het lage gedeelte van de ijsrivier zag
zwart van de toeristen. Terwijl we er
naar keken, merkte een Pariizenaar op:
,,'t Lijkt uw Kalverstraat welJa,
ónze Kalverstraat, zij is beroemd. Waar
aan dit stukje Amsterdam zijn faam te
danken heeft? 't Is moeilijk te zeggen,
misschien even lastig voor ons als 't voor
een Parijzenaar moet zijn om het karak
teristieke van de sfeer der boulevards in
enkele woorden weer te geven. De oude
gevels, waaraan ook de Kalverstraat zoo
rijk is, zien we meestal niet. Velen we
ten niet eens dèt ze er zijn. Meer oog
hebben we voor de étalages, die onze aan
dacht ook nu nog weten te vangen met
geraffineerde aantrekkelijkheid. Mode
hulzen toonen hun nieuwste creaties op
het gebied van voor1aarstollet1es en ju
weliers hebben hun kleine étalages waar
in kostbare en kleurrijke In zilver en
goud gevatte steenen schitterenEn
dan ziin er nog de mensehen, die kiiken
en praten, die haast hebben of flirten
Een studie op zich zelf meer dan waard
Wat heeft dit alles met de zee te ma
ken, wil je zeggen. Stil. Kijk. zie je ook
dat schilderij daar in de étalage van dien
kunsthandel? 't Is e»m sober doek. De
schilder bracht een stuk zee in beeld-
groengrijze golven, bewogen door de
eeuwige deining, die de zee beheerscht.
Laag boven de kleine schuimkoppen
vliegen twee eenden: de prachtige woerd
voorop, gevolgd door het wijfje. Er
stonden meer schilderstukken achter dat
raam: grootscher van compositie en rij
ker aan kleuren. Toch bleef dat eene
stuk mij boeien. Lang stond ik er naar
te kijken alvorens mijn weg te vervol
gen. Die geschilderde zee was voldoende
geweest om bij mij vele herinneringen aan
de zee en de stad aan de zee, waar eens
onze wieg stond, op te roepen, 't Is ty
pisch, maar dat eene beeld deed op zijn
beurt weer een ander ontstaan en het
was of ik alleen in een donkere bioscoop
zaal zat en op het doek al die herinne
ringsbeelden werden geprojecteerd tot *n
film van de zee, tot een film uit het Ver
leden ook....
Wat heeft de zee ons vroeger niet een
fijne uren gegeven. Hoevele vrije mid
dagen brachten we niet door op den dijk,
waar we onze jongensfantasieën konden
uitleven ln wilde spelen en soms ook
onder den indruk kwamen van het groot-
sche en schoone van het grenzelooze
water. We kwamen dikwijls te laat op
school en kregen straf van den meester.
Begreep hij dan niet, dat ons jongens
hart meer trok naar de zee met haar
vele geheimen, met haar schepen, die
langs den horizon voorbijvoeren naar
verre kusten? En dan gaat het verlangen
ln je groeien om weer eens op het strand
te zijn als een gierende stormwind de ko
kende watermassa's hoog opstuwt en om
tegert dien storm in te loopen, voorover
gebogen. Je oogen dichtknijpend voor het
stuivende zand en op Je lippen proevend
het zout van de zee. Of om op een duin
te klimmen op een voorjaarsavond en ver
weg te zien over een kalme zee, waaruit
zoo nu en dan de gevinde ruggen op
duiken van brulnvisschen. die achter de
haring aanjagen en te luisteren naar het
korte geluld van een paar meeuwen, die
zweven op de winden, die lang» de duin
hellingen opstijgen.
Als lk in den trein zit, kan ik die ge
dachten aan de zee nog niet van mij af
zetten
De zee is niet meer vrij. De zee is ge
sloten Ook Amsterdam lijdt daar onder
De groote veemen met de sprekende na
men: Afrika, Japan. Malakka, San Fran
cisco.... zijn leeg. Het is stil In de ha
vens. Er vallen geen groote zeeschepen
binnen, die hun kostbare lading komen
lossen De geuren van thee en tabak, van
peper en cacaoboonen zijn er niet meer..
Wanneer zal dat anders worden? Wan
neer zullen scheepvaartberichten in de
kranten weer vertellen van onze schepen
die over de wereldzeeën zwalken tot de
verste uithoeken van den aardbol? Och.
dat het spoedig zij. Dén zal Nederland
weer opbloeien, dan zal het oude hart
van Amsterdam weer sneller gaan klop
pen, dan zal het ook vrede zijn.
Publicatie Rath d» Doodeheefver
OFFICIEELE PUBLICATIES.
In loon verwerken van suiker.
Het is het Bedrijfschap voor Suiker
gebleken, dat den laatsten tijd bij sui-
kerwerkfabrieken het in loon verwerken
van suiker tot suikerwerk hand over
hand toeneemt. Deze handelwijze ls ln
strijd met het bepaalde in artikel 5 van
de verwerkingsverordening suiker en
stroop.
Tegen de gesignaleerde onregelmatig
heden zal streng worden opgetreden. De
controleurs hebben opdracht tegen over
treding proces-verbaal op te maken.
Toeslag aanvoervracht melk.
In verband met het feit, dat de laat
ste Jaren de aanvoervrachten op de boe-
renmelk, die uiteindelijk ten laste van
de veehouders komen, steeds hooger ge
worden zijn, heeft het Bedrijfschap voor
Zuivel besloten aan alle veehouders een
toeslag te verleenen van f 0.35 per 100 kg.
voorloop!g over alle hoeveelheden volle
melk, welke in 1944 aan de fabriek wer
den of worden, afgeleverd. De verreke
ning van deze „toeslag b.z. aanvoer
vracht" zal geschieden door de fabriek,
waaraan de melk wordt geleverd, tege
lijk met de verrekening der melkgelden
Vervaardigingsbeperking lamphouders.
Ingevolge een in de Staatscourant van
16 Mei 1944 opgenomen beschikking wordt
8 dagen na dien datum een vervaardi-
glngsbeperking voor lamphouders en toe-
behooren van kracht.
De uitvoeringen, welke voortaan nog
zijn toegestaan, worden in de beschikking
omschreven.
Belanghebbenden worden voor bijzon
derheden verwezen naar de vakbladen
en de Staatscourant.
ZUn we nu allerminst pessimistisch
gestemd ten aanzien van de toekomst
van ons volk, dan dient echter dit
eene en uiterst belangrUke voorbe
houd gemaakt te worden, waardoor dè
fout van het verleden voorkomen
wordt: DE TOEKOMSTIGE OPVOE
DING HEEFT SLECHTS HET BE
LANG VAN HET GEHEELE VOLK
VOOR OOGEN TE STELLEN.
*ordr 3oör ons, vaWcunJigverzorgJenhy»
jgiCnisch verpakt, onder kwaliteitsgarantie
aangeboden. Vraagt daarom Uw winketiet
eteeds TER WEE'S bekende Verpakte
levensmiddelen. De goede naam van
Terwee staat er borg voor, dat U indeir*
«daad wür krijgt voor Uw geld!
Dit dient als het ware het grondbegin
sel van de nieuwe, komende opvoeding
te zijn. Daarop dient de opvoeding ge
richt te worden. Al die maatregelen, die
zullen leiden tot verhooging van het
volksbewustzijn, van zijn cultuur, zullen
genomen moeten worden en die gaven,
die voor het volksgeheel van dienst kun
nen zijn, zullen tot ontwikkeling gebracht
moeten worden.
Of dit dan ook niet reeds eerder van
zelf sprak? Wordt hier nu iets nieuws
verkondigd, waarvan Inderdaad met veel
optimisme voor de toekomst van ons
volk veel, Ja alles, verwacht wordt?
De vraag stellen ls haar beantwoorden.
Wat is toch het karakteristieke verschil
tusschen de oude en bestaande opvoe
ding aan den eenen kant en de toekom
stige opvoeding aan den anderen kant.
Stelden we als uiterst belangrijk voor
behoud, dat de toekomstige opvoeding
slechts het belang van het geheele volk
ALK MJT D....
Ivies van den doktert
een onmisbare bouw-
jor elke moeder en haar
Vitamine D hóórt daar-
i om die kalk te laten
Un. Neem daarom
fvtTde Kalk/D-
VERPAKTE
LEVENSMIDDELEN
de Graaf» Handal 4 lndu«t'l«
i*A CV. Po»**» Adam-C.