EEN ERNSTIG GEVAAR
BERLIJN-TOKIO
„Generaal Tijd" aan de zijde van Duitschland
Aanvallen der Sovjets bleven zonder succes
Buitenlandsch overzicht
Rede van staatssecretaris
Naumann
Een praatje met
Greet Koeman
Hoe eeri Zaansche een
gevierd opera-ster werd
Verduister v. 22.005.45 u.
Laaghartigheid en list misten hun doel
Weermachtbericht
Slagvliegtuigen vernietigden honderden
voertuigen
Bij St. Ld aanvalsgroepen
uiteengeslagen
Het ei van de waarzegster
f 40.000 verduisterd
f 15.000 boete voor
Osschen drogist
Geschil tusschen N.A.F. en meelfabriek Schiedam
N A F. v/enscht
herziening der loonen
kffHet einde der Japansche bezet
ting van Saipan is van een zoo adem
benemende tragische grootheid geweest,
dat ongeacht de scherpe scheiding der
sympathieën, het laatste hartstochtelijk
„banzai" der ten doode gewijde ver
dedigers, alom waar nog besef voor
foldatesken heldenmoed bestaat, een
echo van eerbiedige bewondering heeft
opgewekt.
Thans is ook voor Japan de oorlog
ln het beslissende stadium getreden.
De geallieerden zijn doorgedrongen tot
in den binnensten Japanschen verdedi
gingsgordel. Want Saipan was de laat
ste drempel voor de „poort van Tokio".
De Marianengroep, waarvan het deel
uitmaakt, ligt nog slechts 5 uur vliegen
van de Japansche hoofdstad. En reeds
zijn de Bonineilanden, op 1000 km. van
Tokio, blootgesteld aan hevige Amerl-
kaansche bombardementen vanuit zee
en vanuit de lucht. In het zuiden staat
de oorlog voor de kusten van het Ja
pansche moederland. En intusschen
dreigen ook in het noorden gevaren,
nu de bouw van sterke Amerikaansche
steunpunten op de Aleoeten beëindigd
is en de Amerikaansche luchtmacht, on
der besgherming van zware bewolking
en voorjaarsnevels, de Japansche Koe-
rillen aan bombardementen onderwor
pen heeft, die algemeen als het voor
spel eener landing beschouwd worden.
De periode, waarin de Japanners er
mee konden volstaan het Amerikaan
sche offensief in een langdurigen slij
tageslag op te vangen, is ten einde; een
tachtischen terugtocht kunnen zij niet
meer aanvaarden. Het gaat Japan nu
om leven of dood. Dit was, kort en
bondig, ook de inhoud van de verkla
ring, door minister Tojo afgelegd die
hij besloot met de ernstige, maar ver
beten woorden: de werkelijke oorlog
begint thans, wij hernieuwen den eed
het hoogste offer te brengen voor de
overwinning. Zeer zwaar is de strijd,
die de Japansche slagvloot tfians wacht.
Tegenover haar, volgens de jongste ge
gevens, 13 slagschepen kunnen de Ame
rikanen, gebonden als zij bovendien zijn
in Europa, weliswaar niet het volle ge
wicht van hun, volgens dezelfde gege
vens, 53 slagschepen, maar toch wel
een zeer groote materieele overmacht
in het vuur brengen. Materieel de
mindere moet Japan dus in de eerste
plaats zijn kracht vinden in zoo gun
stig mogelijke voorwaarden om zijn
sterkeren tegenstander slag te leveren.
Deze voorwaarden kunnen zoowel van
strategischen als van politieken aard
zijn en in dit verband is de verdere
coördinatie van de Japansche en de
Duitsche kracht bij hun gemeenschap
pelijke oorlogsinspanning van de groot
ste beteekenis. In het teeken van deze
coördinatie stond reeds de hoogst be
langrijke bespreking, Weike op 28 Juni
tusschen generaal Tojo en den Duit-
schen ambassadeur Stahmer plaats vond
en die de eerste was van een reeks
diepgaande gedachtenwisselingen, welke
zoowel in Tokio als in Berlijn, tusschen
Duitsche en Japansche staatslieden en
diplomaten gehouden zullen worden.
Ook moet men hier ongetwijfeld de be
neeming mee in verband brengen van
admiraal Nomoera tot minister van
marine, nadat admiraal Sjigetaro
Sjimada van dezen post ontheven was.
Admiraal Nomoera kent als wei
nig Japansche marine-officieren de
huidige opvattingen der Duitsche
militaire leiding, daar hij na een
tweejarig verblijf als marine-attaché
te Berlijn, eerst kort geleden repa
trieerde. O.m. maakte hij een tocht
mee op een Duitsche duikboot en werd
bij deze gelegenheid met het IJzeren
Kruis onderscheiden. Opmerkelijk is,
dat hij in zijn eerste ministerieele ver
klaring zeide den opbouw der Japansche
vloot thans voltooid te achten en alles
verder te verwachten van de wijze,
waarop zij zal worden ingezet, van de
voorwaarden dus. waaronder slag gele
verd zal worden. Af te wachten is nu,
welken invloed 't nog nauwer aanhalen
van het Japansch-Duitsche bondgenoot
schap op deze voorwaarden zal hebben.
De Duitsche Staatssecretaris van
het Ministerie van Volksvoorlich
ting en Propaganda, dr. Naumann,
heeft Donderdag het woord gevoerd
op een bijeenkomst van het leiders-
corps van den Gouw Hamburg der
N. S. D. A. P.
De heftigheid van den algemee-
nen vijandelijken stormloop wordt,
aldus zeide hij, vooral verklaard
door het feit, dat de vijand de be
doeling heeft den oorlog in Europa
dit jaar ten einde te brengen. Op
het oogenblik staat „Generaal Tijd"
in ieder geval aan onzen kant,
want elke dag, die voor den vijand
als vertraging verloren gaat, is
winst voor ons.
Duitschland staat kort voor de
voltooiing van een gewijzigde be
wapening op de grootste schaal, die
wij hebben te danken aan onze
laatste voortreffelijke wetenschap
pelijke prestatie en aan het zeer
hooge productiepeil onzer wapen
industrie. Onze strijdkrachten zul
len de laatste ronde van den oorlog
doorvechten met de beste wapenen,
van welke in deze weken staaltjes
zichtbaar zijn geworden.
Er is geen aanleiding om zich te la
ten overweldigen door de gedachte aan
de massa van het vijandelijke oorlogs
materiaal, want achter elk wapen staat
de mensch, die den graad van de uit
werking dier wapenen bepaalt. De
macht van den individueelen strijder
ontplooit zich aan Duitschen kant
klaarblijkelijk naarmate de gevechten
meer verbitterd worden. Er treedt dus
niet, zooals in den vorigen oorlog, een
afmatting van het moreele weerstands
vermogen in, maar de fanatieke, poli
tiek overtuigde stoottroepstrijders ter
zee, in de lucht en te land komen
steeds meer naar voren. De getallen-
propaganda van den vijand zal niemand
van ons tot lethargie verleiden en ons
ook geen oogenblik ten aanzien van
terugwijkende fronten misleiden. Het
Duitsche volk weet, dat het om zijn
bestaan gaat. Voor den hoogsten inzet
is ook het hoogste offer gerechtvaar
digd.
Geen plaats voor nihilisme.
Na een beeld te hebben gegeven van
de moeilijkheden op het gebied van
binnenlandsche en buitenlandsche po
litiek aan den kant van den vijand
zeide dr. Naumann, dat den laatsten
tijd in bezorgde Engelsche kringen de
vraag Is opgeworpen, of Europa niet
in het nihilisme dreigt onder to gaan.
Als de Engelschen, aldus Naumann,
inderdaad de vrees koesteren, dan ant
woorden thans reeds millioenen Euro
peanen, dat het nihilisme nergens an
ders zijn intocht houdt dan daar, waar
de Anglo-Amerikaansche en de Sov
jettroepen den Europeeschen grond
betreden en verwoesten. In onze gele
deren is voor het nihilisme geen plaats.
Wij strijden voor onze vrijheid, waar
voor geen offer vergeefsch is. Als in de
zware worsteling de offers een zekeren
omvang hebben overschreden. dan
houdt slechts het volk vol, dat door
drongen is van de noodzakelijkheid om
voor zijn leven te strijden. Voor de
overwinning der wapenen staat de
overwinning van het moreel.
Redding van Hitier een symbool.
Nog tijdens de rede van dr. Naumann
werd het bericht van het wonderbare
behoud van den Führer bij den snoo-
den moordaanslag op zijn leven aan het
Duitsche volk bekend gemaakt. De
nieuwe redding van den Führer, aldus
zeide dr. Naumann onder een jubelen
den bijval der vergadering, is meer
dan een symbool. De Goddelijke Voor
zienigheid heeft hem in het uur van
de zwaarste vuurproef voor het Duit
sche volk behouden. Wij zien daarin
een bevestiging van het lot, dat de
eindoverwinning voor ons zeker is. En
wij uiten daarvoor onzen dank door al
onze krachten in onverbrekelijke
trouw en vast vertrouwen voor de
eindoverwinning te spannen.
In den Amsterdamschen Stads
schouwburg is het doek gevallen na de
laatste acte van Puccini's „La Bohème"
en de enthousiaste bezoekers hebben
hun favorieten van de Amsterdamsche
opera als dank voor hun voortreffelijk
spel en hun schoonen zang een lang
durige ovatie gebracht. Nu is het stil
geworden ln het groote gebouw. De
zaal is leeg. De lichten zijn uitgedraaid
en de deuren worden gesloten. Maar
buiten wacht een deel van het publiek.
Dat is het deel, dat niet genoeg heeft
aan handgeklap en bravo-geroep, maar
dat zich op nog duidelijker wijze wil
uiten. Enkele honderden enthousiasten
hebben zich verzameld voor den too-
neeluitgang aan de Marnixstraat, om
daar de opera-sterren hun hulde te
brengen. En wanneer na korten tijd
een deur voorzichtig opengaat en een
jonge vrouw naar buiten gluurt, dan
barst plotseling een gejuich los. We
tende dat er aan de openbare hulde
toch niet te ontkomen valt, stapt dan
de jonge vrouw resoluut naar buiten,
gevolgd door haar collega's. Het duurt
geen vijf seconden of zij is door haar
23 Juli: Zon op 5.46 u., onder 21.46 u.
Maan op 8.56 u., onder 23.29 u.
24 Juli: Zon op 5.47 u., onder 21.45 u.
Maan op 10.02 u., onder 23.49 u.
In opschriften als ,,,Onder de bescher
ming der Voorzienigheid", „Het lot
beschermde den Führer", „Leve de
Führer" vatten de Duitsche ochtend
bladen, die nog vóór de rede van den
Führer verschenen zijn, hun gevoelens
ten aanzien van den mislukten aan
slag op den Führer samen.
„Met groote dankbaarheid jegens het
lot", aldus Alfred Rosenberg in den
Völkischer Beobachter, „zien wij, dat
opnieuw vijandelijke laaghartigheid en
list haar doel gemist hebben. Met de
oude vastberadenheid heeft de Führer
zijn arbeid onmiddellijk hervat en hij
weet, dat zijn soldaten nu pas recht
zullen vechten en nog eens vechten. De
Führer weet, dat het geheele volk nu
pas recht hard zal blijven en nog har
der zal worden. De 20ste Juli 1944 zal
een nieuwe krachtstroom voor
Duitschland beteekenen. Hij zal bezie
lend door alle steden, alle dorpen en
alle wapenfabrieken gaan".
In een redactioneel artikel schrijft de
Völkischer Beobachter nog: „Het Duit
sche volk treedt op dezen 20sten Juli
1944 opnieuw achter zijn Führer. Het
zweert hem onverbrekelijke trouw en
belooft hem aan niets anders te den
ken dan aan volharding en overwin
ning. Leve de Führer".
De Deutsche Allgemeine Zeitung
schrijft: „Nu de Voorzienigheid klaar
blijkelijk heeft gewaakt over den
Führer, verlangt de reusachtige worste
ling een verveelvuldigde intens'teit.
Duitschland aanvaardt uit deze gebeur
tenis de heilige verplichting, aan den
vastbesloten strijdwil de op dit uur
verkregen strijdbare zekerheid te pa
ren, dat de door Adolf Hitler geleide
strijd tegen alle menschelijke en dui-
velsche arglistigheid met de overwin
ning zal eindigen."
Vsrbittsrdé tegenstand der Duitsche kanonniers In het Oosten. Naast da
ervaren Oostfrontstrijders staan ook de Jongste Duitsche grenadiers In
taaien strijd tegen den in menschen en materiaal overmachtlgen vijand
PK Geiler/Atl./H/P m
FIT HET HOOFDKWARTIER VAN
DEN FÜHRER, 21 Juli. (DNB) -
Het Opperbevel van de weermacht
maakt bekend:
Ten zuidoosten en ten zuiden
van Caen heeft de vijand zijn aan
vallen met vrij sterke infanterie-
en pantserstrijdkrachten voortgezet,
zonder dat hij terreinwinst van
beteekenis kon behalen.
Ook ln het gebied ten noordwes
ten van St. Lö hebben onze troe
pen alle vijandelijke aanvalsgroe
pen uiteengeslagen. Bij de gevech--
ten op 18 en 19 Juli werden in
Normandië 200 vijandelijke tanks
stukgeschoten- Gevechtsvliegtuigen
hebben in de wateren ten westen
van Brest een vijandelijken torpe
dojager in den grond geboord en
twee andere torpedojagers zwaar
beschadigd.
Bij zuiveringsacties in het Fran-
sche gebied werden wederom 285
terroristen in den strijd vernietigd.
Zwaar V. 1 vergeldingsvuur blijft
op het gebied van Groot-Londen
liggen.
In Italië vonden gisteren vrij groote
gevechtshandelingen alleen plaats in
den Adriatischen kustsector, waar de
vijand onbeteelcenende terreinwinst
kon behalen. Aan de andere fronten
ondernam de vijand op vele plaatsen
plaatselijke aanvallen, die vruchteloos
bleven.
De IBe yy-divisie pantsergrenadiers
„Reichsführer H" heeft zich onder be
vel van den yy-Gruppenführer en lui
tenant-generaal der Waffen yy Simon
bij de zware gevechten aan de Ligu-
rlsche kust door bijzondere standvastig
heid en dapperheid onderscheiden.
Torpedobooten hebben in de golf
van Genua twee Britsche torpedo-
motorbooten beschadigd-
Oosteljjk front.
In het Oosten duren de gevechten in
het gebied van Lemberg en aan den
bovenloop van den Boeg met onver
minderde hevigheid voort. Onze divi
sies bleven den bolsjewieken taaien
weerstand bieden en brachten hun
zware verliezen toe. Alleen één divisie
pantsergrenadiers schoot daar de laat
ste dagen 101 vijandelijke tanks stuk
Ten noorden van Brest-Litowsk heb
ben troepen van het leger en van de
Waffen-yy de bolsjewieken in een
tegenaanval teruggeworpen. Verscheide
ne aanvalsspitsen van den vijand wer
den Ingesloten en vernietigd- Ten oos
ten van Bialystok ls de vijand onze
stellingen binnengedrongen- Hier zijn
verbitterde gevechten aan den gang.
Ten noordwesten van Grodno werden
Sovjet-Russische gevechtsgroepen in
een tegenaanval verdreven.
Aan den weg Kowno-Dunaburg, als
mede tusschen Dunaburg en het Peipus-
meer vielen de bolsjewieken met
krachtige ondersteuning van tanks en
slagvliegers op talrijke plaatsen aan
Zij werden afgeslagen of opgevangen,
terwijl een groot aantal tanks werd
stukgeschoten. In den noordelijken
sector hebben zich de Silezische 255e
divisie infanterie onder bevel van lui
tenant-generaal Melzer en het regiment
grenadiers 32 onder kolonel Von Wer-
der door bijzondere dapperheid onder
scheiden.
Eskaders slagvliegtuigen hebben
Sovjet-Russische pantserformaties en
ravitailleeringscolonnes uiteengeslagen
58 vijandelijke tanks en meer dan 500
voertuigen werden vernietigd. In lucht
gevechten verloor de vijand 55 vlieg
tuigen. Bewakingsvaartuigen van de
Duitsche marine schoten boven de
Finsche golf 5 Sovjet-Russische bom
menwerpers naar beneden.
Sterke Duitsche formaties gevechts
vliegtuigen ondernamen ook in den af-
geloopen nacht zware aanvallen op de
ravitailleeringsstations Minsk en Mo-
lodeczno.
Luchtterreur
Formaties Amerikaansche bommen
werpers vielefi van het zuiden en wes
ten uit plaatsen ln West-, Zuidwest- en
Midden-Duitschland aan. Vooral in
Friedrichshafen, Wetzlar en Leipzig
ontstond schade en werden verliezen
veroorzaakt onder de bevolking. Door
strijdkrachten der luchtverdediging
werden 47 vijandelijke vliegtuigen,
waaronder 45 viermotorige bommen
werpers, omlaag geschoten.
Des nachts viel een Eritsche formatie
plaatsen in het Rijnlandsch-Westfaal-
sche gebied aan. Stoorvliegtuigen wier
pen bovendien bommen op het stadsge
bied van Hamburg 39 viermotorige
bommenwerpers werden daarbij neer
geschoten. Snelle Duitsche gevech ts
vliegtuigen vielen doelen in Zuidopst-
Engeland aan.
BOEREN,
werkt mede aan de vet-
voorziening van Uw volk:
Scheurt vóór tO Aug,
PARIJS, 20 Juli (CD). Waar-
zegsters hebben in Frankrijk altijd
een zeer dankbaar arbeidsveld ge
vonden en wisten uit de goedgeloo-
vigheid van hun klanten altijd be
hoorlijk munt te slaan. Zekere „Ma
dame X", die tot dusver de toekomst
voorspelde uit kaarten en koffiedik,
was dit evenwel niet voldoende, om
welke reden zij zich aanpaste bij
de oorlogsomstandigheden. Volgens
haar zeggen was het ei het meest
geschikte object, om uit te voor
spellen. En hoe meer eieren haar
klanten meebrachten, hoe uitvoeri
ger zij verteldeen hoe roos
kleuriger de toekomst werd. Naar
de politie heeft kunnen vaststellen,
floreerde de eierenhandel van „Ma
dame X" buitengewoon.
De gemeente-politie van Meppel stelde
een dezer dagen den loonboekhouder van
een aannemersfirma te Amsterdam, ze
keren R. ln verzekerde bewaring, als ver
dacht van verduistering in dienstbetrek
king Uit het onderzoek, dat nog niet
geëindigd is, kwam reeds vast te staan,
dat R. in het tijdvak December 1943Juli
1944 een bedrag van f 40.090 heeft ver
duisterd. Zulks geschiedde door verval-
sching van de loonlijsten, daar R. meer
personen dan er in dienst waren opgaf,
waarna hij deze gelden zelf opstreek. Dit
„extra-salaris" werd grootendeels in den
zwarten handel besteed, waardoor de
fraude ook aan het licht kwam.
vereerders omhoog getild en ln triomf
gaat Greet Koeman op de schouderB
van de geestdriftige opera-liefhebbers.
Gerda Pons. Theo Baylé, Chris Reu-
mer en Siemen Jongsma moeten er
ook aan gelooven en onder luid hoera
geroep gaan deze favorieten van het
opera-publiek eveneens in de hoogte.
Het kost moeite zich aan de spontane
betooging te onttrekken en eerst als
de rijtuigen zich een weg hebben we
ten te banen door de massa, kunnen
de kunstenaars „ontsnappen" en hun
weg naar huis vervolgen.
„Zoo gaat het tegenwoordig na
bijna elke voorstelling", vertelt ons
Greet Koeman, wanneer we haar den
volgenden morgen in haar woning in
h et zuidelijke deel van Amsterdam
bezoeken. „Elke keer weer onstuimige
bewonderaars, die een privé-huldiging
op touw zetten. Na „Bohème", na
„Faust" en vooral na „Butterfly". Het
publiek is ontzettend iefl en wil zich
blijkbaar graag uiten. Kijk maar eens
sier". En Greet Koeman toont ons een
stapel brieven, die we met ontzag in
oogenschouw nemen. „Oogst van één
week. Allemaal hartelijke briefjes vol
waardeering en dank en meestal on
deraan nog een verzoekje om een foto.
Nou. dat verzoek wordt toegestaan,
zoolang me dat mogelijk is. De men
schen zijn zoo gul met haar waardee
ring en vaak ook met bloemen, dat ik
graag hun hartelijkheid beantwoord".
„U weet dus nu utt ervaring wat
populariteit is".
„Ja, dat weet Ik nu Inderdaad. En
het gekke is, dat je je zooiets nooit
droomt. Hoe kon ik ook vermoeden,
toen ik aan de Zaan woonde, dat Ik
nog eens op deze wijze door het groote
publiek zou worden toegejuicht?"
„Is U dan een Zaansche'"
„Nou, en of. Ik ben in Zaandam
geboren en heb er achttien jaar ge
woond".
„En hoe bent U bij de opera ge
komen?"
„Ach, als kind zong ik al. Toen
ik grooter werd studeerde ik ijverig en
trad zoo bij gelegenheden wel eens op.
Later kreeg ik les van mevrouw Noor
dewier en op het oogenblik volg ik haal
lessen nog. Ik begon mee te werken
aan concerten en toen kwam de opera
vanzelf. Ik had namelijk altijd veel
gehouden van opera-muziek. Ik zong
aria's op uitvoeringen, ik zong aria's
voor de radio en het was dus eigen
lijk vanzelfsprekend, dat, ik terecht
kwam in de opera-klasse van mr. Jo
hannes den Hertog".
„U had toch al ln de opera gede
buteerd vóór de Amsterdamsche Opera
werd opgericht?"
„Ja, ik debuteerde als page in
„Lohengrin" bij de Wagner-vereeni-
ging. Toen kreeg ik m'n eerste groote
werk. Dat was Mélisande in „Pelléas
et Mélisande" van Debussy, onder lei
ding van Pierre Monteux. Verder zong
ik in „Figaro", dat in een internationa
le bezetting werd uitgevoerd en waar
aan o.m. Stabile en Auliki Rautawara
meewerkten. Met Frans Vroons ben ik
toen nog in dezelfde bezetting opge
treden in Cannes. En daarna volgde
„Die Fledermaus" onder regie van La-
seur en met Cor Ruys in de clplers-
rol".
„En toen kwam de Amsterdam
sche Opera, geloof Ik".
„Ja, toen kregen we onze eigea
opera en daar heeft mr. Den Hertog
me alle kansen geboden. Eerst „Gial*
ni Schicchi" en toen „Figaro", „Faust
„Pelléas et Mélisande", „La Bohème'
„Lohengrin", „Madame Butterfly" ea
ook „Marieken van Nimweghen" van
den Noordhollandschen componist Jac.
Jansen. En wanneer het nieuwe sei
zoen begint, komt daar ook nog bij de
rol van Saskia in „Rembrandt" van
Henk Badings, een rol, die ik naast
Theo Baylé speel en waarvan ik ma
veel voorstel".
„Bent U gelukkig met Uw opera-
parrière?'*
„Voklomen. Ik vind het heerlijk. Er
heerscht bij ons gezelschap een prettf-
ge sfeer. We kunnen het allemaal goed
met elkander vinden en we zijn één ln.
onze bewondering voor Intendant Den
Hertog die een opera-leider uit dui
zenden Is. Hij is de Ijverigste man van
de Amsterdamsche Opera en we weten
allemaal wat we aan hem te danken
hebben. Trouwens, ook voor het orga
nisatietalent van den directeur, den
heer Van Dellen, heb lk veel respect.
Door hun samenwerking ls Je oper»
in ons land tenslotte een instituut ge
worden. dat in ons volk is gaan le
ven en daardoor kunnen wij opvoerin
gen geven, die door een groot publiek
worden gewaardeerd. En hoe groot die
waardeering is, hebt U gisteravond bij
de straathulde zelf nog kunnen zien.
Groot genoeg om mij met -m'n opera-
carrière gelukkig te maken".
„Geeft U nog concerten?"
„Den laatsten tijd hebben we ver
schillende opera-concerten gegeven,
o.a. ln de Zaanstreek. Met Theo Baylé,
Chris Reumer en Siemen Jongsma
zong ik in Zaandam en Krommenie.
Het was ontzettend leuk. om hier ln
m'n oude omgeving temidden van zoo
vele vroegere kennissen nu op té tre
den. Ik heb er echt plezier van gehad.
In Purmerend. Hoorn en Enkhuizen
zijn we ook nog geweest en .'k hoop
tn al die plaatsen, die van voorstellin
gen verstoken blijven, te kunnen te
rugkomen".
„En heb U nu nog wenschen?
„Ja. Veel mooi werk en altijd de
zelfde sympathie en waardeering van
al die menschen, die nu miin„ arbeid
tot een genoegen helpen maken".
En wie van de werkelijke opera
liefhebbers zou niet onmiddellijk da
belofte geven het zijne te willen doen,
om dien wensch in vervulling te laten
gaan? Jaap Valk.
De inspecteur voor de prijsbeheersching
te 's-Hertogenbosch heeft de zaak •be
recht tegen den drogist J« C. uit Oss, die
zich geruimen tijd aan a-sociale prak
tijken heeft schuldig gemaakt. De man,
die nog groote voorraden schaarsch ge
worden artikelen in zijn magazijnen op
geslagen had, verkocht deze begeerens-
waardige goederen, alleen aan klanten die
genegen waren een hoogeren prijs te be
talen of levensmiddelen bij te leveren.
De inspecteur heeft den drogist thans
een boete van. 15.000 gld. opgelegd, terwijL
de levensmiddelen werdén verbeurd ver
klaard.
De leiding van de Nederlandsche
voedseJpolitiek heeft bevonden, dat het
noodzakelijk is om nog weer 50.000
bunder groenland in bouwland om te
zetten. En prompt komen van alle kan
ten klachten en bezwaren los, aldus
Dirk van den Bospoort in „De Land
stand". Wij zullen daar op deze plaats
niet op ingaan. Natuurlijk, het is voor
velen niet gemakkelijk om te voldoen
aan de eischen, welke de oorlogsom
standigheden stellen, dat weten wij zoo
goed als één ander. Maar wij zouden
graag zien, dat het begrip voor de
noodzakelijkheden zoo groot was en
het vertrouwen in de leiding, welke
deze noodzakelijkheden moet toepas
sen, zoo sterk, dat men eenvoudig met
volle overgave deed, wt gedaan moet
worden en niet eerst den tijd er af nam
bij zichzelf en bij anderen, om: „eens
uit te kankeren".
Want en daarom zeggen we er
iets van er dreigt ten onzent een
ernstig gevaar, waarvan vooral het
hoerendom zich bewust dient te wor
den. Dit gevaar, dat wij verzinken in
de pietluttigheden, in den onvrede
met kleine tekortkomingen, juist, ter
wijl alle krachten van verstand en
hand noodig zijn om de grootste pro
blemen op te lossen, problemen, waar
van het zijn of niet zijn van een gezon
den boerenstand en een gezond volk in
de toekomst onmiddellijk afhankelijk
is.
Nog altijd schijnt men er zich geen
rekenschap van te willen geven, dat de
strijd van onze dagen niet begonnen
is, om de liefhebberijen van een braaf
Nederlandsch volk eens even in de war
te schoppen, maar hierom: of een to
taal verziekt wereldbestel in vererger
de mate zal voortwoekeren ten verder-
ve van elk menschelijk geluk, of dat de
op gezondheid gerichte krachten zich
zoodanig kunnen ontplooien, dat le
vensgemeenschappen kunnen groeien
en bloeien naar hun aard.
Dit groote „waarom", waarbij ln eer
sten aanleg de boeren betrokken zijn,
dringt nauwelijks tot ons volksbewust
zijn door. omdat men, ook en vooral in
zoogenaamd leidende kringen, zich vol
komen gevangen geeft aan kleinere ne
venverschijnselen, aan tijdelijke onaan
genaamheden, aan persoonlijke grief-
jes, die voor het uiteindelijke groote
gebeuren van geen beteekenis zijn.
Zoo hebben zich allerlei begaafde
menschen uit onze agrarische kringen
teruggetrokken, omdat hun dit of dat
niet aanstond, zonder dat zij er zich
rekenschap van ga$en, dat hun kennen
en kunnen dringend noodig zijn om ons
volk en zijn boeren in de nieuwe we
reld, welke moet ontstaan, een zoo
goed mogelijke plaats te verschaffen.
En zij bepaalden veelal hun houding,
zonder het wezen van den strijd te
hebben onderscheiden.
Deze gedachte drong zich aan ons op
bij het kennis nemen van den inhoud
eener groote rede. welke Rijksminister
dr. Herbert Backe, de leider van de
Duitsche agrarische politiek, dezer da
gen hield ln een bijeenkomst van
Duitsche en andere Europeesche „kop
stukken", uitgaande van 't Thünen-Ge-
nootschap. Dit Genootschap, dat den
naam draagt van den grooten volks
huishoudkundige Johann Heihrich ven
Thünen, houdt zich op diens voetspoor
bezig met de studie en de practijk van
de gerichte economie en de plaats,
Er is een geschil gerezen tus-
sehen de N.V. Meelfabriek Schie
dam en het N.A.F., hetwelk in
eerste instantie geëindigd is met
een kort geding voor de Rotter-
damsche rechtbank, waarbij het
N.A.F. in het ongelijk werd ge
steld. Volgens mededeelingen van
den leider van het NAF, H. J.
Woudenberg, houdt de veroordee
ling in, dat het N.A.F. zich moet
ORthouden van het voeren van ac
tie, in het bijzonder het te Schie
dam of elders doen van mededee
lingen of het verrichten van han
delingen, welke de belangen van
het bedrijf der meelfabriek en de
daarin heerschenden bedriifsvrede
kunnen schaden, met de oplegging
van een dwangsom groot 1009.
bij elke overtreding van dit bevel.
Van dit vonnis is het N.A.F. in
middels in hooger beroep gegaan.
De zaak heeft hiermede, aldus de
heer Woudenberg, een ontwikkeling
gekregen, die boven een gewoon inci
dent uitgaat en meer op principieel
terrein is geraakt.. Hij vervolgde: Na
de opheffing van de vakvereenigingen,
toen het N.A.F. werd ingesteld, werd
de regeling der loonen gelegd in han
den van den Gemachtigde voor den
Arbeid en daardoor gebracht in den
sector van den Staat, die o.m. ook de
prijzen van de koopwaar bepaalt. De
bijzondere taak van het N.A.F. is mede
te werken tot vorming van de recht
vaardige verhouding in het algemeen
en van de rechtvaardige arbeidsvoor
waarden in het bijzonder. Nu de loo
nen bindend worden vastgesteld en
wij dagelijks de ongemakken ondervin
den van de loonstop, is het noodig, dat
de Gemachtigde voor den Arbeid vér
strekkende bevoegdheden heeft verkre
gen.
Loonen onder het minimum.
Wat de kwestie met de meelfabriek
aangaat, in Februari van dit jaar wer
den besprekingen gehouden tusschen
vertegenwoordigers van het N.A.F. en
de directie. Het N.A.F. wenschte n.l.
een herziening van de bestaande loo
nen, welke volgens hem oijder het
thans noodzakelijk geachte minimum
lagen. Toen deze besprekingen zonder
resultaat bleven, wendde het N.A.F.
zich tot een Gemachtigde voor dén Ar
beid, met het gevolg, dat deze een
loonsverhooging oplegde, ingaande 19
Juni. Deze werd door den werkgever
niet nagekomen. Hij beriep zich op het
Departement van Sociale Zaken, waar
„eenige ambtenaren" zouden hebben
gezegd, dat, in afwachting van een de
partementale beslissing, geen verhoo
ging van de loonen noodig werd ge
acht.
Met geluidswagen p stap:
Inmiddels ving op 3 Juli een propa-
gandaweek van het N.A.F. aan. Een in
het kader van deze week aangevraag
de bedrijfsbijeenkomst bij de meelfa
briek werd door dit bedrijf niet toege
staan. Op 4 Juil heeft het N A.F. toen
door middel van een geluidswagen,
welke voor de poort van het bedrijf
was opgesteld, een uiteenzetting ge
geven, waarbij ook de toestanden .n
die fabriek zijn besproken, mede in
verband met de geweigerde loonsver
hooging. Op grond van deze actie met
den geluidswagen ontving het provin
ciale bureau van het N.A.F. op 7 Juli
een brief van mr, P. van Bockhove,
waarin het Arbeidsfront gesommeerd
werd de actie te staken, daar anders
een kort geding aanhangig zou worden
gemaakt. Op 7 Juli heeft het N.A.F.
door luidsprekers den brief van dezen
advocaat voor de poort van het bedrijf
voorgelezen, waarna op 10 Juil de dag
vaarding kwam en op 12 Juli het kort
geding werd behandeld.
De president van de rechtbank stel
de toen voor. dat de partijen de zaak
ln der. minne zouden schikken, maar
het N.A.F. liet door middel - an zijn
raadsman mededeelen, dat een minne
lijke schikking uitgesloten moest wor
den geacht. Op 18 Juli werd daarop
het gpnoemde vonnis gewezen.
Het komt maar heel zelden voor, al
dus de heer Woudenberg, dat een be
drijfsvoerder minder wil betalen dan
bindend is vastgesteld. Weliswaar
kwam de meelfabriek haar arbeiders
tegemoet door z.g. werkmanspakket
ten en eenige brooden te geven, wacht
dienst te laten doen en gratificaties te
verleenen, maar d't mag volgens hem
niet van invloed zijn op de loonen. Het
N.A.F. heeft geprobeerd de directie
van het onsociale van haar houding te
overtuigen, maar tevergeefs. De poor
ten van de fabriek werden zelfs voor
het N.A.F. gesloten, en daarom werd
de luidsprekerswagen daarbuiten op
gesteld.
De heer Woudenberg gaf vervolgens
een uiteenzetting van de positie van
het N.A.F., dat geen staatsorgaan wil
zijn. Het heeft er echter wel degelijk
mee te maken of de voorschriften
worden nageleefd. Het N.A.F. is geen
voortzetting van de vroegere vakbon
den. Deze zijn geliquideerd, en het
N.A.F. staat er eigenlijk diametraal te
genover. Er is iets van waar. dat het
N.A.F een monopoliepositie heeft, maar
toch niet geheel en al, omdat er over
de geheele lijn een georganiseerde ac
tie is tegen het N.A.F. en het grootste
deel der arbeiders nog geen lid is. De
ze zaak" heeft veel gemoederen in be
roering gebracht, maar, meende de
heer Woudenberg, vooral ten gunste
van het N.A.F.. dat het aantal Inschrij
vingen de laatste dagen zeer zag toe
nemen.
Er ligt ln deze heele geschiedenis
een gevaar, dat het N.A.F. misschien
af en toe sentimenten ln beweging
brengt, welke het zelf niet wil, te we
ten de resteerende sentimenten van
den klassenstrijd, maar het kan bij uit
zondering noodig ziin, daadv. erkelijk
en propagandistisch voor den arbeid op
te komen. Een bedriifsvoerder is ver
plicht zijn bezit op de juiste wijze te
gebruiken.
welke daarbij aan den landbouw toe
komt.
Wij kunnen, Backe's beschouwing
over den onherroepelijken ondergang
van de liberale wereldhuishouding
die Amerika en de Sovjet-Unie even
goed als Duitschland allang afschre
ven, al zweren allerlei mokkende Ne
derlanders er nog bij en de daarvoor
in de plaats tredende politiek der
„groote ruimten" niet weergeven. Toch
zouden wij graag hebben, dat men er
zich ten onzent ernstig mee bezighield.
Rijksminister Backe eindigde zijn be
toog met den hartgrondigen wensch,
dat ook het buitenland met zijn beste
krachten wilde deelnemen aan de ge-
dachtenwisseling over de leerstellingen
van Von Thünen en de daaruit te trek
ken conclusies. En daarmee bevestigde
hij wat hij elders in zijn rede zei. dat
het er heelemaal niet om gaat, dat
Duitschland een strakke autarkische
politiek van eng eigenbelang wenscht
te voeren en daartoe zijn wil tracht op
te leggen aan anderen, maar dat er
een ordening moet tot stand komen,
die van de in Europa aanwezige be-
staansbronnen een zoo goed mogelijk
gebruik maakt. Wij willen op enkele
andere uitspraken later graag terugko
men. Want er werd veel gezegd over
de waarde van een krachtigen boeren
stand ook in ander dan zuiver econo
misch opzicht, over een goede prijzen
politiek en een noodzakelijke markt
ordening, waarvan onze lezers nog al
tijd weinig af weten.
Voor dezen keer evenwel signaleeren
wij slechts het groote gevaar, dat in
het niet willen kennen van de grooté
vraagstukken schuilt. Dit gevaar heet:
stikken in kleine zorgen en valsche
voorstellingen, terwijl men het wezen
lijke der dingen angstvallig uit den
weg loopt. Zoo erg is het met dat ge
vaar gesteld, dat zélfs degenen, die met
geestdrift voor een nieuwe ordening
bezield zijn, dermate worden achter
volgd met klein gedoe, dat ook zij aan
het groote niet meer toekomen.
En nu steken wij de hand in eigen
boezem. Het is den Landstand nog al
tijd niet mogelijk geweest de besten
uit de besten bij elkaar te brengen om
den weg te banen naar de nieuwe toe
komst voor Nederlands hoerendom,
al is iedereen er van overtuigd, dat er
zulk een nieuwe toekomst moet wor
den geschapen.
Voor een goed deel wreekt zich hier
het eenzijdige karakter van de oude
landbouwwetenschap, die zich bezig
hield met een geraffineerde zorg voor
agrariseh-technische detailkwesties en
daarmee ons hoerendom tot uitsteken
de prestaties bracht, maar die geen oog
had voor den innigen samenhang van
techniek, economie, politiek en volks
welzijn. En daarom gaat het tn deze
dagen, nu het bestaan neen. de mo
gelijkheid van een gelukkig, natuurlijk
bestaan van enkelingen en volksge
meenschappen aan de orde is. NU moet
er omtrent dien innigen samenhang
eerst klaarheid geschapen worden, om
dat de details daardoor een heel an
dere waarde krijgen.
En men mag niet zeggen: wat' heeft
daarmee de eenvoudige, werkende boer
te maken? Om'hem gaat het vooral en
zijn houding kan den ban der kleine
zorgen breken, zijn houding kan de ne
gatieve „voormannen" dwingen tot be
zinning óp positieve waarden. Hij, de
eenvoudige boer. moet eischen. dat
hem klaarheid wordt verschaft, dat hij
weet, waar het om gaat en wat zin en
doel is van het gebeuren, waarvan hem
de zorgen mee drukken.
Het is niet het ergste, als er weer
gescheurd moet worden, het is niet
het ergste als de gezellige organisaties
van vroeger gedaan kregen, het is niet
het ergste als deze of gene P.B.H. het
niet iedereen naar den zin maakt. Het
ergste is, dat men zich niet behoorlijk
op de hoogte stelt van de prachtigs
doelstellingen die de verdedigers der
nieuwe politiek bezield hebben en van
de dwingende noodzakelijkheid, ''at
daar zoover'. mos~';'k van terecht
komt! j