EEN ERNSTIG GEVAAR BERLIJN-TOKIO „Generaal Tijd" aan de zijde van Duitschland Aanvallen der Sovjets bleven zonder succes Buitenlandsch overzicht Rede van staatssecretaris Naumann Een praatje met Greet Koeman Hoe eeri Zaansche een gevierd opera-ster werd Verduister v. 22.005.45 u. Laaghartigheid en list misten hun doel Weermachtbericht Slagvliegtuigen vernietigden honderden voertuigen Bij St. Ld aanvalsgroepen uiteengeslagen Het ei van de waarzegster f 40.000 verduisterd f 15.000 boete voor Osschen drogist Geschil tusschen N.A.F. en meelfabriek Schiedam N A F. v/enscht herziening der loonen kffHet einde der Japansche bezet ting van Saipan is van een zoo adem benemende tragische grootheid geweest, dat ongeacht de scherpe scheiding der sympathieën, het laatste hartstochtelijk „banzai" der ten doode gewijde ver dedigers, alom waar nog besef voor foldatesken heldenmoed bestaat, een echo van eerbiedige bewondering heeft opgewekt. Thans is ook voor Japan de oorlog ln het beslissende stadium getreden. De geallieerden zijn doorgedrongen tot in den binnensten Japanschen verdedi gingsgordel. Want Saipan was de laat ste drempel voor de „poort van Tokio". De Marianengroep, waarvan het deel uitmaakt, ligt nog slechts 5 uur vliegen van de Japansche hoofdstad. En reeds zijn de Bonineilanden, op 1000 km. van Tokio, blootgesteld aan hevige Amerl- kaansche bombardementen vanuit zee en vanuit de lucht. In het zuiden staat de oorlog voor de kusten van het Ja pansche moederland. En intusschen dreigen ook in het noorden gevaren, nu de bouw van sterke Amerikaansche steunpunten op de Aleoeten beëindigd is en de Amerikaansche luchtmacht, on der besgherming van zware bewolking en voorjaarsnevels, de Japansche Koe- rillen aan bombardementen onderwor pen heeft, die algemeen als het voor spel eener landing beschouwd worden. De periode, waarin de Japanners er mee konden volstaan het Amerikaan sche offensief in een langdurigen slij tageslag op te vangen, is ten einde; een tachtischen terugtocht kunnen zij niet meer aanvaarden. Het gaat Japan nu om leven of dood. Dit was, kort en bondig, ook de inhoud van de verkla ring, door minister Tojo afgelegd die hij besloot met de ernstige, maar ver beten woorden: de werkelijke oorlog begint thans, wij hernieuwen den eed het hoogste offer te brengen voor de overwinning. Zeer zwaar is de strijd, die de Japansche slagvloot tfians wacht. Tegenover haar, volgens de jongste ge gevens, 13 slagschepen kunnen de Ame rikanen, gebonden als zij bovendien zijn in Europa, weliswaar niet het volle ge wicht van hun, volgens dezelfde gege vens, 53 slagschepen, maar toch wel een zeer groote materieele overmacht in het vuur brengen. Materieel de mindere moet Japan dus in de eerste plaats zijn kracht vinden in zoo gun stig mogelijke voorwaarden om zijn sterkeren tegenstander slag te leveren. Deze voorwaarden kunnen zoowel van strategischen als van politieken aard zijn en in dit verband is de verdere coördinatie van de Japansche en de Duitsche kracht bij hun gemeenschap pelijke oorlogsinspanning van de groot ste beteekenis. In het teeken van deze coördinatie stond reeds de hoogst be langrijke bespreking, Weike op 28 Juni tusschen generaal Tojo en den Duit- schen ambassadeur Stahmer plaats vond en die de eerste was van een reeks diepgaande gedachtenwisselingen, welke zoowel in Tokio als in Berlijn, tusschen Duitsche en Japansche staatslieden en diplomaten gehouden zullen worden. Ook moet men hier ongetwijfeld de be neeming mee in verband brengen van admiraal Nomoera tot minister van marine, nadat admiraal Sjigetaro Sjimada van dezen post ontheven was. Admiraal Nomoera kent als wei nig Japansche marine-officieren de huidige opvattingen der Duitsche militaire leiding, daar hij na een tweejarig verblijf als marine-attaché te Berlijn, eerst kort geleden repa trieerde. O.m. maakte hij een tocht mee op een Duitsche duikboot en werd bij deze gelegenheid met het IJzeren Kruis onderscheiden. Opmerkelijk is, dat hij in zijn eerste ministerieele ver klaring zeide den opbouw der Japansche vloot thans voltooid te achten en alles verder te verwachten van de wijze, waarop zij zal worden ingezet, van de voorwaarden dus. waaronder slag gele verd zal worden. Af te wachten is nu, welken invloed 't nog nauwer aanhalen van het Japansch-Duitsche bondgenoot schap op deze voorwaarden zal hebben. De Duitsche Staatssecretaris van het Ministerie van Volksvoorlich ting en Propaganda, dr. Naumann, heeft Donderdag het woord gevoerd op een bijeenkomst van het leiders- corps van den Gouw Hamburg der N. S. D. A. P. De heftigheid van den algemee- nen vijandelijken stormloop wordt, aldus zeide hij, vooral verklaard door het feit, dat de vijand de be doeling heeft den oorlog in Europa dit jaar ten einde te brengen. Op het oogenblik staat „Generaal Tijd" in ieder geval aan onzen kant, want elke dag, die voor den vijand als vertraging verloren gaat, is winst voor ons. Duitschland staat kort voor de voltooiing van een gewijzigde be wapening op de grootste schaal, die wij hebben te danken aan onze laatste voortreffelijke wetenschap pelijke prestatie en aan het zeer hooge productiepeil onzer wapen industrie. Onze strijdkrachten zul len de laatste ronde van den oorlog doorvechten met de beste wapenen, van welke in deze weken staaltjes zichtbaar zijn geworden. Er is geen aanleiding om zich te la ten overweldigen door de gedachte aan de massa van het vijandelijke oorlogs materiaal, want achter elk wapen staat de mensch, die den graad van de uit werking dier wapenen bepaalt. De macht van den individueelen strijder ontplooit zich aan Duitschen kant klaarblijkelijk naarmate de gevechten meer verbitterd worden. Er treedt dus niet, zooals in den vorigen oorlog, een afmatting van het moreele weerstands vermogen in, maar de fanatieke, poli tiek overtuigde stoottroepstrijders ter zee, in de lucht en te land komen steeds meer naar voren. De getallen- propaganda van den vijand zal niemand van ons tot lethargie verleiden en ons ook geen oogenblik ten aanzien van terugwijkende fronten misleiden. Het Duitsche volk weet, dat het om zijn bestaan gaat. Voor den hoogsten inzet is ook het hoogste offer gerechtvaar digd. Geen plaats voor nihilisme. Na een beeld te hebben gegeven van de moeilijkheden op het gebied van binnenlandsche en buitenlandsche po litiek aan den kant van den vijand zeide dr. Naumann, dat den laatsten tijd in bezorgde Engelsche kringen de vraag Is opgeworpen, of Europa niet in het nihilisme dreigt onder to gaan. Als de Engelschen, aldus Naumann, inderdaad de vrees koesteren, dan ant woorden thans reeds millioenen Euro peanen, dat het nihilisme nergens an ders zijn intocht houdt dan daar, waar de Anglo-Amerikaansche en de Sov jettroepen den Europeeschen grond betreden en verwoesten. In onze gele deren is voor het nihilisme geen plaats. Wij strijden voor onze vrijheid, waar voor geen offer vergeefsch is. Als in de zware worsteling de offers een zekeren omvang hebben overschreden. dan houdt slechts het volk vol, dat door drongen is van de noodzakelijkheid om voor zijn leven te strijden. Voor de overwinning der wapenen staat de overwinning van het moreel. Redding van Hitier een symbool. Nog tijdens de rede van dr. Naumann werd het bericht van het wonderbare behoud van den Führer bij den snoo- den moordaanslag op zijn leven aan het Duitsche volk bekend gemaakt. De nieuwe redding van den Führer, aldus zeide dr. Naumann onder een jubelen den bijval der vergadering, is meer dan een symbool. De Goddelijke Voor zienigheid heeft hem in het uur van de zwaarste vuurproef voor het Duit sche volk behouden. Wij zien daarin een bevestiging van het lot, dat de eindoverwinning voor ons zeker is. En wij uiten daarvoor onzen dank door al onze krachten in onverbrekelijke trouw en vast vertrouwen voor de eindoverwinning te spannen. In den Amsterdamschen Stads schouwburg is het doek gevallen na de laatste acte van Puccini's „La Bohème" en de enthousiaste bezoekers hebben hun favorieten van de Amsterdamsche opera als dank voor hun voortreffelijk spel en hun schoonen zang een lang durige ovatie gebracht. Nu is het stil geworden ln het groote gebouw. De zaal is leeg. De lichten zijn uitgedraaid en de deuren worden gesloten. Maar buiten wacht een deel van het publiek. Dat is het deel, dat niet genoeg heeft aan handgeklap en bravo-geroep, maar dat zich op nog duidelijker wijze wil uiten. Enkele honderden enthousiasten hebben zich verzameld voor den too- neeluitgang aan de Marnixstraat, om daar de opera-sterren hun hulde te brengen. En wanneer na korten tijd een deur voorzichtig opengaat en een jonge vrouw naar buiten gluurt, dan barst plotseling een gejuich los. We tende dat er aan de openbare hulde toch niet te ontkomen valt, stapt dan de jonge vrouw resoluut naar buiten, gevolgd door haar collega's. Het duurt geen vijf seconden of zij is door haar 23 Juli: Zon op 5.46 u., onder 21.46 u. Maan op 8.56 u., onder 23.29 u. 24 Juli: Zon op 5.47 u., onder 21.45 u. Maan op 10.02 u., onder 23.49 u. In opschriften als ,,,Onder de bescher ming der Voorzienigheid", „Het lot beschermde den Führer", „Leve de Führer" vatten de Duitsche ochtend bladen, die nog vóór de rede van den Führer verschenen zijn, hun gevoelens ten aanzien van den mislukten aan slag op den Führer samen. „Met groote dankbaarheid jegens het lot", aldus Alfred Rosenberg in den Völkischer Beobachter, „zien wij, dat opnieuw vijandelijke laaghartigheid en list haar doel gemist hebben. Met de oude vastberadenheid heeft de Führer zijn arbeid onmiddellijk hervat en hij weet, dat zijn soldaten nu pas recht zullen vechten en nog eens vechten. De Führer weet, dat het geheele volk nu pas recht hard zal blijven en nog har der zal worden. De 20ste Juli 1944 zal een nieuwe krachtstroom voor Duitschland beteekenen. Hij zal bezie lend door alle steden, alle dorpen en alle wapenfabrieken gaan". In een redactioneel artikel schrijft de Völkischer Beobachter nog: „Het Duit sche volk treedt op dezen 20sten Juli 1944 opnieuw achter zijn Führer. Het zweert hem onverbrekelijke trouw en belooft hem aan niets anders te den ken dan aan volharding en overwin ning. Leve de Führer". De Deutsche Allgemeine Zeitung schrijft: „Nu de Voorzienigheid klaar blijkelijk heeft gewaakt over den Führer, verlangt de reusachtige worste ling een verveelvuldigde intens'teit. Duitschland aanvaardt uit deze gebeur tenis de heilige verplichting, aan den vastbesloten strijdwil de op dit uur verkregen strijdbare zekerheid te pa ren, dat de door Adolf Hitler geleide strijd tegen alle menschelijke en dui- velsche arglistigheid met de overwin ning zal eindigen." Vsrbittsrdé tegenstand der Duitsche kanonniers In het Oosten. Naast da ervaren Oostfrontstrijders staan ook de Jongste Duitsche grenadiers In taaien strijd tegen den in menschen en materiaal overmachtlgen vijand PK Geiler/Atl./H/P m FIT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN FÜHRER, 21 Juli. (DNB) - Het Opperbevel van de weermacht maakt bekend: Ten zuidoosten en ten zuiden van Caen heeft de vijand zijn aan vallen met vrij sterke infanterie- en pantserstrijdkrachten voortgezet, zonder dat hij terreinwinst van beteekenis kon behalen. Ook ln het gebied ten noordwes ten van St. Lö hebben onze troe pen alle vijandelijke aanvalsgroe pen uiteengeslagen. Bij de gevech-- ten op 18 en 19 Juli werden in Normandië 200 vijandelijke tanks stukgeschoten- Gevechtsvliegtuigen hebben in de wateren ten westen van Brest een vijandelijken torpe dojager in den grond geboord en twee andere torpedojagers zwaar beschadigd. Bij zuiveringsacties in het Fran- sche gebied werden wederom 285 terroristen in den strijd vernietigd. Zwaar V. 1 vergeldingsvuur blijft op het gebied van Groot-Londen liggen. In Italië vonden gisteren vrij groote gevechtshandelingen alleen plaats in den Adriatischen kustsector, waar de vijand onbeteelcenende terreinwinst kon behalen. Aan de andere fronten ondernam de vijand op vele plaatsen plaatselijke aanvallen, die vruchteloos bleven. De IBe yy-divisie pantsergrenadiers „Reichsführer H" heeft zich onder be vel van den yy-Gruppenführer en lui tenant-generaal der Waffen yy Simon bij de zware gevechten aan de Ligu- rlsche kust door bijzondere standvastig heid en dapperheid onderscheiden. Torpedobooten hebben in de golf van Genua twee Britsche torpedo- motorbooten beschadigd- Oosteljjk front. In het Oosten duren de gevechten in het gebied van Lemberg en aan den bovenloop van den Boeg met onver minderde hevigheid voort. Onze divi sies bleven den bolsjewieken taaien weerstand bieden en brachten hun zware verliezen toe. Alleen één divisie pantsergrenadiers schoot daar de laat ste dagen 101 vijandelijke tanks stuk Ten noorden van Brest-Litowsk heb ben troepen van het leger en van de Waffen-yy de bolsjewieken in een tegenaanval teruggeworpen. Verscheide ne aanvalsspitsen van den vijand wer den Ingesloten en vernietigd- Ten oos ten van Bialystok ls de vijand onze stellingen binnengedrongen- Hier zijn verbitterde gevechten aan den gang. Ten noordwesten van Grodno werden Sovjet-Russische gevechtsgroepen in een tegenaanval verdreven. Aan den weg Kowno-Dunaburg, als mede tusschen Dunaburg en het Peipus- meer vielen de bolsjewieken met krachtige ondersteuning van tanks en slagvliegers op talrijke plaatsen aan Zij werden afgeslagen of opgevangen, terwijl een groot aantal tanks werd stukgeschoten. In den noordelijken sector hebben zich de Silezische 255e divisie infanterie onder bevel van lui tenant-generaal Melzer en het regiment grenadiers 32 onder kolonel Von Wer- der door bijzondere dapperheid onder scheiden. Eskaders slagvliegtuigen hebben Sovjet-Russische pantserformaties en ravitailleeringscolonnes uiteengeslagen 58 vijandelijke tanks en meer dan 500 voertuigen werden vernietigd. In lucht gevechten verloor de vijand 55 vlieg tuigen. Bewakingsvaartuigen van de Duitsche marine schoten boven de Finsche golf 5 Sovjet-Russische bom menwerpers naar beneden. Sterke Duitsche formaties gevechts vliegtuigen ondernamen ook in den af- geloopen nacht zware aanvallen op de ravitailleeringsstations Minsk en Mo- lodeczno. Luchtterreur Formaties Amerikaansche bommen werpers vielefi van het zuiden en wes ten uit plaatsen ln West-, Zuidwest- en Midden-Duitschland aan. Vooral in Friedrichshafen, Wetzlar en Leipzig ontstond schade en werden verliezen veroorzaakt onder de bevolking. Door strijdkrachten der luchtverdediging werden 47 vijandelijke vliegtuigen, waaronder 45 viermotorige bommen werpers, omlaag geschoten. Des nachts viel een Eritsche formatie plaatsen in het Rijnlandsch-Westfaal- sche gebied aan. Stoorvliegtuigen wier pen bovendien bommen op het stadsge bied van Hamburg 39 viermotorige bommenwerpers werden daarbij neer geschoten. Snelle Duitsche gevech ts vliegtuigen vielen doelen in Zuidopst- Engeland aan. BOEREN, werkt mede aan de vet- voorziening van Uw volk: Scheurt vóór tO Aug, PARIJS, 20 Juli (CD). Waar- zegsters hebben in Frankrijk altijd een zeer dankbaar arbeidsveld ge vonden en wisten uit de goedgeloo- vigheid van hun klanten altijd be hoorlijk munt te slaan. Zekere „Ma dame X", die tot dusver de toekomst voorspelde uit kaarten en koffiedik, was dit evenwel niet voldoende, om welke reden zij zich aanpaste bij de oorlogsomstandigheden. Volgens haar zeggen was het ei het meest geschikte object, om uit te voor spellen. En hoe meer eieren haar klanten meebrachten, hoe uitvoeri ger zij verteldeen hoe roos kleuriger de toekomst werd. Naar de politie heeft kunnen vaststellen, floreerde de eierenhandel van „Ma dame X" buitengewoon. De gemeente-politie van Meppel stelde een dezer dagen den loonboekhouder van een aannemersfirma te Amsterdam, ze keren R. ln verzekerde bewaring, als ver dacht van verduistering in dienstbetrek king Uit het onderzoek, dat nog niet geëindigd is, kwam reeds vast te staan, dat R. in het tijdvak December 1943Juli 1944 een bedrag van f 40.090 heeft ver duisterd. Zulks geschiedde door verval- sching van de loonlijsten, daar R. meer personen dan er in dienst waren opgaf, waarna hij deze gelden zelf opstreek. Dit „extra-salaris" werd grootendeels in den zwarten handel besteed, waardoor de fraude ook aan het licht kwam. vereerders omhoog getild en ln triomf gaat Greet Koeman op de schouderB van de geestdriftige opera-liefhebbers. Gerda Pons. Theo Baylé, Chris Reu- mer en Siemen Jongsma moeten er ook aan gelooven en onder luid hoera geroep gaan deze favorieten van het opera-publiek eveneens in de hoogte. Het kost moeite zich aan de spontane betooging te onttrekken en eerst als de rijtuigen zich een weg hebben we ten te banen door de massa, kunnen de kunstenaars „ontsnappen" en hun weg naar huis vervolgen. „Zoo gaat het tegenwoordig na bijna elke voorstelling", vertelt ons Greet Koeman, wanneer we haar den volgenden morgen in haar woning in h et zuidelijke deel van Amsterdam bezoeken. „Elke keer weer onstuimige bewonderaars, die een privé-huldiging op touw zetten. Na „Bohème", na „Faust" en vooral na „Butterfly". Het publiek is ontzettend iefl en wil zich blijkbaar graag uiten. Kijk maar eens sier". En Greet Koeman toont ons een stapel brieven, die we met ontzag in oogenschouw nemen. „Oogst van één week. Allemaal hartelijke briefjes vol waardeering en dank en meestal on deraan nog een verzoekje om een foto. Nou. dat verzoek wordt toegestaan, zoolang me dat mogelijk is. De men schen zijn zoo gul met haar waardee ring en vaak ook met bloemen, dat ik graag hun hartelijkheid beantwoord". „U weet dus nu utt ervaring wat populariteit is". „Ja, dat weet Ik nu Inderdaad. En het gekke is, dat je je zooiets nooit droomt. Hoe kon ik ook vermoeden, toen ik aan de Zaan woonde, dat Ik nog eens op deze wijze door het groote publiek zou worden toegejuicht?" „Is U dan een Zaansche'" „Nou, en of. Ik ben in Zaandam geboren en heb er achttien jaar ge woond". „En hoe bent U bij de opera ge komen?" „Ach, als kind zong ik al. Toen ik grooter werd studeerde ik ijverig en trad zoo bij gelegenheden wel eens op. Later kreeg ik les van mevrouw Noor dewier en op het oogenblik volg ik haal lessen nog. Ik begon mee te werken aan concerten en toen kwam de opera vanzelf. Ik had namelijk altijd veel gehouden van opera-muziek. Ik zong aria's op uitvoeringen, ik zong aria's voor de radio en het was dus eigen lijk vanzelfsprekend, dat, ik terecht kwam in de opera-klasse van mr. Jo hannes den Hertog". „U had toch al ln de opera gede buteerd vóór de Amsterdamsche Opera werd opgericht?" „Ja, ik debuteerde als page in „Lohengrin" bij de Wagner-vereeni- ging. Toen kreeg ik m'n eerste groote werk. Dat was Mélisande in „Pelléas et Mélisande" van Debussy, onder lei ding van Pierre Monteux. Verder zong ik in „Figaro", dat in een internationa le bezetting werd uitgevoerd en waar aan o.m. Stabile en Auliki Rautawara meewerkten. Met Frans Vroons ben ik toen nog in dezelfde bezetting opge treden in Cannes. En daarna volgde „Die Fledermaus" onder regie van La- seur en met Cor Ruys in de clplers- rol". „En toen kwam de Amsterdam sche Opera, geloof Ik". „Ja, toen kregen we onze eigea opera en daar heeft mr. Den Hertog me alle kansen geboden. Eerst „Gial* ni Schicchi" en toen „Figaro", „Faust „Pelléas et Mélisande", „La Bohème' „Lohengrin", „Madame Butterfly" ea ook „Marieken van Nimweghen" van den Noordhollandschen componist Jac. Jansen. En wanneer het nieuwe sei zoen begint, komt daar ook nog bij de rol van Saskia in „Rembrandt" van Henk Badings, een rol, die ik naast Theo Baylé speel en waarvan ik ma veel voorstel". „Bent U gelukkig met Uw opera- parrière?'* „Voklomen. Ik vind het heerlijk. Er heerscht bij ons gezelschap een prettf- ge sfeer. We kunnen het allemaal goed met elkander vinden en we zijn één ln. onze bewondering voor Intendant Den Hertog die een opera-leider uit dui zenden Is. Hij is de Ijverigste man van de Amsterdamsche Opera en we weten allemaal wat we aan hem te danken hebben. Trouwens, ook voor het orga nisatietalent van den directeur, den heer Van Dellen, heb lk veel respect. Door hun samenwerking ls Je oper» in ons land tenslotte een instituut ge worden. dat in ons volk is gaan le ven en daardoor kunnen wij opvoerin gen geven, die door een groot publiek worden gewaardeerd. En hoe groot die waardeering is, hebt U gisteravond bij de straathulde zelf nog kunnen zien. Groot genoeg om mij met -m'n opera- carrière gelukkig te maken". „Geeft U nog concerten?" „Den laatsten tijd hebben we ver schillende opera-concerten gegeven, o.a. ln de Zaanstreek. Met Theo Baylé, Chris Reumer en Siemen Jongsma zong ik in Zaandam en Krommenie. Het was ontzettend leuk. om hier ln m'n oude omgeving temidden van zoo vele vroegere kennissen nu op té tre den. Ik heb er echt plezier van gehad. In Purmerend. Hoorn en Enkhuizen zijn we ook nog geweest en .'k hoop tn al die plaatsen, die van voorstellin gen verstoken blijven, te kunnen te rugkomen". „En heb U nu nog wenschen? „Ja. Veel mooi werk en altijd de zelfde sympathie en waardeering van al die menschen, die nu miin„ arbeid tot een genoegen helpen maken". En wie van de werkelijke opera liefhebbers zou niet onmiddellijk da belofte geven het zijne te willen doen, om dien wensch in vervulling te laten gaan? Jaap Valk. De inspecteur voor de prijsbeheersching te 's-Hertogenbosch heeft de zaak •be recht tegen den drogist J« C. uit Oss, die zich geruimen tijd aan a-sociale prak tijken heeft schuldig gemaakt. De man, die nog groote voorraden schaarsch ge worden artikelen in zijn magazijnen op geslagen had, verkocht deze begeerens- waardige goederen, alleen aan klanten die genegen waren een hoogeren prijs te be talen of levensmiddelen bij te leveren. De inspecteur heeft den drogist thans een boete van. 15.000 gld. opgelegd, terwijL de levensmiddelen werdén verbeurd ver klaard. De leiding van de Nederlandsche voedseJpolitiek heeft bevonden, dat het noodzakelijk is om nog weer 50.000 bunder groenland in bouwland om te zetten. En prompt komen van alle kan ten klachten en bezwaren los, aldus Dirk van den Bospoort in „De Land stand". Wij zullen daar op deze plaats niet op ingaan. Natuurlijk, het is voor velen niet gemakkelijk om te voldoen aan de eischen, welke de oorlogsom standigheden stellen, dat weten wij zoo goed als één ander. Maar wij zouden graag zien, dat het begrip voor de noodzakelijkheden zoo groot was en het vertrouwen in de leiding, welke deze noodzakelijkheden moet toepas sen, zoo sterk, dat men eenvoudig met volle overgave deed, wt gedaan moet worden en niet eerst den tijd er af nam bij zichzelf en bij anderen, om: „eens uit te kankeren". Want en daarom zeggen we er iets van er dreigt ten onzent een ernstig gevaar, waarvan vooral het hoerendom zich bewust dient te wor den. Dit gevaar, dat wij verzinken in de pietluttigheden, in den onvrede met kleine tekortkomingen, juist, ter wijl alle krachten van verstand en hand noodig zijn om de grootste pro blemen op te lossen, problemen, waar van het zijn of niet zijn van een gezon den boerenstand en een gezond volk in de toekomst onmiddellijk afhankelijk is. Nog altijd schijnt men er zich geen rekenschap van te willen geven, dat de strijd van onze dagen niet begonnen is, om de liefhebberijen van een braaf Nederlandsch volk eens even in de war te schoppen, maar hierom: of een to taal verziekt wereldbestel in vererger de mate zal voortwoekeren ten verder- ve van elk menschelijk geluk, of dat de op gezondheid gerichte krachten zich zoodanig kunnen ontplooien, dat le vensgemeenschappen kunnen groeien en bloeien naar hun aard. Dit groote „waarom", waarbij ln eer sten aanleg de boeren betrokken zijn, dringt nauwelijks tot ons volksbewust zijn door. omdat men, ook en vooral in zoogenaamd leidende kringen, zich vol komen gevangen geeft aan kleinere ne venverschijnselen, aan tijdelijke onaan genaamheden, aan persoonlijke grief- jes, die voor het uiteindelijke groote gebeuren van geen beteekenis zijn. Zoo hebben zich allerlei begaafde menschen uit onze agrarische kringen teruggetrokken, omdat hun dit of dat niet aanstond, zonder dat zij er zich rekenschap van ga$en, dat hun kennen en kunnen dringend noodig zijn om ons volk en zijn boeren in de nieuwe we reld, welke moet ontstaan, een zoo goed mogelijke plaats te verschaffen. En zij bepaalden veelal hun houding, zonder het wezen van den strijd te hebben onderscheiden. Deze gedachte drong zich aan ons op bij het kennis nemen van den inhoud eener groote rede. welke Rijksminister dr. Herbert Backe, de leider van de Duitsche agrarische politiek, dezer da gen hield ln een bijeenkomst van Duitsche en andere Europeesche „kop stukken", uitgaande van 't Thünen-Ge- nootschap. Dit Genootschap, dat den naam draagt van den grooten volks huishoudkundige Johann Heihrich ven Thünen, houdt zich op diens voetspoor bezig met de studie en de practijk van de gerichte economie en de plaats, Er is een geschil gerezen tus- sehen de N.V. Meelfabriek Schie dam en het N.A.F., hetwelk in eerste instantie geëindigd is met een kort geding voor de Rotter- damsche rechtbank, waarbij het N.A.F. in het ongelijk werd ge steld. Volgens mededeelingen van den leider van het NAF, H. J. Woudenberg, houdt de veroordee ling in, dat het N.A.F. zich moet ORthouden van het voeren van ac tie, in het bijzonder het te Schie dam of elders doen van mededee lingen of het verrichten van han delingen, welke de belangen van het bedrijf der meelfabriek en de daarin heerschenden bedriifsvrede kunnen schaden, met de oplegging van een dwangsom groot 1009. bij elke overtreding van dit bevel. Van dit vonnis is het N.A.F. in middels in hooger beroep gegaan. De zaak heeft hiermede, aldus de heer Woudenberg, een ontwikkeling gekregen, die boven een gewoon inci dent uitgaat en meer op principieel terrein is geraakt.. Hij vervolgde: Na de opheffing van de vakvereenigingen, toen het N.A.F. werd ingesteld, werd de regeling der loonen gelegd in han den van den Gemachtigde voor den Arbeid en daardoor gebracht in den sector van den Staat, die o.m. ook de prijzen van de koopwaar bepaalt. De bijzondere taak van het N.A.F. is mede te werken tot vorming van de recht vaardige verhouding in het algemeen en van de rechtvaardige arbeidsvoor waarden in het bijzonder. Nu de loo nen bindend worden vastgesteld en wij dagelijks de ongemakken ondervin den van de loonstop, is het noodig, dat de Gemachtigde voor den Arbeid vér strekkende bevoegdheden heeft verkre gen. Loonen onder het minimum. Wat de kwestie met de meelfabriek aangaat, in Februari van dit jaar wer den besprekingen gehouden tusschen vertegenwoordigers van het N.A.F. en de directie. Het N.A.F. wenschte n.l. een herziening van de bestaande loo nen, welke volgens hem oijder het thans noodzakelijk geachte minimum lagen. Toen deze besprekingen zonder resultaat bleven, wendde het N.A.F. zich tot een Gemachtigde voor dén Ar beid, met het gevolg, dat deze een loonsverhooging oplegde, ingaande 19 Juni. Deze werd door den werkgever niet nagekomen. Hij beriep zich op het Departement van Sociale Zaken, waar „eenige ambtenaren" zouden hebben gezegd, dat, in afwachting van een de partementale beslissing, geen verhoo ging van de loonen noodig werd ge acht. Met geluidswagen p stap: Inmiddels ving op 3 Juli een propa- gandaweek van het N.A.F. aan. Een in het kader van deze week aangevraag de bedrijfsbijeenkomst bij de meelfa briek werd door dit bedrijf niet toege staan. Op 4 Juil heeft het N A.F. toen door middel van een geluidswagen, welke voor de poort van het bedrijf was opgesteld, een uiteenzetting ge geven, waarbij ook de toestanden .n die fabriek zijn besproken, mede in verband met de geweigerde loonsver hooging. Op grond van deze actie met den geluidswagen ontving het provin ciale bureau van het N.A.F. op 7 Juli een brief van mr, P. van Bockhove, waarin het Arbeidsfront gesommeerd werd de actie te staken, daar anders een kort geding aanhangig zou worden gemaakt. Op 7 Juli heeft het N.A.F. door luidsprekers den brief van dezen advocaat voor de poort van het bedrijf voorgelezen, waarna op 10 Juil de dag vaarding kwam en op 12 Juli het kort geding werd behandeld. De president van de rechtbank stel de toen voor. dat de partijen de zaak ln der. minne zouden schikken, maar het N.A.F. liet door middel - an zijn raadsman mededeelen, dat een minne lijke schikking uitgesloten moest wor den geacht. Op 18 Juli werd daarop het gpnoemde vonnis gewezen. Het komt maar heel zelden voor, al dus de heer Woudenberg, dat een be drijfsvoerder minder wil betalen dan bindend is vastgesteld. Weliswaar kwam de meelfabriek haar arbeiders tegemoet door z.g. werkmanspakket ten en eenige brooden te geven, wacht dienst te laten doen en gratificaties te verleenen, maar d't mag volgens hem niet van invloed zijn op de loonen. Het N.A.F. heeft geprobeerd de directie van het onsociale van haar houding te overtuigen, maar tevergeefs. De poor ten van de fabriek werden zelfs voor het N.A.F. gesloten, en daarom werd de luidsprekerswagen daarbuiten op gesteld. De heer Woudenberg gaf vervolgens een uiteenzetting van de positie van het N.A.F., dat geen staatsorgaan wil zijn. Het heeft er echter wel degelijk mee te maken of de voorschriften worden nageleefd. Het N.A.F. is geen voortzetting van de vroegere vakbon den. Deze zijn geliquideerd, en het N.A.F. staat er eigenlijk diametraal te genover. Er is iets van waar. dat het N.A.F een monopoliepositie heeft, maar toch niet geheel en al, omdat er over de geheele lijn een georganiseerde ac tie is tegen het N.A.F. en het grootste deel der arbeiders nog geen lid is. De ze zaak" heeft veel gemoederen in be roering gebracht, maar, meende de heer Woudenberg, vooral ten gunste van het N.A.F.. dat het aantal Inschrij vingen de laatste dagen zeer zag toe nemen. Er ligt ln deze heele geschiedenis een gevaar, dat het N.A.F. misschien af en toe sentimenten ln beweging brengt, welke het zelf niet wil, te we ten de resteerende sentimenten van den klassenstrijd, maar het kan bij uit zondering noodig ziin, daadv. erkelijk en propagandistisch voor den arbeid op te komen. Een bedriifsvoerder is ver plicht zijn bezit op de juiste wijze te gebruiken. welke daarbij aan den landbouw toe komt. Wij kunnen, Backe's beschouwing over den onherroepelijken ondergang van de liberale wereldhuishouding die Amerika en de Sovjet-Unie even goed als Duitschland allang afschre ven, al zweren allerlei mokkende Ne derlanders er nog bij en de daarvoor in de plaats tredende politiek der „groote ruimten" niet weergeven. Toch zouden wij graag hebben, dat men er zich ten onzent ernstig mee bezighield. Rijksminister Backe eindigde zijn be toog met den hartgrondigen wensch, dat ook het buitenland met zijn beste krachten wilde deelnemen aan de ge- dachtenwisseling over de leerstellingen van Von Thünen en de daaruit te trek ken conclusies. En daarmee bevestigde hij wat hij elders in zijn rede zei. dat het er heelemaal niet om gaat, dat Duitschland een strakke autarkische politiek van eng eigenbelang wenscht te voeren en daartoe zijn wil tracht op te leggen aan anderen, maar dat er een ordening moet tot stand komen, die van de in Europa aanwezige be- staansbronnen een zoo goed mogelijk gebruik maakt. Wij willen op enkele andere uitspraken later graag terugko men. Want er werd veel gezegd over de waarde van een krachtigen boeren stand ook in ander dan zuiver econo misch opzicht, over een goede prijzen politiek en een noodzakelijke markt ordening, waarvan onze lezers nog al tijd weinig af weten. Voor dezen keer evenwel signaleeren wij slechts het groote gevaar, dat in het niet willen kennen van de grooté vraagstukken schuilt. Dit gevaar heet: stikken in kleine zorgen en valsche voorstellingen, terwijl men het wezen lijke der dingen angstvallig uit den weg loopt. Zoo erg is het met dat ge vaar gesteld, dat zélfs degenen, die met geestdrift voor een nieuwe ordening bezield zijn, dermate worden achter volgd met klein gedoe, dat ook zij aan het groote niet meer toekomen. En nu steken wij de hand in eigen boezem. Het is den Landstand nog al tijd niet mogelijk geweest de besten uit de besten bij elkaar te brengen om den weg te banen naar de nieuwe toe komst voor Nederlands hoerendom, al is iedereen er van overtuigd, dat er zulk een nieuwe toekomst moet wor den geschapen. Voor een goed deel wreekt zich hier het eenzijdige karakter van de oude landbouwwetenschap, die zich bezig hield met een geraffineerde zorg voor agrariseh-technische detailkwesties en daarmee ons hoerendom tot uitsteken de prestaties bracht, maar die geen oog had voor den innigen samenhang van techniek, economie, politiek en volks welzijn. En daarom gaat het tn deze dagen, nu het bestaan neen. de mo gelijkheid van een gelukkig, natuurlijk bestaan van enkelingen en volksge meenschappen aan de orde is. NU moet er omtrent dien innigen samenhang eerst klaarheid geschapen worden, om dat de details daardoor een heel an dere waarde krijgen. En men mag niet zeggen: wat' heeft daarmee de eenvoudige, werkende boer te maken? Om'hem gaat het vooral en zijn houding kan den ban der kleine zorgen breken, zijn houding kan de ne gatieve „voormannen" dwingen tot be zinning óp positieve waarden. Hij, de eenvoudige boer. moet eischen. dat hem klaarheid wordt verschaft, dat hij weet, waar het om gaat en wat zin en doel is van het gebeuren, waarvan hem de zorgen mee drukken. Het is niet het ergste, als er weer gescheurd moet worden, het is niet het ergste als de gezellige organisaties van vroeger gedaan kregen, het is niet het ergste als deze of gene P.B.H. het niet iedereen naar den zin maakt. Het ergste is, dat men zich niet behoorlijk op de hoogte stelt van de prachtigs doelstellingen die de verdedigers der nieuwe politiek bezield hebben en van de dwingende noodzakelijkheid, ''at daar zoover'. mos~';'k van terecht komt! j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Noord-Holland : Alkmaarsche editie | 1944 | | pagina 2