1 Vonnis tegen acht beklaagden met den strop voltrokken Nieuwe vijandelijke aanval bij Caen ontbrand Aanslag van 20 Juli berecht Duitschland op 't moment van gevaar blootgesteld aan nieuwe lasten'' Het Volksgerechtshof van het Groot-Duitsche Rijk heeft op 7 en 8 Augustus de zaak behapdeld tegen acht uit net leger uitgestooten verraders, die "deelgenomen hadden in leidende functie aan de misdaad van 20 Juli. De beklaagden Erwin von Witzleben, Erich Höppner, Helhnuth Stieff, Albrecht von Hagen, Paul von Hase, Robert Bernardis, Friedrich-Karl Klausing en Peter Graf York von Wartenburg werden als meineedigen, eerloozen, eerzuchtigen wegens hoog- en landverraad ter dood veroordeeld. Hun vermogen vervalt aan het Rijk. Het vonnis is twee uur na de uitspraak voor alle veroor deelden met den strop voltrokken. De aanklacht Smadelijke overgave aan den vijand Het verhoor der beklaagden. Verklaringen van Von Witzleben. Dramatisch verloop. rm GOED VOORGAAN DOET GOED VOLGEN! .J Handlangers komen voor. Arrestatie van dr. Göbbels beraamd. Nieuwe Japansche premier spreekt Een fundamenteele vergissing. Een schandvlek uitgewischt T rein-overpeinzing Weermachibericht Amerikaansche doorbraakaanvallen verijdeld Zware gevechten bij Baranof Duitsche vestingsteunpunten houden stand Uitgave: Dagblad voor Noord-Holland N.V. Alkmaar - Voördam C 9. Bureau Alkmaarsche editie: Voordam C 9, Alkmaar. Telefoon Adm. 3320 Red. 3330. Giro 187294. WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1944. ALKMAARSCHE EDITIE. 146e Jaargang, No. 185. 2 pagina's. Hoofdredacteur: H. m.C. SCHRöDER, Alkmaar Prös der gewone advertenties min. J 1.40, elke m.m. meer J 0.10. Tarieveó voor de geheele oplage op aanvraag. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar J 2.10, voor het geheele Rijk S 2.63. Losse nummers 5 cent. Voor het Volksgerechtshof heeft Dinsdag na een behandeling van twee dagen de misdadige aanslag van 20 Juli zijn gerechte straf gevonden. In de groote zaal van het Karnmer- gericht te Berlijn kwam op 7 Aug. de eerste Senaat van het Volks gerechtshof bijeen. Door een zijdeur worden de acht beklaagden door politie-agenten in de zaal gebracht. Zij dragen geen uniform. In een dubbele rij zitten zij, wachtend op hun rechters, aan de lange zijde van' de zaal. Intusschen heeft de Senaat in de wijnroode toga's, die dit hoogste Duitsche gerecht draagt, de zaal betreden, aan het hoofd de presi dent, dr. Roland Freisler. De aan klacht wordt ingediend door den Oberreichsanwalt Lautz, die ver gezeld is van den Oberstaatsanwalt, Gorisch. Voor de beklaagden hebben de acht toegewezen verdedigers plaatsgenomen. De behandeling begint met de ver klaring van den president dat de Oberreichsanwalt een aanklacht in dient tegen de vroegere Generaal- veldmaarschalk Von Witzleben, Generaloberst Höppner, Generaal- majoor Stieff, Reserve eerste-luite- nant Von Hagen, Luitenant-generaal Von Hase en Luitenant-kolonel bij den generalen staf Bernardis. Voorts zitten op de beklaagdenbank de vroegere Kapitein Friedrich Karl Klausing en de vroegere Reserve luitenant graaf York Von Warten burg. De Oberreichsanwalt Lautz dient de aanklacht in met de korte moti veering, dat de beklaagden in den zomer van 1944 als deelnemers aan een kleinen kring van samenzweer ders getracht hebben den Führer door laffen moord te dooden, om daarna door een revolte in het bin nenland de macht over leger en staat aan zich te trekken, met het doel om zich smadelijk aan den vijand over te geven. Als eerste beklaagde treedt Stieff voor de tafel der rechters. Uit zijn ver hoor blijkt, dat hij op 30 Januari 1944 is bevorderd tot generaal-majoor. De president constateert, dat de beklaag de bij het eerste politieverhoor, waar bij hij voorgaf van alles wat met deze vreeseliike gebeurtenissen samenhangt, pas na den moordaanslag te hebben vernomen, heeft gelogen. Als Stieff uit vluchten tracht te zoeken, verlangt de. president een ondubbelzinnig ja of neen, waarop de beklaagde toegeeft bij het eerste verhoor onwaarheid te heb ben gesproken. Stieff geeft op desbetreffende vragen toe. dat hii. toen Von Stauffenberg hem voorstelde den aanslag uit te voe ren. weliswaar dit van de hand wees, doch de ontplofbare stoffen, die voor den aanslag gebruikt werden, heeft bewaard, ofschoon hij wist. dat zij be stemd waren voor liet arglistige moord plan. Een vroeger plan. Bij het verdere verhoor 4oet stie£f mededeelingen over een vroeger plan, dat wel voorbereid.' maar niet uitge voerd was. Men zou den Führer een nieuwe soldatenuitrusting demonstree- ren. Drie eenvoudige soldaten, die zich aan het front verdienstelijk hadden ge maakt. zouden voor deze „vereerende opdracht" worden gerequireerd. lit, de uitrusting van een dezer arglooze frontsoldaten zou de bom met tijd ont steking worden gepakt, opdat zij zou ontploffen op het oogenblik, dat de soldaten' bii den Führer werden gemeld, om hem met de grenadiers te Wooden. De beklaagde bekende, dat hii ook in al deze bijzonderheden was ingewijd. De beklaagde bevestigt dan. dat, nadat de aanslag bij de demonstratie der nieuwe uitrusting niet was uitgevoerd," nu door graaf Von Stauffenberg een geconcentreerde springstoflading in een actetasch gedurende de bespreking van de situatie bii den Führer zou wor den binnengesmokkeld, een voorstel, dat eveneens van den vroegeren gene raal-majoor Von Treschkow uitging. Ondqr groote spanning komt dan ter sprake, dat reeds op 6 en op 11 Juli de moordenaar, graaf Stauffenberg, die zich in het hoofd kwartier van den Führer had gemeld om rapport uit te brengen, de voor den moordaanslag bestemde spring stof bü zich heeft gehad. Pres.: „Waarom is de aanslag niet op dezen dag uitgevoerd?" Bekl.: „Omdat de Reichfuhrer-M niet aanwezig was. Deze moest ook uit den weg geruimd worden. Thans volgt de beslissende vraag: „Hebt u vóór 20 Juli geweten, dat graaf Stauffenberg op dezen dag zijn moordplan wilde uitvoeren?" De beklaagde geeft toe, dat hij den 19en Juli des avonds door Wagner ervan in kennis werd gesteld, dat de misdaad op 20 Juli zou plaats vinden. Dan wordt de' vroegere reserve-eer' ste luitenant Albrecht von Haggn ver hoord. Hij was ondergeschikte van den na den aanslag naar de bolsje wisten overgeloopen majoor Kuhn, die op zijn beurt ondergeschikt was aan beklaagde Stieff.Ongeveer eind Nov. 1943 had majoor Kuhn hem opgedra gen, twee pakjes springstof in veilig heid te brengen, die doctr majoor Kuhn en beklaagde in het bo^ch bij een sta pel hout begraven „werden. In Dec. 1943 kreeg hij van Kuhn naar aan leiding van een dienstrei? naar het front nogmaals opdracht voor ontplof bare stoffen te zorgen, hetgeen hij ook deed. Een rapport over de uitvoering van dit bevel heeft hij echter niet gemaakt, terwijl van alle andere uit gevoerde opdrachten schriftelijk rap port door hem werd uitgebracht. Beklaagde verklaarde op een des betreffende vraag: „Ik heb Stauffen berg gevraagd, wat met de springstof moest gebeuren. Daarop heeft Stauf fenberg verklaard, dat hij daarmede de regeering of den Führer zoo precies weet ik dat niet meer in de lucht wilde laten vliegen." Na' een korte pauze gaat de presi dent over tot het verhooren van den vroegeren Generaal-veldmaarschalk Von Witzleben en den vroegeren Generaloberst Höppner, die reeds in 1942 wegens lafheid en ongehoorzaam heid uit de weermacht was gestooten Von Witzleben geeft toe, dat hij „in de zaak verwikkeld is Von Witzleben kende den standrechtelijk doodgescho ten vroegeren generaal Olbricht sedert geruimen tijd en heeft met hem on derhandeld. Hij heeft ook confact gehad met den vroegeren chef van t^len gerie- ralen stal van het leger, Genèraloberst Beck, die zelfmoord heeft gepleegd en met beklaagde Höppner. Het eerste zeer belastende feiï houdt in, dat Von Witzleben reeds in Februari 1943 Beek in diens woning heeft bezocht en met hem heeft gesproken „over den toe stand." Zij hadden er over gesproken, dat degenen, die de Führer aan het hoofd der militaire oorlogvoering ge plaatst had, „niet goed" waren en „de, goeden" waren uitgeschakeld. Op de vraag van den president, wie het beter had kunnen doen, antwoordt Von Witzleben met zachte stem: „Wij beiden, Beek en ik Een tweede bespreking in deze aan gelegenheid hield Von Witzleben in October of November 1943 met Olbricht en wel omdat Olbricht zich had belast met de correspondentie van het ver raad. Bij deze bespreking heeft aldus blijkt uit de behandeling Olbricht er voor het eerst op gewezen, dat hij hel; alleen nauwelijks afkon. Hij moest er nog iemand bij hebben. De president vraagt hoe men ^zich eigenlijk de verwezenlijking had ge dacht van het plan om den Führer tot aftreden tc bewegen en Von Witz leben en Bock opperbevelhebber en Rijkskanselier te laten spelen. Daary op antwoordt Von Witzleben: „Van de heele politiek en de binnenlandsche politieke aangelegenheden heb ik in het geheel geen verstand- In de eerste plaats wilden wjj ons natuurlijk van den Führer meester maken, maar niet in den vorm van een aanslag. Men zou wachten op ee^ tijdstip, dat de Führer met zoo kléin mogelijk gevolg op reis zou zijn, opdat men zich van hem meester kon maken. Wij waren van meening,, dat een Führer in leven nuttiger voor ons zou zijn, dap een niet-levende". Pres.: „Wie zou den stoottroep aan voeren"? Von Witzleben: „De menschen daar voor moesten eerst gezocht worden". De president "vraagt, of men zich had voorgesteld, dat de Führer zich zonder strijd zou laten overweldigen. Von Witzleben antwoordt: „Dat hadden wil ons toen voorgesteld" Op de opmerking van den president, dat men toch een zuiveren moord had geraamd/ verklaart Von Witzleben: „Dat kan men natuur lijk zeggen". Een derde bespreking had Von Witz leben in Mei 1944, toen hij naar Olbricht ging om zich, zooals hij zegt, een uiteenzetting van de situatie te laten geven- Daarbij leerde hij den moordenaar, graaf Stauffenberg,- ken nen. Op 20 Juli werd Von Witzleben vol gens zijn bekentenis te Seesen opgebeld met de mededeeling, dat het er in Ber lijn op los ging. Onderweg informeerde hij weer bij een militair bureau, maar vernam daar, dat de Führer bij den moordaanslag slechts licht gewond was. Von Witzleben begaf zich naar het opperbevel van het leger in de Bendler- strasse en kwam daar bijeen met Beek. Höppner en Olbricht. Daart was graaf Stauffenberg juist na den aanslag uit het hoofdkwartier van den Führer aangekomen. Beek zette in een korte toespraak uiteen, waarom men de revolte ook zonder vaststaand bericht over den afloop van den aanslag had ontketend. Aan Von Witzleben werden thans zoogenaamde „bevelen" voorge legd, die zijn naam droegen en waar voor hij zich, hoewel hij zeide ze tevoren niet gelezen te hebben, thans voor he£ volksgerechtshof verantwoor delijk verklaarde en wel met de -op merking, dat hij deze bevelen „juist" had geacht. Als z.g- „opperbevelhebber der weermacht" maakte hij in deze „bevelen" bekend, c[at er een „nieuwe Rijksregeering" was gevormd. De president verwijst o.m. naar een geheim bevel, dat Höppner had uitge vaardigd als z.g. „opperbevelhebber van het reserve leger in het binnen land". Het betreft hier, voorschriften voor de arrestatie van allen, die in bet nationaalsocialistische Duitschland de handhaving van de orde, de voedsel voorziening, de wapenproductie, kortom de geheele oorlogvoering en het staats leven leiden Von Witzleben en Höppner beschikten bovendien, en wel in een bevel waarvoor Von Witzleben thans nog uitdrukkelijk de verantwoordelijk^ heid op zich neemt, dat de concentratie kampen door soldaten moestèn vhé^en bezet, de bewakingsman^chappen ^ge ïnterneerd en de misdadigers bevrijd. Men wilde hun alleen verzoeken, zich voorloopig van alle demonstraties te onthouden. Op de verklaring van den president dat dit de vrijlating van dui zenden zuiver crimineele, deels buiten- landsche misdadigers zou hebben be- teekend. zweeg Von Witzleben. Von Witzleben was in totaal zeven kwartier in de Bendlerstrasse geweest. Toen bleek, dat de Führer in leven was an Beck's poging zich van den omroep meester te maken was mislukt, liet hij zijn wagen voorkomen en reed naar huis. Kort daarna werd hij gearresteerd Vervolgens werd de vroegere kolonel- generaal Höppner gehoord. Sedert 1938 was hij commandeerend generaa% over een pantsercorps. In 1942 werd hij wegens lafheid en ongehoorzaamheid uit he leger gestooten. Höppner woonde in de buurt van Olbricht in Dahlen. Sedert September 1943 werd hij door Olbricht ingewijd in de voorbereiding van de misdaad Höppner verklaarde, dat hij zich al'een in geval van positief slagen der uitvoe ring van zoo'n onderneming ter be schikking heeft gesteld. Höppner en Olbricht gingen na het eerste gesprek op 20 Juli tegen* 13 uur tezamen dineeren. In aansluiting hier op gingen zij weer naar de Bendler strasse eh wachtten ongeduldig op het verwachte bericht uit het hoofdkwar tier van den Führer. De mededeelin gen die zij ontvingen, luidden ver schillend- In 'I vérleden Ligt het heden, In het nu wat worden zal. BILDERDUK. Ook thans weer strijden Neder landers voor Europa's vrijheid ter zee, in trouwe verbonden heid met hun Duitsche kame raden. O/H P.m.' Maarten-Harp. Tromp. 1597/10.8 1653. De held van Duins en van den beroemden zeeslag van den eersten Engelschen oorlog. O/H P.m. Zet ook gjj derhalve In voor de toekomst van Uw Volk en meldt U als vrijwilliger bö de Kriegsmarine. Aanmelding staat open voor iedereïr-Nederlander van 1745 jaar en kan ge schieden bij de Marineannahmestelle West Zweigstelle Niederlande te Utrecht, alle Hafen- en Ortskommandanturen en bij de Nebenstellp der Waffen-H, alwaar tevens alle gewenschte inlichtingen worden verstrekt. Op de eerste, om 15.50 uur in de Bendelrstrasse van Stauffenberg ontvangen mededeeling, dat de Führer door den aanslag was ge dood, nam Olbricht uit een brandkast de voor het verraad voor bereide bevelen. Tegejjjkertyd werd gemeld, dat Stauffenberg, die op het vliegveld Rangsdorf was aangekomen, rapporteerde, dat er bii de zware ontploffing, die hij ge hoord en gezien bad. niemand het leven had kunnen behouden. Het was geweest alsof er een 15 cm- granaat was ingeslagen. Intusschen kwam Beek naar Olbrich en maakte zichzelf chef der rtgeering. Ook Witzleben kwam en men begon te ,,regeeren". Höppner begon als „op perbevelhebber van het leger in het vaderland" in het daarvoor aange wezen dienstvertrek met de lectuur van de intusschen door Witzleben uitgevaardigde „bevelen". Hij had vervolgens o.m. de Gruppenleiter van het opperbevel van het leger bijeengeroepen, doch was bij hen op energieken tegenstand gestuit.^ Hij heeft, toen vervolgens tegen 18 uur officieel bekend werd gemaakt, dat de Führer nog leefde, er met Beek over beraadslaagd, of men zich niet door een „krachtproef" meester kon maken .van den om roep. Het verraderlijke drijven van Beek, Witzleben en Höppner vond een plot seling einde, toen de officieren en sol daten van het leger het dienstvertrek "varf Höppner bestormden. Bij de ver dere, nog slechts minuten durende af wikkeling van de msidaad. eindigde een deel van hen door standrechteliike fusilleering. Kolonel-generaal Beek trachtte zelfmoord te plegen en bracht zich met drie pistoolschoten verwon dingen toe- Om redenen, die op het oogenblik nog niet opgehelderd zijn, werd hij daarop door kolonel-generaal Fromm persoonlijk definitief dood geschoten. Höppner liet zich arrestee ren. Na Höppner kwamen de handlangers voor den rechter. In de eerste tlats graaf York von Wartenburg. neef van Stauffenberg. De beklaagde was op de< hoogte van de verschillende moord- termijnen. Hii was regelmatig op de hoogte gebracht en verklaarde dat het in het voornemen ï&g onverwijld con tact op te nemen met den vijand in het oosten en in het westen. Wel koes terde, naar hii verklaarde, de samen- zweerdersclique geen enkelen twijfel, dat de vijanden zouden vasthouden aan een onvoorwaardelijke capitulatie en vernietiging van het Duitsche Rijk en volk. - De 24-jarige kapiteirf Friedrich Karl Klausing, die als volgende werd ver hoord. is een willoos werktuig van den voornaamsten misdadiger geweest. Klausing hield in het volle bewustzijn van het feit waar het om ging, wagen en vliegtuig voor den moordenaar ge reed. -Slechts een ziekte, die hem plot seling had overvallen, had hem ver hinderd om op 20 Juli eveneens actief deel te nemen aan de uitvoering van de misdaad. De beklaagde luitenant-kolonel Ber- mardis bekent schuldig te zijn aan medeplichtigheid. „Wanneer ik toen niet in handen zou zijn gevallen van Stauffenberg", zeide hij. „maar een fatsoenlijk superieur had gehad, stond ik thans niet als misdadiger voor het Duitsche volk. Maar toen ik in handen was geraakt van mijn superieur Stauf fenberg. brak ik van dien dag af mijn eed. Wanneer ik op 20 Juli mede schuldig was doordat ik op de hoogte was. werd ik toen tot deelnemer en actief medeplichtige, doordat ik de be velen voor de revolte doorgaf. Als laatste beklaagde werd de in 1885 te Hanover geboren Paul von Hase verhoord. In 1940 werd hii benoemd tot luitenant-generaal en weermachtscom mandant van Berliin. Hase kwam vol gens zijn uiteenzetting eind 1943 voor de eerste maal in contact met Qlbricht. Hase hoorde toen van Olbricht niets meer tot 15 Juli 1944. Op dien dag werd hij bij Olbricht ontboden, die ver klaarde dat er iets in de hoogste oor logsleiding gebeuren moest. Aangezien de Führer niet vrijwillig aftrad, moest hij uit den weg geruimd worden. Dit onderhoud vond plaats tegen '2 uur en Olbricht voegde er ondubbelzinnig aan toe. dat waarschijnlijk op dat oogen blik een aanslag op den Führer v.-erd gepleegd. Het was mogelijk, dat hij ieder oogenblik een 'mededeeling zou ontvangen over het resultaat van deze actie. Er waren reeds bevelen vastge legd tegen z.g. „binnenlandsche onlus ten". Als eerste maatregel moest de regeeringswiik worden afgezet. Hase verklaart verder, dat hij op 19 Juli om 16 uur des middags opnieuw bij Olbricht werd ontboden, die hem mededeelde, dat de aanslag thans 'op 20 Juli gepleegd zou worden. De president heldert door verder ver hoor op, dat Hase overal van op de hoogte is geweest en aan alles heeft meegedaan. Op 20 Juli om 12 uur werd Hase op gebeld door een gevolmachtigde van Olbricht, die hem mededeelde, wanneer de aanslag werd gepleegd. Om 16 uur deelde Olbricht hem telefonisch mede, dat de Führer „bij een ongeluk om het leven was gekomen." Het wacht- bataljon van Berlijn moest de regee- ringswijk „omsingelen". De president vermeldde vervolgens reeds in bijzonderheden bekende ge beurtenissen van den middag en den avond van 20 Juli te Berlijn. Hase was tot 8 uur des avonds op zijn bureau en gaf bevelen tot vorming -van dertig stoottroepen, die ter be schikking moesten worden gehouden om de openbare gebouwen te bezetten en de nationaalsocialistische ministers te arresteeren. Tegen 19 uur vernam hij, dat de Führer nog leefde. Hase beval na de officieele radio- mededeeling ovej het mislukken van den aanslag nog, dat,, behalve de oor spronkelijke door hem met het Ber- lijnsche .wachtbataljon getroffen maat regelen, een bijzonder sterke stoottroep de arrestatie van Rijksminister dr. Göbbels, thans zonder verwijl ten uit voer moest leggen. Intusschen reed Hase eerst snel naar het „General- kommando". Daar vernam hij. dat majoor Remer bij dr. Göbbels was en gaf thans bevel zoo spoedig mogelijk een officier zijn stoottroep achterna te zenden, tpneinde dien terug te roepen, opdat hij niet in handen zou vallen van majoor Remer. Hase reed vervol gens van het Generalkommando via zijn bureau Unter den Linden, zelf naar het propagandaministerie en werd daar bij Rijksminister dr. Göbbels bin- OORLOGSMOE1LIJKHEDEN ZULLEN WORDEN OVERWONNEN. De Japansche premier, generaal Koiso, heeft naar aanleiding van den eersten verjaardag van het Keizerlijk Rescript over alle zenders een radiorede uitge sproken. Hij zeide o.a.: „Het wereldcon flict heeft thans een omvang aangeno men als wij tot nu toe in de geschiede nis der menschheid niet hebben beleefd. Ook ons Keizerrijk ziet zich thans te genover een moeilijken nationalen toe stand geplaatst. In een strijd, die sedert de oorlogsverklaring thans twee jaar en tien maanden duurt, heeft de vijand ons groote moeilijkheden bereid en heeft hij er naar. gestreefd onze ontwikkeling, zoo wel binnen als buiten de grenzen, te be lemmeren. Hij heeft zijn hand naar de Marianen uitgestrekt om zoo een snelle beslissing in dezen oorlog te forceeren. Op het oogenblik heeft het er den schijn van, dat hij aanstalten maakt ons va derland een ongekenden slag toe te-bren gen. Ook op Nieuw-Guinea heeft de vij and gedeeltelijk voortgang kunnen ma ken. Wij moeten ons thans vast aaneen sluiten om door de inspanning van allen het doel te bereiken. Het is een zware taak, die ons door den Keizer is opge legd, maar wij zijn er vast van over tuigd, dat ieder op zijn eigen gebied haar volledig zal volbrengen. Wanneer wij aan dit geloof vasthouden, zal de gemeen schappelijke inspanning van de geheele natie de kracht opleveren, nu het lot meester te worden. Deze kracht zal ons de volledige eindoverwinning brengen en de veiligheid van het Keizerrijk waar borgen". nen geleid. Toen Hase hier nog bevel- gevende macht over het wachtbataljon wilde uitoefenen, werd hem door Rijks minister dr. Göbbels kortweg mede gedeeld, dat de commandeur van het wachtbataljon zijn bevelen reeds rechtstreeks van den Führer had ont vangen. Aan het slot van het verhoor wees de voorzitter er op, dat de putschisten het misdadige voornemqi) hadden gehad, tot een overeenkomst ffe komen met het vijandelijke buitenland.! Hij stelde voorts den beklaagde Witkleben de vraag, of hij in zijn vorige militaire dienstbetrekking na het mislukken van het verraad nog verklaringen heeft Afgelegd in dien zin, dat voor den putsch .niet voldoende personen ter„ beschikking hadden gestaan. De beklaagde antwoordde hierop, dat hij bij het mislukken van deze putsch- poging „een fundamenteele vergissing" had geconstateerd. Hij had steeds .ge loofd, dat „betrouwbare troëpendeeien en een vrij groote kring hnogere offi cieren" zouden meedoen. Zijn groote dwaling is het geweest, dat hij zich volledig vergist heeft ten aanzien van de nationaalsocialistische houding der Duitsche weermacht- Vervolgens behandelde de Ober reichsanwalt de kwestie van het vol trekken van het te verwachten dood vonnis. De beklaagden hebben zich met hun daad gesteld buiten iedere betrekking tot de volksgemeenschap, den grond en het vaderland. De aan slagplegers hebben trouwbreuk ge pleegd jegens den „Obersten Kriegs- herr" en tegenover hun kameraden en Duitschland op het oogenblik van het hoogste gevaar blootgesteld aan nieuwe ongehoorde lasten. Dal zoon smadelijke actie er niet mee kan worden geboet, dat een eerlijke kogel een eind maakt aan het leven van de beklaagden, is een onbetwistbaar feit. De doodstraf kan slechts met den strop voltrokken worden. De Oberreichsanwalt besloot met de woorden: „Wanneer het vonnis zal zijn voltrokken, is een schandvlek uit de geschiedenis van de Duitsche weermaimt uitgewischt, zooals er nooit tevoren een geweest is en zoo als er nooit in de toekomst meer een zal zijn". In zijn pleidooi betoogde Oberreichs anwalt Lautz o.m- nog: De snelheid, de vastberadenheid, waarmede de mis dadige revolte op 20 Juli is neergesla gen, heeft een vraag in de schaduw De menseden hebben .elkaar nooit veel gegund, hetgeen reeds begon met de heeren Abel en Kain. En wie thans ziet hoe de lieve mede burgers elkander beentje probeeren te Lichten, wanneer zij een plaatsje in den trein willen bemachtigen, voelt de koude rillingen langs zijn rug Ioopen, ook al vallen dien dag de musschen dood uit de boomen. Het is vandaag zóó, dat men een trein niet meer „bestijgt", zooals het vroeger heette, doch „bestormt", dikwijls gewapend met stokken en altijd met actieve ellebogen, en soms zelfs naar men mij van betrouw bare zijde mededeelde met boks- handschoenen en dergelijke! Velen hebben reeds lang den gewonen weg verlaten en kiezen, in plaats van de deur, de ramen tot „toegangspoort" De tijd is vermoedelijk nabij, dat men ook stukken uit het dak zal gaan snijden, gelijk de heer Phileas Fogg dat liet doen als hij haast had. Hoe het ook zij, hét begint aan beveling te verdienen om, wanneer men met den trein mee moet, vooraf zijn uiterste wilsbeschikking gereed te maken, want het gaat er op lijken, dat er straks dooden zullen vallen. OVIDIUS-^ gedrongen, die desondanks gesteld moet worden, wanneer men de schuldmaat op juiste waarde wil schatten. Wat zou wel^ebeurd zijn, wanneer op grond vanpqeze daad der beklaagden op 20 JulkiSp44 de infame moordaanslag op den rührer geslaagd was en daarmedo het Duitsche volk op het toppunt van zijn levensstrijd beroofd zou zijn ge weest van den steiligsten waarborger van den meest vastberaden wil tot zelfbehoud?. Eén ding echter heeft ook het proces van heden duidelijk uitge wezen. Het was slechts een ldeine kring van eervérgeten schooiers, die er toe bereid waren de hand op te heffen tegen den Führer, wien zij als soldaten den eed van trouw'hadden gezwóren. De Oberreichsanwalt constateerde ook dat het bij de heklaagden slechts gaat om een kleinen kring van lieden, die door persoonlijken invloed en kliek- belangen tot elkaaf waren gekomen, maar die door hun posities invloedrijk waren en die niets uit te staan hebben met het officiercorps van de Dyitsche weermacht. Nadat de Oberreichsanwalt vervol gens de verschillende beklaagden op grond van het resultaat van het ver hoor behandeld had, kwam hij tot het volgende oordeel over hun schuld: Alle beklaagden zijn zonder uit zondering medeplichtigen of daders van den aanslag en het verraad. Bij geen hunner is het zoo gelegen, dat hij niet voor zijn persoon minstens een belangrijke bijdrage voor het hoogverraad had. Zij hebben de oor logsinspanningen van Duitschland systematisch geblokkeerd. Zij heb ben getracht door een moordaanslag op den Führer, 'die laf was in zijn uitvoering, maar die door Gods zegen is mislukt, macht te krijgen over leger en vaderland Zij waren typi sche reactionnairen. Zij wilden laf en onwaardig Duitschland aan den vij and uitleveren. Zij zijn derhalve niet alleen hoogverraders, zij zijn ook infame landverraders. De straf, die elk hunner, volgens de wet moet treffen, is de doodstraf. Na de aanklachtsredé vanden Oberreichsanwalt kregen de aange wezen verdedigers het woord, in de anderhalf uur durende uiteenzettin gen der verdedigers van de beklaag den kwam, behalve een diepgaande juridische waardebepaling van de aanklacht, tot uitdrukking, dat reeds op 20 Juli het vonnis over deze be klaagden was uitgesproken door de uitspraak van het lot en door de stem van het Duitsche volk. De beklaagden kregen toen het hun, volgens de wet, toekomende laatste woord. De beklaagden Klau sing en Bermardis verzou ten het door hen verwachte vonnis met den kogel te voltrekken. UIT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN FÜHRER, 8 Aug. (DNB). Het opperbevel van dea weermacht maakt bekendi Na een trommelvuur van ver scheidene uren ging de vijand in de ochtenduren van heden zuidelijk en zuidoostelijk van Caen opnieuw tot den aanval over. Hevige ge vechten zijn ontbrand. Westelijk van de Orne ondernam de vijand krachtige afzonderlijke aanvallen, die uiteengeslagen werden. Zuidwestelijk van Vire en Ooste lijk van Avranches zetten de Ame rikanen over een breed front hun doorbraakaanvallen voort met zeer sterk gebruik van, materiaal en lucht macht. In zware gevechten, die tot in de avonduren van gister voortduur den, werden zij met zware verlie zen voor onze tweede stelling af geslagen. Verder naar het zuiden wierpen pantserdivisies van het leger en de Waffen-M den vijand aan weerskanten van Mortafn in weerwil van zijn verbeten tegen stand naar het westen terug. Vijan delijke tegenaanvallen mislukten. In het gebied ten oosten van Laval versterkte de vijand zijn druk. In Brctagne sloegen onze beveiligingsafdeelingen vijandelijke aanvalstoppen uiteen en distan- cieerden zich vervolgens volgens bevel op de sectoren Brest en Lorient. Om St. Malo wordt ver bitterd gevochten. In den nacht van 6 of 7 Augustus werd jen vijandelijke torpedojager in de Seinebaai door luchttorpedo's zwaar beschadigd. Boven Norman- dië en het Westelijke bezette ge bied werden 19 vliegtuigen in lucht gevechten neergeschoten. In het Fransche gebied werden 80 terroristen in den strijd ver nietigd. Londen en zijn buitenwijken lig gen nog steeds onder het zware storingsvuur der V 1. Italiaansch front- In Italië vonden gisteren geen ge vechtshandelingen van beteekenis plaats. Oostelijk front. In het Oosten mislukten noordweste lijk van Mielec herhaalde Sovjet-aan vallen. Noordwestelijk van Baranof drong de vijand met sterke strijdkrachten onze stellingen binnen. Reserves gin gen onverwijld tot den tegenaanval over. Zware gevechten zijn gaande. In Litauen werden noordelijk van de Memel hernieuwde doorbraakpogingen der Sovjets verijdeld, waarbij 60 vij andelijke tanks werden stukgeschoten. Noordelijk van Birsen en noordelijk van de Duna is de afwèerstrijd onzer troepen (net de binnengedrongen Sov jet-strijdkrachten nog gaande, terwijl aan de rest van het front tot aan het meer van Pskof alle bolsjewistische aanvallen bloedig ineenstortten. Luchtoorlog. Amerikaansche bommenwerpers vie len gisteren eenige plaatsen in Opper- Silezië aan. In' den afgeloopen nacht vlogen vijandelijke storingsvliegtuigen over Zuidoost-Duitschland. Duitsche en Hongaarsche luchtverdedigingsstrijd krachten schoten 28 vijandelijke vlieg tuigen neer De oorlogscorrespondent van het DNB in het westen. Alex Schmalfuss, meldt: Een op het oogenblik nog gaande zijn de Duitsche tegénaanval. die van het ge bied ten westen van de stad Vire uit terrein heeft gewonnen, heeft de poging van den vijand, den Duitschen westelij ken vleugel te omsingelen, verijdeld: De -gevechten zijn bijzonder hard en wor den van weerskanten met zeer groote bitterheid gevoerd. Aangaande de gevechten op het Bre- tonsche schiereiland, waaromtrent zeer moeilijk een helder beeld gevormd kan worden, kan slechts met zekerheid gezegd worden, dat het den Amerikanen totdus- ver nergens gelukt is de vestingachtiga Duitsche steunpunten te vex-overen. Zoo wel in het voorterrein van St. Malo als ten westen van l'Orient en St. Nazaire zijn vijandèlijke pantseraan vallen afgesla gen. Bijzonder indrukwekkend was het afslaan van een door 50 a 60 pantserwa gens en gemotoriseerde infanterie onder nomen aanval op een heuvelstelling voor Brest, die in Duitsche handen bleef. In tegenstelling tot andersluidende berich ten kan gezegd worden, dat Angers en Nantes in Duitsche handen zijn. Er be hoeft niet bijzonder op gewezen te wor den, dat zich aan den noordelijken, oever van de Loire sterke Duitsche beveiligin gen bevinden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad voor Noord-Holland : Alkmaarsche editie | 1944 | | pagina 1