Zaterdag 30 Juli 1949 Tweede blad Flevo-Bode EEN BELANGWEKKEND BESLUIT IN SCHOOLZAKEN IN DE WIERINGERMEER. DE RESULTATEN DER ÏNSECTEN- BESTRÏJDING PER VLIEGTUIG. In verband met de oprichting der „Vereniging voor Nederlands Volksonderwijs in Wieringermeer," ontvingen wij van de hand van een der leden der ten deze ingestelde studie-commissie, Ds. J. Vink, te SloGtdorp, enige artikelen, met verzoek deze ter algemene oriëntatie in ons blad op te nemen. Gaarne voldoen wij aan het verzoek van Z. Eerwaarde, en laten hieronder hef"eerste artikel volgen. De afdeling van Volksonderwijs gezinnen op een eigen school ge in de Wieringermeer heeft in haar laatst gehouden vergadering een besluit genomen, dat van vérstrek kende betekenis kan blijken te zijn voor de zaken van school en onderwijs in de Wieringermeer en mogelijk ook daarbuiten. De ver eniging Volksonderwijs stelt zich de behartiging van de belangen van het openbare onderwijs ten doel en daarmee die van de een heid in school en onderwijs onder het Nederlandse volk. Zij ziet in de ten onzent zich nog steeds meer voltrekkende versnippering van het onderwijs en het schoolwezen een bron van grote gevaren, zowel voor het onderwijs zelf als voor het volksleven in het algemeen. Wat het eerste betreft De ver splintering. heeft met name in de kleinere gemeenten geleid tot de vorming van vele kleine scholen met een gering getal leerlingen en bijgevolg een klein aantal onder wijzers, een-, en twee- en op zijn best driemanscholen, waardoor aan het gehalte van het onderwijs niet geringe schade werd toege bracht, daar het onderwijs onver mijdelijk moet lijden onder het feit, dat één man of vrouw twee of drie of meer klassen voor zijn/, haar rekening moet nemen. Om nog maar niet te spreken van de enorme duurte van dit opgesplit ste onderwijs door de noodzaak van de bouw van vele schoolge bouwen. Volksonderwijs vreest niet zonder reden voor duur en zo niet slecht, dan toch minder goed on derwijs als gevolg van onze onder wijspolitiek, en pleit in de eerste plaats daarom voor eenheid in het onderwijs één school voor heel het volkde openbare school. Daarbij komt haar tweede over weging eenheid in school en on derwijs zal niet alleen het onder wijs zelf, maar ook het volksleven ten goede komen. Volksonderwijs vreest van de onderwij sverbij zon dering een verloren gaan, althans een verzwakking, van de volkseen heid: Ons volk is reeds verdeeld genoeg, in politiek opzicht, in ker kelijk en confessioneel opzicht.. Dat is onvermijdelijk. Maar Volksonderwijs vraagt zich met zorg af, wat er op de duur van de volkseenheid nog over kan blijven, wanneer ons volk ook nog geschei den wordt opgevoed en van de prille jeugd uiteengehaald in ver schillende scholen, van kleuter onderwijs tot hoger onderwijs toe. Moet zo de volkseenheid geen fic tie worden Blijft er zo nog iets anders over dan een alleen op nationale ge denkdagen beleden eenheid rond om het Huis van Oranje en dreigt dat geen leugen te worden door de al te duidelijke weerspreking door de alledaagse werkelijkheid van strijd om de macht, van verdacht making en onverdraagzaamheid, met name in de schoolstrijd, die ondanks de zgn. onderwij specifica tie nog altijd onverminderd woedt Het komt schrijver dezes voor, dat men aan de zijde van de voor standers van het bijzonder onder wijs te gemakkelijk aan deze door Volksonderwijs sinds jaar en dag aangeduide bezwaren en gevaren, voorbijgaat. Hier liggen inderdaad niet geringe bedenkingen. Ons onderwijs is duur, te duur en het kon beter zijn voor het geld, dat men er voor uitgeeft en onze volkseenheid loopt gevaar als ge volg van de doorgevoerde verde ling tot in de school toe. In zover re heeft de leuze van Volksonder wijs een goede zin nog te meer klemmen door de grondslag van de openbare school. Hier komen de artt. 42 en 26 van de L. O.-wet in ons blikveld. In art. 42 lezen we o.a. ,Het schoolon derwijs wordt onder het aanleren van gepaste en nuttige kundighe den dienstbaar gemaakt aan de ontwikkeling van de verstandelijke vermogens der kinderen, aan hun lichamelijke oefening en aan hun I opleiding tot alle christelijke en I maatschappelijke deugden. De 'onderwijzer onthoudt zich van iets te leren, te doen of toe te laten wat strijdig is met de eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige begrippen van andersdenkenden. Het geven van godsdienstonder wijs blijft aan de godsdienstleraren overgelaten." /St, 26 omschrijft dan op welke wijze en onder welke voorwaarden dit godsdienstonder wijs vanwege Kerken of godsdiens heel in de geest en de richting van eigen parochie en gemeente te kunnen opvoeden en die zo aan particuliere kerkelijke belangen en na de gelijkstelling van open baar en bijzonder onderwijs, nota bene met staatsgeld, de volkseen heid hebben opgeofferd. Ik zou tige verenigingen in het schoolge- niet graag ontkennen, dat zulke bouw en binnen de schooltijd kan dingen met heel vaak zijn voorge- morden gegeven. In de kringen komen, vooral in kleine gemeen- van volksonderwijs wordt art. 42 ten is vaak een onverkwikkelijke LO,w. wel gaarne de geloofsbelij- strijd gevoerd niet alleen tegen ds ^enis Van het openbare onderwijs openbare school voor het zeggen nu eenmaal in godsdienstig op heeft en niet de ouders. zicht niet genoeg. En nu kan men In de kringen van Volksonder- duizendmaal zeggen: op onze wijs heeft men reeds lang de ge- school is plaats voor allen, ten- grondheid dezer organisatorische slotte maken de ouders uit, welke bezwaren ingezien en is men op school zij geschikt achten voor wegneming daarvan bedacht, ge- hun kinderen en van welke grond- lijk uit het rapport van Juli 1945 slagen uit zij de opvoeding en het Bevrediging door nieuwe Organen onderwijs van hun kinderen w'en- in het Onderwijsbeheer kan blij- te zien geschieden en dat is ken. Het grote bezwaar tegen de nu eenmaal voor vele Christen- de openbare school betreft haar zgn geloofsbelijdenis in art. 42 L.O.- Wet. Positieve Christenen en niet alleen Katholieke en Orthodox- Protestantse, maar ook een toe nemend aantal Vrijzinnige Protes ouders niet de grondslag van openbare school. Ik trachtte tegen deze achter grond de nog steeds bestaande schoolstrijd te doen verstaan. In een tweede artikel hoop ik tegen tanten is van mening, dat hier de deze achtergrond „het belangwek- religieuze factor, zeg de christe- kend besluit in schoolzaken in de Wieringermeer" nader te tekenen. Deze brede inleiding leek mij no dig tot een goed begrip. Ds. J. VINK. openbare school, maar ook tussen de bijzondere scholen onderling, b.v. tussen Hervormden en Gere formeerden er is geknoeid e* geïntrigeerd, er zijn kinderen over geplant om het vereiste aantal handtekeningen of leerlingen maar te halen. Maar het komt mij voor, dat daarop van de kant van Volks onderwijs wel eens te veel de na druk is gelegd en dat men het eigenlijke motief niet zag de strijd om het karakter van het onderwijs zelf, het beginsel, dat opvoeding en onderwijs niet pri mair zaak van de overheid, maar van de ouders zijn, dat de school daarom, zij het dan onder de staat te stellen waarborgen omtrent de daar te geven ontwikkeling en kennis, in handen van de ouders moet zijn, dat zij moeten kunnen uitmaken aan wie zij hun kinde ren in de school zullen toevertrou wen en dat er overeenstemming moet zijn tussen de geest in het gezin en die in de school en dat dit alles niet verzekerd is bij op zet en inrichting van de openbare school, waar de overheid de onder wijskrachten benoemt en de school bestuurt en de ouders daaromtrent, niets te zeggen hebben, een toe stand, waarin door de instelling van oudercommissies niets wezen lijk veranderd is. En dit alles gaat genoemd en op grond van dez' geloofsbelijdenis heeft men dan de pretentie, dat de openbare school ce school van en voor heel ons volk kan zijn. Men spreekt in dit ver band gaarne van haar christelijk karakter, daarbij verwijzend naar de opdracht van opvoeding tos christelijke en maatschappelijke deugden en naar de gelegenheid tot het geven van godsdienston derwijs door geestelijken, predi kanten en voorgangers van iedere Kerk of godsdienstige organisatie en men spreekt met ophef van de verdraagzaamheid binnen de open bare school, waar iedere gods dienstige overtuiging geëerbiedigd moet worden en noemt het daar gehuldigde Christendom een „Christendom boven geloofsver deeldheid." Hier echter zet de eigenlijke cri- tiek van d,e voorstanders van bij zonder onderwijs op de openbare school in. En hier ook wordt de eenzijdigheid van vele voorstan ders der openbare school open baar. Men kan daar wel menen, dat de openbare school in haar huidige gestalte en met haar hui dige grondslag de school voor al len kan zijn, het niet te ontken nen feit is. dat zij het niet is. Waardoor Niet zo zeer door het feit, dat de overheid het in de lijke factor in opvoeding en on derwijs niet voldoende tot zijn recht komt, dat een christelijke opvoeding, waar zij als Christenen siootdorp. toch prijs op stellen en prijs stellen moeten, niet - opgaat in opvoeding tot christe- lijke en maatschappelijke deug- tleVO - NieilWS. den, dat het christelijk geloof veel ca\ meer omvat dan deze elementen. oetbal kent zijn geslote, dat hier de betekenis van het zoen, maar al liggen de velden godsdienstige element als onaf- nog verlaten, over een 4-tal scheidelijk deel van de vorming weken zullen vele voetbal- van de jonge mens is onderschat. erithousiasten wee. achtc.r ..het dat hier niet sprake is van een - Christendom boven, maar veel- hJntJfc slaan- ''m hun favone- meer van een Christendom bene- ten aan te moedigen, den geloofsverdeeldheid, dat hier Dezer dagen werden we weer verdraagzaamheid al te zeer in herinnerd aan het komende sei- negatieve zin is verstaan en dat 'zoen, toen de K.N.V.B. zijn in- het niet gaat om de gelegenheid delingen bekend maakte. De voor een uurtje godsdienstonder- N.h.V.B. zal spoedig volgen, wijs op het leerplan, maar om de ,odat we ook in de lder we_ geest van het hele onderwijs, dat' men van zijn christelijk beginsel le"> waar Flev0 dlt Jaar aan toe doortrokken wil zien. En deze cri- jzal zlJn- tiek werd nog onderstreept door Flevo I zal dit jaar enige de niet te ontkennen ongodsdiens tige 'vaak antigodsdienstigei en onkerkelijke (vaak ook antikerke lijke) houding van vele onderwij- I zers aan de openbare school. En I hef. lijkt mij de eenzijdigheid, om niet te zeggen kortzichtigheid van I de leiding van Volksonderwijs dit niet te willen of te kunnen inzien I en hier alleen maar te spreken spelers zien vertrekken, maar enkele andere spelers zullen, na het verlenen van de gevraagde overschrijving, het oranjeshirt aantrekken en als we ons niet vergissen, kan Flevo een sterker elftal op de been brengen dan in de laatste competitie. Ook de publieke belangstelling zal dit van drijverijen van pastoors en ijaar ongetwijfeld stijgen, door orthodoxe dominees en hun aan- het spelen in een hogere af de- hang. De tragiek van Volksonder- ying en uitbreiding van de pol wijs schijnt mij te zijn. dat men derbevolkm^ de school voor allen wil en nieti D ieuedafdeline van Flevo begrijpt, dat de school, die men 'eu® "g voorstaat, de openbare school in held; acn r°e ,?:eeds cn we zijn huidige opzet en karakter die hoorden reeds, aat het aüspiran- school niet kan zijn. Voor ^rede ten aantal de 100 was gepas- groepen van Christenen geeft zij seerd. Een rapport van de 2de bestrijdingsproef tegen zwarte luis, genomen in de Wieringermeer, op 19 Juli 1949, met een „Stinson"-sportvliegtuig. De te besproeien oppervlakte bedroeg 46.5 ha, t.w. 14.1 ha zaadbieten, 10.9 ha. veldbonen, en 21.5 ha. suikerbieten. Alle te besproeien percelen lagen Deze tijd ligt gunstiger in verband binnen een straal van 3.7 km. van- met af het landingsterrein een pasge maaide lucerne, waarin een ruimte was vrijgemaakt door de lucerne- ruiters te verplaatsen. Te 8.15 uur werd de machine op het landingsterrein aan de grond gezet. Na reiniging van de sproei- apparatuur en het inladen van 300 1. Vapona. werd te 9.05 uur gestart voor het eerste perceel, n.1. 5 ha bonen, waarover 8 banen dubbel werden gevlogen, zodat dus feitelijk 10 ha. waren bedekt. a. grotere oppervlakte per vlucht; b. kortere afstand tot basis c. betere onderlinge ligging d. gunstiger perceelsindeling. Verbruikt per ha. ca. 2 x 13.2 1. Hierna is perceel 9 afgewerkt. t.w. 2 ha. dubbel in 16 min. De ge maakte tijd is heel ongunstig, n.1. 4 min., doch verklaarbaar, aange zien het slechts 2 ha betrof en niet langs de kortste weg van en naar het perceel werd gevlogen. Tijdens de volgende vlucht werd Voor perceel 1 nodig 14 minu- een deel van perceel 10 afgewerkt ons volk ter wille van het onder wijs en ter wille van de volkseen- I heid. Ik stel er prijs op dit keer tegenover de onderschatting van j de waarde van dit ideaal in de kringen van het bijzonder onder- j wi.is met nadruk uit te spreken, j Maar het komt mij tevens voor, dat Volksonderwijs een soortgelij- ke fout maakt. Het onderschat de i ten oftewel per ha 1.4 min. Ver bruik plm. 200 1. Vapona, oftewel 2 x 20 1. per ha. De tijd is gunstig in verband met kortere afstand ^an de basis en lange banen. Na een landing en inladen van 200 1. Vapona, werd ges (art voor de percelen 2, 3 en 4. De bedoeling was ook perceel 5 tijdens deze vlucht te behandelen, doch dit moest worden onderbroken, ten einde benzine in te laden. In de 2e vlucht behandeld 2 - 1.5 2.4 5.9 ha. Benodigde tijd 48 min., één school voor cfteWel per ha 4.06 min. Dit lijkt ongunstig, doch is veroorzaakt door a. grotere afstand van de basis b. drie kleine percelen c. vrij grote onderlinge afstand; d. zeer ongunstige oppervlakte van no. 2 e. de onverwachte tussenlanding. Verbruikte Vapona per ha. plm. 2 x 14.4 1. op zeer korte afstand van de ba sis en werd door omstandigheden een korte tussenlanding van 2 min. gemaakt. Er werd hierbij niet ge tankt. De gehele tijd voor perceel 10 was 34 min. over 11.5 ha. dub bel, oftewel 1.5 min. per ha. Zoals reeds gezegd is dit veroorzaakt, door de voor het sproeien niet noodzakelijke tussenlanding. Verbruikt per ha ca. 2 x 13 1. Vapona. Als laatste sproeivlucht werden afgewerkt perceel 11 en de rest van perceel 8. samen 10.75 ha. Gemaakte tijd 28 min., over twee percelen terwijl niet langs de kort ste weg werd teruggevlogen. Tijd per ha. 1.3 min. verbruikt ca. 2 x 14 1. Vapona per ha. Het totale verbruik der Vapona is 1600 1. geweest. De verbruikte hoeveelheden zijn slechts schat tingen. aangezien zij werden geba seerd op de getankte hoeveelhe- geestelijke motieven, die tot de Na landing en inname van plm. den. Beter lijkt het o.i. een peil- strijd voor bijzonder onderwijs ge- 170 1. Vapona en 60 1. benzine, stok te laten maken, waarbij uit leid hebben. Het ziet hier veel te werd wederom opgestegen voor de de vaten kan worden afgelezen veel uitsluitend achter gedrijf van kerkelijke zijde, van pastoors en dominees, die ter wille van hun kerkelijke standje, een eigen school wilden om de kinderen uit hun objecten 5. 6, 7 en 8, welke echter welke hoeveelheid is oDgenomen. half kon worden afgewerkt. Totale Verder zijn de tijden benodigd oppervlakte 2. 5. 3.6 en 0.75 - voor tanken en landen niet opge- 11.35 ha. Hiervoor benodigde tijd nomen, aangezien deze niet een 41.5 min. oftewel 1.83 min. per ha. zuiver beeld weergeven. Technische moeilijkheden heb ben zich bij de uitvoering niet voorgedaan. De resultaten. Perceel 1. Duivebonen. Cpname 3 dagen na uitvoering. In dit zeer bladrijke gewas is in derdaad enige invloed merkbaar, doch in het geheel genomen niet voldoende te achten. De hoogst- geplaatste luizenkolonies zijn aan de windzijde der stengels gedood, doch aan de luwe zijde nog levend. Naar schatting 49-% effect. Wan neer sporen in het gewas waren gereden zoals bij de oude methode het geval is, dan was het middel erger geweest dan de kwaai. Thans zijn de luizen door de behandeling' wat afgeremd en een deel gedood. Perceel 2, zaadbicten. Opgenomen 2 x 24 uren na de behandeling. Aan de windzijde was het gewas volkomen van lui zen gereinigd, doch de luwe zijde was nog ernstig door luizen bezet. Dit is zeer aannemelijk, aangezien het middel door de nog te krachti ge wind in het gewas wordt gebla zen. Alleen de luizen die door het middel zijn geraakt, worden ge dood. Naar schatting 60°, effect. Cok landbouwer was deze mening toegedaan. De volgende dag was het resultaat nog iets gunstiger. Perceel 3, eveneens zaadbieten. Na 2 dagen. Landbouwer had her j gewas slechts aan de windzijde opgenomen en was zeer tevreden. I Bij nadere beschouwing bleek ook I hier de indruk, wat betreft de I luwe zijde, minder gunstig. Naar schatting 65effect. Wij-ze van I uitvoering was zeer goed geweest rakelings over het gewas. Perceel 4. Duivebonen. Voi gewas. Volgens landbouwer was net gewas hier en daar ge- raakt, en dus uitermate goed ge- vlogen. Desondanks was het effect i teleurstellend geweest, Enkele Dlanten waarneembaar die aan de windzijde zijn gereinigd, doch overj het geheel genomen twijfelachtig resultaat. Beneden 10% effect. Perceel 5. Zaadbieten. 2 Dagen na behandeling. Behou dens Noordelijkste baan. gunstig effect plm. 75—80% resultaat. De eerste baan vermoedelijk te kleine dosering en 65-' effect. Ook hier aan windzijde beter resultaat. Perceel 6- Zaadbieten. Na 2 dagen. Mooi vol gewas. Naar schatting 60—70% effect. Cck hier -weer windzijde van lui zen ontdaan en de andere zijde der stengels bedekt. Boven het ge was uitstekende stengels zijn ge heel gezuiverd. Ook deze percelen zeer zuiver gevlogen. Op een per ceel werd zelfs een vlag, welke juist boven het gewas uitkwam, stuk gevlogen door een landings perceel 7. Zaadbieten. Opname na 3 dagen. In ait gewas het effect ongeveer ais bij de ove rige percelen zaadbieten. Het ge was is iets meer ontwikkeld en hierdoor iets mindere raakkansen. Wel kan worden gezegd dat zeker 5060% der luizen zijn gedood. Perceel 8 Veldbonen. Opname na 3 dagen. Dit was iets korter en minder gesloten dan de percelen 4 en 9. De landbouwer was over het resultaat tevreden. Er was keurig gevlogen en het ef fect naar schatting 50%. Dieper in het gewas waren de luizen niet gedood, doch in de top voor een niet onbelangrijk deel vertrokken. Perceel 9. Veldbonen. Opname na 3 dagen. Zeer lang, doch minder bladrijk gewas dan perceel 4. Hierdoor beter resultaat. Naar schatting 40'/ der luizen ge dood. Dosering iets te gering ge weest. Perceel 10. Suikerbieten. In ait bladrijke gewas zijn de trefkansen uiterst gering, temeer daar de luizen aan de onderzij dé der bladeren voorkomen. Luizen die zijn geraakt zijn inderdaad gedood doch het percentage is zeer gering. Naar schatting 15% effect en derhalve niet aan te bevelen voor toepassing in de practijk. Perceel 11. Suikerbieten. Iets meer ontwikkeld en meer blad dan perceel 10._Hierdoor ook het effect geringer. De resultaten waren van dien aard dat van enig effect sprake kan zijn. doch toch zeer minimaal. Plm. 5%.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Flevo-bode: nieuwsblad voor Wieringen-Wieringermeer | 1949 | | pagina 3