waarop gij wacht? Nou dau zei ik je 't zeggeu; de lieele
boel is an het draaijen, de Turfmart en de Houtmart zijn
daar net voorbijgegaan en nou wacht ik tot dat het Lam-
metjegroen komt, om daar in te schieten. Daar het Lam
groen niet aankwam draaijen, werd hij een half uur later
op een kruiwagen smoordronken te huis gebragt.
Van wege den minister van binnenlandsche zaken
is het volgende ter algemeene kennis gebragt
Amerika is door middel van eene onderzeesche tele-
graafgeleiding met de Iersche kust verbonden. De telegram
men kunnen voorloopig slechts tot New-Foudland per tele
graaf worden overgebragt en moeten den verderen afstand
per stoomboot afleggen, waardoor eene vertraging van min
stens 12 uur ontstaat.
De prijs voor het overseinen van een berigt van niet
meer dan 20 woorden, die te zamen hoogstens 100 letters
mogen bevattenbedraagt, van alle Nederlandsche kantoren
naar alle kantoren in Amerika 252 gulden.
Voor iedere vijf letters boven de eerste honderdwordt
f 12.60 geheven.
Bij de aldus berekende seinkosten worden nog gevoegd
die voor het overbrengen van de Nederlandsche kantore n naar
Valencia in Ierland.
-- Ds. Landsly, predikant te Medina, Vereenigde Staten
die zijn kind doodgeeselde omdat het zijne gebeden niet
wilde opzeggen, is tegen 10,000 dollars vrijgekocht, maar
durft nu de gevangenis niet te verlaten.
Alweder een middel uitgevonden om zonder paarden te
rijden. De uitvindereen burger uit Bordeauxheeft den
prefect van politie te Parijs om vergunning gevraagd meteen
vernuftig stelsel van een wagen, die door de kracht der
electriciteit wordt bewogeneen proef te mogen nemen.
Door middel van een mechanismedat zich in een kist
bevindt, die geplaatst is waar anders de koetsier zitkan
men zonder groote kosten een snelheid van 6 kilometers
per uur afleggen. De eerste proeven zullen op den militairen
weg, die om de vestingwerken loopt, genomen worden,
waaruit zal moeten blijkenof er concessie zal kunnen ver
leend worden, om dusdanige wagens in dienst te brengen.
Uit Erfurts schrijft men aan de jV. P. Zeitnng. Er
is hier op dit oogeublik een soldaatdie in den slag bij
Langensalza acht schoten heeft gekregen en evenwel er niet
gekwetst werd. Hij heeft er drie door de panden van zijn
rok, een heeft hem 'een schouderlap medegenomen, een
is door zijn schakot en drie door zijne broek gegaanzonder
zijne beenen te kwetsen.
De Breslauer Zeitung verhaalt het volgende: Aan een
der Oostenrijkers werd gevraagd: //Hoe kwam het dat gij
gevangen werd?" Wel, was het antwoord, //ik ben reeds
driemaal gevangeneens in Italië in het eerste gevechttoen
de oorlog over was ging ik naar huis. De tweede maal in
Sleeswijktoen had ik het bij de Denen minder goedmaar
de oorlog was uit en ik ging naar huis, mijn kameraden waren
dood en ik was levend. Nu ben ik weder gevangen en het
is toch beter bij de Pruisen gevangen te zijn dau daar te
staan waar zij schieten met hun geweer." Deze nieuwe Eallstaf
bevindt zich te Görlitz.
Uit eeufc particuliere correspondentie van 's Hage, van dezelfde hand waar
aan wij reed& fraeger enkele regels ontleenden, veroorloofd men ons wederom
het volgende over te nemen
„Het Dagbladschrijft gij, logenstraft mijne vroegere mededeeling
omtrent oneenigheden in den boezem van het Kabinet en wel hoofdzakelijk
tusschen de ministers van Koloniën en van Binnenlandsche Zaken.
Ik was wel eenigzins verwonderd toen ik in het begin der vorige week
mijn berigt las in bijna alle bladen als overgenomen uit de Heldersche Crt.,
ik maak daaruit op, dat gij het aan de redactie van dat blad hebt medege
deeld. Het was echter volstrekt mijne bedoeling niet dat gij daaraan open
baarheid zoudt gevenwant ik gevoel niet den minsten lust mij in een
couranten polemiek te verwikkelen en zeker niet met Lion of de Dagblad-
coterie. Men doet wèlals men er niet volstrekt mee noodig heeft, zich
met die lui niet in te laten.
Nu dit echter is geschied, wil ik u wel melden (en ik magtig u van dit
schrijven, naar goedviudeu, gebruik te makeu) dat ik malgré de tegenspraak
vau het Dagblad wel degelijk goed was ingelicht. Na de weerspraak van dat
blad, informeerde ik mij op nieuw (en de de bron waaruit ik put is zeer
betrouwbaar) en mijn berigtgever bevestigde dat er wel degelijk in het mi
nisterie tweedragt had geheerscht, niet alleen tusschen genoemde ministers,
maar tusschen verschillende leden van het Kabinet ouderling. Er bestond
tusschen hen een sujet de discorde dat, ware het niet spoedig uit den weg
geruimd, dit ministerie npg schiclijker zou hebben doen uiteenspatten als
vroeger 'de kwestie over de invoering van het Indisch Strafwetboek, het mi
nisterie^. Thorbecke, naar luid der officieelc berigteu, in duigen heeft geworpen.
Maar wat was die twistappel Yoila le mystère. Ziedaar wat mijn berigt
gever mij met geen zekerheid wist te zeggeu hij wist alleen zeker, dat er
toenmaals tweedragt in het Kabinet bcstoud.
Of er nu een tipje van dien duisteren sluijer is opgeheven, zal ik niet
beslissen, maar denk eens zou het zoo onwaarschijnlijk zijn dat de
onderwijs-kw etstie dc naaste aanleiding van het twistgeschil is geweest
Het is buiteu kijf, en algemeen bekend, dat er in de laatste week her
haalde zamenkomsten hebben plaats gehad tusschen den heer Groen en som
mige leden van het Kabinet. De heer Groen oefent eene onmiskenbare pressie
uit op dit bidstonden-uitschrijvend Kabinet. Dit is ontegenzeggelijk. Maar
wat nu te doen als die vroegere vriend eens de vriendelijke vriendelijkheid
had eene interpellatie tot zijne voormalige geestverwanten te rigten? Dit lag
bij de spoedige bijeenkomst dér Tw eede Kamer en dc sombere en droefgees
tige stemming van dei^ schrijver der „studiën en schetseu" in het verschiet
Men kon hèm toch zoo niet afschepen als men dit de Eerste Kamer had
gedaan, doch gaf men hem zijn zin dan ware de dagen vau het mi
nisterie geteld ei* de met zoo veel moeite veroverde zetels aan de groene
tafel zouden jngefuimd moeten worden, bijna te gelijkertijd als men daarop
plaats nam.
Zou dit droevig vooruitzigt aan het Ministerie geen slapelooze nachten
en slechte spijsvertering berokkend hebben en wat geeft meer aanleiding
tot een onaangenaam humeur meer lust tot oneenigheid dan slapeloosheid
en gebrek aau eetlust Van daar misschien de aanleiding tot dc oneenig
heid waarover ik U vroeger schreef.
Zal nu echter de waarheid mijner mededeeling blijken
Ik zou U daarop geen bevestigend antwoord durven geven. Gij weet
Molière heeft 't gezegd en tallooze feiten hebben 't sedert bewezen „on
trouve avec le ciel des accommodemens" en die schijnt men ook met den
heer Groen te kunnen vinden.
Ten minste men wil, (o die booze men dat de heer Groen toegevende aan
de roerende bede vau zijn voormaligen geestverwant, graaf v. Zuylen, en be
wogen door de omstandigheid dat dit conservatief Kabinet (dat zich echter
bij tijd en omstandigheden nog al wel liberaal weet voor te doen) zoo het
nu reeds veel slechts enkele levensdagen zou tellen en misschien zou moe
ten plaats maken voor een Kabinet met den „langen professor" weer aan
hoofd. Men wil zeg ik dat de heer G. er voorloopig heeft van afgezien
gevolg te geven aau zijne denkbeelden omtrent „pligtsbetrachting"en dat
hij ten minste, wat de onderwijs-kwestie betreft, het ministerie Kwezel
Cie. maar met rust zal laten.
Wat nu de tegenspraak van t Dagblad betreft, daaraan zult gij toch wel
geen gewigt hechten. Dat blad heeft tot mot d' ordre gekregen het ministerie
te steunen, hetgeen, met 't oog op de toekomst, niet onverstandig is. De
patronen hebben Lion bevolen vroom te zijn, bidstonden en oefeningen aan
te bevelen en het orgaan van Lion is dus vroom en beveelt bidstonden en
oefeningen aan. Vandaar die mooije artikelen over dc circulaire van graaf
Schimmelpenninck, zijne adhaesie aau 't bekende mooije artikel van de Tijd,
waardoor hij zich (in verhand met zijn berigt over het verzet te Schevenin-
gen) de bespotting heeft op den hals gehaald niet allecu van de Utrechtsche
Ct. maar van 't gansche land. Gij begrijptLion schrijft naar hem gelast
wordt en dan is het duidelijk dat hij mijn berigt moest weerspreken. Het
was waar, en de waarheid wil niet gekend zijn door 't orgaan van Lion,
voornamelijk niet als die waarheid miuder aangenaam moet klinken in de
ooreu van „ministers zijner sympathie".
Die sympathie van het Dagblad zal echter het ministerie Kwezel en Cie.
weinig baten. Als de Tweede Kamer bijeenkomt zult gij vreemde dingen
beleven, en ook zonder daarom te bidden zullen wij er spoedig van verlost
ziju. Ik durf u wel voorspellen, dat het miuisterie dan hetzelfde van zich
zal kunnen zeggen, wat eenige maanden geleden het „orgaan met sympathie"
schreef van het kabinet van de Putte „Ik kwam, ik zagik ging
weer heen".
Berigten betreffende de cholera.
Den 27 Julij zijn
Den 28 Julij zijn
Amsterdam
Leiden
rmet.
overleden
aauget.
overleden.
18
15
11
21
3
5
4
2
18
9
17
11
2
3
l
1
4
0
2
1
11
7
15
10
4
2
1
3
2
2
3
3
16
17
16
16
4
4
12
8
1
1
23
14
Delft
Schiedam
Rotterdam
Dordrecht
Gouda
Utrecht
Haarlem
Kampen
Meppel
Groningen
Vau de aangetasten te 's Gravenhageop 27 Julij, woonden
14 te Scheveningen, van de overledenen 4.
Op 28 Julij van de aangetasten 10 en van de overledenen 3.
HAAGSCHE CORRESPONDENTIE.
's Hage, 29 Julij.
Mijnheer de Redacteur!
Er is op dit oogenblik volstrekt geen nieuws in onze resi
dentie en ware het niet dat men mij zoo even verhaalde dat
het badhuis te Scheveningen gesloten was om de uitbreiding
der epidemie, ik zou gezwegen hebben.
Dergelijke vertelsels kunnen ligtelijk naar elders overwaaijen
en daarom meen ik er uwe aandacht op te moeten vestigen.
Het feit van de sluiting is ten eenenmale onwaar, en ook
is de cholera aldaar sterk afnemende.
Wie toch kan belang hebben bij het verspreiden van der
gelijke tijdingen
Ze worden echter hier verspreid. Wie de verspreiders
zijn zal de tijd leeren.
Dingsdag wordt in den gemeenteraad behandeld het voorstel
van den heer van Sypesteyn, om de Hooge Regering te be
danken voor het besluit nopens het verleenen van voorschot
aan de gemeentendit voorsteldat in de laatste zitting bijna
geen ondersteuning kon krijgen werd alleen aangenomen door
de welwillendheid van den heerEyssell, die geen smoring der
discussien verlangde.
De s Gravenhaagsche Nieuwsbode vraagt omtrent dit besluit
teregtWanneer de ministers van Finantiën en Binnenl.
Zaken zich bereid verklaren aan de gemeenten een voorschot
te geven, zoo als zulks door onze gemeente verlangd werd,
hoe is dat overeen te brengen met de ongunstige voorstelling
van de finantiën door graaf Schimmelpenninck
Hetzelfde blad weerlegt met cijfers, in zijn no. 16, de op
gaven door dien minister gedaan.
De heer van Bosse vroeg vroegertoon mij de wet aan
die veroorlooft dergelijk voorschot te geven.
Die wet bestaat niet; wel echter eene wet die dit verbiedt.
Zijn er nu tweeërlei wetten
De eene geldend voor een conservatief, de ander voor een
liberaal ministerie.
De Nieuwsbode (waaraan ik bovenstaand ontleen) wenscht
nu: dat de algemeene Rekenkamer met kracht opkome te
gen eene handeling der Regeringwaaraan geene behoejte be
stond maar alleen bestemd schijnt om de afschaffing der ge
meente accijns en, die zoo heilzaam is, te discrediteren.
Ik voor mij hoop, dat de Tweede Kamerniet de Reken
kamer rekenschap zal vragen aan de ministers van dergelijk*
handelingen, maar ik vestig toch uwe aandacht op het liberal'
blaadje, dat thans nog slechts twee malen in de week hier
verschijnt Adieu!