if s tr w b t 21 d i rr o s rr. prachtige rijk van Insulindedat zicli om den evenaar slingert als een gordel van smaragd". Met belangstelling zien wij over deze belangrijke aangele genheid de discussiën in de Tweede Kamer te gemoet, te meer, daarwy thans tegenover den tegenwoordigen conserva tieven minister den heer Fransen van de Putte aantreffen, die de groote voorstander geweest is van de liberale rege- ringsbeginselendie thans op den achtergond schijnen ge raakt te zijn. Wij zullen niet blijven stilstaan bij de vele beloften die van wege het Departement van Justitie in de troonrede wor den toegezegd; deze komen er jaarlijks in voor, doch de heer Mijer herinnerde zich bij de discussie over in de Indische be grooting in de Tweede Kamer het bekende versje.- Veel beloven en weinig geven Doet de gekken in vreugde leven, en bij die herinnering willen wij ons nederleggen. Wij hebben hiermede den indruk teruggegeven dien de voor naamste paragraphen der Troonrede op ons gemaakt heeft. Het bovenstaande was reeds geschreven, toen wy de rede ontvingen waarmede de minister van Finantien de begroo- tingswetten aan de Kamer heeft aangeboden. Onze verwach ting dat de buitengewone uitgaven aanzienlijk zouden zijn, is helaas niet teleur gesteld. Na den afloop van de beraad slagingen over het adres van antwoord, die Maandag zijn aan gevangen, komen wij op dit onderwerp terug. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 25 September 1S66. De ontstane scheur in het metselwerk van het oude drooge dok is van weinig beteekenis en doet geene ernstige, gevolgen duchten. Volgens sommigen zou het vermoeden niet zonder grond zijndat die ontzetting van het dok ont staan is door de dreuning van den grondveroorzaakt door het schrijt'schieten van de in de haven liggende oorlogschepen. Z. M. schroefstoomschip 1° klasse Willem is heden middag van hier vertrokken met bestemming naar Oost-Indië. Morgen middag ten 2 ure zal Z. M. stoomschip de Valkvan hier naar Vlissingen vertrekken, ter afhaling van 60 timmerlieden met hunne gezinnen, die van 's .Rijks werf te Vlissingen zijn overgeplaatst naar 's Rijks werf alhier. De plaatsing met den 1 dezer maand van den luite- naut ter zee le klasse J. D. J. van der Hegge Spies, op Z. M. transportschip met stoomvermogen Java, is ingetrokken. Met den laatsten dezer worden op non-activiteit ge- bragtde luitenants ter zee 2e klasse Jlir. W. van Hogen- dorp en J. C. de Ruijter de Wildt, van Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Adolf Hertori van Nassau, en met den 1 October a. s. geplaatst op gemeld fregat de luitenants ter zee 2e klasse D. J. Weijs en VV. J. A. Nolthenius. Z. M. heeft benoemd tot ontvanger van het kanaal- en havengeld alhier, den heer G. Tichelman, eervol ontsla gen havenmeester van het Groot Noordhollandsch kanaal. Met het barkschip Allilasserdamkapitein 't Hoenis hier Zaturdagjl. aangekomen een gedeelte der equipagie van het verongelukte barkschip Joannesgezagvoerder J. D. P. Zetteler 14 April vertrokken van Bassein naar Ealmouth. Volgens verklaring van den eersten stuurman van de Joannes, genaamd D. Roest, oud 37 jaren, en geboortig van Vlaardingen, had genoemd schip gestooten, waardoor een lek was ontstaan, tengevolge waarvan het schip in zinkenden toestand geraakte. Men zag zich genoodzaakt het schip in overhaast te ver latentwee sloepen werden gestrekenwaarin onmiddelijk de bemanning, zelfs met achterlating van hunnq plunje vlugte. In een der sloepen nam de kapt. het bevel en in de andere genoemde stuurman Roest. Kort daarna zag men het schip in de diepte wegzinken dit voorval had plaats den 22 Junij 11. op 32° O.L. en 34° Z.B. De afspraak was, dat men met de beide sloepen bij elkander zoude blij Yen, echter de duisternis van den nacht en de boogloopende zeeën waren oorzaak dat dit voornemen ver ijdeld werd. Met het aanbreken van den dag spande stuurman Roest en de overige 6 mannen alles in het werk om de andere sloep te ontdekken, te meer daar zij verzuimd hadden zich van provisie te voorzienhoopten zij eenige levensmiddelen van hunne makkers te bekomen. Welke moeite men zich echter gaf alles was te vergeefs. Het eenige wat tot voedings middel kon en moest strekken waren eenige pompoenen, in der haast in de sloep geworpen. Daar dobberde men ronddagelijks kampende met storm weder en woeste zeeën, bijna zonder kleeding en voedsel. lederen morgen die aanbrakhoopte men op redding en uitkomst, doch iederen avond staarde men de ondergaande zon na, met een weemoed in het harte, die somwijlen tot wanhoop en vertwijfeling oversloeg. Den zeventienden dag was hunne ellende ten top, en nam men, na veel tegenstand, eindelijk het rampzalig besluit, om een hunner, door het lot aangewezen, op te offeren tot voeding van de overige. Daar echter waar de nood het hoogst is geklommen geeft de Heere meermalen redding en uitkomst. Alvorens tot die treurige daad over te gaanwerpen allen hunne scherpe blikken nog eens over de onmetelijke watervlakte rondom zich. Een hunner ontdekt een stip aan den horizon, hij maakt er zijne makkers attent op en hun geoefend zeemansoog, hoe zeer het ligchaam in de laatste dagen ook verzwakt was, geeft hun de verzekering, dat het een schip is dat nadert. Niemand hunner dacht op dat oogenblik meer aan hetgeen zij voornemens waren geweest ten uitvoer te brengen, allen beijveren zich om de sloep de meest mogelijke vaart te geven, ten einde zich van het aan de kimmen opdagende schip zoodra mogelijk te doen opmerken. Hunne pogingen gelukken. Het is het Engelsche fregatschip Queen of Indie, dat hun ter hulpe snelt en aan boord waarvan zij worden opgenomen en met liefde verpleegd. Na 53 dagen verblijf aan boord van dit schip zijn zij wegens het verminderen van de proviand, den 1 September jl. in zee overgegaan aan boord van het Nederl. barkschip Allilasserdam, waarmede stuurman Roest en zijn 6 lotgenoo- ten den 22 dezer, alhier in welstand zijn aangekomen. Bij aankomst alhier hebben zij zich tot den waterschout gewend en zijn door tusschenkomst van het gemeentebestuur alhier, in de gelegenheid gesteld de reis naar hunne woon plaatsen te vervolgen. De namen der overige geredden zijn: Berdinand Smidt, timmerman Gerhard Borgman, Jan van Nimwegenmatrozen Louwreus Vleesman, Christiaan Visse en Bernardus Talie, ligtmatrozen. Aangaande den kapt. en de overige manschappen heeft men vernomen, dat die aan boord van het schip Lucothea zijn opgenomen en te St. Helena aangebragt. Men schrijft ons van Texel het volgende: Door tusschenkomst van de heeren Wambersie Zoon te Rotterdam, welke alhier vertegenwoordigd zijn door hunnen agent P. Koning, vertrekken steeds vele gezinnen naar Amerika. In 't begin dezes jaars zijn reeds van hier een 150 tal per sonen vertrekken en van wien reeds tijdingen zijn ontvangen, welke tijdingen allen voordeelig kunnen genoemd worden en aansporingen behelzen aan hunne achtergebleven vrienden om hun voorbeeld te volgen. De landverhuizers vestigen zich veel in de omstreken van New-York, er is daar ruim arbeid tegeu hoog loon. Op Maandag 1 October, den namiddag 1'- ure, zal door de Hollandsche spoorwegmaatschappij, aan het station buiten de Willemspoort te Amsterdamworden aanbesteed het maken van een stations-gebouw te Beverwijk met bij- behoorende werken. Op Donderdag 4 October, des namiddags 2^. ure, zal het provinciaal bestuur te Haarlem aanbesteden: 1. Het onderhoud der rijkshavenwerken en zeeweringen op het eiland Vlieland, van 1 October 1866 tot 31 December 1869; 2. Het onderhoud der rijkshavenwerken en zeeweringen op het eiland Terschelling, van 1 October 1866 tot 31 De cember 1S69. Men schrijft ons van Callantsoog het volgende: De aangekondigde harddraverij op het strand alhier heeft ouder begunstiging vau bij uitstek schoon weder in de volmaakste orde en eensgezindgeid plaats gehad. Een talrijke schaar van vreemdelingen zoowel als inwoners volgde de trein, welke in optogt, met muziek voorop, zich naar bet strand begaf. Tien paarden namen deel aan den door de kasteleins M. Mooi en C. Hoek uitgeloofden prijs en premie, welke bestonden in een zeer net hoofdstel en dito zweep, welke beide zijn behaald door paarden van den heer J. P. de Wit te Zijpe. Bij Koninklijkbesluit van gisteren is aan den heer I. J. Lionredactenr van het Dagblad van 'j Gravenhage, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der ver sierselen van ridder der orde van St. Stanislas, hem door Z. M. den keizer van Rusland geschonken. De Staats-Courantheeft medegedeeld de opgaven betreffende den veetyphus over de weekbeginnende den 9 en eindigende den 15 September. Daaruit blijkt, voor zooveel de provincie Noord-Holland betreft, dat in die week aangestast zijn 27 runderen; gestorven 1; 25 werden afge maakt, hersteld geene en nog ziek 1. Sedert het uitbreken der ziekte werden 2137 runderen aangetast, waarvan er 564 stierven, S31 werden afgemaakt en 741 herstelden, en 1 nog ziek is. Blijkens eene bij deze opgaven gevoegde recapitulatie zijn aangetast van 26 Augustus tot 1 September: in Zuid-Hol land 659, in Noord-Holland 31, in Utrecht 953, totaal 1643. Van 2 tot 8 September, in Zuid-Holland 731, in Noord-Holland 36, in Utrecht 10S2, totaal 1849. Van 9 tot 15 September: in Zuid-ITolland 693, in Noord-Hol land 27, in Utrecht 1220, totaal 1940 runderen. Te Purmerende heeft Vrijdag avond na afloop van de raadsvergadering, waarin besloten is, dat de kermis in de volgende maand niet zal worden gehouden het gemeene volk, waaronder eene menigte jongens, slaande op een blikken trommelonder het geschreeuw"Rijg ze aan een messla dood

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2