Proclamatie.
BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE TEIL.
den vader aan boord gebragt, en vertrok vol levenskracht
in een volkomen kraamkamertoilet naar Antwerpen. Wij
herinneren ons hier de spreuk van den ouden Frans Naerebout
//een goed zeeman moet kunnen breijen bakeren, en koek
bakken."
De Staats-Courant van heden bevat de volgende
Wij WILLEM IIIbij de gratie GodsKoning der Ne
derlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-IIertog van
Luxemburg, enz., enz., enz.
Geliefde Landgenooten en Onderdanen!
nik heb het noodig geoordeeldgebruik makende van Mijn
grondwettig regtde Tweede Kamer der Staten-Generaal te
ontbinden.
«Zal ons dierbaar Vaderland voortdurend orde en eensge
zindheid blijven bewaren en daarmedeonder Iloogeren zegen,
rust en welvaart blijven genieten, dan behoort de Regering
een middelpunt te zijn, waarop de blikken des Volks zich
met vertrouwen kunnen vestigen.
iiAan dat vereischte kan geene Regering voldoenwanneer
tusschen haar en de Volksvertegenwoordiging de overeenstem
ming ontbreektzonder welke do eendragtige zamenwerking
der grondwettige magtenzoo onmisbaar voor de behartiging
der Nationale zaak onmogelijk is.
«De ondervinding der laatsto tijden heeft overtuigend be
wezen dat die overeenstemming en zamenwerking niet te
verkrijgen zijn met de jongste zamenstelliug van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
«De gedurige verwisseling van Mijne verantwoordelijke
Raadslieden zou allengs schadelijk worden voor do zedelijke
en stoffelijke belangen der Natie zij verlamt de kracht der
Regeringbestendiging van rigting brengt daarentegen kracht
van bestuur en van uitvoering mede.
«Om daartoe te geraken roep lk thans Mijn geliefd Volk
op, ten einde van zijne wenschen te doed blijken.
«Nederlanders beschouwt den 30sten October aanstaande
als een gewigtigen dag in Uw volksleven 1 Uw Koning noo-
digt U allen, aan wie de wet de uitoefening van het kies-
regt toekent, tot de stembus: laat Uwe trouwe opkomst
toonen, dat gij er prijs op stelt aan Zijne roepstem gehoor
te geven
«Gedaan op het Loo, den lOden October 1866.
«WIL L E M".
1IAAGSCHE CORRESPONDENTIE.
's Hage, 1 October.
Voor heden bepaal ik mij tot weinige woordendaar mij
zoowel tijd als stof ontbreekt, want op de beschouwingen
der verschillende dagbladen over de omstandigheden van den
dag weusch ik nu niet te komen.
Het was mij aangenaam Maandag avond in het orgaan den
hevigen aanval op uwe courant te lezendat zal uw blad in
de oogen van het beschaafde publiek doen stijgen. Ik geloof
ondertusschen dat Dion zich vergist, als hij aanvallen op zijn
blad toeschrijft aan «haine envers un ennemi"men haat
toch gewoonlijk niet diegenen die men veracht.
Uitde N. Rott. Ct. van heden zult gij gezien hebben dat
de verschillende hoogleeraren in de staatswetenschappen aan
onze academiën en athenea bepaaldelijk verklaard hebben, dat
de Tweede Kamer hare bevoegdheid geenszins is te buiten
gegaan door de aanname van de motie Keuchenius. Ook
de heer Groen heeft als zijn gevoelen te kennen gegeven dat
die motie bleef binnen de regten der Kamer. «Die houding van
den heer Groen zoo spreekt het Dagbl. smart velen zij
roept in de anti-revolutionaire partij dezelfde scheuring in het
leven als in de radicale; zij verbaast ieder."
Geen wonder, Waar moet het ministeriewaar moet het
orgaan steun vinden als ieder er zich van afwendt Hoogleer-
aren, leeraren de burgerij het volkin één woord alle
niet bij de quaestie betrokken personen, geven onbewimpeld
hunne afkeuring te kennen over eene ongehoorde regerings
daad. Nu had men troost meenen te vinden bij den hr. Groen,
den verdediger ex professo van de regten van Oranjeen
ook de heer Groen is te eerlijk man om goed te keuren wat
hy afkeuren moet..., hij stelt het ministerie in het ongelijk.
Eene laatste poging wordt nu aangewendnamelijk door
den Koning te bewegen tot het uitvaardigen van een mani
fest aan de kiezers.
3|n0C3unöcu.
De Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders-
Hot Dagblad van 's Graven/tage, bekend door zijuc onpartijdigheid en
waarheidsliefde gilt het uit
Oranje boven
De regten des Konings worden bedreigd'J l
Men staat naar de Koninklijke viagt 11
Er outbrcekt nog maar aan
Beroep op het volk
te wapen 1
en daarmede was dan ook de dwaasheid tcu top gevoerd.
Intusschen is er niemand die zou wenschen „oranje onder", niemand
dio de regten des Konings bedreigt, en er is geen schepsel die naar de
Koninklijke magt grijpt.
Al het alarm van liet Dagbladmoet nergens anders toe dienen, dan om
door afleiding een waggelend en zinkend ministerie nog wat te steunen, dat
stellig zeker zal en moet aftreden, omdat het den steun van de natie mist.
Niemand die nadenkt, en heleend is met de hoofdleider van het Dagblad, maakt
zich cén oogenblik bevreesd door die angst en jammerkreten van het Dagbl.,
omdat men weetdat er geen gevaar isen iu casu niet het bclaug van
het vaderland, maar dat van de mannen van het Dagbl, iu het spel is.
Even ongepast als de schijnheiligen de godsdienst als masker gebruiken,
evenzoo bezigen die lui den naam des Konings, en dat alleen is genoeg om
hunne leer te wantrouwen. Hoe kan men overigens ook vertrouwen stellen
in een blad, dat tot penvoerder heeft iemand, wiens antecedenten heiden
met alle partijen) van dien aard zijn, om aan zijne beweringen geen geloof
te schenken.
Die penvoerder verstaat zich op de kunst van leven maken, schreeuwen,
wit zwart noemen en bluffen, dat hij vermoedelijk heeft overgehouden uit
vroegere betrekking.
Eu zoo'n man werpt zich op als voorlichter der natie, als verdediger der
Koninklijke regten, als kampioen van Nederland! „'tls om te klagen" zingt
Judels. U.
Mijnheer de Redacteur l
Mag een eenvoudig burgerman, die wel is waar niet op de hoogte is van
de staatkunde, maar toch een eerlijk en opregt Hollandsch hart in zijn
boezem ronddraagt, een enkel woord in uw blad meespreken Want hier
even als overal wordt de ontbinding der Kamer en de handelingen der Rege
ring ook onder de burgerlui drnk besproken.
Ik heb geen tijd en ook geen gelegenheid om verschillende couranten
te lezen en daarom bepaal ik mij tot de uwe en vind daariü de zaak dui
delijk en verstaanbaar uitgelegd.
Het blijkt genoeg dat de ministers onderling hebben gekn. om een
ambtgenoot te doen benoemen tot de hoogste betrekking iu Indië, eu dat zij,
om dit te kunnen doen de Tweede Kamer hebben misleid en mot valsche
beloften gepaaid.
Men spreekt dikwijls van de oud Hollandsche goede trouw en ik geloof
wel dat die bestaan heeft en nog bestaat. Maar wat moet ik er van denken
als ik zulke voorbeelden zie geven door ministers, dat is door mannen die
het volk in eerlijkheid en trouw door hnu voorbeeld moeteu voorgaan P Als
ik zie, dat zij belangen van Vaderland en Indie opofferen aan het behoud
hunner portefeuilles, aan do voldoening van eigenbelang en eerzucht Waar
lijk het echte Neêrlandsche hart wordt er onaangenaam door aangedaan als
men de intrigues nagaat, die de verontwaardiging van elk weldenkend mensch
moeten opwekken. Daarom begrijp ik ook niet goed waarom onze edelo
Koning die ministers maar niet naar huis gestuurd heeft in plaats van do
Kamer te ontbinden. Dan ware het land bevrijd gebleven van eene maand
van verwarring cu beroering zoo als die nu bestaat, want meu hoort en
spreekt over niets anders dan juist dat onderwerp. Ik hoop dat het volk
goed uit de oogcu zieu zal eu den goeden naam van Nederland zal zuiveren
van den blaam die er thans op geworpen is.
Met de meeste achting blijf ik, M. d. R.
jEen eenvoudig burgerman die kiezer is.
Alkmaar October 1866.
Mijnheer de \Redacteur
Bij het lezen van het vele dat dezer dagen over de laatste politieke ge
beurtenissen hier te lande geschreven wordt, kwam mij onwillekeurig eene
bekende fabel van Florian in de gedachte, die ik u hier wil mededeelen.
Iu een zekere stad van Azic bevond zich een lamme en een blinde. Do
lamme beklaagde zich dat hij niet loopen kon uit gebrek aau beeuen, en de
blinde beklaagde zich dat hij niet gaan kon uit gemis aan oogen. Welnu
zegt de lamme.- ons beiden ontbreekt iets, maar zoo wij elkauder wederkee-
rig helpen zijn wij ook beiden uit den brand. Neem mij op uwe schouders
dan zal ik voor u zien en dan kunt gij voor mij loopen.
Zoo gezegd zoo gedaan, de lamme klimt op de schouders van den blinde
eu bestuurt, terwijl de blinde loopt. Beiden waren gered.
Die fabel hebben nu de liceren van Zuylen en Mij er in toepassing gebragt.
Na de aftreding van het ministerie van de Putte wenschte de graaf van
Zuylen aau het hoofd tc komen van het departement van Buiteulaudsche
Zaken, doch dat ging niet zoo laug hij geen minister van Koloniën had, om
hem ter zijde tc staan. Daarom wendde hij zich tot vriend Mijcr, die echter
een inkomen van ƒ12000 te gering vond en liever wenschte gouverneur-
generaal van Neêrlandsch Indië te worden.
De heer vau Zuylen was dus in de positie van den lamme, die zich al
leen niet helpen kon. Er moest toen een blinde gevonden worden.
Welnu zegt graaf van Zuylen tot Mr. P. Mijer Maak mij minister van
Buitenlandsche Zakenneem gij de portefeuille van Koloniën en verdedig
de Indische begrooting, dan doe ik u later tot gouverneur-generaal benoemen.
Opperbest zeide Mr. P. Meijer. „Passez moi la moutarde jo te passera!
Ie sóué. En de blinde was gevonden.
Zoo werd graaf van Zuylen minister van Buitenlandsche Zaken en zóó
werd Mr. 1'. Mijer gouverneur-generaal van Necrlandsch-Iudië, maar zóó
wordt ook met 's lauds hoogste belangen gehandeldom niet te zeggen ge
speeld eu geknoeid. Waar moet dat heen?
Uw bestendige lezer
X.
Correspondentie.
Het stuk vau M. Z. onder den titelWie van beiden moet op 30 Octo
ber herkozen worden" zal ter geschikter tijde worden opgenomen.
Van 4 11 October 1866.
ONDERTROUWD Jan Roeper, arbeider, 26 j. eu Johanna Helena
Nieuwenhuizen, 25 j. Jan de Waard, zeeman, 26 j., wonende te Amster
dam cu Wilhelmina Dito, 26 j.
GEHUWD Geene.
GEBORENSimon, z. vau Pieter Jacobsz. Plaatsman en Grietje Slot.
Cornelia Anna, d. van Tijs Mz. Zijm en Neeltje Rcij. Marretje, d. van
Kasse Zegel en Jannetje Kooger. Martje, d. van Cornelis Kuip en Mar
retje Witte. Willem, z van Jan List en Jaantje Hol. Cornelius Pie
ter, z. vau Johannes Gcrardus Moojen en Antje Keijzer.
OVERLEDENAntje Dijker 61 j. weduwe van Anthouie Smeets.
Jannetje Dijt 43 j., d. van Reijer Dijt en Trijntje Zijm, (beide overleden.)
MARKTBERIGTEN.
SCHAGEN 11 October.
8 Paarden f 24 h 150. 5 Stieren f 80 a 110. 16 Magere Gelde Koeijen
f80 b. 105. 42 Vette Gelde Koeijen f160 h 220. 8 Kalf koeyen
f150 a 200. 9 Vaarscn f 90 a 110. 8 Graskalveren f35 A 60. 8 Nuchi.
Kalveren f 6 a 9. 6 Engelscho Rammen f25 a 60. 185 Magere Schapen
f 11 a 20. 643 Vette Schapen f 20 A 28. 93 Lammeren f 13 a 18. 8
Bokken en Geiten fl u 1.50 14 Magere Varkens f 12 a 23. 2 Vette
f 50. 76 Biggen f5 8.50. Konijnen 10 a 60 ct. Kippen 45 tl 140
ct. Eenden 35 a 45 ct. Duiven 10 a 20 et. Boter 85 'ct. per kop of
f 1.13 per Ned. Kaas 27^ a 45 ct. per Ned. Kip-Eijeren f2.80
per 100 stuks. Eend-Eijeren weinig aangevoerd.
PU11MERENDE ^9 October.
Kleine Graskaas tot half 2 ure f 31.Middelbare f Groote
voorraad, slepeude en aan den prijs verkocht. Aangevoerd 203 stapels Kleine
Kaas, 18 Middelbare. Boter van fl.10 tot 1.22£ per Ned. tg. Gemiddeld
fl.17^ per Ned. fg. Aangevoerd 210 Runderen. Vette Koeijen waren
niet zoo ferm to plaatsen en werden over het geheel lager verkocht. Gelde-
koeijen door do lago vetprijzen niet zoo "vlug to verkoopen. Melkkocijen
wcing aangevoerd en door de ferme kaasprijzen nog al gewild. Tijd-Kalf-
koeijen zijn even als de vorige weken zeer gezocht. 27 Paarden. 67 Vette