edele pogingen tot verlichting van het lot der behoeftige
natuurgenooien.
Mogt in den loop van het ophanden zijnde saizoen dit
gezelschap andermaal eene dergelijke poging willen onder
nemen, wij twijfelen geenszins of de ondersteuning en deel
neming van de zijde van het publiek zal niet verminderen.
Wij kunnen thans met genoegen vermelden dat de
werkzaamheden aan het nieuwe drooge dok in 1857 aan
gevangen, zoo verre geindigd zijn, dat men bezig is met
het wegsloopen der dokbrug, zoo dat men dit werk bijna als
geheel afgedaan kan beschouwen.
IIet nieuwe dok ziet er colossaai uit- Men is reeds begonnen
aan de belangrijke reparatie van het stoomfregat liverlsen
hetwelk voor eenigen tijd geleden ter beproeving daarin ge
plaatst is.
Yan het oude dok kunnen wij aangaande de onrustba
rende bcrigten vermelden, dat bij het verlaten van Z. M.
stoomschip Djambi, daarin met goed gevolg is opgenomen
Z. M. stoombatterij de Ruiter, zonder er eenige verandering
in te ontdekken.
Alhier zijn geëmbarkeerd aan boord van het brikschip
Zeester, een detachement kolonialen, sterk 20 man, onder
bevel van den onder-officier A.D. R. van Kesteren, welke met
de eerste geschikte gelegenheid naar Curapao zal vertrekken.
Men wil dat de nieuwe zitting van de Staten-Gene-
raal, den 19° dezer, niet in persoon door Z. M. den Koning,
maar door eene commissie van Zijnentwege zal worden geopend.
Dn regering zou het voornemen hebben geene krediet-
wetteu aan de Staten-Gcneraal aan te bieden, maar de in de
geslotene zitting ingediende begrootingswetten voor 1867
aan het onderzoek van de Kamers te onderwerpen.
Volgens de met de jongste mail uit de kolonie Su
riname ontvangen berigten, kan de aldaar geheerscht hebbende
epidemie van gele koorts als geweken worden beschouwd en
is de gezondheidstoestand over het algemeen vrij gunstig
Op de groote najaars-koemarkt te Hoorn van Zondag
en Maandag jl., zijn ruim 7000 stuks vee aangevoerd. De
handel was vlug, zoo dat de beste kwaliteit tegen hooge
prijzen verkocht werd.
Vele dagbladen bevatten het volgende berigt uit Weenen:
h De onderhandelingen met den heer van Bosse over het plan
om dien staatsman te belasten met het beheer der Oostenrijksche
finantieu, zijn niet, zoo als sommigen meenden, afgesprongen,
doch slechts tijdelijk afgebroken door de afwezigheid des keizers.
Men beweertdat genoemde Hollandsche financier nog altijd
eene regeling der Oostenrijksche finantieu voor mogelijk houdt
doch onder voorwaarde, dat alom in het keizerlijk gebied
de constitutie worde hersteld, en het leger gebragt worde
•op een sterk gereduceerdeu voet van vrede."
Maandag avond 10 unr toen de waker in de zoutzie
derij der bh. Dros en Gebr. Tieleman te Leiden wilde gaan,
bemerkte hij dieven in de fabriek hij ging naar het huis van
den heer Dros, die door zijn tuin in de fabriek kon komen; deze
kwam met een knecht in de fabriekde drie dieven gingen nu
op de vlugt, de een die den weg niet kende, viel; een slag
van den knecht ontvangende, sloeg hij den heer Dros de
lantaarn uit de baud bragt dezen eene wonde toe en ontkwam
door het raam. De buurt was echter in alarm, doordien de
dief zelf riep: houdt den dief; bebloed en geheel gehavend
werd hij aangehouden en weldra door de politie als een ge
vaarlijke gaauwdief, Izaak Koster herkend die vroeger gezeten,
ook uit de gevangenis was ontsnapt. Van 't kantoor was
ongeveer f 100 gestolen; men vond onder de werktuigen der
dieven ook een slagersmes. Dc beide andere dieven, die
bekenden schenen, zijn nog niet gevat.
Den 25sten November zullen de Fransche troepen be
ginnen met Home te ontruimen Het bevel is gegeven om
dien dag de militairen te Civita Veechia te concentreren,
waar de troepen voor een gedeelte in de kazerne zullen wor
den gelegd of in de omliggende gemeenten ingekwartierd,
tot dat zij naar Frankrijk vertrekken. Waarschijnlijk zal dit
bij drie transporten plaats hebben: den 30sten November,
den Ssten December en den 15 December. Officieel is echter
nog niets bekend.
Dezer dagen overleed te Philadelphiade heer Char
les Alexander, de oudste dagbladuitgever in dc Verecnigde
Staten. Als jongeling kocht hij de oude drukkerijper
sen en letters, die den beroemden boekdrukker Benjamin
Franklin hadden toebehoord waarmede hij zijne zaken begon.
De Nexo-York Times vertelt in allen ernst, dat de
beer Sidney E. Morse van New-York een octrooi vooreen
nieuw natuurkundig werktuig heeft aangevraagd, dat hij
«bathometer" noemt. Het dient om de diepte der zee te
peilen. Men werpt het met zijn toestel overboord, waar de
Oceaan mijlen diep is. Het gaat met de snelheid van een
pijl naar beneden en zoodra het den bodcin heeft bereikt
schiet het weer even snel naar de oppervlakte des waters.
Men haalt het op, en vindt de ware diepte van het water,
waar het den bodem heeft aangeraakt zoo duidelijk op de
schaal van den bathometer aangewezen als de warmte gra-
pen op een gewonen thermometer.
3[n0E5Dni3En.
De Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders.
Mijnheer de Redacteur
Ia een vorig nummer Uwer Courant komt de vraag voor of het gehan
deld is overeenkomstig de bepalingen der kieswet, als de burgemeester van
een onderkiesdistrict de stembus naar het hoofdkiesdistrict overbrengt in
gezelschap van zijn rijksveldwachter.
Ik geloof zulks niet, tenzij bij onze Schager naburen de rijks-veldwachter
lid is van den gemeenteraad, hetgeen, naar ik meen, nergens verboden is.
Maar waarom zou de burgemeester van Schagcn zich storen aan de kieswet
als de minister van Biuuenlaudsche Zaken dit niet doet Laat de kieswet
toe het toezenden van proclamaticn te gelijk met de stembilletten Waar
staat dat geschreveu En dit is toch geschied. Laat ons dus den Schager
burgemeester niet te hard vallen over eene vergissing op een oogenblik dat
er zoo vele vergissingen plaats grepen. Het stembureau te Alkmaar vergiste
zich wel met honderd stemmen ten nadeele van den heer van der Kaaij
en, vergis ik mij niet, dau vergiste zich ook een ander burgemeester, die
tegen het uitdrukkelijk gegeven bevel, bij eenige zijner ondergeschikten rond
liep om stemmen te werven voor de heeren Foreest en 'sJacob. Wat al
vergissingen hebben er in de laatste dagen niet plaats gegrepen, en velen
zullen zich zeker vergissen als ze meeuen huu doel bereikt te hebben door
zich optewerpen als stemwervers voor het ministerie. Och, de ministers zijn
zoo ondankbaar, ze belooneu zoo slecht bewezen diensten als het gevaar ge
weken en het doel bereikt is.
Die stemwervers voor het Ministerie zullen zeker eene groote voldoening
smaken; dat is stellig. Beloond zullen ze worden, dat is buiten twijfel.
Immers alle goede daden worden beloonddoor het geweten!! Op
andere belooniug moeten zij niet rekenen of zc vergissen zich zeer.
Een geabonneerde. R. X.
PS. Zouden A. of G. ook getracht hebben zich populair te maken, om
later ter beloouing van hnnne, „den laude bewezen diensten" lid te worden
van den gemeenteraad Dau vergissen zij zich weer. Denk aan de spreuk:
Als twee honden vechten om een been,
Loopt een derde er mee heen.
Dit is nu wel niet zeer beleefd maar het is bij uitstek toepasselijk.
Helder 13 November 1866.
Mijnheer de Redacteur!
De ontbinding der Tweede Kamer zal, hoe de herstemmingen vnn
hedcu ook mogen uitvallen, altijd een vlek blijven werpeu op het bestuur -
van het Ministerie van Zuylen-Schimmelpenniuck, voornamelijk wanncer'la-
tcr de aauleidende oorzaak daarvan meer kalm en bedaard zal zijn nage-
gaan dau zulks gedurende den heftigen-verkiezings-strijd is geschied. Mogt
ook het ministerie bij de herstemming eenige stemmen winnen, ja zelfs mogt
het door volksmisleiding en volksopruijing voorloopig eene kleine meerder
heid kunnen verkrijgen, zoodat het, door het volgen eener laverende politiek,
door transigeren met alle partijen, zich een korten tijd kan staande houden,
de reden waarom de Regering de Kamer heelt ontbonden, blijft daarom niet
minder een bewijs harer politieke inmoraliteit, en is daarom niet minder
ten hoogste afkeuringswaardig.
Indien de herstemmingen van hedeu naar wensch der Regering afloopen,
indien in alle districten conservatieve candidaten gekozen worden (hetgeen
echter zonder twijfel niet gebeureu zal) zal er in geen geval eene bepaalde
ïjieprderheid gevormd zijn om het ministerie het regeren mogelijk te maken.
Het aantal der liberalen zal als dau ongeveer met dat der conservatieven
gelijk staan, zoo dat het lot der Regering zal afhangen van de vraag of ze
zal willen toegeven aan den meer en meer dringend wordeude eisch van
anti-revolutionairen en ultramontaneu tot herziening der onderwijs wet. Men
weet het dat de heer Groeu van die quaesiie zijne aanbeveling der conser
vatieve kaudidatcu heeft alhankelijk gemaakt, en dat ook enkelen, uit yrees
niet herkozen te worden, hunne toestemming tot die herziening gegeven hebben.
Wordeu echter heden bij de herstemmingen liberalen herkozen, dan is
het lot der Regering beslist. Dau zal ze moeten wijken voor den uitgedruk-
ten wil der meerderheid, die geen ministerie begeert dat alles opoffert aan
het behoud der ministeriele portefeuilles.
In geen geval zit dus het ministerie op rozen en het is eene uitgemaakte
zaak dat, in welke bogteu het zich wringen moge, welke conciliante politiek
het volgeu moge, het zich nooit op den duur zal kunnen staande houden.
Één enkele wet tegen den zin der Katholyken en het valt door eene combinatie
van liberalen en Katholyken; ééne enkele wet tegen den zin der anti-revo
lutionairen en het wijkt voor de vereeniging der liberalen eu anti-revolu
tionairen. Waar is dau nu dG bestendiging van rigting in de koninklijke
proclamatie bedoeld? Waardoor is nu het regeren mogelijk gemaakt?
Door niets. Slechte afloop eener kwade zaak.
Gewoonlijk echter wordt er uit elk kwaad ook iets goeds geboren, en dit
hier aan te toonen is dc bedoeling van mijn schrijven; het is volstrekt mijn
plan niet op den afloop der herstemmingen vooruit te loopen. Door boven
staande regelen heb ik slechts ter loops willen constateren, dat het doel dooi
de Regering met de Kamerontbinding beoogd, in geen geval is of zal worden
bereikt.
Ik hoor u, M. d. R., met eenige verwondering vragen: Waarin bestaat
„dat goeds".
Reeds even voorde verkiezingen van Junijjl., deed ik in uw geacht blad
van Zaturdag 9 dier maand, No. 525, opmerken hoe weinig opwekking tot
het politiek leveu er in onze gemeente bestoud; hoe laag wij stonden in po
litieke outw ikkeling en hoe onverschillig onze gemeentenaren waren ook daar
waar hot de gewigtigste staatkundige belangen goldt.
Daarom is nu ontegenzeggelijk eeuige verandering gekomen, want terwijl
bij de stemming van 12 Juuij slechts 178 kiezers bij de stembus verschenen,
hebben bij de verkiezingen van 30 October jl. reeds 282 kiezers aan de
stemming deelgenomen. Doch dit niet alleen. Ineen betrekkelijk korten tijd
hebben zich hier verschillende kiesvereenigingen gevormd (althans voor het
oogenblik), liberale, conservatieve, ja zelfs anti-revolutionaire vereenigingen;
er werd eene soort meetings belegd, caudidaturen w erden besproken en weer
sproken, stroobillettcn tot aanbeveling van candidaten werden verspreid, enz.,
enz. In e'e'n woord, alles wijst op eene meerdere opwekking tot deelneming
aan het politiek leven.
Nu wil ik daarom niet beweren dat die beweging juist getuigt voor het
goed oordeel der kiezers, verre van daar. Men heeft wonderlijke dingen zien
geschieden, die meer zouden pleiten voor het tegendeel. Zoo zag men b. v.
een Israëliet optreden als lid van het bestuur eener bij uitstek reactionaire
kiesvereeniging en zich alzoo aansluiten bij hen die zijne twee eenige ge-
loofsgenooten uit de Kamer wenschten te weren, en van wie men stellig
voor de Israëlieten niet veel te verwachten heeft; men hoorde liberale pro
gramma's ontwikkelen en later als over zoo veel stoutheid verschrikt
terugnemen men zag enfin men zag en hoorde zoo veel, doch dit
ligt nog te versch in het geheugen om heriunering te behoeveu. Maar
en dit is het voornaamste men zag eenig politiek leven, eenige meerdere
belaugstclling in de politieke aangelegenheden.
Zal nu echter die opwekking terstond weer verdwijnen of wel zal ze
duurzaam zijn Zal alles weer, als de herstemmingen zijn afgeloopeu, tot
zijne gcwouc slaperige onverschilligheid lerugkceren, dan wel zal die mo-