aankomt en zijn leven lief heeft raden wij ten sterkste aan, zichcoute que coutete werpen in de armen van den eersten den besten huurkoetsier; zonder dat loopt hij groot ge vaar, langs den afgelegen, slecht onderhouden en niet ver lichten weg zoo niet den hals dan toch de beenen te bre ken'of in het water zijne gezondheid te verliezen. Gisteren avond is er weder een ongeval gebeurd dat ve len toch zal aansporen mijn raad te volgen. Een militair die met verlof zijne familie ging bezoeken had hier bijua het leven gelaten. Het regte pad in de Alkmaarsche duisternis niet kunnende vinden liep hij tot den hals toe te water. Ware hij minder vlug geweest, zijne familie had hem nimmer teruggezien, daar zich niemand in zijne nabijheid bevond, die redding had kunnen aanbrengen. Indien onze gemeente te arm is om voor de veiligheid van personen en goederen te zorgendan wilden wij voorstellen om van iederen reiziger een paar centen tolgeld te heffen. Niemand zal er tegen zijn, indien hij, voor dergelijke aalmoes, aan het oude Alkemade geschonken, zijn leven kan verzekeren. In de Nieuwe Ulrechtsche Ct. leest men een artikel getiteld //Het steeds protesterende Dagblad van 's Gravenhage, waarin o. a. voorkomt: Nog uit een anderen hoek schijnt de wind te waaien. Thorbecke is weer de zondenbok. Deze is het, die weer alles bederft, weer alles tegenhoudt, ook de nieuwe conser vatieve leden met het heele ministerie biologeert enz. enz., al te maal praatjes, die nu toch eens eindelijk moesten ophouden. Suikerde natie begint hoe langer zoo meer in te zien suiker, dat is eigenlijk de geheele quaestie der echte, pri mitieve Dagblad-\)&vt\]en aan dergelijke richting moeteen einde komen. Moeten we daarvoor onophoudelijk tegen el kander in het harnas gejaagd worden Het Dagblad is een geldspeculat iewaarin veel lieden aanzienlijke aandeelen hebben, en aan een particuliere onderneming worden nu de dierbaarste belangen van het Vaderland opgeofferd. De natie moet daar een einde aan maken. De Nieuwe Goesche Courant verwekt medelijden, en die lieden schrijven nog uit een zeker soort van beginsel, dat ze evenwel niet goed begrijpenmaar de Dagblad-mannen schrijven alleen voor dat lieve beginsel geld. De onder-Koning van Egypte geeft zijn volk eene con stitutie, en wij dwazen en versleten Hollanders zouden ons de onze door enkele speculanten laten ontnemen? Bespotte- ljJk! Maar 't is wel een opmerkelijk feit, dat onze Koning den onder-Koning van Egypte het Grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw heeft geschonken. Kon Z. M. aan het Nederlandsche volk wel een beter bewijs geven, dat ook hij een voorstander is der constitutioueele regering? Wie zou 't- van een Oranje ook anders verwachten Laat daarom de mannen van het Dagblad maar praten en laat ons fiks pal staan voor onze rechten. Te Hoorn is een nieuw en zeer doelmatig ingerigt ziekenhuis geopend. Daardoor is in een grootc behoefte voorzien, daar de armen in meer dan 25 jaar geen toe- vlugtsoord in tijden van ziekte hadden. Men heeft de zoo nuttige stichting vooral te danken aan de ijverige bemoei- jingeu van den vorigen burgemeester, wijlen jhr. mr. P. van Akerlaken. Bij de door den Minister van Oorlog ontwikkelde meening betreffende verbeteringen in ons fortificatie-stelsel, leest men aangaande de Amsterdamsche linie en de Stelling Ilelder-Texel liet volgende Een verdedigingswerk aan de Noorderhaven van het ka naal door Holland op zijn smalst en verdere werken tot verdediging van Amsterdam (ook door de Commissie voor de Kustverdediging voorgesteld) is zeer noodig en zal te zijner tijd moeten worden ontworpen en daargesteld. Intusschen zullen tot het in tijdelijken staat van verdedi ging brengen der Amsterdamsche linie (allereerst het opma ken en arineren der kustbatterijen bij DurgerdamImmetjes- horn en aan den Paardenboek en het verbeteren der werken tot verdediging der accessen aan de landzijde) eerlang aan de Vertegenwoordiging eenige gelden buitengewoon worden aangevraagd. Amsterdam het hoofd-etablissement onzer marine wor dende, zal derhalve daar een aanzienlijke voorraad materi alen en uitrustingsgoederen aanwezig zijn. Ook uit dien hoofde moet de positie van Amsterdam tot eene krachtige verdediging worden ingerigt. Aan stelling Helder-Texel wordt altijd wel groot gewigt toegekenddoch zij heeft niet meer dat alles overwegend behing van vroeger en men acht het ongeradenaan die stelling zulke aanzienlijke sommen, als de bouw van al de door de Commissie voor de Kustverdediging voorgestelde torens zouden vorderenten koste te leggenen zulks vooral met het oog op den aanleg der nieuwe waterwegen van Amsterdam en llotterdam naar zee, wier Noorderzeehaven- monden eene doelmatiger en veiliger ligplaats voor onze vloot zullen opleveren dan nu de reede van Texel is. Men meent zich dus vooreerst te moeten bepalen bij den bouw van een toren op de Harssens, ten einde den haven mond van liet Nieuwcdicp te verdedigende buitcndoecring van den Helderschen zeedijk te bestrijken en den vijand de nadering daarvan te bemoeijelijkenzullende het echter na dere overweging verdienenof ook de reeds zoo dikwerf be sproken toren of het fort op de Hors niet noodzakelijk zijn ten einde den vijand de nadering tot de Texelsche reede van waar hij het maritiem etablissement van het Nieuwe- diep zou kunnen in brand schieten zooveel doenlijk te be moeijelijken. Noodig zijn: het geven van meerdere stormvrijheid aan de kustbatterij van het fort Kijkduin en aan de batterijen op den Helderschen zeedijkalsmede van eene betere bestrijking der buiten- glooijing van dien dijk; het maken van een defensief gebouw in de keel van de Oostbatterij tevens dienende om de binnendocering van en het terrein achter den zeedijk zooveel mogelijk te bestrijken. Het moet tevens tot refuge strekken voor de troepenbelast met de bewaking van dien dijk en van de daarop aange legde batterijen, in geval van nachtelijken overval, door eene landing met sloepen ondernomen; het daarstellen van een defensief gebouw tot verblijf der bezetting in batterij Kaaphoofd het maken eener traverse in het fort Erfprins tot bevei liging van het bomvrij hospitaal tegen het vuur der schepen de verbetering van het fort Dirks Admiraal door vereen voudiging der buitenwerkenen het maken van een defen sief gebouw tot gedekt verblijf der troepen en tot betere be strijking der gemeenschapslinie eene wijziging der linie tusschen Dirks Admiraal en Erf prins en uitdieping der liniegracht; herstellingen aan het defensief gebouw in het fort West oever, dat voorziening vordert. HAAGSCHE CORRESPONDENTIE. 's Hage, 6 December, Er is hier volslagen gebrek aan politiek nieuws, en de regen die hier reeds sedert weken aanhoudend valt, heeft mij zelfs verhinderd de woqderen in oogenschouw te nemen die de Heilige Nicolaas gisteren avond en heden in onze vorstelijke residentie heeft tentoongesteld en waarop ik anders uwe lezers, bij gebrek aan beter, zou onthaald hebben. In den regel is er in dezen tijd van het jaar politiek nieuws in overvloed, doch dank de maatregelen van de H. H. van Zuylen-Borret-Heemskerkzal de behandeling der begrooting over 1867 eerst na den aanvang van dat jaar kunnen plaats grijpeneene onregelmatigheid in constitutionele staten zelden of nooit vertoond. Ondertussclien houdt de Kamer zich in de afdeelingen on afgebroken bezig met het onderzoek der aangebodene wets ontwerpen. Daaronder is er eentot verkoop van een rijks tolhuis met omliggenden rijksgrond aan uwe gemeente. Uit het verslag door de Kamer over dit ontwerp uitgebragtzou blijken; »dathet belang der gemeente door dien verkoop meer zou bevorderd worden dan dat van den Staat"; er werd ge vraagd of het nieuwe tolhuis dat de Staat zal moeten aan leggen, niet meer zal kosten dan de f2400 die de Staat ont vangt en men wenscht te weten tegen welk bedrag de bouwvan het nieuwe tolhuis is aanbesteed. Ik maak hiervan alleen melding, omdat het uwe gemeente betreft. Het antwoord op gemelde vragen zal weldra blijken uit de beantwoording der Regering; het wetsontwerp zal als dan spoedig in behandeling komen. De minister van Oorlog heeft wijders zijne voornemens be kend gemaakt, nopens de verbetering van het defensie-stelsel. Daarin behoudt den Helder eene voorname plaats. Overigens zijn nog in het licht verschenen de verslagen der Kamer over het pensioen-fonds voor ambtenaren en den accijns op hetj geslagt. Morgen ten elf ure zullen verschillende wetsontwerpen, meerendeels van ondergeschikt belang worden behandeld, als mede het voorstel tot het verleenen van een voorschot van Staatswege aan de maatschappij tot exploitatie der Staats spoorwegen. Ik schreef reeds hierboven dat de behandeling der be grooting is verschoven tot na nieuwe jaar. Dit geschiedt op voorstel der centrale sectie der Kamerniettegenstaande het Dagblad de Regering aanspoorde zich daartegen te ver zetten. De reden hiervan is duidelijk. Er zijn twee tijdperken in het jaar waarin het politiek beleid der Regering bepaaldelijk besproken wordt, nl. bij het adres van antwoord op de Troonrede en bij de algemee- ne beraadslaging over de begrooting. Daar de tegenwoordige zitting niet door den KoniDg in persoon, maar door de ministers van Justitie en Binnenl. Za ken werd geopend, werd zeer handig de discussie over een adres van antwoord vermedengelukte het nu de Regering eerst tegen het einde van deze maand de begrooting in open bare behandeling te brengen (en dat was zeer gemakkelijk te doen) dan konden bij het korte tijdsverloop dat de Kamer vóór 1 Januarij overschoot, de algemeene belangen slechts ter loops worden aangeroerd, en de politiek der Regering zou maar slechts even ter sprake kunnen gebragt worden. Dit te bereiken was het doel van het Dagbladdoch liefc is door de Kamer verijdeld. Wij mogen thans ernstige en gewigtige debatten te gemoet zien, niet alleen over de politieke gedragslijn der Regering maar ook bepaaldelijk over het bestuur onzer buitenlandsche betrekkingenen over de plannen betreffende de hervorming van onze marine en het leger. Eenige dagen meldde de Tijd dat een der kamer-leden die voor de motie Keuchenius gestemd hadvoornemens was di£ questie wederom ter sprake te brengen. Ware de Kamer door den Koning geopend, dan zou dit zeker geschied zijn,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2