pogingen tot redding nutteloos bleven. Het lijk zelfs heeft men niet terug kunnen vinden. Het etat-majoor van Zr. Ms. transportschip Heldin is als volgt: Kapitein luitenant ter zee G. Lambert, kommandant; luitenant ter zee le kl. J.Spanjaard, le officier; luitenants ter zee 2° kl. D. G. E. Wolterbeek Muller, J. T. F. Bruijn, J. C. A. Wissel, O. G. A. J. Moreau P. E. J. Winkelman adelborsten lc kl. C. Vreede, J. H. Mijer, H. J. F. Miran- dolle 1'. J- V. Wierdsma, H. van den Pauvert, I,. Voute officier van gezondheid le kl. M. J. Cijfveerofficier van administratie 2e kl. I. A. Lagaaijofficier van adtn. 3e kl. C. A. E. Masman en adjunct-administrateur J. C. Coeland. Wij hebben, om ons van de deugdzaamheid te over tuigen dezer dagen gebruik gemaakt van de "Encre Nou velle," die bij den boekhandelaar L. A. Laurey verkrijgbaar is. Deze keurige inkt bezit de eigenschap van goed uit de pen te vloeijen, hij is dadelijk zwart droogt snel en blijft zijne prachtige kleur behouden. Hij die zich gaarne van goede inkt bediend neme deze voortreffelijke soort, betere bestaat er stellig niet. Bij resolutie van Z. E. den Minister van Finantiën dd. 1 Dec. jl. N°. 73, zijn bij de ambulante recherche te water in de eerste afdeeling. 1°. Wegens verregaand wangedrag ontslagenden sloep- roeijer C. de Jong, benevens de scheepsjongen T. Dubois, en 2°. Bevorderd tot sloeproeijer A. Kuiper, thans rijks matroos 1" klasse, tot rijks matroos le klasse F. Loonstra, thans 2° rijksmatroos, tot rijksmatroos 2e klasse W. L. Kuiper, thans scheepsjongen en tot scheepsjongen K. Jaring, thans particulier matroos. Uit de opgaven in de Staats-Courant betreffende den veetyphus in de provincie Noord-Holland over de week van 25 November 1 December blijkt, dat er in die week zijn aangestast 483, aan de ziekte gestorven 13, afgemaakt 447, hersteld 8 en aan het einde der weck nog ziek 15 runderen, terwijl er sedert het begin der veeziekte in het geheel zijn aangetast 3375, aan de ziekte gestorven 658, afgemaakt 1983, hersteld 769. Van het stedelijk bestuur van Vlissingen is een adres uitgegaan aan den Minister van Oorlog, houdende verzoek ombij mogelijke garnizoensverwisselingen en verminderin gen deze reeds zoo lijdende stadgebukt onder zoovele lasten en finantiëlen noodte sparen voor vermindering van garnizoen. Voorts is in den gemeenteraad een antwoord ingekomen van den minister van marine, dat de opheffing der marine werf vooralsnog geene besliste zaak is. Bij eventuëele op heffing zal het verlangen van den gemeenteraadom het instituut tot opleiding van adelborsten van Willemsoord naar Vlissingen te doen overbrengen, in overweging worden genomen. Men leest in een brief aan den Groninger Courant. liet verslag der commissie van rapporteurs over hoofdstuk 1 der Staatsbegrooting van welke commissie de heer Thor- becke president is, mag in het begin der volgende week te gemoet gezien worden. Dit verslag bevat de algemeene po litieke beschouwingen en resumeert al wat in de sectien ge sproken is over den staatkundigen toestand. Het spreekt van zelf, dat daarin het oordeel over de houding der regering en het conflict met de vorige Kamer, over de benoeming van den heer Mijer, over het bestaande rapport der Mi nisters collectief aan den Koning, over het gebeurde met de proclamatie, over de openingsrede, enz. eene zeer breede plaats beslaan. In datopzigtzal het verslag hoogst belangrijk zijn. Wat wij reeds in een vorigen brief verzekerden, dat namelijk de handelingen van dit Kabinet ook bij vele con servatieven strenge afkeuring vindenzal men in dat verslag volkomen bevestigd vinden. De debatten in de afdeelinge.n hebben overigens op nieuw in het licht gesteld, uit hoe heterogene bestanddeelen de zoogenaamde conservatieve partij bestaat en hoe er onder die partij velen zijn die in milden opvatting van de grondwettige beginselen eu in vrijzinnigen geest niet onder doen voor de liberalen. De berigten uit Oost-Tndie loopen tot den 29 Oct. Onlangs deelden wij reeds mede, dat de aanhoudende diefstallen en inbraken te Samarang gepleegd, de ingezetenen aldaar gedwongen haddenter beveiliging van personen en goederen een commissie uit hun midden te benoemen, die het eer.ige middeldat de omstandigheden als uitvoerbaar aanwezen, te baat nam, namelijk den nacht onophoudelijk rondom de pakhuizen en erven te patrouilleeren, om de dieven te beletten, hun ambacht uit te oefenen. Het bestuur te Samarang, wel verre van dankbaar te zijn voor deze kostbare hulp der ambtelooze ingezetenen, die toch aanspraak hebben op kostelooze bescherming van personen en goederen heeft daarin een aanval gezien op zijn autoriteit en bevoegdheid en niet alleen de wachters gearresteerd en met strenge straffen bedreigdzoo zij de ingezetenen verder als wakers diendenmaar ook de com missarissen voor het residentie-geregt gedaagd, en naar wij vernemen, tot 8 en 5 dagen gevangenisstraf resp. veroordeeld. Dit incident is allertreurigt, want het bewijst op nieuw, welke verkeerde denkdeelden sommige ambtenaren hebben van hun magt en welke middelen zij bezigenom huu ver meenden autoriteit staande te houden zonder er evenwel aan te denkende wezenlijke verpligtingen na te komendie krachtens hun ambt op hen rusten. Wij vernemen dat Zr. Ms. stoomschepen Monlrado en Haarlemmermeer eerstdaags koers zullen zetten naar Straat Sepoedie ter opsporing van zeeroovers en dat het Metalen Kruis spoedig naar Nederland zal vertrekken. Het Het Nieuw Bataviaasch Handelsblad behelst het volgende "Men herinnert zich het vergaan door brand van het Engelsche koelieschip Jeddobestemd van Amoy naar De- merary, bij de kust van Java. Na een te Singapore ge houden onderzoek werden de gezagvoerder en de geneesheer van dat schip grooten lof waardig gekeurd wegens hun moedig gedrag tijdens het ongeval. Het is nu echter, uit een door den geneesheer op zijn sterfbed afgelegde beken tenis geblekendat de koelies aan boord van dat schip allerschandelijkst waren behandeld dat hun stinkend water te drinken gegeven werd, waardoor bij velen typhus pnt- stond en sommigen zich uit wanhoop over boord wierpen; dat de gezagvoerder, op het vermoeden dat onder de koelies een opstand werd beraamd vijftien hunner mét zoo on- menschelijke gestrengheid deed geeselen, dat vijf daarvan onder of ten gevolge dier marteling bezwekendat de ove rigen tot het uiterste gedreven, het schip in brand hebben gestokenen dat de gezagvoerder de noodigste voorzorgen heeft verzuimd om menschenlevens te redden, waardoor dan ook ongeveer 200 Chinezen iu de vlammen of in de golven omgekomen zijn. De kapitein is thans in Engeland in staat van beschuldiging gesteld. Het wordt hoog tijd dat aan dezen afschuwelijken meuschenhandeldie welligt erger dan slavenhandel is, een einde kome. Onze Ilaagsche Correspondent schrijft ons van 10 dezer Er is weder in onze residentie volstrekt geen politiek nieuwsdaar de onderwerpen in de laatste zittingen der Tweede Kamer behandeld, voor uwe lezers zonder eenig belang zijn. Daarin is o. ana korte discussieaangenomen het voorstel der regering om millioen te leenen aan de maatschappij tot exploitatie der Staats-spoorwegen eveneens is aangenomen het voorstel tot verkoop van een rijks-tolhuis met omliggenden grond aan uwe gemeente (met algemeene stemmen op e'éne na.) Het is nog niet beslist wanneer de begrooting in behan deling zal komen. Bij het snel vorderen van het onderzoek in de afdeelingen zou het mij niet verwonderendat zulks (althans van eenige hoofdstukken) nogvdór Januarij geschie den zal. De zaak zelve is echter van weinig belang daar toch in geen geval de Eerste Kamer zich er vóór nieuwe jaar mee zal kunnen bezig houden. Voor eene grondige discussie is het te wenschen dat het onderzoek met de be- noodigde tijdsruimte plaats grijpe, hetgeen niet het geval zou zijn zoo de begrooting in haar geheel voor dien tijd zou worden afgedaan. Het zal u bekend zijndat er op nieuw bezwaren zijn gerezen tusschen ons kabinet en dat van Brussel over de questie van de afdamming der Ooster-schelde, en dat Belgie de arbitrage van Frankrijk, Engeland en Pruisen daarover heeft ingeroepen. Onze Regering schijnt echter aan het ver langen van het Belgische "gouvernement niet te zullen toege ven hetgeen haar ook, na het voorgevallene bij de bekende motie van den heer Fokker, zeer bezwaarlijk zou vallen. Belgie verlangt een onderzoek door vreemde ingenieurs en dat zal toch wel niet worden toegelaten. Daar die questie in der tijd door onze Kamer met gesloten deuren is behan deld, kunnen wij niet juist omtrent het daar verhandelde zijn ingelicht, en moeten alles afleiden uit de aanneming van het amendement van den heer van Nieropwaarbij ons goed regt op het daarstellen der werken op de Ooster-Schelde, als onmiskenbaar werd aangenomen. Morgen ten half vier houdt de Kamer zitting over de be- grooting der gevangenissen, terwijl ze Donderdag ten elf ure zal overgaan tot het verkiezen van drie kandidaten voor de betrekking van Raadsheer in den Hoogen-Raad. Aan het gerucht door sommige oppositie bladen Verspreiddatmet voorbijgang der aanbeveling door dat regterlijk collegie op gemaakt de heer Geertsema als zoodanig zou worden be noemd, kan ik geen geloof slaan. WAT DE LIEFDE VERMAG. Op den morgen van den glorierijken intogt der als over winnaars terugkeerende troepen te Berlijnging een jong en zich zeer onderscheiden hebbende officier der kurassiers, zijne verloofde, een jonge dame aan het huis der koningin verbonden, een bezoek brengen. Haar minnaar frad in zijn volle uniform in haar salonmet den helm op het hoofd maar, naast zijne geliefde plaats nemendenam hij den helm af, en legde dien op een kleine tafel, die voor het vuur stonde Door een plotselinge beweging echter, wierp de jonge officier de tafel omver en de helm rolde in het vuur. Men hoorde"- een gil, en een uitroep van schrik. De gil was natuurlijk vrouwelijk, de uitroep van verslagenheid mannelijk; teweeg- gebragtdoor den paardenstaart van den helm vuur te zien vatten en in een oogenblik verbranden. Zich bij zijn regi ment te voegen en den Koning met een helm zonder paar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1866 | | pagina 2