Hieums- en
^Öoertentie--6fttÖ.
Jie 582.
Zesde Jaargang.
WOENSDAG
26 DECEMBER.
Officieel iKöeritc.
SCHOUWING VAN STOOKPLAATSEN
jfètct-officiëri gcücritc.
1TI B IT 1T S T IJ D 11T O E 1T.
1866.
ELDERSGHE COURANT.
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post 1.5 0
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S; Giltjes.
De prijs der A dvkrtkntikn van 14 regels is 40
Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdairs
middag 12 uur gelieve mende Adverteuticn intezendeu.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Ingevolge de gunstige resultaten
voor de armen, die de hier gebruikelijke
wijze van Nieuwjaarwcnschen in de laatste
jaren heeft opgeleverdzal het N°. van 1 Jannarij a. s.
weder beschikbaar gesteld worden tot liet opnemen eener
Saainiijst, van al diegenen, die hunnen WIEUW-
JAARSRKUliT opentlijk wenschen uit te brengen aan
Painilie, Vrienden, Bekenden, Begunstigers, enz.
Voor de plaatsing van iederen naam wordt gevraagd
50 centen, ten voordeele der armen van de verschil
lendegezindheden in deze gemeente, na aftrek van onkosten
ingeval die niet te vermijden zijn. [Drukloon wordt niet in
rekening gelragl.)
Na afloop zal de rekening en verantwoording der gelden
in dit blad worden opgenomen.
Exemplaren der Courant, waarin de Naamlijst voorkomt
zullen te bekomen zijn tegen betaling van 10 Centen,
mits vóór het afdrukken aan te vragen.
Men wordt beleefd verzocht vooral voor duidelijke opga
ven tc willen zorgen, en zich vroegtijdig franco té adres
seren aan den uitgever
t-*: jt-. tc JE ss -
Aan de Ingezetenen wordt keennis gegeven, dat, te beginnen op Vrijdag
den 28 dezei% door Brandmeesters een schouwing zal gehouden worden over
dc SCH00RSTEENEN, OVENS, VUURPLAATSEN, enz.
Ieder wordt uitgenoodigd die Ambtenaren in de gelegenheid te stellen om
zich te kunnen overtuigen, dat de Schoorsteenen behoorlijk geraagd en de
Stookplaatsen zóó zijn ingerigt, dat er geene vrees voor brand bestaat.
Helder, 22 December 1866.
Burgemeester en Wethouders der gemeente,
STAKMAN BOSSE Burgemeester.
L. VER HE Y Secretaris
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 25 December 1866.
Wij herinneren onze lezers aan de advertentiein ons
vorig nommer voorkomende, betreffende de Voorstelling die
op Vrijdag avond a. s. in het lokaal Tivoli zal plaats heb
ben. Wij veronderstellen een druk bezoek, omreden bij
Theater Voorstellingen immer de vreemdste en wonderbaar
lijkste zaken de meeste belangstelling, ook wel nieuwsgie
righeid, wekken. Een enkelen blik in het programma zal
u overtuigen dat men zeer veel vreemds te zien zal krijgen.
Elders hebben deze voorstellingen zeer veel opgang gemaakt;
vooral was dit bet geval met het sprekende menschenhoofd,
waarvan de spieren zich werkelijk schijnen te bewegen.
De optische illusien behooren geheel tot den nieuweren
tijd, en wie met zijn tijd wil mede gaan is immers wel
verpligt zich op de hoogte te stellen van hare wonderen.
De inspecteur over het loodswezen enz. C. de Boer,
te Terschellingwordt bij Z. M. besluit met den 1 Jan.
a. s. uit die betrekking ontslagenbehoudens aanspraak op
pensioen en vervangen door den tegenwoordigen commissaris
der loodsen te Botterdam C. Kraandie weder opgevolgd
wordt door E. Verschoor, gezagvoerder van de schooner
Frans Naerebout.
Van Terschelling meldt men ons het volgende:
Den 19 dezer is op de Vlierede aan den grond geraakt
en onmiddelijk vol water geloopeu de Ned. kof de Vriend
schap, kapt. S. P. de Vries, met Balken, Deelen en Lijn
zaad van Riga naar Amsterdam bestemdmen is bezig de
lading met Terschellinger ligters te bergen en alhier- aan
wal te brengen, terwijl de tuigagie bereids aan land is op
geslagendc cquipagic is behouden.
Aangaande het Engelsch driemast schooner schip Mary
Annkapt. George Simpsonmet gerst van Pernau naai
de Maas bestemd en alhier uithoofde van zeeschade en lek-
kagie binnengeloopendientdat de lading 111 ligters is
overgelost en naar de bestemming verzonden, uitgezonderd
een klein gedeelte, dat ofschoon beschadigd ook van hier
met een Terschellinger beurtschip zal worden verzonden.
De Ned. kof Cornelia Johannakapt. J. Klingen, met
gerst van Pernau naar Schiedam bestemdheeft na alhier
eenige dagen voor de haven te hebben gelegen heden zijne
reis buitenom voortgezet.
De Ned. kof Meika Jacoba, kapt. R. A. Wielesna, met
Rogge van St. Petersburg naar Schiedam bestemdmede
alhier als bijlegger binnengeloopen is op heden vertrokken
naar Amsterdam, als order bekomen hebbende de ladiug
aldaar te lossen.
Van Vlieland schrijft men ons het volgende
Van de gestrande kof Vriendschap, op de Westwalis
de lading balken en deelen op Terschelling cu een gedeelte
op Vlieland geborgen, het schip dat 64 jaren oud was,
is wrakde tuigagie is gvootendeels geborgen.
Een landbouwer, verhaalt de Winschoter Crl., die met
paard en wagen van H. naar K. reed, voer voorbij een
boerenknechtdie hem vroeg of hij niet een eindje met hem
mogt rijden; doch 'tantwoord was //Doe hestguije bijnen
doe kenst wel loopen." Een eind verder hield de wagen stil
voor een herberg. De knecht die den wagen wederom had
ingehaald, nam ongemerkt een luns uit den wagen en ver
volgde zijn weg. De wagen reed hem vervolgens snel
voorbij doch op eens valt het rad er uit. De boer ver
zocht den knecht, of hij hem een handje wilde heipen, dan
zou hij nu ook verder mede rijden, en tevens vroeg hij,
of hij de luns onder weg ook had zien liggen. "Jawei"
sprak de knecht, daar ginds bij den eersten boom; haal
hem maar, ik zal wel op de paarden passen." De boer ging
er op af. Naauwelijks was hij heengegaan, of de knecht
stak de luns voor het rad besteeg den wagen en reed weg.
De boer dit ziende, schreeuwde nit alle magt: //heila! hcila!'
De knecht riep hem toe/'doe hest ook guije bijnen,
loop nou ook maar! In K. gekomen, hield hij stil voor
een herberg, kocht een glaasje bitter, verzocht aan den
knecht, om zoo lang voor de paarden te zorgen, tot dat er
wel iemand zou komendie er meer regt op had dan hij
en die ook zijn glaasje bitter wel zou betalen. Daarna
vervolgde hij zijnen weg.
In de Groninger Cour. wordt gewezen op de veeziekte,
die omtrent eene eeuw geleden in het naburige Oostfries-
laud woedde. Geheele stallen waren reeds uitgestorven
toen zeker landbouwer P., bezitter van dertig koeijen,
ziende dat drie daarvan door de ziekte reeds werkelijk aan
getast, andereu verdacht waren, op het denkbeeld kwam,
om al zijn vee in het gehemelte, en wel bepaaldelijk in de
derde rihvormige verheffing, te laten, waarop eene sterke
bloeding volgde, met het verblijdend resultaat, dat al zijn
vee, opéén enkel stuk na, behouden bleef.
De minister van binnen!, zaken in Belgie heeft aan
de gouverneurs een brief gerigt om hen tot de grootste voor-
zigtigheid en het strengste toezigt te bewegenomtrent alle
wat de veepest aangaat. Hij wijst er op, hoe de ziekte
Nederland zich weder heeft uitgebrcidt, hoe zij in Engel
253,739, in Nederland 90,539 stuks vee heeft aangeta