Jlteutos- en
<ftÖöertenHe--6faÖ.
Jte 614.
Zevende Jaargang.
WOENSDAG
17 APRIL.
arxBirwsTiJDxiyoBaiT.
HELDERSCHE
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post n 1.E0
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Ad verten tien vau 14 regels is 40
Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zegclregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uor gelieve mende Advertentiën intezeuden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Helder, Nieuwediep, \Villem300rd, enz. 16 April 1867.
Wij vernemen dat de alhier bestaande zangvereeniging
Cecilia voornemens is, op Dingsdag 30 April een buitenge
woon concert te geven, in het lokaal Tivoli, bij welke ge
legenheid de cantate van Schmitz, /^Landelijke Avondstond",
met groot orchest zal worden uitgevoerd, welk concert niet
aliéen door de kunstlievende ledenmaar ook door hen die
geene leden dier vereeniging zijn, zal kunnen worden bijge
woond en waartoe reeds eene lijst ter inteekeuing circuleert.
Wij gelooven niet dat het noodig zal zijn de beminnaars
der toonkunst aantesporen van deze gelegenheidom iets
schoons te hooren, gebruik te maken. De roem van Cecilia
en de naam van den heer C. A. Bekkerals directeurzijn
ons borg, dat de verschillende nommers van het programma
degelijk gekozen en de uitvoering verdienstelijk zal zijn. Wij
verwachten dan ook eene stampvolle zaal.
In ons vorig noramer komt onder de advertentien
eene oproepiDg voor tot deelneming aan een hier op te rigten
lief hebberij-tooneelwij vernemen thans dat reeds 25 per
sonen zich hebben aangemeld, waaronder twee dames. De
oprigters hebben zich voorgesteld het gezelschap tot 40
personen uittebreiden.
Daar dergelijke vereenigingen op een aantal veel kleinere
plaatsen in ons land, en zelfs in onze nabijheid, bestaan,
vertrouwen wij dat zoo iets hier ook best tot stand te brengen
is. Daar echter alle beginselen moeijelijk zijn, zal men daar
van ook in deze wel zijn deel bekomen, maar met volharding
is veel te overwinnen.
Het voorbeeld der beide dames moge ook vele anderen
doen volgenwaarom zouden ook zij te dezer plaatse
de kunst der welsprekendheid niet beoefenenen mede
willen werken tot verdere beschaving en ontwikkeling van
zich zelve en van zoo vele andereu.
Naar wij vernemen wordt vervolging ingesteld tegen
een persoon in deze gemeente, die goedgevonden heeft, om
een boom van het nieuw aangelegde plantsoen, op het sta
tions terrein, uitterooijen en in zijn tuin overteplaatsen.
Daar in deze gemeente door de politie zeer streng wordt
gewaakt tegen schending van plantsoen, moge dit anderen
tot een waarschuwend voorbeeld strekkeu.
De persoon van J. P. D. wonende alhier, is gisteren
door de politie gearresteerd en heden morgen gevankelijk
naar Alkmaar overgebragt, als verdacht van zich schuldig
te hebben gemaakt aan feitelijke aanranding tegen de eer
baarheid, met geweld gepleegd.
Dezer dagen heeft de heer de Roo van Alderwe-
reld, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, deze
gemeente bezocht en zich hoofdzakelijk onledig gehouden
met het in oogenschouw nemen van de vesting- en verdedi-
gings werken.
Met den 20 dezer worden op non-activiteit gesteld
de luit. t/z. le kl. G. W. C. Voorduin, de luit. t/z. 2e kl.
H. J. van Broekhuijzen, beide dienende op Zr. Ms. stoom-
fregat Adolf Hertog van Nassau, de luit. t/z. le kl.
W. M. Visser, (eerste officier,) de luits. t/z. 2e kl. M. J. C.
Lucardie, P. W. Hudig, J. van Herwaarden, B. J. Hoos,
H. J. de Wal eu W. C. A. Ziegenhert von Rosenthal
allen van Zr. Ms. schroelstoomschip Metalen Kruis.
Met den 21 dezer op Zr. Ms. Wachtschip alhier ge
plaatst: de luit. t/z. 2e kl. II. J. Borgerhoff van den Bergh
met den 26 dezer de luit. t/z. 2e kl. E. Simon van der Aa
en gedetacheerd aan liet Kon. Instituut van de Marine;
met den I Mei de luits. t/z. 2e kl. J. II. Haakman en
E. Hartsma Mulicr.
Op Zr. Ms. stoomfregat Adolf Hertog van Nassau de
luit. t/z. le kl. H. Hovi (in de boveurol) en met den 26
dezer de luit. t/z. le kl. K. O. van Veen.
Op Zr. Ms. schroefstoomschip Metalen Kruis, met den
1 Mei de luit. t/z. Ie kl. J. J. de Hart, de 2e luits. t/z.
C. A. JeekelP. E. Winkelman en W. J. H. de Kanter.
Met den 26 dezer op Zr. Ms. Wachtschip te Hellevoet-
sluis de luit. t/z. 2e kl. G. Kruijs cn op Zr. Ms. Drij
vende Batterij Neplunus, de adj. adin. J. C. Cocland.
Men schrijft van Vlieland 14 April:
Het Eugelsche schip Annie Wellockkapt. Blockock, van
Callao met guano naar Hamburg, is op Stortemelk gestrand;
3 man zijn daarbij omgekomen.
Men schrijft uit 's Hage 15 April.
Wij vernemen dat in de maand Augustus a. s. de vereeni
ging het Metalen Kruis hare 36jarige reünie (ten vorigen jare,
om de toen hcerschende ziekte uitgesteld) te Alkmaar houden
zalwatnaar men zegtin verband zou worden gebragt met
een uitstapje per feesttrein naar de naburige zeehaven, om
het schip van haren naam na zijn eersten zegetogt een bezoek
te brengen; terwijl er leden zijn die daaraan zouden wen-
schen te verbinden hun generale feestmaal op liet dek van
dien bodem.
Ter rectificatie van hetgeen wij in ons vorig nummer
mededeeldenbetreffende de bespreking in de Tweede Kamer
van het geheim van den heer Paarlberg, laten wij hieron
der de woorden van den minister van Biunenlandsche Zaken
volgen, thans voorkomende in het bijblad van de Staats
Courant.
«Hoe is het met het kenmerk van Paarlberg?" Mijnheer de Voorzitter, dit
is eene moeijelijke zaak. De heer van Eek heeft zeer te regt gezegd dat die
aanwijzingen van Paarlberg belangrijk waren, maar hoe belangrijk zij ook
mogen wezen, zoo zijn ze toch zuiver empirisch; de man houdt ziju ken
merk geheim, geeft geene motieven en zegt zelfs niet wat hij eigenlijk be
oogt. Dit heeft evenwel de Kegering niet belet eenige prooven van zijne kunde
te nemen. In de gemeente Utrecht en Maartseudijk heeft men hem de ge
legenheid gegeven om dieren aan te wijzen die ziek eu die niet ziek zouden
worden: daar zijn proeven mede genomen in den stal van de veeartsenijschool,
maar slechts met circa twintig koeijen, en daaruit durf ik du9 nog geen vast
besluit te trekken. Tot dusverre waren de rapporten van den directeur der
veeartsenijschool dat de proeven uitkwamen: de beesten, die Paarlberg aan
wees ziek te zullen worden, werden ook ziek als zij opzettelijk besmet werden;
de beesten, door hem aangewezen als gezond zullende blijven, bleven ook
gezond, en de als weinig vatbaar opgegeven beesten werden ziek maar lier-
stelden. Maar in het laatste rapport van den directeur komt voor dat eene
proef was mislukt, daar een beest, dat door Paarlberg was opgegeven als
weinig ziek tc zullen worden, zeer was aangetast en denkelijk wel spoedig
zou sterven.
Nu heeft die geachte spreker gezegd dat er ook eeu paardenarts was die
een gelijk advies bad uitgebragt. Dit is minder juist; de couranten schijnen
dit niet goed begrepen te hebben. Deze paardenarts heeft Paarlberg overal
nagegaan, en al de koeijen onderzocht, die door Paarlberg waren aangewe
zen als vatbaar of niet vatbaar, en heeft toen gemeend het kentceken op te
mérken. Dij de discretie van Paarlberg ten aanzien van zijn geheim heelt
die paardenarts de goedheid gehad mij zijne opinie op te geven, cn ik wil
deze gaarne aan de Kamer mededeelen, maar het zijn toch nog altijd te on
zekere gegevens, zoo als de Kamer zal opmerken, om daarnaar onze hande
lingen in te rigten en een besluit te nemen. Ik zal nu binnen kort Paarl
berg bepaald afvragen of hij genegen is aan zijn geheim publiciteit te geven
en dan kunnen daarmede proeven op grootere schaal genomen worden.
Het kenmerk zou eigeulijk hierin bestaan. {Hier vertoont ie Minister eene
teekeninr/i) Dit is eene afbeelding van een koeijenoog, gelijk die paardenarts
heeft waargenomen bij beesten die door Paarlberg als onvatbaar voor de ziekte
waren aangewezen, liet kenmork schijnt te bestaan in het wenkvlies nabij
de slaap van het oog, in de bruinere kleur van het wit vau het oog dan bij
andere runderen.
Eene opmerking, die door de commissie was ter zijde gesteld, maar die
mij toch zeer belangrijk voorkwam, was het onderzoekeu niet alleen naar
de vatbaarheid van liet individu, maar of eenig ras ook minder vatbaar
uarc, en of het dus op den weg der Regering lag om mede te werken cn
bet voorbeeld te geven tot bevordering van den invoer van dat ras ten
einde een spaarpot voor liet vervolg tc hebben.
Met dat doel zijn onderzocht onder anderen de koeijen van Z. M. den