eene kwestie van tijd, die gij met uw voorstel nu vooruit zoudt
willen loopen.
De heer van Strijen zegt, dat de zaak voor vele ingezetenen
van te groot gewigt is om ze lijdelijk af te wachten.
De heer de Breuk vraagt en bekomt het woord. Hij is van
gevoelen, dat hij de regten aan ieder lid toegestaan niet te buiten
is gegaan en houdt de volgende rede
Toen de heer van Strijen in de voorlaatste zitting zijn voor
stel indiende, heb ik al vrij duidelijk doen uitkomen dat ik
om finantiële bezwaren, huiverig zou zijn dat voorstel te on
dersteunen. "Vergun mij daar thans op terug te komen, om
dat ik het pligtmatig acht mijn afkeurende stem te motiveren.
Het spijt mij mijnheer de Voorzitter! dat de heer van Strijen
zijn voorstel niet geformuleerd heeft; nu toch tasten wij in
liet duister rond, en zal het, gesteld dat genoemde heer eens
niet in de commissie benoemd wordt, waartoe demogelijkheid
bestaat, zeer moeijelijk zijn, om teraden wat dat lid bedoeld
heeft, of liever, welke tak van het middelbaar onderwijs,
hij hier wenschte ingevoerd te zien. Bij de toelichting van
zijn voorstel, dat nu aan de orde is gesteldheeft hij zoo wat
van onderwijs met tweejarige cursu3 gesprokenmaar ik
ben daar niet wijzer door geworden, en het komt mij voor
dat de spreker niet vast staat in zijne bedoeling. Toen ik
mijne rede in een zette, ging ik, zoo als van zelve spreekt,
uit van de veronderstellingdat toen genoemd lid zijn voorstel
bepeinsde, hij toch wel eene leidende gedachte zal gehad
hebben.
Te raden welke die geweest is, blijft zeer moeijelijk. Ik wil
daarom de onderscheide rubrieken van het middelbaar onderwijs
eens doorloopenom te zien of wij elkander ook ontmoeten
kunnen. Zoo als uw bekend is mijnheer de Voorzittersplitst
zich dat onderwijs in de volgende gegevens: A. in Burger
dag- en avondscholenB. in Hoogere Burgerscholen met
driejarigen cursusC. in Hoogere Burgescholen met vijfjarigen
cursus; D. in Landbouwscholen; E. in eene Politechnische
school.
Met het oog op de artikelen 39 en 19 der wet van den
2den Mei 1863, meen ik te mogen aannemen, dat hier van
eene Polytechnische- en Landbouwschool geene sprake kan
zijn. Een enkelen blik in de wetsartikelen leert dit duidelijk.
Ook eene school met vijfjarige cursus, kan, dunkt mij, de
voorsteller niet bedoeld hebbendewijl er volgens artikel 18
slechts vijf in den lande moeten zijn, en dat nog wel in daar
voor meest gunstig gelegen gemeentenwaartoe ik niet ge
loof dat den Helder behoort. De burger dag- en avond
school ook deze tak kanwat hij er ook zoo even van gezegd
heeft, niet door het geacht lid bedoeld zijn, als wordende
m zulk onderwijs, behoudens een paar takken van minder
aanbelang, (zie art. 13 der wet,) reeds door hier bestaande
Industrie- en taai-scholen voorzien. Nu blijft ter beschou
wing over de hoogere burgerschool met driejarige cursus.
Het kan zijn dat ik mij vergis, maar het komt mij voor dat
deze tak van het middelbaar onderwijs eigenlijk door den
voorsteller primitief zal bedoeld zijn, en waarlijk, als dat
zoo isdan geloof ik niet te ver te gaan als ik zeg, dat al
de leden van onzen gemeenteraad zeker op dat punt sympa
thiseren.
Gesteld dat dit het doel van den voorsteller is, en aan
genomen dat wij allen (zoo ik met bescheidenheid geloof,)
zoodanige school zouden verlangendan stuit ik hier op finan
tiële bezwarendie wij eens mogen nagaan, alvorens wij stappen
doen om daarvan in het bezit te komen.
Het is toch niet de vraag Mijnheer de Voorzitter! wat
wij gaarne zouden wenschenmaar wel degelijk wat wij
kunnen doen, met het oog op onze geldmiddelen. Laat
ons daarom eens zien wat eene school met driejarigen
cursus, met de daarbij noodzakelijke andere inrigtingen van
voorbereidend onderwijs kosten moet. De cijfers die ik daar
voor aangeef, zijn natuurlijk bij raming genomenmaar ik
geloof niet, dat ik ver van de waarheid af zal zijn, want
ook hier is artikel 4, eerste lid van de wet op het lager-
en de art. 3, 16 en 24 der wet op het middelbaar onderwys
door mij geraadpleegd. Naar aanleiding van deze wetsarti
kelen behoort eene school met driejarigen cursus te bevatten:
de woning voor den directeur, drie lokalen voor iederen cur
sus, een lokaal voor hand- en regtlijnigteekeneneen labo
ratorium voor scheikundeeene zaal voor gymnastiekeene
zaal voor leeraren enz.
De kosten voor zoodanige school met woning
stel ik opƒ30,000
Leermiddelen2,000
ƒ32,000
Jaarlijksche kosten.
Renten h 5 pCt1,600
Het jaarlijks inkomen van den directeur met
éénhoogsten twee vakken belast 2,000
Een leeraar (natuur-, schei-, plant- en dierkunde) 1,800
Een leeraar (staathuishoudkunde en boekhouden) 1,600
Een leeraar (aardrijkskundegeschiedenis en
Ned. taal)1,600
Een leeraar (Fransche-Engelsche- en Hoog-
duitsche taal)1,800
Een onderwijzer in het schoonschrijven 300
Een onderwijzer in het hand en regtlijnigteekenen 800
Een onderwijzer in de gymnastiek 600
Jaarlijks onderhoudvernieuwing en kosten van
proeven300
Kosten van bediendenVerlichtingverwar
ming en het toezigt500
Maakt ƒ12,900
Hier van afgetrokken het maximum der school
gelden, volgens art. 37, voor dertig leer
lingen h 601,800
Blijft ten laste der gemeente per jaar de som van 11,100
Zoodanige school eischt tot voorbereidingschooleene in-
rigting voor uitgebreid lager onderwijswant in eens van het
gewoon lager onderwijs op de hoogere burgerschool overtegaan
gaat niet. De kosten eener zoodanige school raam ik als volgt
Een gebouw met onderwijzerswoning en drie
schoollokalenƒ12,000
Leermiddelen500
fT2jÖÖ~
Jaarlijksche kosten.
Interest h 5 pCt625
Inkomen van den hoofdonderwijzer 1,800
Twee secondanten1,400
Verlichting, verwarming, enz300
Maakt 4,125
Afgetrokken het schoolgeld van 60 kinderen ƒ30 1,800
Blijft aan jaarlijksche kosten 2,325
Hierbij de jaarlijksche kosten der hoogere burgersch. 11,100
Maakt 13,425
Behalve de jaarlijksche bijdragen voor het pensioen der on
derwijzers.
Maar nu komt er nog een bezwaar bij, Mijnheer de Voor
zitter Het is namelijk dat dan de industrieschool niet meer
aan het doel beantwoordtmaar vervangen moet worden door
eene burger-avondschoolals voorbereidingschool voor het
hierboven bedoeld uitgebreid lager onderwijs.
De kosten zulten dan nog weer vermeerderen met een school
lokaal met twee leerzalen, een teekenzaal, een laboratorium, enz.
Ik stel zoodanig gebouw opf 12,000
Leermiddelen 500
ƒ12,500