Jaarlijksche kosten.
De interest h 5 pCt625
Inkomen van den directeur en vijf onderwijzers 2,000
Verwarm.verlicht. kosten van onderhoud, enz. 200
Maakt 2,825
Hiervan afgetrokken het schoolgeld van een derde
der leerlingen 12600
Blijft 2,225
Hierbij de kosten der hoogere burgerschool
en der voorbereidingschool13,425
Alzoo jaarlijksche kosten voor het middel
baar onderwijs met driejarigen cursus, met
den aankleve van dienƒ15,650
Zullende volgens mijne raming de kosten
voor leermiddelen en aanbouw der lokalen
bedragen de som vanƒ57,000
Stel nu eens Mijnheer de Voorzitter(wat ik trouwens niet
geloof) dat wij de 57 mille voor daarstelling konden betalen,
hoe dan in de jaarlijksche kosten te voorzien Door eene
subsidie van het rijk of van de provincie Bestaat er thans
uitzigt op zoodanige subsidie, vooral van het rijk De tegen
woordige Minister van Binnenl. Zaken heeft verklaarddat hij
wel het middelbaar onderwijs zoude handhaven maar niet
veel uitbreiden, Pin wat zal de provincie doenals het rijk
weigert Maar gesteld eens dat wij zoo gelukkig waren om
eene jaarlijksche subside van ƒ5000 te verkrijgen hoe zullen
wij dan de andere 10,650 dekken Uit de gemeentekas
Zal men dat kunnen en mogen doen met het oog op zooveel
dat de finantiele toekomst van den Helder (waarop ik straks
terugkom) verdonkert? Zullen wij dat tekort kuDnen vinden
door eene heffing van schoolgeld op de lagere scholen Ik
stel dit als minimum op 1000 en als maximum op 1600 per
jaar, dan blijft er nog omstreeks tien duizend gulden onge
dekt over dat alzoo jaarlijks uit de gemeentekas betaald moet
worden, terwijl het lager onderwijs ons nu reeds per jaar
f25,653 kost. Nog eens Mijnheer de Voorzitter! kunnen al
deze uitgaven (aangenomen dat wij de subsidie van f5000
voor het hooger middelbaar onderwijs kregenwant anders
komt er natuurlijk die som nog bij) uit de gemeentekas in de
toekomst betaald worden Ik ben zoo vrij dit te betwijfelen.
Wij mogen ook niet uit het oog verliezen dat door het heffen
van schoolgeld op de lagere scholenwelligt een honderdtal
kinderen, zoo niet meer, van het onderwijs zullen beroofd wor
den, omdat hunne ouders het schoolgeld niet kunnen betalen
en te fier zullen zijn om een certificaat van onvermogen te
vragen. Doch aangenomen, dat al deze zwarigheden niet be
stonden, dan raag men wel vragen of de tijd voor de invoe
ring van middelbaar onderwijs gunstig mag genoemd worden.
Algemeen is het in de Tweede Kamer der Staten-Generaal
toegestemd, dat er gebrek aan geschikt personeel voor genoemd
onderwijs bestaat; zij moeten eerst gevormd worden, en de
wet is slechts vier jaren in werking; van daar het verschijnsel
dat onderscheidene leeraren als docenten optreden in vakken
die hun vreemd zijn, en waarin zij niet tehuis zijn. Bv. zoo
zou men een advocaat kunnen aantreffen aangesteld voor het
onderwijs in waren-kennis.
Na verloop van eenige jaren kan dan ook eerstzooals de
minister teregt gezegd heeft, daarin naar behooren worden
voorzien. Hetzelfde verschijnsel deed zich voor bij de invoe
ring van de in vigeur zijnde wet op het lager onderwijs,
waarvoor natuurlijk veel minder bekwaamheden gevorderd
worden. Eerst na verloop van tien jaren begint zich het ver
broken evenwigt te herstellen. En gesteld nu eens, dat wij
eene hoogere burgerschool met den aankleve van dien verkrijgen,
zou dan het geld thans niet weggeworpen zijnzonder eenige
goede vruchten op te leveren Men werpe mij niet tegen dat
toch in anderen gemeenten dit onderwijs reeds werkt. Wie
kent er de resultaten van? Waar is totnogtoe de statistiek,
waaruit wij de kennis kunnen putten om in dezen een oordeel
uittebrengen Ik constateer als een feit, dat het algemeen in
de T. Kamer der St.-Generaal is toegestemd ndat er gebrek
bestaat aan geschikt personeel voor het middelbaar onderwijs."
Mogt er nu iemand zijn Mijnheer de Voorzitter! die
van meening is, dat of de voorbereidingschool, of de
burger-avondschoolof wel beidenin het stelsel kunnen ge
mist worden, dan antwoord ik, dat men naar mijn oordeel
een halve maatregel zou nemenen zoolang de wereld staat
zou het wel voor de eerste maal zijn, dat een halve maat
regel voor onderwijs een goed resultaat zou opleveren. Ik
durf hier een beroep doen op hen, die der zake kundig zijn,
en alzoo beter dan ik in staat zijn een oordeel uit te brengen.
Als ik nu het gesprokene resumeer, dan bemerk ik
dat hier niet kunnen worden ingevoerd eene Polytechni
sche schooldie dan ook reeds te Delft bestaatevenmin een
Landbouwschoolof hoogere Burgerschool met vijfjarigen
cursus, dat onze Industrieschool, zoo als die nu is za-
mengesteld, wat methode en gebouw betreft, niet aan de
voorschriften beantwoordt, en dan kom ik van zelve tot
de conclusiedat de voorsteller primitief niet anders kan
bedoeld hebbendan de invoering van eene hoogere bur
gerschool voor middelbaar onderwijs met driejarigen cursus.
(Het door hem zoo straks gesprokene heeft mij niet van meening
doen veranderen.) Als dat zoo is dan staat het den raad vrij
hem op dien weg te volgenwat mij betreft ik zal tegen het
voorstel stemmenen acht den tijd om eene commissie te be
noemen zoo als de voorsteller het verlangt, nog niet gekomen.
Wij hebben er dan ook nog twee jaren den tijd mede.
Vergun mij mijnheer de Voorzitter! terug te komen op wat
ik daar even met de donkere finantiele toekomst van onze
gemeente bedoelde. Vooreerst wacht ons in den loop van
het tegenwoordige of anders in het volgend jaarde invoering
eener dienstdoende schutterij in onze gemeente. Ik geloof het
cijfer der onkosten daarvan voor het eerste jaar niet te hoog
te stellen als ik dat op f 10,000 bepaalen de volgende
jaarlijksche uitgaven op 3 a 4 mille stel. Verder i3 er
voor bestratingriolen en verlichting nog meer dan een
tonne gouds benoodigd. Een en ander vraagt dringend
om voorziening. Dit zou nu gaande weg wel teregt komen
even als er in de laatste jaren reeds zoo veel is tot stand
gebragt, maar, daar treedt als een onheilspellend spook voor
mij op de wet op de afschaffing der gemeente-accijnsenwaar-
•aan alle standen en vreemdelingen betalen, en die ons over
driejaren berooven zal van eene inkomst van ruim ƒ90,000.
Ons is vergunning gegeven om nog voor twee jaren die ae-
cijnsen te blijven heffen, maar reeds in April van het
volgend jaar, zullen wij ons tot Z. M. den Koning moeten
wenden, om nog weer voor één jaar de accijnsen te mogen
heffen; dit kan de Koning ons dan nog twee jaren als gunst
toestaan, maar dan is de termijn van uitzondering, voor som-
mige gemeenten bepaald, verloopen, en kan geene magt, hoe
hoog geplaatst ookons ter hulpe komenwant zelfs de Koning
staat niet boven de wet. Hoe moet dan dat aanzienlijk
deficit in onze gemeente-kas gedekt worden Niet anders dan
door hoofdelijken omslag, want het 4/5 van de opbrengst der
personele belasting in onze gemeente, die het rijk in ver
goeding voor het gemis der gemeente-accijnsen heeft afgestaan,
helpt ons hier zeer weinig, en ik zie niet in dat hierin in
de eerste jaren verbetering zal komen. Reeds nu moeten wij
daarboven nog een hoofdelijken omslag van ƒ10,000 heffen,
om in onze behoeften te voorzien. Ik zeide dat ik hierin
vooreerst geen verbetering zag, om dat ik niet geloof, dat
hier spoedig aanzienlijke familien zullen komen wonendie
groote percelen zullen laten bouwenkostbaar gemeubeld en
tot wier omgeving schitterende equipages, of tal van dienst
boden behooren. En toch zou dit het eenige middel zijn om
de belasting op het personeel productiever voor onze gemeente
te maken. Waarlijk mijnheer de Voorzitter! die wet tot
afschaffing der gemeente-accijnsen, moge voor verreweg de
meeste gemeenten in ons vaderland eene weldaad zijn
voor den Helder is zij om redenen die voorde hand liggen,
voor als nog niet tot zegen. De snelle uitbreiding vanonze
gemeente, heeft eene behoefte aan oj^enbare werken doen