SCHAGER NIEUWS. dat tijdstip op non-activiteit gebragt de olfic. van admini stratie der 2e kl. J. C. L. K. van Welij. Met 1 Mei wordt gedetacheerd op Zr. Ms verdedi gingsvaartuig Pro Patriade offic. van gezondh. der 3° kl. dr. H. de Brieder. Z. M. heeft o. a. benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, den heer J. W. Bake, administra teur der Holl. IJzeren spoorwegmaatschappij. Met 1 Oct. a. s. is aan den hoofdingenieur J. Strootman de dienst van hoofdingenieur in de prov. Zeeland opgedragen. In de Amst. Courant van heden leest men Met zekerheid vernemen wij, dat bij den heer burgemees ter heden namiddag, omstreeks half vijf ure een telegram uit 's Hage is ontvangen, waarvan de hoofdzakelijke inhoud deze is: »De conferentie is door de groote mogendheden aangenomen. De koning groothertog is door de mogend heden uitgenoodigd voorstellen tot regeling der politieke aangelegenheden te doen." Dit al de telegrafische berigten, eergisteren avond laat na het afdrukken van ons vorig nommer en gisteren in den loop van den dag, betreffende de Luxemburgsche kwestie ontvangen, blijkt dat de politieke horizon minder bewolkt is. De hoop op behoud des vredes, eergisteren ontstaan, wordt versterkt en zal misschien heden nieuw voedsel krijgen door de troonrede ter opening van den Pruisischen landdag. Men schrijft ons van Wieringen 29 April: Gisteren avoud, omstreeks tien ure, werd hier een begin van brand ontdekt, veroorzaakt door eene petroleumlamp, in de herberg van K. "Wagenmaker, staande in de aaneenge- bouwde kom van het dorp Hypolitushoef. De branddie zich vrij ernstig liet aanzien, werd door krachtige hulp ge lukkig in zijn voortgang gestuit, daar het hier, bij weinig water, geheel aan doelmatige bluschmiddelen ontbreekt. Over het algemeen werden ook hier, even als te Texel en elders, dit jaar meer lammeren geteeld dan in het vorige jaar, hoewel men denkt dat de prijs van lammeren en van wol merkelijk lager zal zijn dan verleden jaar het geval was. Koeijen werden dit voorjaar tol hooge prijzen gretig ver kocht vette zelfs tot den prijs van f 250. en f 260. Van de veetyphus bleven wij tot dusverre gelukkig verschoond en de gezondheid van het vee is naar wensch. De keelziekte die in vorige jaren hier herhaaldelijk uit brak en vele offers eischtte, heeft zich thans op nieuw ver toond, doch tot nu toe in een ligte graad. Van het bezuidoosten Wieringen gestrandde kofschip is de lading, bfstaande uit boekweit, grootendeels met schuiten geborgen en aan den Oever aangebragt. alwaar zij waarschijn lijk publiek zal worden verkocht. Tot heemraad van het dijkbestuur van Wieringen is benoemd de heer P. Kooy Hz., tot heemraad van den Ter- schellinger polder de heer G. W. Kooijman. In de zaak van 't Amsterdamsehe kermistumult heeft de adv. P. S. v. Nierop voor het hof in eene uitvoerige rede op de zwakheid der politie gewezen, wier bureau bijv. aau de oude brug gesloten was, toen daar vlak tegenover de bakkerswinkel werd geplunderd; de politie sliep als de wakers van 't kapitool, en de ganzen waren er niet, om haar wakker te maken; hij herinnerde, dat de pres. der crim. kamer van 't hof zelf als raadslid had afgekeurd, dat de kermis niet werd gehouden en de tent van Carré werd geopend; spr. ontkende het doel van plunderen, en hoopte dat correc tionele, neen, dat politiestraf zou worden toegepast. De adv. II. N. Tcding v. Berkhout betoogde, dat de schuld niet was bewezen, terwijl de adv. gen. de beschuldiging volhield. In de Kamper Courant leest men: Dat de crinoline niet alleen tot verfraaijing van de van de leest dient maar ook dikwijls gewigtige diensten kan bewijzen, wordt door het volgende voorval weder aangetoond: Woensdag jl. had een' Dame die zich van den tuin der Buiten-Societeit naar vde Baan" wilde begeven en ten dien einde over een plank moest gaan welke tot brug diende, het ongeluk dat de plank juist in het midden onder hare voeten brak tengevolge waarvan de Dame in de sloot viel, zij bleef echter op hare crinoline drijven en bereikte gelukkig den wal, zoodat zij met den schrik en een paar natte voeten er af is gekomen. In de Indische bladen leest men aangaande de vee ziekte die ook aldaar op sommige plaatsen in hevige mate hcerschende is, het volgende: //De veeziekte is thans in een alverslindende periode over gegaan gehccle kudden buffels en djawies zijn reeds bezwe ken het nog overblijvende vee wordt stelselmatig door de ziekte aangetast en verdwijnt even stelselmatig van uit het rijk der levende viervoeten. Ook het landschap Oelaken heeft veel van de epidemie te verduren. De rivieren aldaar leveren daarvan de treurigste bewijzen. Het doode vee, wat er dagelijks wordt ingewor pen, heeft geen genoegzamen afvoer, waardoor de stank in de nabijheid van de Anei-rivier onverdragelijk is. Oogge tuigen beweren in die rivier onlangs meer dan 100 stuks buffels en djawies, die reeds tol ontbinding waren overgegaan, gezien te hebben." Sedert de veeziekte op Sumatra's Westkust is uitgebro ken zijn er veel buffels, maar een veel grooter aantal djawies aan de gevolgen van die vreeselijke ziekte gestorven. Wan neer men nogthans daar tegenover stelt de monster-cijfers der sterfte onder het vee in Nederland gedurende het jaar 1866, dan staat men verbaasd en doet men zich onwille keurig de vraag: «hoe, wanneer en waarmede die ziekte in Nederland eindigen zal. //De inlanders, voornamelijk die van Pad. Pandj. en om streken laten zich tegenwoordig, aangelokt door de hooge vrachtloonen die in de benedenlanden betaald worden, vrij algemeen bewegen om hun karbouwen, op risico van ze door de heerschende ziekte te verliezen, naar Paaang ver voeren en ontblooten op die wijze de bovenlanden, maar voornamelijk de transportlijnen, van trekvee, waardoor het vervoer van de gouvernements producten dagelijks meer efl' meer moeite en bijna onoverkomelijke hinderpalen oplevert." Wij vestigen hierop de aandacht te meer omdat wij over tuigd zijn dit niet in overeenstemming kan zijn met de bedoelingen van het bestuur, vermits het toch zoo goed als zeker is dat de naar herwaarts gezonden karbouwen meeren- deels door de epidemie worden aangetast en zoo doende die vreeselijke ziekte tot in de bovenlanden kunnen voortplanten. Omtrent de sterfte kunnen wij niets anders vermelden dandat deze stationair is gebleven. De toevoer van rund en karbouwenvleesch is zóó groot, dat de bazar en de andere openbare verkoopplaatsen daarmede als overstelpt worden. Hierdoor en door de omstandigheid dat de meeste Euro- pesche ingezetenen thans niet dan zeer weinig gebruik ma ken van vleesch, wordt het vleesch bij groote stukken voor spotprijzen verkocht; voor 10 duiten de duiten hebben daar nog kracht van circulatie koopt men nu geregeld ruim een kattie vleesch. Mijnheer de Redacteur f Wanneer de manzieke ik wil zeggen eerzame weduwe, die in uw laatste no. schreef, nu niet spoedig naar het echt altaar »oprukt", of als gezelschapjufvrouw "geëmploijeerd" wordt (de militairetermen komen hier druk in zwaDg, en, wordt er, zelfs op verren afstand b. v. ten uwent geschoten, dan vangen wij reeds nu, met de neuzen onzer verbeelding, den kruiddamp op, ongeveer met hetzelfde snuivende welbehagen, als de paarden, den reuk hunner haver) wanneer zeg ik, zoo iets nu niet spoedig gebeurt, is dit niet te wijten aan seliutter- gebrekruim vijftig ingezetenenwaaronder ettelijken, die, hetgeen in het veld een fortuintje is den prijs der scheermessen vooreerst niet zullen doen rijzen, hebben getoond, tijd, bloed en leven voor 's landsweerbaarheid veil te hebben, door zich Zondag jl., als werkende leden der vereeniging te doen inschrijven, terwijl ongeveer een twintigtal anderen, door als contribuablen toe te treden, bewezen hunne dubbeltjes te willen offeren op het altaar der vaderlandsliefde. Ik zal trachten M. d. R., daar ik niet te veel plaats in uw blad mag vergen, en nog iets anders te zeggen heb, om trent de vergadering zelve, waarin deze belangrijke feiten zich hebben voorgedaan, zoo kort mogelijk te zijn. Ongeveer honderd personen waren aanwezig. De president de heer Cs. Langereijs, opende met een kort toepasselijk woord, waarin echter de verklaring, dat de convocatiebilletten "niet in den haak waren" m. i. gemist had kunnen wordenwaartoe toch, als medebestuurder zich zelf in het openbaar te kritiseren Daarna hield de secretaris een speech, die natuurlijk eindigde met "Oranje Boven". Ten slotte nam de heer Slangen, als commissaris het woord, en deed op zeer gepaste en duidelijke wijze uitkomen hoe Nederland, door eendragt en weerbaarheid, eenmaal met den tachtigjarigen strijd overwinnend had beëindigd, doch in latere dagen weerbaarheid en tweedragt ons tot Franschen hadden gemaakt, en wees ZEd. er nadrukkelijk op, dat weerbaarheid alléén ons, werd Nederland bedreigd, ook thans niet zou kunnen redden, waar eendragt bovenal, voor het behoud onzer vrij heid de hoofdvoorwaarde is. Daarna had de toetreding plaats van bovengenoemcL^eden- tal, verklaarde de vereeniging zich voor gevestigd en ging over tot de benoeming van een definitief bestuur. Tot leden daar van werden verkozen: de heeren C.de Pater, president; J.W. Just de la Paisières vice-presidentJ. H. W. Slangen secretaris Jb. Denijs, 2de secretaris en D. Keet Dz.penningmeester. Daarna werd de vergadering gesloten. Onze vereeniging bestaat alzoo, en Job dankt hartelijk »het volk" waaraan zij hoofdzakelijk dat bestaan verschuldigd is. Hij zegt uitdrukkelijk »het volk". Want onze boeren- en ge goede^ burgerstand, schitterden bijna algemeen door hunne afwezigheid. En tot deze afwezigen heeft Job nog een ernstig woordje te zeggen. Herinnert ge u o onweerbare vergun mij het gebruik van dit bijvoegelijkuaamwoord herinnert ge uonweerbare plaatsgenootende Novemberdagen van 1863 Herinnert ge uhoe ge toen alleenallen zijt opgegaan om God te danken voor de zegeningen van vrede en vryheid over het dierbaar vaderland uitgestort, en Hem te bidden, dat die schatten ons mogten blijven tocbehooren Herinnert ge u hoe gij allen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 2