J
"Voor gencesheeren ten platte lande acht men het van groot
gewigt, dat hunne vrouwen of dochters, na 't afleggen van
't klein examen, hen kunnen behulpzaam zijn, terwijl daartoe
tot dusver meestal vreemden moesten worden gezocht.
Met genoegen vernemen wijdat het den Koning-
Groothertog behaagd heeft, den heer E. 11. Sypkensdie
zich door zijne geschriften en opwekkingen tot bevordering
der zaak van de volksweerbaarheid zoo zeer verdienstelijk
heeft gemaakt, en die zich reeds van den jare 1860 iu dien
geest hooren deed, te benoemen tot ridder der orde van
de Eikenkroon. A. C.
Men leest in het Nieuw Leidsel Dagblad'.
De burgemeester van Rotterdam heeft een maatregel ge
nomen, die navolging verdient overal waar men voor plaat
selijke belangen ijvert. De politie is aldaar op een nieuwen
voet ingerigt en aanvankelijk voldoet zij aan de daarvan
gekoesterde verwachting. Nog bestaande bezwaren kunnen
verbeterd worden, als men ze kent en ze op een doeltreffende
wijze bekend maakt. Tot dat einde zal aan het centraal bureau
voorhanden liggen een register, waarin ieder, mits met be
hoorlijke onderteekening, al datgene kan inschrijven wat hij
voor kennisgeving wenschelijk acht. Een ieder is nu uitge-
noodigd, om van deze gelegenheid gebruik te maken, als
middel om bevorderlijk te zijn aan een openbaarheid, die
leiden moet tot bereikiug van het ware doel eu de roeping
der politie.
Op die wijze wordt de mond gestopt van hen, die altijd
den mond vol hebben met klagten, maar ze nimmer daar
brengen waar ze behooren; terwijl niet zoo lichtvaardig zal
worden overgegaan tot het maken van aanmerkingen en het
indienen van bezwaren, indien men door onderteekening
zich daarvoor verantwoordelijk stellen moet.
Het volgende ingezonden stuk leest men in de Nieuwe
Rollerd. Courant
Spoobwegreizigers.
Het is goed, dat de wijze van vervoer tegenwoordig meer
in het openbaar wordt besproken. Reeds al te lang ver
draagt het publiek de willekeur der administratiën. Uit
alle3 blijkt duidelijk, dat bij de directiën voorzit de gedachte:
//Wij hebben het middel van vervoer in handen; men moet
toch van ons gebruik maken." Maar dat is het standpunt
niet, waarop men zich moest plaatsen. De directiën be
hoorden te doen wat in de geheele wereld gedaan wordt, name
lijk het publiek het reizen gemakkelijk en aangenaam maken.
Vraagt men: wat zijn de grieven? Ze zijn legio: 1°.
hoog tarief; 2°. langzame overtogt (bespottelijk lange
halten op de tussehen-stations); 3°. dikwerf zeer slordige
wagens (in alle drie de klassen)4°. bij de geringste
drukte geen wagens genoeg en laat aankomen5°. in ge
wone tijder. de reizigers zoo veel mogelijk bij elkaar stop
pen en andere wagens leeg laten (uoodeloos kwellen vooral
in den zomer); 6". midden op den dag met zóó weinig
wagens rijden, dat aan de tusschenstations reizigers moeten
achterblijven.
Dit is reeds een zestal, waarvan iedereen het onaange
name voortdurend kan ondervinden. En wat doen de directien
daarentegen om het publiek te gerieven? Duur en slecht te
bedienen!
Onze aanmerkingen slaan hoofdzadel ijk op de Hollandsche
en Rijnspoorwegen. Bij de staatsspoorwegen is de inrigting
oneindig beter, ofschoon ook daar ten opzigte vau duurte
en langzaam rijden verbeteringen wenschelijk zijnal ware
het alleen de halten op de tusschenstations korter te maken.
Jl. Zondag werd de tentoonstelling te Parijs door
60,000 en Maandag door 70,000 personen bezocht.
Bij de gala-voorstelling in de opera was geen plaats-meer
open, ondanks de hooge prijzen. Voor een stoel werd 500
francs betaald. De prijs des loges grensde aan het fabelachtige.
Acht loges waren ingerigt voor den keizer en den czaar. In
die ruimte waren drie troonen opgerigt, omringd door twaalf
vergulde stoelen.
Tn de salie des pas perdus werd, toen de czaar daar
incognito verscheen Leve Polen geroepen. De generaal
Leboeuf, die den keizer vergezelde, ging naar het groepje
toe, waaruit die kreet werd gehoord en vroeg wie het deed
cn wat het te beduiden had. "Ik, de advocaat Flocquet, heb
leve Polen geroepen", antwoordde een der heeren, //en nie
mand kan mij daartoe het regt ontzeggen". De tusscheu-
komst vau den generaal deed evenwel vau verdere demon
straties afzien.
Uit Londen wordt geschreven, dat aldaar zekere
Reinhold Jeiger is aangehouden, die Hollandsche coupons
nagemaakt had. Zij waren zoo kunstig vervaardigd, dat
een vrij groot aantal sedert geruimen tijd met goed gevolg
in- en buiten Engeland gecirculeerd heeft.
De duitsche bladen bevatten thans de bekentenis van
Tinm Tode, die beschuldigd was den 7den Augustus des
vorigen jaars zijn vader en moeder, zijne drie broeders, zijne
zuster en de meid vermoord te hebben. Hij heeft die mis
daad thans bekend cn ook dc wijze medegedeeld waarop hij
zijne slagtofl'ers een voor een om het leven heeft gebragt.
Na alleu vermoord te hebben doorzocht hij hunne zakken
om niet bestolen te worden, gelijk hij zich uitdrukte. Daarna
stak hij de woning, eene boerenhoeve in den omtrek van
Hamburg, iu brand, om de oorzaak van den dood te verbergen.
Het berigt van dc gevangenneming van keizer Maxi-
miliaan heeft te Weenen een zeer pijnlijken indruk gemaakt.
Men voedde echter nog de hoop dat het zou blijken dat
dit gerucht valsch was. Evenwel heeft Oostenrijk onmid-
delijk stappen gedaan om den keizer te verlossen, in geval
het mogt blijken, dat het het berigt de waarheid behelst.
De HicJcman Courtier te Kentucky vertelt in allen
ernst, dat zekere Miss Mary Godsby, in de nabijheid dezer
plaats wonende, gedurende twaalf jaren doorgeslapen heeft.
Op twaalfjarigen leeftijd viel de jonge dame na een hevigen
aanval van koorts in slaap, en heeft sedert dien tijd in een
staat van slaapziekte doorgebragt. Zij ontwaakt bij geregelde
tusschenpozen om te gapen, maar verzinkt weer spoedig in
een sluimering, waaruit men haar met geen mogelijkheid
kan wekken. Zij is nu vierentwintig jaren oud, doch schijnt
zich bij haar toestand zeer wel te bevinden, ten minste zij
is er sterk bij gegroeid, en ziet er zeer lief en aanvallig uit.
Even als bij de krooning van de Duitsche Keizers
te Frankfort, wordt ook bij de krooning van een Hongaarsch
koning de weg, dien hij betreedt, met een tapijt bedekt, dat,
zoodra hij er zijn voet op gezet heeft, aan het volk behoort.
Van daar dat de keizerlijke stoet op de hielen wordt ge
volgd door de menigte, die bijna bij eiken voetstap het tapijt
afscheurt, zoodra de Keizer voorbij is. Bij de laatste kroo
ning, te Presburg, heeft zich echter het geval voorgedaan,
dat men den hofstoet omver wierp, om toch maar van het
tapijt zich meester te maken. Ten einde dit te voorkomen,
bestaat nu het kleed uit een groot aantal reepen, die ach-
tervolgcns kunnen worden weggenomen.
Bij den winkelier B. S. te Amsterdam kon men in
het begin der week voor zijn glazen lezenEen jongen
gevraagd. Des avonds werd aan zijn verzoek voldaan door
de bestelling vau een langwerpig mandje, waarin een kleine
frissche jongen zeer zorgvuldig was ingepakt. Een briefje
met een rood, wit en blaauw lintje aan een handje gebon
den, bevattende het volgende schrijvenGelieve dit jongentje
met veel zorg en liefde op te voeden, om het daarna in uwe
zaken op te leidenik zal u daarvoor altijd hoogst dank
baar zijn. Moeder van Pieter.
3Jn0E3anöEn.
De Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders.
Nieuwediep, 6 .Junjj 1867.
Mijnheer de Redacteur
Wat zijn de zienswijzen der menschen toch verschillend,
dit komt mij dikwijls te binnen bij het lezen van ingezonden
stukken in dit blad. Ook Y. heeft zijne eigene zienswijze en
bij het lezen van zijn artikel was ik wonderlijk te moede:
men moet des Zondags öf dansenöf tooneelstukken zien uit
voeren öf men brengt zijnen tijd in kroegen bij de jeneverflesch
doorzoo toch was de slotsom van dat stuk.
Of nu de gemeenteraad wijselijk gehandeld heeftmet toe
te staan om des Zondags tooneelstukken uit te voerendat
zou ik nu wel eens anders kunnen begrijpen. Maar toch als men
toestaat dat danspartijen worden gehoudenals men de tappers
en slijters vrijheid geeft om drank te verkoopen, als men des
Zondags hier bijna alle winkels den gansehen dag geopend
ziet en men krijgt zoo allerlei tooneelen (ook tegen wil en dank)
gratis te zien, waarom zou dan de gemeenteraad niet toestaan
dat de burgerman voor weinig geld (misschien wel zijn laatste
penning) ook comedie-tooneelen kan te zien krijgen Volgens
Y. heeft de burgerman in de week geen tijd en moet dat cp
Zondag avond hebben. Mij dunkt als hij in de week g»»n
tijd heeft en daardoor weinig te huis is, kan dan de burger
man des Zondags niet tehuis blijven en zich met vrouw en
kind vergenoegen met hem die zoo weinig huiselijk ismoet
het er wel treurig uitzienen naar mijne overtuiging zal hij bij
die tooneelen meer bedorven dan beschaafd worden, zoo als
men wil doen voorkomen.
Inderdaad het verwondert mij niet meer dat schepen voor
Nederlandsche rekening in het buitenland worden gebouwd.
Zij die de Zondag in slemppartij, in dronkenschap doorbren
gen, en uren lang hun tijd verspillen bij tooneelspellen zij
hebben ook geen tijd, geen lust en ook geen geld, om vooröit
te komen in de wereldveel minder nog om zich met hoogere
dingen te bemoeijen.
Ik zal mij opregtelijk verheugen als de gemeenteraad een
maal besluiten kon, om aan al deze dingen een einde te ma
ken ik twijfel niet 't zou een eerste schrede tot beschaving
en vooruitgang zijn.
Ten slotte voeg ik hier nog dit versje bij, dat ik laatst
onder mijne papieren vond
Gij allengroote en zeer groote j^eeren
Weet beter dan 't volk 'tgeen gij mcfet regeren:
»Hij die zijn onderdaan in deugd niet overtreft
't Is schande dat men hem tot overheid verheft."
M.