■«taande kermis misschien zeer teleurgesteld zijn, en zal ons een amusement ontbreken dat bij iedere kermis behoort, nl. een schouwburg. Boas en Judels, hier wel gewild, gaarne gezien en gehoord, dikwijls gewenscht, die aanvraag deden om hier te mogen komen, hebben, van de vergunning tot komst afstand gedaan, ten gelieve van den Helder, 't Spijt ons, dat wij gedurende de kermis van een goed tooneelge- zelschap zullen verstoken zijn, maar niet, dat wij in onze kermisdagen moeten zien, dat het gezelschap van Boas en Judels in de eerste kermisweek voor en in de tweede voor slechts vertegenwoordigd werd. De stoombootdienst naar onderscheidene oorden, schijnt hier eerlang eene groote uitbreiding te zullen krijgen. Be halve de aanvrage om concessie voor eene dienst tusschen Harliugen en 't Nieuwediep door de heeren Rodenhuis, Valckenier en Tuinhout, is nu ook eene concessie aan gevraagd door den heer M. Teves, van hier naar diezelfde plaats en via Vlieland en Terschelling terug, tot vervoer van goederen, personen, enz., gedurende de Zomermaanden da gelijks en in de wintermaanden om den andereu dag. Z. M. heeft benoemd tot burgemeester der gemeente Warmenhuizen R. Slot. Sedert 1799 ligt er op den bodem der zee, nabij het eiland Terschelling, een schat begraven. In dat jaar leed op die plek schipbreuk het fregatschip de Lutine, bevracht met eene waarde van 14 millioen gulden aan gouden en zil veren staven en muntspeciën. In de eerste twee jaren na de schipbreuk werd van het toen bloot liggende wrak eene waarde van ongeveer 11 millioen opgehaald. Later], toen de duikerskunst groote vorderingen had gemaakt, werden er nieuwe pogingen aangewendin de jaren 1857 1859 werd door middel van een helmduikertoestelnog ongeveer J mil lioen opgehaald. De groote hinderpalen tegen het voortzetten der zaak waren lo. de bewegelijke zandgronden, waarin het wrak ligt en die het nu eens met meer, dan weêr met min der zand bedekken, en 2o. het gemis van het voor eene krachtige exploitatie benoodigde kapitaal. Wat het eerste bezwaar betreft schijnen de omstandigheden op dit oogeublik gunstig: in Oct. 1866 toch was het wrak met ruim 30 voet zand bedektden 5n Mei jl. was dit met 20 voet afgenomen terwijl alle verschijnselen aanduiden dat de zandafneming vooreerst nog zal voortgaan. Daarom is de heer W. H. ter Meulente Amsterdam, die een contract heeft gesloten, waarbij hem de visscherij tot 31 Dec. 1870 is afgestaan, er op bedacht geweest ook het tweede bezwaar weg te nemen door het aangaan eener negotiatiewaarbij aan de deelnemers de noodige garantie Wordt aangeboden, terwijl hun 10 pCt., van al wat uit de Lutine wordt bovengebragt, zal uitge keerd worden. Bovenbedoelde garantie beslaat in een on vervreemdbaar depot van obligatiëu 5 pCt. Amerika, losbaar 1874, waaruit de aflossing van de obligatiën der negotiatie zal geschieden en waaruit, indienbij mislukking der onder neming, geen genoegzaam dividend is uitgekeerddit op 31 Dec. 1870 tot een bedrag van 15 pCt. uit de bespaarde renten van het depot zal worden aangevuld. Beide deze be palingen staan onder garantie van de heeren ter Meulen en Boeken te Amsterdam Het waarborgdepot is gesteld onder beheer der Associatie-Cassa aldaar. Naar het ons voorkomt staat tegenover de groote voor deden, welke de zaak kan opleveren, eene zeer geringe risico. Wij meenden dus de aandacht van het publiek er op te moeten vestigen. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft goed gevonden te bepalen1°. het houden van markten en open bare verkoopingen van rundvee blijft op en na 19 Junij in het geheele rijk verboden, met uitzondering van de pro vinciën Friesland en Groningenen van de gemeenten Am sterdam, Alkmaar, Purmereude en Hoorn. 2°. de Commissa rissen des Konings zijn gemagtigd het houden van openbare verkoopingen van rundvee in hunne provincie toe te staan, wanneer verkoop van het vee van éénen eigenaar, wegens verhuizing of wegens het verlaten van het landbouwbedrijf, verlangd wordtof wanneer het bij boedelverkoopingen tot den boedel behoort. In de zitting der Tweede Kamer op Woensdag jl heeft de heer Dumbar den minister van binnenlandsche zaken geïnterpelleerd omtrent het déraillement op den Rijnspoor weg, den 20 Mei 11. De minister heeft zich beroepen op de rapporten van den spoorwegopzigter en den raad van toezigt, die het voorgevallene toeschrijven aan uitzetting van het ijzer door de hitte. Ook de heeren Godefroi en van Nispen voerden het woord. Allen hebben aangedrongen op een naauwkeurig onderzoek en toezigt op den weg. Het in de zitting der Tweede Kamer van Dingsdag ingekomen wetsontwerp tot verhooging van het VITIe hoofd stuk der staatsbegrooting voor 1867 strekt om eene som van f360,000 beschikbaar te stellen1°. voor het veranderen van nog een getal van 30,000 getrokken geweren (model n°. 1) lot achterlaadgeweren, met inbegrip van de kosten van transport, assurantie, enz., k f 11.40 per stuk, f342,000, en 2° voor het herstellen van kleine gebreken, het aanbrengen van nieuwe hanen aan de oude geweren, alsmede het vernieuwen van tuimelaars f18,000. Deze transformatie zal nog geschieden in afwachting van de keuze van een goed stelsel van achter- laadgeweer. Daar de Nederlandsche fabrieken nog bezig zijn met de verwerking der vroeger tot transformatie bestelde geweren, zullen de nieuw te hervormen worden bewerkt in de fabriek van de heeren Clare en Rhode te Birmingham, met dien verstande dat reeds op 15 September a. s. 6000 stuks zullen zijn afgeleverd en dit maandelijks met een gelijk of grooter getal zal worden vervolgd. Dingsdag jl. deed het provinciaal geregtshof van Noordholland uitspraak in de zaak van de beschuldigden, ter zake van de onlusten te Velzen, Cornelis Visser, Jo- hanna Brouwer, huisvrouw van A. van den Bosch en Jan Mooy. Het hof heeft bij breedvoerig gemotiveerd arrest de drie beschuldigden van de hen ten laste gelegde feiten vrij gesproken, op grond, dat deze niet wettig en overtuigend waren bewezen. Het hof heeft overwogen, dat door getuigen is bewezen, dat de beschuldigden in de meening konden verkeeren, dat de olficier van Justitie, die gezegd had Marrs levend of dood in handen te moeten hebben, de brandstichting en de verwonding had veroorloofd, gelijk dan ook dragonders en veldwachters op gemelden Marrs hebben geschoten en die naren der openbare magt krullen hebben aangedragen, om de woning waarin hij zich bevond in brand te steken. On der deze omstandigheden oordeelde het hof, dat de strafbare moedwil, welke de wet tot het aannemen dier misdrijven vordert, niet kan worden aangenomen, en hunne schuld daaraan noch wettig noch overtuigend is bewezen. Te Zaandam is dezer dagen eene verkooping gehouden voornamelijk van porcelein, doch waarop ook een schrijfles senaar van czaar Peter I en tafelzilver van Napoleon ge veild zijn. Het porcelein heeft over 't geheel hoogen prijs gegolden, en is voor het grootste gedeelte door ingezetenen van Worinerveer gekocht geworden. Men meent hier we derom een bewijs te zien voor de bewering, dat de welvaart in die betrekkelijk kleine gemeente van ruim 3000 zielen toeneemt, terwijl de toestand der overige Zaansche gemeen ten in de laatste jaren geenszins van vooruitgang getuigt. De windhandel in olie en rogge, alsmede de aanvoer van gezaagd hout uit Noorwegen, waardoor de houtzaagmolens lijden, zijn zeker wel de voornaamste redenen van dien stil stand, om niet te zeggen, achteruitgang. Omtrent de met eenigen ophef aangekondigde curiosa der verkooping, meldt men ons, dat de schrijflessenaar, die in der tijd door den czaar te Zaandam gebruikt zou zijn, en thans aan den heer C. de Vries aldaar toebehoort, is opgehouden, daar er geen f 20 voor geboden werd. Alle bewijzen van echtheid ont braken namelijk. Naar men zegt, is echter, na de verkoo ping, een oude catalogus gevonden, waaruit zou blijken, dat diezelfde lessenaar, ongeveer honderd twintig jaren geleden, in het openbaar verkocht is, en dat bij die gelegenheid aan de echtheid niet getwijfeld werd. Ook het "tafelservies van Napoleon" is opgehouden. Het in de couranten dienaan gaande gemelde, dat het namelijk afkomstig zou zijn van keizer Napoleon I, schijnt onjuist te zijn. Want het is gemerkt met de initialen vL. N." en moet in den tijd van koning Bodewijk uit het paleis te Amsterdam ontvreemd zijn geworden. Eenigen tijd geleden is het door een /er- mogend te Zaandam gevestigden ingezetene aangekocht ge worden. De vorken en lepels zijn, als te groot en te zwaar, voor het gebruik ongeschikt. Nader berigt men dat bedoelde lessenaar is aangekocht en ten geschenke aangeboden aan het koninklijk oudheid kundig genootschap te Amsterdam. Van Zeeland 18 Junij wordt gemeld: De buurvrouw van den landbouwer J. v. L. alhier leefde sedert eenigen tijd in twist met hem. Zij kon hare kwaadaardigheid te genover hem noch met den mond, noch met de handen be dwingen en besloot zich te wreken. De moed daartoe ontbrak haar evenwel en daarom droeg zij die taak over aan haar beide kinderen, een van 7 en een van 10 jaren. Dezer dagen gaf zij aan die twee kinderen lucifers met bevel om die aan te steken en het vuur daarvan mede te deelen aan het dak van haren buurman. Hare kinderen voldeden daaraan en spoedig stond het hnis in volle vlam. De geheele inboedel, stal en vee zijn eene prooi der vlammen geworden. Het huis alleen was tegen brandschade verzekerd. De moeder is met hare twee kinderen in hechtenis ge nomen en naar 's Bosch getransporteerd. Te Worms is eene school voor bierbrouwers en voor azijn-fabrikatie, met een vier maandelijkschen cursus opge- rigt, en aanvankelijk wordt deze inrigting vrij talrijk bezocht. Het berigt dat de sultan een kostbaar geschenk aan keizerin Eugenie zal geven heeft te Parijs geen genoegen gedaan. Het publiek worden er van is aan eene onbeschei denheid van Djemil pacha te wijten. Thans heeft de heer Corti, secretaris des keizers, in last om het berigt tegen te spreken met bijvoeging dat zoodanige geschenken geen stof mogten zijn voor publieke behandeling, te minder daar zij door de dynastie niet zouden worden aangenomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 2