welke bekleeding op hare beurt een geheel vormt met de platen en bindten van het schip. De torens zijn cylinder- vormig en bekleed met pantserplaten ter dikte 5i daim. De eene is vóór de machine kamer geplaatst, de andere daarachter. Yan boven zijn zij bedekt met zware van pant- serplalen voorziene balken. Het tuig van het schip is dat eener bark; de masten zijn op zoodanige wijze bevestigd, dat voor het rigten der kanonnen in de torens de meest mogelijke speelruimte overblijft, en de gelegenheid tot het voeren van doek is overvloedig genoeg, om van de Prins Hendrik een kloeken zeiler te maken. Het schip is voor zien van twee afzonderlijke stoommachines, van 200 paar denkrachten elk. Bij het doen van een proeftogt, was de gemiddelde snelheid 12.09 Eugelsche mijlen. Met 15 dezer zijn de navolgende officieren, enz. op non-activ. gebragt, allen behoord hebbende tot den rol van Zr. Ms. transportschip Javaalsde kapt. t/z. J. A. K. van Hasselt; de luits. t/z. Ie kl. G. C. C. Thierens, T. C. Gobóe en jhr. J. A. Itoëllde luits. t/z. der 2e kl. R. Wijmans, C. A. Woldringh, P. Metman, B. M. van der Weide, "W. A. van Aken, H. L. Cadet, W. C. Böhtlingk, P. Zegers Yeeckens, L. Backer Overbeek en J. H. Cremerde adelb. Ie kl. J. II. Wouters en E. Yoetelinkde offic. van gezondh. 2e. kl.C. J. van Stockumde offic. van adm. 2e kl. E. Canneman de offic. van adm. 8e kl. E. A. ErederiksH. K. J. van den Bussche en J. Gallas; en de adj.-adm. E. W. Sprenger, P. H. A. Pool en A. M. Moutijn. Gisteren is een kind van 5 jaren, in de Nieuwstad alhier, overreden door eene vigelante, met dat treurig gevolg dat het kort daarna is overleden. In no. 1 van den tweeden jaargang van het tijdschrift getiteld: Geïllustreerd nieuws, uitgave van den heer Sijthoff, is het volgende te lezen: //Eene ontzettende misdaad. De politie te Itohrbach (Baden) is eene ijsselijke misdaad op het spoor gekomen. Eene dame uit den fatsoenlijken stand zou haar kind hebben te vondeling gelegd. Een professor aan de hoogeschool te Leiden wordt genoemd als mede- pligtige. De antecedenten der dame moeten ook niet van de beste zijn. Immers, men verneemt dat zij, hetzij uit hoogmoed, hetzij uit anderen oorzaken, reeds vroeger haren vader heeft verloochend, een hulpbehoevend oud man." Te Exeter (Engeland) heeft men eene poging gedaan om het schouwburggebouw in de lucht te doen springen. Door eene toevallige omstandigheid is die poging verijdeld. Den 5den dezer heeft te Berlijn een vreeselijk voor val plaats gehad. Een dienstmeisje werd door hare mees teres verzocht haar zoontje, een kind van lj jaar, uit den tuin in de keuken te brengen. Onverwijld aan dit verzoek willende voldoen, beging het meisje de onvoorzigtigheideen scherp mes, dat zij juist gebruikt had niet op de tafel te leggen, maar in den zak, en wel met het scherp naar boven, te bergen. Met het kind in de keuken gekomen, liet zij het van haren arm glijden. Hierdoor drong het mes in het lig- chaam van het kind en sneed het den buik open, zoodat de ingewanden te voorschijn kwamen, tengevolge waarvan het gestorven is. Het meisje, dat dit kind zeer lief had, is ra deloos over hare onvoorzigtigheid. Sedert jaren werkte de beer Cobden aan en voor een plan, dat eindelijk dezer dagen tot uitvoering is gekomen, de oprigting nl. van internationale scholen. Wijlen de prins gemaal was in der tijd een bepaald voorstander van Cobdens ideën dienaangaande, maar deze wilde ze niet in werking brengen voor hij in Erankrijk van de noodige ondersteuning verzekert was. Een rijk handelaar in Auvergne omhelsde zijn plannen met warmtemaar verschilde van gevoelen omtrent de uitvoering. Na lang over en weer van gedachte gewisseld te hebben en nadat anderen mede voor de zaak gewonnen warenis men het eindelijk eens gewordenen is nu jl. Woensdag zoodanige school te Islington geopend door den prins van Wales. Het hoofdbeginsel dezer stichting is de reorganisatie van het stelsel van het onderwijs op een breeden grondslag, in den geest van den tegenwoordigen tijd. Hier aan is verbonden de vestiging van collegies in Frankrijk Duitschlaud en Italië, die niet alleen geheel en al op den- zelfden voet zijn ingerigt, maar ook met elkander in naauwe betrekking staanzoodat een leerlingdie te Londen het eerste jaar de laagste klasse heeft doorloopenvoor de vol gendejaren overgaat in den cursus op de bedoelde collegies in het buitenland. Volgens het plan zal hij in elk land gedurende twee jaren de lessen bijwonenzoodanig dat hij van de eene tot de andere overgaandetelkens in eene hoo- gere klasse komt en zich in den dagelijkschen omgang de vreemde talen, zoowel door het gebruik en door een ver beterd taalonderwijs, beter en gemakkelijker eigen maakt. Er zal ook gezord wordendat de jongelieden van eene en dezelfde natie niet bij elkander blijven, maar allen steeds met de vreemdelingen zamenwerken en verkeerenterwijl er strenge bepalingen zijn gemaakt ten aanzien van het gods dienst-onderwijs waaromtrent de gevoelens en wenschcn der ouders strikt geëerbiedigd zullen worden. Voor de regtbank te Parijs wordt thans de zaak behandeld van den restaurateur op de Chalet des lies in het bosch van Boulogne tegen den graaf de Rennepont, een der commissarissen van de Club des Moutards, die den 29 Mei des vorigen jaars een feest organiseerde voor de Parijsche dames van den demi-monde. Dat luisterrijk feest waaraan 150 personen deelnamen, kostte 5085 francs. Deze som was grootendeels betaald, maar er ontbraken nog 1000 francs aan. De regtbank heeft, na partijen gehoord te hebben, den graaf de Rennepont veroordeeld om die te voldoen. Een der bezwaren door den advokaat van den beklaagde aangevoerd was dat er voor 63 bedienden afzon derlijk was berekenddeze hadden wel kunnen onthaald worden op hetgeen overschoot van de tafel. De advokaat van den restaurateur stelde daartegenover dat er bij zulke dinés nooit iets overschoot: wat er bleef werd vermorst. Wel waren er meer couverts geplaatst en berekend dan er gasten gekomen waren, maar zij die aan den disch hadden plaats genomen, hadden gegeten en gedronken ook voor de afwezigen en voor hen gebroken ook. Gelijk bepaald was, is thans voor het hof van assises van het departe ment der Seine in behandeling gekomen de zaak van Berezowaki, beschuldigd van poging tot doodslag op den Keizer van Rusland. Nadat voorlezing was gedaan van de acte van beschuldiging, werd de beschuldigde door den pre sident ondervraagd. Na de vragen en antwoorden betreffende zijne familiebetrekkingen on zijn vroeger beroep, vervolgde de President: Gij zijt den ln Junij ten 2 ure met den noorderspoorweg te Parijs teruggekeerd en aan het station gebleven, waar gij de komst van den Czaar hebt afgewacht. De beschuldigde. Ja, ik heb hem aan het station gezien. Dé President. Waarom waart gij daar? Besch. Om te zien of ik hem kon straffen voor hetgeen hij misdaan heeft en om te voorkomen dat hij de heiligschennis beging om den voet op Franschcn bodem te zetten. Pres. Hebt gij op dat oogenblik besloten den Czaar te dooden Besch. Ja, toen en ook reeds vroeger. Ik was steeds met de gedachte bezield om mijn vaderland te wreken. Toen ik in Polen was, dacht ik er nog niet bepaald aan den Czaar te dooden. Ik wist wel dat het mij toen niet zou gelukken. Maar toen ik zag dat het mogelijk was hem in Frank rijk te treffen, heb ik geen oogenblik geaarseld. Pres. Ja, gij hebt van de gastvrijheid die Frankrijk u schonk misbruik willen maken, om het leven van den Czaar aan te randen; gij hebt ook niet geëerbiedigd de gastvrijheid door keizer Napoleon aan uw souverein aangeboden. Ik maak de heeren van den Jury opmerkzaam dat de beschuldigde zich eenigzins moeijelijk uitdrukt, tengevolge van een natuurlijk gebrek in de uitspraak. Ik maak die opmerking, opdat gij die moeijelijkheid van uitdruk king niet aan verwarring zoudt toeschrijven. De heer Arago. Hij spreekt goed Poolsch, maar niet het Fransch. Pres. Beschuldigde, hebt gij niemand uw plan toevertrouwd? Besch. Neen, mijnheer, aan niemand. Pres. Dat is zeer buitengewoon; gij keDdet toch vele menschen. Besch. Ik zou mij wel gewacht hebben mijn plan aan iemand mede te deelen: Men had mij zeker verraden. Pres. De ijverigste nasporingen der politie hebben er niet toe kunnen leiden medcpligtigen te vinden. Den 3 Junij hebt gij het subsidie in ont vangst genomen, dat Frankrijk u gaf, en voor dat geld hebt gij het wapen gekocht, waarmede gij uw misdaad wildet volvoeren. Gij zijt naar de opera gegaan om te weten of de keizer vau Rusland er des anderen daags zoudt komen. Besch. Ja, ik heb mij des anderen daags naar de opera begeven om te zien of ik den Czaar kon naderen. Pres. In den avond Yan den 4 Junij hebt gij hem bij het uitgaan der opera opgewacht. Bcsch. Dat is waar, en ik heb zelfs het rijtuig gevolgd tot aan de Ely- sées, onder het roepen van leve de keizerIk deed dit om de beide keizers te zien, om hen goed te onderscheiden. Pres. Gij hebt bij Brunville een pistool gekocht. Men bood er u een aan met één loop.- gij verlangdet er een met twee loopen, waarom? Besch. Omdat ik den Czaar in de borst wilde treffen. Pres. Dit pistool heeft u 8 francs gekocht. Besch. Neen, 9 francs, maar dat beteekent niets. Pres. Gij hebt vervolgens kogels gekocht. Besch. Ja, maar zij waren te ligt. Pres. Dan hadt gij toch eenige kennis van de wapenbehandeling. Gij hebt ook kruid gekocht en een No. van de avondeditie van den Moniteur. Besch. Ja, ik wilde in den Moniteur zien hoe laat de revue den 6u Juuij zou plaats hebben. Pres. Hadt gij toen het voornemen den Czaar te doodcnP Besch. Ja, mijuheer, ik ontken het volstrekt niet. Pres. Gij zijt den 6n Junij 's morgens van Batignolles vertrokken en hebt u naar de Avenue de V Impératrice begeven en van daar Besch. Naar den waterval, waar ik het oogenblik afwachtte om den Czaar te kunnen treffen. Pres. Gij hebt het rijtuig zien aankomen, dat naar den kruisweg reefl, door de beide lanen, die naar het meer leiden, gevormd. Het rijtuig, waaf- in de beide keizers en de grootvorsten gezeten waren, reed stapvoets. Besch. Daar heb ik niet op gelet. Pres. De keizer, eene zekere ophooping in de laan ziende, gaf bevel regtsaf te houden en naar de Avenue de la Vierge te rijden. Gij hebt u toen op den kruisweg geplaatst, gevormd door de Avenu des Réservoirs en Avenue de la Vierge. Het rijtuig reed stapvoets; er waren niet veel men schen en gij zijt het rijtuig genaderd. Besch. Ik herinner mij die omstandigheden niet juist meer; ik had slechts één doel voor oogen: het doodschieten van den Czaar. Pres. Op wien legde gij bijzonder uw pistool aan? Besch. Uitsluitend op den Czaar. Pres. Gij werdt gewond. Besch. Ja, mijnbeer, en daardoor heb ik het bewustzijn verloren. Pres. Men heeft u aangehoudengij wildet schreeuwen en men heeft u dat belet. Besch. Ja, ik wilde roepen Leve Polen l Pres. Een politie-agent hield u de hand voor den mond en gij hebt uw kreet slechts ten halve kunnen uiten. Besch. Ik wilde te kennen geven dat hetgeen ik gedaan had was in naam van Polen. Pres. Slechts één kogel is uit het pistool geschoten, gij had vooraf achterwaarts geschoten. Besch. Dat weet ik niet. Ik had mijn pistool gerigt op het hoofd van den Czaar. Ik wist dat wanneer ik hem zou raken, hij ook dood zou aijn. Pres. Maar met welk regt waagdet gij een aanval op het leven des Czaars Besch. Ik had daartoe het regt. Hij heeft ons vaderland vernield hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 2