Nog iets over de Draai- alias Malmolens, BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE HELDER. BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE VLIELAND. Maar nu zal die wet op de schutterij niet ten uitvoer worden gebragt. Den 9den dezer werd ze door de Eerste Kamer der Staten-Generaal verworpen, en het is metgeene mogelijkheid zelfs in de verte te voorspellen wanneer ze thans zal tot stand komen. Zeker is het ondertusschen dat daarmeê een geruimen tijd zal Verloopen. Daarmeê is nu intusschen ook het raadsbesluit van 21 Mei jl. vervallenen ik vestig daarom er de aandacht op, zoowel van den Raad als van alle belangstellenden, dat die subsidie nu ruimschoots kan worden verleend, daar de gemeente be vrijd is gebleven van de drukkende lasten die op hare schou ders zouden gelegd zijn, ware het aangeboden ontwerp tot wet verheven. De redenen waarom ik zooveel gewigt hecht aan de in standhouding van het Artillerie-Vrijkorps, heb ik in het no. van 1 Junij ontwikkeld, en zeer teregt heeft de permanente afdeeling van het centraal-comité van den Nederlandsclien Weerbaarheidsbond aangetoond dat nu juist, na de verwerping der wet, de oefening in de militaire exercitien nog noodza kelijker is geworden dan vroeger het geval was. Zoo ergens dan is juist op deze plaats een goed gevormd artillerie-corps een hoofdvereïschte, en om daartoe te kunnen geraken heb ik dit onderwerp in dit blad weder ter sprake gebragt; in de hoop daardoor iets bij te brengen in het be lang van het corps. Ik vertrouw dan ook M. d. R. dat de raad in zijn volgende zitting het besluit van 21 Mei jl. moge vernietigen (of liever het is feitelijk vervallenen eene ruime subsidie verleenen aan het alhier gevestigde artillerie-corps. Vergun, M. d. R. aan deze regelen een plaatsje in uw geacht blad. Uw bestendige lezer, Helder, 17 Julij 1867. X. Y. Z. Helder, 21 Junij. Mijnheer de Redacteur! Onmogelijk kan ik U beschrijven hoe ontsteld ik was toen ik het inge zonden stuk geteekend M. in uw geacht blad van Zaturdag jl. had gelezen. Van moeder Natuur eene vreedzame inborst ontvangen hebbende, was alleen de gedachte aan het kanongebulder waarmede hij uwe Courant bedreigt, reeds in staat mij angst en ongerustheid in te boezemen. Wat zal het dan wezen als die bedreiging eenmaal wordt uitgevoerd? Ik durf er niet aan denken. Een enkel ding stelt mij eeniger mate gerust, nl. dat M. voor zijne ka nonnen nog een terrein moet opzoeken. Aan de keuze van een geschikt ter rein is een bekwaam veldheer zeer veel gelegen, daarvan hangt soms meer af dan van het aantal kanonnen. Ik vroeg mij dan afwaar zal M. dat terrein voor den" aanval vinden Naar hetgeen zijn ingezonden stuk zakelijk behelst betwijfel ik 't of de groote bladen HandelsbladNieuvje Rotterdamsche CourantDagblad enz. zich wel zullen willen leenen als het terrein van waar M. zijn kanon- geschut laat hooren. Uw blad kau hij niet gebruiken, dat zou niet alleen strijden tegen elk beginsel vau oorlogsregt, maar daarenboven neemt hij iri zijn artikel, tot zijn leedwezen, daarvan afscheid. Blijft dus als eenig oorlogsterrein over, uwe oudere zuster, de Oude Heldersche eu Nieuioediejper Courant van den heer Bakker. Die overweging stelt mij gerust. Het oude besje is evenmin als ik eene lief hebster van kanongebulder en achterlaadgeweren, dus dat terrein zal M. ook wel niet kunnen opzoeken. Mogt dit echter gebeuren dan acht ik het terrein zoo oud en versleten, dat de daarop geplaatste kanonnen, onder bevel van onzen strijdlustigen M. nog al niet veel schade zullen berokkenen. Maar ook het oudje houdt hare kolommen liever open voor moorden, brandstichtingen, doodslagen en dergelijken, dan voor een strijd, van welken aard ook. Hoe zou zij 't doen nu M. „zijne kanonnen tegen u blad dreigt te rigten"? Nu er stroomen bl ik wil zeggen potten inkts (ik had haast geschreven bloeds) dreigen vermorst te worden. Vermorst is 't woord.) Maar zonder badinage M. d. R. Wat beteekent toch die bespottelijke be dreiging van M. om zijne kanonnen tegen u blad te rigten. Want van zijn artikel wil ik niets zeggen, daar 'net hoogstwaarschijnlijk voor hem alleen verstaanbaar en begrijpelijk is. Ik geloof dan ook, dat het alleen om der rariteits-wille in uwe kolommen is opgeuomen. Mogt gij M. d. R. de schuld wezen vau dien kanonnen-strijd, (zoo staat er in 't artikel) welnu, gij kunt die gerust zonder gemoedsbezwaar op u nemen. Die strijd zal niet lang wezen; er zullen zich bondgenooten genoeg voor u opdoen, en het kanongebulder van M. zal minder schade berokkenen dan dat van Sadowa. Ik weet nog niet of het tusschen uw blad en M. tot een openbaren oorlog- zal komen. Voor dat geval stel ik echter alle mijne wapens (dat zijn in casu mijn stalen pen en mijn iuktpot) ter uwer beschikking. Met de opname dezer regelen verpligt gij zeer, M. d. R. Uw' bestendig lezer. V. X. Het was Zondag vóór Kermis, en omdat ik met mijn vriend had afge sproken eene wandeling te gaan maken, om bij deze gelegenheid een paar fragmenten van kermispreken op te doen, stapte ik reeds tijdig bij hem in huis. Ik werd in de voorkamer gelaten. Zeker omdat het achter rook te van waar ik nagenoeg het volgende gesprek hoorde „Kunt ge dan „uw thee niet uitdrinken nu kan Aaltje immers niet voortgaan om het „ontbijt aftenemen, en het wordt al spoedig laatjijlui mannen denken „maar, wij gaan er toch uit en ze moeten het dan maar zien te redden, „'t Is wel aardig van jelui, maar zoo zijn de mannen, als ze je eerst „maar hebben maar ik had het moeten weten. Wat heb ik nu aan mijn „nieuwen mantel en hoed, als ik toch niet naar de kerk kan gaan „Wel vrouwtje lief" „zei mijn vriend," ik meende dat gij van morgen „niet ter kerke zoude gaan Hf4- doet me natuurlijk groot plazier en we „gaan nu te zamen, niet waar Aaltje zeg tegen menheer, dat ik niet zal „gaan wandelen hoorAaltje kwam met de boodschap en ik nam hoed en stok en stapte heen, denkende, mijn vriend zit in de malmolen en wordt door zijn lief vrouwtje naar harte lust gedraaid. Ik deed nu alleen het voorgeuomen kerkbezoek. En wat hoorde ik daar Bij den een „Houdt kermis en geniet, doch doe het zoo, dat uw gewe sten u niet aanklaagd." „Bij den anderonthoudt u van de genietingen „dezer wereld, waarom zoudt ge 't oordeel over u inroepen." Twee draaimolens kwamen mij onwillekeurig weder voor den geest, beide geaccompagneerd door vocale muziek, het cenige verschil daarin bcstaaude, dat bij de eene de sopraan en bij de andere de bastoonen de hoofdrol speelde. Ik wist niet in welke dezer molens ik zou plaats nemen, doch eene ge heime stem in mij zei„Stapt maar in, ouverschillig in welke, de vor- „men vergaan en doen niets ter zake, beide molens toch trachten u te „draaijen naar al wat goed wat edel eu welluiden'd is, naar het doel des levens. Acht dagen later. God dank dat de kermis achter den rug is. Denk echter niet lieve lezer, dat ik een tegenstander of afschaffer van de kermis ben. O neen, er is te veel te zien en te genieten, dat zeer in mijn smaak valt en dat ik anders nooit te zien of ouder den neus krijgmaar ik ben rijk gezegend met kroost, groot en klein soort, eu dat volkje draaij razend graag, bijgevolg is een aardig plokje eenten uit mijn zak, in die der draaimolenaars of draaimolcnaressen gemarcheerd, want bij het opmaken van mijn budget ik was dat van het vorige jaar, toen wc geen kermis en dus ook geen draaijerij hebben gehad, gevolgd had ik daarop niet gere kend, en natuurlijk bestaat er nu een te kort. Hoe dat te dekken. Zie daar de zaak waar ik bijster mee in de war zit. In een residentie heeft dat niets te beteekeuen, want heeft men daar in de draai- of malmoleu gezeten, zoo dat men een komeet met een „te kort" staartje ontdekt, dan maar met de looppas, een ontwerp wet gefabriceerd en met een memorie van toelichting ingediend, waaruit zonneklaar blijkt, dat dc ontbrekende dubbeltjes waarvoor anderen worden gevraagd ten meeste nutte van de dienst zijn aangewend. Intusschen inviteerd Zijne Exc. dc kamermannen op een diner of souper; onder het klinken en drinken van een fijne llcsch, wordt het te kort ter sprake gebragt en de noodzakelijkheid tot voorziening aangetoond. Z. Exc. weet dan eerst hunne hoofden en daarna hunne stem men in 'slauds belang te draaijen. In dc kamer praat men er ook wat over, niet omdat men het af wil stemmen, maar om het volk hunne kic— kers meê te doen draaijen, en omdat men toch wat wil praten, ten einde bij een volgende verkiezing niet vergeten te worden. Na deze formaliteiten, wordt het ontwerp wet en het budget is gesuppleerd. Zoo grif vrees ik, .dat het met mijn te kort niet zal gaan. Dewijl ik daarover met de handen in het haar zit te peinzen en te phi- lisopheren, komt mijn vrouw binnen met mijn winterjas. „Manlief' „zegt ze" je zoudt een nieuwe jas hebben latcu maken, maar bekijk hem eens ter „deeg, hij ziet er nog zoo sltcht niet uit dunkt me, als de kleermaker er „eens nieuwe knoopen aanzet en op nieuw omboord, dan kan hij nog wel „een jaartje meê. Dunkt 't je ook niet? Is liet niet zoo mijn lievertje?" Wel zeker vrouwtje zei ik, blij zijnde het middel gevonden te hebben waar door het te kort zou gedekt en de zorg die ik daarover had worden wegge draaid„Maar zoo vervolgde ze," „geheel anders is het met mijn „japon die wordt zoo faal, de rok is voor eene crinoline gemaakt en, zoo „als ge weet, draagt men thans slecpcn dus als ge het goed vindt, ga ik „van middag naar de Bazar." Ik keek haar aan en kon een glimlach niet weerhouden, want ik bemerkte, dat ik zeer behendig en zonder het te weten, in de malmoleu was gestopt en mijn wijtje mij naar hartelust ronddraaide. Naardien toch alles draait is hetgeen wonder dat kinderen en bejaarden, fatsoenlijke en niet fatsoenlijke, rijk en niet rijk veel van de mal- of draai molen houden, want, men is aan het draaijen gewoon geraakt, daar toch het geheele leven in huis in kerk en staat niets anders is, dan eene groote draaijerij. Maar a propos van malmolens gesproken. Wie of wat is nu wel mal te noemen De molen Het personeel er bij Of zij die er gebruik van maken en zich laten verdraaijen Denkt er eens over na lezers. Van 12 19 Julij 1S67. ONDERTROUWDGcene. GEHUWD: J. Pranger en A. Vos. A. van Leiden en A. vau der Wal BEVALLEN J. Smit geb. Mazereeuw Z. A. Paarlberg geb. Wijn Z. E. Spigt geb. Rijkers Z. A. A. Bas geb. Rover Z. M. Krul geb. Wurkum Z. L. Eolmer geb. Wessel Z. T. A. Meijer geb. Schwarte Z. C. Rijper geb. Meijer D. A. Dienaar geb. van Stuivcn- berg Z. C. Hemelrijk geb. Disper Z. C. B. C. Bontes geb. van Har- tevelt Z. C. Abbeucs geb. Bels Z. II. Tanke geb. van Hout Z. W. C. Kaan geb. Noot Z. OVERLEDEN A. Kramer 5 d. M. Kuipers geb. Picls G2 j. A. Riedemau 2 j. eu 7 m. C. Bruijn 27 j. G. Zutt 45 j. J. T. Bordcns 6 j. J. L. Herman bijna 7 m. C. Lclivcld 4 j. II. J. Mangel 5 j. J. Deelder 74 j. E. Huisman geb. Ruiterman G6 j. J. E. M. Buijtenhuijs 20 j. Van 7 20 Julij 1S67. ONDERTROUWD Gcene. GEHUWD: R. van Westen, gemeente veldwachter, 41 j. en AnnaGeer- truijda Vrouwtje vau Westen, 29 j. Simon Straus, tiinmermau, 2G j. en Maria Everdina Janzen, 17 j. GEBORENTheodora Arnoldina Jacoba, d. van J. Kooiman en A. E. de Boer. OVERLEDENBeerend Johannes Krul 8 j. AFLOOP DE3S VEILING, gehouden op Maandag 22 Julij 1867, des avonds ten 7 ure, in het Bierhuis Be Brouwer, ten overstaan van den Notaris B. WE11ENDLIJN SMIT. No. 1. Een Woon- en Winkelhuis beuevens 3 daarachter staande Wonin gen aan de Hoofdgracht. Kooper de heer C. E. Schade te Amster dam, voor ƒ14000. 2. Een Huis, ingerigt tot Woonhuis en Broodbakkerij aan de Binnen haven. Niet verkocht. 3, 4 en 5. Drie Huizen en Erven in de 2e Vroonstraat. Kooper de heer II. T. Duinker alhier voor ƒ1761. 6 en 7. Een Winkelhuis en Erf cn een Woonhuis en Erf in de Spoorstraat. Kooper de heer D. Hoogenhosch alhier voor ƒ2402. 8. Een Huis en Erf te Helder. Kooper de heer P. de Beurs alhier voor ƒ230. 9. Een Huis en Erf gelegen als voren. Kooper de heer O. Ottc- vanger alhier voor ƒ216. 10. Een Winkelhuis met Boet en Erf in do Zwaanstraat. Kooper de heer A. Eelix alhier voor 760. 11. Een Huis en Erf in de Schapensteeg. Kooper de heer G. Koppen alhier voor ƒ186. 12. Een Huis en Erf mede in dc Schapensteeg. Kooper de heer G. Koppen alhier voor ƒ136. Aangekomen Schepen te ltatavia vóór 27 Junij jl. Burgemeester Hoffman, kapt. Grafthuis, Amoy; Java, kapt. Tuk, Liverpool; Julie, kapt. Chcrpioen, Padang; Stad Bockum, kapt. Timmermans, Amsterdam; Aldebaran, kapt. Meijboom, dito; Ilebe, kapt. Kiehl, Buenos-Ayres; India, Vonck, Shields; Koffijboom, kapt. van Galen, van Penarth naar Shields; Kinderdijk, kapt. Verdoes, CardifT; Tweelingen, kapt. Bruyns, Penarth, Johanna Maria, Klcyuenburg, Hongkong; Pieler Adolf, Jaski, Londen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 3