gelijk corps; cn verklaart voor cene volkswapening te zijn,
maar dat het alleen afhangt van de wijze hoe het in het werk
gesteld wordt.
De heer Kraijenhoff zegt, dat de aangehaalde circulaire bij
het bestuur van het Artillerie-vrijkorps alhier nog niet is
ontvangen, dat door den Voorzitter daaruit slechts een frag
ment is gelezen ter verdediging zijner stelling.
Spreker beklaagt zich andermaal, dat het Dagel. Bestuur
zich niet direct rondweg heeft verklaartdat daardoor 6 weken
nutteloos verloren zijn. Voorts wijst spreker op eenige gun
stige omstandigheden der gemeente, die wel in aanmerking
mogen worden genomen. En zegt andermaal dat de wijze
waarop deze zaak behandeld is deloijaal is.
De Voorzitter zegt tegen het laatste gezegde te moeten
opkomen en herhaald de reden waarom de behandeling is
verdaagd.
De heer Berghuijs houdt eene uitvoerige rede die wij niet in
alles hebben kunnen volgenze komt in hoofdzaak hierop neder.
Dat hij, niettegenstaande hij een deel heeft uitgemaakt van
het voorloopig comité, zich tegen het verleen en een er subsidie
verklaart. Hij kan de noodzakelijkheid voor de gemeente
niet inzien en acht het nuttiger om industriële zaken te sub
sidiëren. Ook gaf hij eenige citaten uit een Franschen schrijver.
En wijzende op de nog te doene bestratingen in deze gemeente,
toont hij den aangeliaalden schrijver, in zijne verbeelding, de
leden van het vrijkorps in nette uniform, marcherende langs
modderige straten die op verbetering wachten.
De Voorzitter bestrijdt den heer Berghuijs ten opzigte van
de modderige stratenen noemt de straten in deze gemeente
de meest zindelijke in vergelijking van andere plaatsenzelfs
zoo dat de dames het dragen van sleepjaponnen hier niet
ontzien, hetgeen elders nog wel eens gebeurt.
De heer Kraijenhoff vindt de combinatie door zijn geacht
lid Berghuijs, van modderige straten met het artillerie-vrijkorps,
alleraardigst en wil gaarne bekennen dit den heer Berghuijs
niet na te kunnen doen; trouwens hij acht de te behandelen
zaak dan ook te ernstig en de opvatting van den heer Berg
huijs alles behalve juist.
Het Vroeger ingediend adres wordt op nieuw gelezen.
De heer Graat zegt het woord te hebben gevraagd niet
om nieuwe gezigtspunten te openenmaar alleen om zijne
straks uit te brengen stem te motiveren. Spreker gelooft
dat ieder lid van den raad de oprigting van het vrijkorps in
deze gemeente met vreugde heeft begroet, en dat ook niemand
zou aarzelen om het volstrekt noodige te verschaffenmaar
aangezien het rijk daarin voorziet, en dat blijkens het rekest
de gevraagde subsidie moet strekken voor uniformen, die naar
zijn inzien gemist kunnen worden, ziet hij zich verpligt te stem
men tegen het verleenen van subsidie.
De heer Kraijenhoff zegt, nog eens op zijne in eene vorige
vergadering geuitte woorden terug te komendat indertijd
geld is toegestaan voor muziek bij de opening der marktvoor
do vroeger bestaande roei- en zeilvereeniging, enz.dat de
oprigting van een artillerie-vrijkorps tot het helpen verdedigen
van de plaats onzer inwoning, als oneindig nuttiger kan be
schouwd worden.
De heer Zur Mulilen noemt ook nog andere gesubsidieerde
feesten en vermakelijkheden.
De Voorzitter zegt, dat het hem leed doet dat men daarvan de
gemeente een verwijt maakt, en dat de subsidie aan de zeil
en roeivereeniging ruimschoots aan de gemeente is vergoed,
door de meerdere belastinggedurende die dagen opgebragt
door het groot aantal vreemdelingen, dat gedurende dien wed
strijd naar hier stroomde. Dat men overigens bij dergelijke
gelegenheden altijd zeer zuinig en spaarzaam met de gemeente
fiuantien heeft gehandeld.
Bij stemming wordt het verzoek geweigerd. 3 stemmen
vóór en 9 tegenvóór stemden de heeren v. Kelckhoven,
Zur Mühlen en Janzen. De heer Kraijenhoff hield zich bui
ten stemming.
Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Dat bij de opneming der kas op 7 Julij zich daarin
bevond 36,422.20^.
b. Dat Gedeputeerde Staten geene aanleiding heeft gevon
den om het traktement van den gemeente ontvanger te ver
anderen.
Op de gewone rondvraag niemand het woord verlangende
wordt de vergadering gesloten.
1TI S TT ir S T IJ D 11? 3 S 1T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 26 Julij 1867.
De tooneelvoorstelling door onderofficieren van de Zee-
en Landmagt, leden der sociëteit Bensgezindheidop AYoens-
dag a. s. te geven, ten voordeele van het Artillerie-Vrijcorps
alhier, {zie advertentie hierachter) bevelen wij bijzonder aan
wij hopen dat de ingezetenen, door eene talrijke opkomst
blijk zullen geven van hunne ingenomenheid met den geest
van eensgezindheid, die hier thans bij de militairen van de
verschillende wapens heersclit, en zij op prijs zullen weten te
stellen dat eenige verdienstelijke onderofficieren, door de
aanwending hunner talenten, een blijk willen geven van
sympathie aan het alhier opgerigt Burgerlijk-corps.
De leden van Eensgezindheid gedragen zich waardig de
leuze huuner sociëteit, zij roepen door deze daad ons luide
toe, dat wij alle zonen zijn van hetzelfde vaderland, eu tot
verdediging van dien dierbaren grond verpligt zijn eendrag-
tig zaam te werken.
Burgers in uwe talrijke opkomst stellen die mannen zich
eene eere Wij vertrouwen dat gij hen niet te leur zult stellen
te meer daar het programma, waarop namen voorkomen, die
wij van vroeger gelegeuheid kennen als die van eerste ac
teurs u eene tooneelvoorstelling belooft die buiten alle twij
fel eene algemeeue toejuiching zal wegdragen.
Het provinciuciaal geregtshof van Noordholland (voor
zitter Mr. J. M. van Maanen) heeft Woensdag jl W. Straat
man, werkman bij de marine, en F. Meerens, ketelmaker bij
de marine, beide wonendeu binnen deze gemeente, vrijge
sproken van de hun ten laste gelegde beschuldiging van
brandstichting. 22 getuigen zijn gedagvaard geweest.
Z. M. heeft herbenoemdtot kantonregter te Nieu
wer-Amstel mr. O. Ij. G. F. Abersonen te Schagen
jhr. mr. D. van Foreest; tot plantsverv. kantonregter te
Schagen, A. J. van Doorn; te Alkmaar J. C. Vonk.
Benoemd te Terschelling tot dijkgraaf den heer A. B.
Mentz en tot heemraad den heer J. C. Kooijman; te Anna
Paulowna Polder tot heemraad de heer T. J. Waller.
Z. M. heeft verleend aan K. J. Lindström, schieman op
de Soemling, liggende te Curacao en W. B. Blom, kadraai-
jer aldaar, de bronzen medalje en getuigschrift, wegens het
redden van vier van genoemd schip over boord gevallen
matrozen.
Naar men verneemt is te 's Bosch door den Minister
van Oorlog eene commissie aangesteld, die voorstellen zal
doen tot verbetering van het lot van den soldaatten aan
zien van kleeding, voeding en kazernering. Die commissie
bestaat uit deu luit.-generaal Knoop, voorzitter; den kolonel
plaats, komm. Hamming Schepel; den In offic. van gez. 1°
kl. Baum den mil. ouder-intend. le kl. van Hees; den ma
joor der infanterie Beeckman en den kapt. der infanterie
Serraris. Als adviserende leden zijn aan de commissie toe
gevoegd: de kol. der genie van Thije Hannes, de majoor
del Campo gen. Camp van de cavallerie eu de maj. Jacobs
van het wapen der artillerie.
Naar wij vernemen bestaat het voornemen oin den
2Sn Augustus a. s. het vierde algemeen Evangelisch nationaal
Zendingsfeest te houden op het landgoed *de Vogelenzang",
nabij Haarlem daartoe welwillend door den heer jhr. Bamaart
afgestaan. Uit goede bron vernemen wij, dat, volgens het
programma, het Zendingsfeest des morgens om 10 uur met
gebed zal aanvangenwaarin ds. O. G. Heldringemeritus
predikant, voorzitter der commissie, zal voorgaan, waarna
de openingsrede door ds. L. J. van Tthijn, van Wassenaar,
vice-president der commissie, zal gehouden worden. Vervolgens
zal ds. S. II. Buytendijk, van Harderwijk, secretaris der com
missie, het verslag uitbrengen, waarna het lid der hoofd-
commisse, de heer T. M. Loomanvan Amsterdam verslag
zal geven omtrent de verrigtingen der Zendingsgenootschappen.
Daarna zal eene pauze worden gehouden tot twee uur,
wanneer op drie spreekplaatsen de 's voormiddags voorgestelde
vreemdelingen in de Fransche, Engelsche of Hoogduitsche
talen zullen spreken, welke toespraken tevens zullen worden
vertolkt.
Ten drie uur zal eene tweede pauze worden gehouden, waar
op ten 3|- uur acht sprekers op drie spreekplaatsen het woord
zullen voeren, te weten: de heeren G. A. Hoog, predikant
te HaarlemS. Olferszendeling onder de Alfoeren in Oost-
ludiëA. H. W. Brandt, predikant te Amsterdam, C. G.
Schot, oud-zendeling onder de Heidenen in Oost-IndiëA. S.
Entingh, predikant te den Helder, W. Zegers, predikant
te Oosterbeek, Th.Kousbroek, evangelist en J. Kooy, predikant
te Lisse. Na de laatste pauze, zal ten 5j uur de slotrede
worden gehouden door ds. J. P. G. Westhoff, van Amsterdam.
Voor en na iedere spreekbeurt en gedurende de pauze
zullen feestliederen worden aangeheven, bestuurd door een
muziekcoprs, onder leiding van den heer H. J. van Lummel,
lid der hoofd-commissievan Utrecht.
Verdere bijzouderhedeu ook omtrent het vertrek der spoor
treinen naar en van het feestterrein en diergelijke, zullen uit
het programma blijkendal waarschijnlijk over eenig dagen
verkrijgbaar zal zijn.
De Parijsche correspondent van de Kölnische Zeitung
verslag geveude van het internationale muziek-concours, zegt
o. a. het volgende, hetgeen, van het standpunt des vreem-
delings, niet weinig beteekent:
«De Hollanders speelden niet slecht en hadden eigenlijk
eerder den tweeden prijs verdiend dan de Kussen, wien men
echter waarschijnlijk eenige vergoeding voor hunne langdu
rige reis heeft willen geven."
Van 's Hertogenbosch, 22 Julij schrijft men:
Van een koloniaal naar Batavia vertrokken met het schip
Gravenhagekapt. J. R. Bok, is alhier de volgende brief
ontvangen, welke aan de Prov. N. Br. Cl. ter opname is
gezonden
Zuid-Amerika, 20 Junij.
Geachte Vader, Broers en Zusters.
Met groote verpligting heb ik de pen opgenomen om u
mijn geval mede te deelenvader wij hebben met ons schip
een groot Ongeluk gehad, daar is een groote lek in ons