Jlieiisus- en <ftÖoertentie--6faU. M 678. Zevende Jaargang. 1867. WOENSDAG i 3 27 NOVEMBER. HELDERSCHE COURANT. Verschijnt'WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnemerftsprijs voor 3 maandenƒ1.30 Franco per post 1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes. H*/T- =g->ïfr&sggïZ&gSëF De prijs der An verten tien van 14 regels is 40 Oenten voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur gelieve mende Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. De finantiëele krisis waarin de Amsterdam- sche Kanaalmaatschappij verkeert. Bij gelegenheid dat men bezig is om het leven van de aan tering lijdende Amsterdamsche Kanaalmaatschappij door kunst middelen te rekken, komt het niet ongepast voor, om hier te doen volgen een staat van de opbrengst en van de onder houdskosten van het Noord Ilollandsch kanaal, getrokken uit de jaarlijksche verslagen, door Gedeputeerde Staten aan de Provinciale Staten van Noord-Holland gedaan. ONTVANGSTEN. Jaar. Bruggelden. Loodsgelden. Kanaal- en sluisgeld beuevens alle andere ontvangsten. ONDER HOUDS KOSTEN. i 851 1852 1853 1854 1855 1856 1857 1858 1859 1860 1861 1862 1863 1864 1865 ƒ2140.12 2300.Cl 190.24 ƒ20,441.60 21,493.41 27,600.86 ƒ28,379.85 34,873.75 39,446.55 38,873.08| 42,3S3.58£ 34,836.37A ƒ128,921.225 >;137,548.58 68,480.70 58,734.66£ 67.909.11^ 78.S54.665 75,783.44^- 78,459.575 69,520.07^ 76,612.05 88,123.60 86,595.30| 74,679.15^ 85,725.16 86,727.26^ ƒ135.070.14 ,167,9S9.88 „187,367.— „204. „211 „209 „209 „315. „283 „262. „133. „148. „159. 85, „157, 794.— ,791.50 ,023.37 ,S36.29i 031.44 315.47| 406.39 365.455 276.ï3f 565.86 233.935 237.15i 1 April de bruggelden afgeschaft,en een lager kanaal-tarief ingevoerd; voorde nieuwe koopvaard. sluis is bovendien ƒ78,183.98 uitgegeveu. Voor de nieuwe koopvaard. sluis daarenboven ƒ121,312.705. Voor de nieuwe koopvaard. sluis daarenboven ƒ74,087. Voor de nieuwe koopvaard. sluis daarenboven 90,163.01^. Voor de nieuwe koopvaard. sluis daarenboven 115,774.84. Voor de oude koopvaard. sluis bovendien ƒ13,219. Voor de oude koopvaard. sluis bovendien 16,200. De loodsgel.worden niet racer bij de havenmeesters van bet kanaal betaald. Voor de sluis Willem III boveudien ƒ222,455.75. Voor de sluis Willem III bovendien 307,723,86^. Idem ƒ307,435.14. Idem 127,871.065 en ƒ12,395.voor sluis Willem I. Voor sluis Willem III bovendien nog 16,803.125 cn voor sluis Willem I nog 40.635.65. Uit dezen staat blijkt 1°. dat sedert 1853, toen het actuele tarief werd ingevoerd, de opbrengst der sluisgelden en alle andere ontvangsten (be halve de loodsgelden), op het Noord-IIoIlandsch kanaal per jaargemiddeld bedroeg f76,631.14, of in ronde cijfers f77,000. 2o. dat van 1851 tot en met 1865, het gewone onderhoud van dat kanaal, per jaar, gemiddeld vorderde f 191,353.60, of in ronde cijfers f 192,000. Daar er slechts twee sluizen op het Noordzee-kanaal zijn, tegen vijf op het Noord-Hollandsch kanaal, zoo zou men naar dé boven berekende cijfers, de jaarlijksche opbrengst van bet Noordzee-kanaal op niet meer mogen stellen dan op 2/5 van f77,000, of f 30,800, indien al de schepen, die nu het Noord- IIollandsch kanaal bevaren, in het vervolg het Noordzee kanaal zullen kiezen (dat niet te veronderstellen is), en in dien de sluis- en kanaalgelden op beide kanalen even hoog zijn gesteld. Doet men dit niet, dan beloopt men de kans dat bet kanaal, hetwelk de minste ongelden heeft, al is het eeni ge» uren langer, door de schippers verkozen zal worden. Het Noordzeekanaal heeft nagenoeg 3/10 van de lengte van het Noordhollandsch kanaal, die 78,500 el bedraagt. Voor het jaarlijks onderhoud van het Noordzeekanaal kan men dus, naar de boven berekende cijfers, stellen 3/10 van ƒ192,000, of ƒ57,600. Dit is zeker niet te veel, als men bet oog slaat op de meer aan stormen blootgestelde ligging der havendammen en sluizen aan de noordzee. Nu staat te lezen, op bl. 5 onderaan en volgende, van het in druk verschenen Voorstel aan den gemeenteraad van slm- sterdammet geleidend skrijven van de directie der Maat- schappij: «Indien de verwachtingen, welke men op den aanleg van «een korten en goeden w? erweg tusscben Amsterdam en de «zee steeds gebouwd heeft, ook maar ten deele, zich verwe- «zenlijken, mag gewis de berekening niet overdreven heeten, «dat, binnen een betrekkelijk kort tijdsbestek, de jaarlijksche «uitkeering van ƒ40,000 plus de rente van de in ééns be utaaide som ad 6 millïoen, door de opbrengst der tollen «zullen worden gedekt." Als wij du stellen dat die verwachtingen zich dadelijk en Wil men ook loodsgeld onder de opbrengsten' rekenen, dan moet men van die gelden èerst aftrekken de tractementen der loodsen, de kosten van de loodsadministratie, de te korten op de schaden gemaakt door schepcii aan wier boord zich een loods bevindt, enz. Men zal dan eer een nadeelig dan een voordeelig saldo overhouden. geheel verwezenlijken, dan kan, volgens bovenstaande bere kening, de opbrengst der tollen per jaar 30,800 zijn, tenzij men uitvoering geve aan art. 9 van het Voorstelnamelijk, om de kanaalregten zóó te stellen dat «de gebruikers, naar «evenredigheid van hun genot, de door de gemeente Amster- «dam betaalde of te betalen gelden vergoeden." In dat geval zullen de tollen oneindig veel liooger gesteld moeten worden dan zij nu op het Noordholl. Kanaal zijn. Wij echter verwachten, dat men aan eene verhooging niet eens zal denken, omdat eenige, zelfs geringe, verzwaring der tol len, zeer ten nadeele van het verkeer op het Noordzee ka naal zou wezen. Maar gesteld eens, dat de opbrengst der tollen op het Noordzee kanaal zóó hoog is, dat men daarmede de opbl. 6 van het Voorstel vermelde ƒ40,000 kan betalen, dan is het toch duidelijk dat Amsterdam, zoo zij het Voorstel aanneemt, de rente van de 6 millioen voorschot uit andere opbrengsten, behalve uit die van het Noordzee kanaal moet bijpassen; Mis schien door het verhoogen van den reeds hoogen hoofdelijken omslag? Uit welke middelen de Amsierdamsche Kanaal Maatschappij de jaarlijksche onderhoudskosten, boven op 57,600.bere kend moet vindenwanneer zij de opbrengst der tollen mist, blijkt nergens. In de toelichting wordt nergens de eigenlijke oorzaak bloot gelegd van de kwijning dér Maatschappijen van den stilstand der werkzaamheden. Wel wordt op bl. 7 daarop gezin speeld, maar nergens wordt verteld, dat de aannemer (die het werk a jor fait aannam, en die bl. 7, tien millioen aan aan - deelen in betaling krijgt) die aandeelen thans niet dan met zeer groot verlies kan verkoopen, welke verkoop nog groo- tere daling zou te weeg brengendat de aannemer dus wel nog steeds geld uitgegeven heeft, maar nog geen andere be taling van de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij heeft ont vangen dan eenige insolido effecten, die hij, in zijn eigenbe lang, niet aan de markt mag brengen; dat het dus vrij zeker vermoedelijk alle'e'n de aannemer is, die de directie der Am sterdamsche Kanaalmaatschappij, onder verwijzing naar dezen ongunstigen, doch hem bij de aanneming zeker meer roos kleurig voorgestelden toestand, dreigt met staking der werk zaamheden en welligt daaraan reeds heeft gevolg gegeven. Althans, dit is afteleiden uit bl. 4 van het Voorstelalwaar gesproken wordt van «de vertraging van den sluizenbouw." Er is nog zoo veel duisters in deze zaak, dat men zeer twijfelt of ooit «de aandeelen eene zeer veilige cn voordeelige

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 1