aings te stellen? 'Dit argument althans zal zeer waarschijn lijk tot redding van de budgetten worden aangevoerd. Men ziet dat de ministers hunne kansen goed hebben berekend. In het eerste geval ontgaan zij de kans op eene verwerping van hunne bëgrooting en gaan zij door als slagtoffers der homogeniteit. In het andere geval verminde ren zij eveneens de kans op eene afstemming van hun budget; terwijl eindelijk, bij eene ontbinding, de kiezers weder ge roepen zouden worden om uitspraak te doen over eene zaak die buiten den kring van hunne kennis ligt. Eerst Woensdag is de stemopneming te Amsterdam voor 't kiescollegie der Herv. kerk geëindigd en aan de 270 verkozenen van hunne verkiezing officieel kennis gegeven. De orthodoxe partij heeft de meerderheid verkregen. 4/5 van de 3689 stemgeregtigden verklaarden zich voor hare candidaten. Dit het verslag van den heer Staring over de duin beplanting, in de Staats-Courant opgenomen, blijkt o. a. dat de aanvankelijk ondervonden bezwaren en tegenspoeden in het jaar waarover het verslag loopt, door den heer S, dank zij de krachtige medewerking van de ministers van binnenl. zaken en van financien zoo drukt zich de heer S. in zijn verslag uit zijr. te boven gekomenzoodat uit de nu ver kregen uitkomsten voldoende blijkt, dat de beplanting onzer duinen, aanvankelijk uitsluitend met deunenbosschen, met verzekerd gevolg kan ondernomen worden. De heer S. geeft dan ook aan het slot van zijn verslag de verzekering, dat, wordt op den ingeslagen weg met kracht voortgegaande 7700 bunders duin, die het domein langs de Noordzeekust bezit, met opoffering eener betrekkelijk geringe som jaar lijks, in winstgevende bosschen kunnen veranderd worden terwijl daardoor tevens met der tijd de helmbeplanting, an ders dan vlak langs het strand, overbodig worden zal. Men verneemt dat een der officieren van het Nederl. leger deel zal nemen aan de Engelsche expeditie tegen den koning Theodorus van Abyssinië. Een lid der Weerbaarheid te Utrecht, herinnert, dat volgens den heer Hojel, in zijne belangrijke lezing over de verdediging der Utrechtsche linieeen 2000tal artilleristen te kort zouden komen en vraagt, of de minister van oorlog dan in dat gemis niet moest voorzienen of de ferme jongens, die nu naar Rome trekken, niet beter deden als vrijwilligers bij de artillerie dienst te nemen en zich alzoo voor te bereiden, des noods het vaderland te helpen verdedigen, dan hun burgerregt als Nederlanders prijs te geven, gelijk ze nu doen. -S»d*»t eenigen tijd wordt in meerdere dagbladen de vraag betwist of Nederlanders, die zich zonder vergunning des koning in pauselijke dienst begevenwel hun Nederlander schap verliezen. Die vraag is reeds door den minister van justitie in bevestigenden zin beslist geworden en wel bij brief van December 1862 waarbij aan den heer L. R. Schoenmakers, wonende te Tegelen,zoon van den 1° luitenant der koninklij ke marechaussee van dien naamdie om eene rijksbetrekking solliciteerdeeene afwijzende beschikking werd gegeven dewijl hij opgehouden had Nederlander te zijn, toen hij als zouaaf in pauselijke dienst was getreden zonder toestemming des konings; daarna soliciteerde hij om genaturaliseerd te worden, hetgeen hem insgelijks werd geweigerd, dewijl hij eerst 6 achtereenvolgende jaren hier te lande moest verblijven. Ge noemde heer Schoenmakers had vroeger als onder-officier op •Java gediend. Tengevolge van het besluit der Leidsche scherpschut- tersvereeniging, om eene uniformkleeding aan te nemen, heb ben al de leden van het bestuur hun ontslag genomen. Het prov. geregtshof van Zuidholland heeft uitspraak gedaan in de zaak van J. B., logementhouder en speksla ger van Aldruth, en zijne huisvrouw C. N. van Nijmegen, beiden te Rotterdam, beschuldigd van op den 16 Aug. van dit jaar, aan den landbouwer B. M. G. en gezin, komende van Wesum uit Pruisen, en als landverhuizers naar Noord- Amerika vertrekkende, en die hun intrek in het logement van de beschuldigden hadden genomen, eene aanzienlijke som gelds, den eersten beschuldigden als logementhouder toever trouwd, te hebben ontvreemd. Door vrees-aanjaging en be dreigingen o. a. op grond, dat de landbouwer G. voor eeni gen tijd reeds te Rotterdam was geweest en men hem dus zou kunnen houden voor een landverhuizers-agent, en men van hem betaling voor allen zou vorderen, als ook dat hij last zou kunnen krijgen van de politie, als men zoo veel geld bij hem vond, wist men den naar het schijnt zeer ligtgeloovigen landverhuizer te belezen, zijn in een borstrok genaaiden schat, zoo wat 3000 gulden aan Amerikaansch goudgeld, aan den eersten beschuldigde over te geven, die den borstrok weer aan zijne vrouw ter hand stelde. Toen den volgenden morgen de borstrok teruggegeven werd, was het goudgeld voor een groot deel vervangen door Nederl. zilvergeld, en bevatte de borstrok geen duizend gulden meer, zoodat daaruit rnim 2000 gulden was ontvreemd. De beschuldigden ontkenden alle schuld; zij staan echter zeer ongunstig bekend, hebben beiden in Duitschland reeds vonnissen ten hunnen laste, en door landverhuizers, die van hun logement gebruik maakten, is herhaaldelijk geklaagd over het wegraken van geld, zonder dat door het overhaast vertrek dier lieden, zulke zaken ooit konden vervolgd wor den. De eisch was veroordeeling tot een tuchthuisstraf van 510 jaren. Het hof verklaard, dat alle vervolging te gen nu wijlen den overleden J. B.door diens dood heeft opgehouden, en zijne huisvrouw vrijgesproken, omdat hare schuld aau de ontvreemding niet regtens was bewezen. Een koopvaardij-kapitein had onlangs een proces voor de arroudisseineuts regtbank te Rotterdam. In vol vertrou wen op zijn goed regt had hij gemeend, dat hij zelf zijne zaak wel kou bepleiten, en dus geen advokaat genomen, maar zijn tegenpartij had een verdediger gekozen die den armen kapitein door zijne welsprekendheid en betoogkracht geheel uit het veld sloeg. De zeeman daarover ten hoogste verbaasd en voelende, dat zijn goed regt gevaar liep van te worden verstikt onder den zondvloed van woordenviel midden in het pleidooi dien Cicero van Rotterdam in de rede met de woordenIk verzoek dat de zaak uitgesteld worde tot heden over acht dagen. Waarom dat? vraagde de president. Om een dwarsdrijver te zoekendie tegen dien woordverdraaijer daar is opgewassen. Theorie en praktijk De brik Demetriu», in 't Voorn- sche kanaal gezonken, belemmerde de vaart van Rotterdam naar Zee. Door den waterstaat werd gedurende 14 dagen met alle krachten gearbeidom de belemmering weg te nemen kielligters van de marine werden gebezigd; het vaartuig werd slechts een weinig ter zijde gebragt. Toen werd het vaartuig buiten lading en tuigaadje, verkocht voor ƒ2000 aan den heer Bingert te Hellevoetsluis. In een paar dagen was het schip vlotMen had een zeil voor het gat gespannen en het leeg gepompthet schip ligt nog vlot 1 In den jongsten tijd is men te Essen een tak van nijverheid op het spoor gekomen, die in het vervalschen van levensmiddelen bestaat. Men heeft namentlijk op enkele plaatsen de ontdeking gedaan, dat onder de in den handel voorkomende gebrande koffijboonen, kunstig uit chicorei en meel vervaardigde boonen van bedriegelijke gelijkheid worden gevonden. Als de fabriekplaats, waar men de natuur zoo in haar handwerk naknoeit, noemt men Keulen aan den Rijn. Men zegt dat Engeland te Parijs zeer aandringt op de spoedige ontruiming van den Pauselijken staat door de Eransche troepen. Reeds zijn 2 regimenten en 2 batterijen naar Civita Vecchia vertrokken. Te Rome is het comité van opstand nog werkzaam, en heeft een heftige proclamatie uitgevaardigd, die vooral ook tegen Frankrijk is gerigt. Zij luidt als volgt //Hij, die sympathiseert met de soldaten, die op nieuw den bodem van ons vaderland bezoedeld en bij Mentana onze broederen gedecimeerd hebbenis geen Romeinhij is geen Romein, die nijverheidsvoortbrengselen koopt van het volk, dat de onsterfelijke, glorierijke herinnering van 89 begraven heeft onder de smadelijke verdediging der regering van den syllabus. Laat ons strijdvaardig onzen tijd afwach ten. Onze regten zijn voortaan der Ttal. regering toevertrouwd. Mogt zij ons verlatenmogt Europa ons doemen tot slaven van den priesterstaat, dan zullen wij onze zonen den eed der wrake laten zweren en op nieuw naar de wapenen grijpen zeker te overwinnen of gewroken te vallen onder den uit roep: //Leve Victor Emmanuelkoning op het Kapitool Leve Garibaldi 1" Een der New-Yorksche dagbladen meldt: Yoor eenigen tijd overleed alhier een rijk Cubaner, die zijn groot vermogen aan zijn weduwe, zijn tweede vrouw vermaakte. Een zijner zonen van zijn eerste vrouw heeft nu de weduwe met het geld getrouwd, tot groote ontevre denheid zijner broeders. Een actie tegen dit huwelijk ingesteld is mislukt. Een inwoner uit Canada van Fransche afkomst, over gekomen om de Parijsche tentoonstelling te bezigtigen, werd als bloedverwant voor een maand tijds in eene Fransche familie opgenomen. In zekeren nacht sloop hij in de slaapka mer van zijn gastheer opende met buitengewone behendigheid een slot en nam voor een waarde van 55,000 fr. aan effec ten met de daarbij behoorende coupons weg. Nadat hij dit gedaan had begaf hij zich ter rust, nam 's morgens afscheid, verliet Parijs met den spoortrein en begaf zich naar Li ver- pool, uit welke zeehaven hij een brief van den volgenden inhoud aan zijn slagtoffers schreef: //Ik ben het, dié uw effecten, uw diamanten, uw juweelen, uw goud en zilver heb medegenomendit is echter geen diefstal maar een gedwon- gene leening. Met de opbrengst wil ik een groote zaak in Canada beginnen, indien het mij gelukt zal ik u met den intrest betalenindien het mij tegenloopt zal het voor u en voor mij een doode schuld zijn. Maandag jl. was geheel Brussel in rep en roer. Een beursman, de heer Bauchanhad ten 7 ure 37 min. des

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 2