Jlieutos- en «JÉLs ^<flÖoerlentie=6faÖ. M 685. Zevende Jaargang. 1867. ZATURDAG 21 DECEMBER. EEN WOORD OVER ONS ZWEVEND MINISTERIE. HELDERSGHE COURANT. Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30 Franco per post «1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes. De prijs der An verten tien van 14 regels is 40 Centenvoor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Diugsdags en Vrijdags middag 12 uur gelieve men de Advertentiën iutezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Die zich, ingaande met 1 Januarij a.s., op dit blad willen abonneren, kunnen de nog in deze maand verschijnende nommers kosteloos bekomen. Voor de bij onze lezers wel bekende naam lijst, in het nommer van 1 Januarij, kunnen nog de namen worden aangenomen uiterlijk tot Maandag 30 dezer, des avonds ten 6 ure. Een der argumenten, die de ministeriëele per3 dagelijks doet weerklinken, als eene poging tot verder levensbehoud van het weinig levensvatbare ministerie, is het nadeel, verbonden aan gedurige verwisseling der ministeriëele zetels. De rege ring moet "Stabiliteit" bezitten zoo heet het en nu schijnt het eenvoudig blijven van ministers aan de regering, deze stabiliteit te moeten uitdrukken. Begrijpe die synoniem wie het kan. Door dat'argument worden evenwel nog vele oppervlakkige lezers, althans tijdelijk, ministerieel gezind. Men weet hoe het ministerie Mijervan Zuylen aan het bewind- is -gekomen. Hoewel in de meest bedroevende min derheid, meende het van de verdeeldheid der liberale meer derheid partij te moeten trekken en achtte zich geregtigd de plaatsen aan de groene tafel in te nemen. Nu is het bekend, dat in den parlementairen regeringsvorm slechts die partij regt heeft zich tot regeringspartij te procla meren, die de meerderheid bezit in de kamers der volks vertegenwoordiging met welke zij in dagelijksch overleg «.Heen regeren kan. Hierbij niets te verliezen hebbenderaadpleegden de minis ters later weder hun eigen belang door het voorstel tot ontbin ding der 2e kamer, zoodra de meerderheid der leden hare afkeurende stem deed hooren over de gedragslijn Her rege ring opzigtens het vuilste bedrog (later door de regeringsJui zelf zoo genoemd), dat ooit door een 'premier tegenover de vertegenwoordiging eener natie gepleegd werden waartoe alleen een Meester Piet Mijer in staat kon zijn. De kamer werd ontbonden het land eenige weken in rep en roer gebragt en allerlei middelen (eerlijke en oneerlijke) door de ministeriëelen aangewend qm zich eene meerderheid te verwerven. In wéerwil van met^ gekleurde randjes gedrukte proclama- tiën in weerwil van met goud betaalde champagne-artike len in eenige door beklagenswaardige redacteuren geredigeerde bladen en blaadjesin weerwil van wetsverkrachting en magtsmisbruikïng tegenover burgemeesters tegenover kan- tonregters tegenover ministeriëele beambten, enz., enz., was de uitslag hoogst twijfelachtig. Toch juichten de ministeriëelen »De zege was volkomen voor de regeringspartij »De nederlaag verpletterend voor de liberalen »De nationale regering was door de uitspraak der natie ge sanctioneerd zoo heette het dagelijks tot walgens toe. Een jaar ging voorbijeen jaar dat de gelegenheid aan bood om het ministerie aan het werk te zien. En hoe was het oordeel over dat werk, door die gezui verde kamer, door dat n.it versch bloed bedeelde ligchaam? Was er blijk van eene ministeriëele meerderheid? Die gewaande •meerderheid bleek op nieuw minderheid te zijn De ministeriëele arbeid, voor zooveel belangrijk, uit een staatkundig oogpuntlaat zich kortelijk zamenvatten Op binnenlandsch gebiedhoewel het gelukkigstdespotisch, wjaakoefenend en vol nepotisme. Op buifcenlandsch gebied lïgtzinnig, onhandig, klein en ge vaarlijk. In de fi iantiën onverstandig en zonder beleid. Op kóloniaal terrein weêrsprekend zich zelve en anderen, onhoudbaar, missende zeker wel alle stabiliteit, door het verbruik van drie ministers 'in één jaar. <Op juridiek gebied onbeduidend, compromitterende de na tionale eer en verketterende de eenvoudigste beginselen van het staatsregt. Hét wezen van dit ministerie was als de grondslag zijner wordingmystificatie. Hierover nu had de vertegenwoordiging uitspraak te doen bij de eerste gelegenheid de beste, en buitenlandsche zaken het eerst aan de beurt zijnde, kon natuurlijk het verwachte regtmatige doodvonnis niet ontgaan, een vonnis dat zekerlijk ook de finantiën en de koloniën zou treffen. Zulks te ontkomen, is het doel der daarop gevolgde col lectieve aanbieding der portefeuilles aan den Koning, die nu andermaal te kiezen heeft tusschen zijne ministers en de wet tige volksuitspraak. De Koning, die het van zijne groote voorvaderen schijnt geleerd te hebben, nooit overijld te werk te gaan, heeft de beslissing omtrent die portefeuilles uitgesteld tot na afloop der behandeling van de credietwettendie intusschen den ongestoorden gang van zaken in het staatshuishouden verze keren moeten. Er staan den Koning twee middelen ten dienste Ie. Aanneming der aanvrage om ontslag zijner ministers. 2e. Ontbinding der kamers en nieuwe verkiezingen. Er is geen derde in de tweede helft der 19e eeuw bij een volk als dat van Nederland, na de jaren 1789 en 1848. Wij zijn vrij gerust omtrent de te nemen beslissing, die bijna geen andere kan zijn dan het ontslag der ministers. Croijant ce qu'on espère, vleijen zich de ministeriëelen met de mogelijkheid eener kamerontbinding. Afgezien nu van het gevaar, verbonden aan eene kamer ontbinding, door de daaropvolgende heftige volksberoering, eene beroering die men vooral niet te dikwijlszeker geen tweemalen in één jaar, moet herhalen, om groote ontploffin gen te voorkomenhebben deze regelen aan het slot van dit overzigt, ten doel er op te wijzen, dat dikwijls herhaalde verandering van ministeriën, zekerlijk nadoelen inhoudende, deze echter vaak vreeselijk worden overdreven ja dat zij groote voordeelen kan aanbieden en dit in den regel ook doet. Men bedenke toch wel, dat door den val eens ministers de gang der dagelijksche zaken niet of slechts zeer luttel ge stoord wordt. Behalve dat doorgaans een ander minister gereed staat om den afgetreden te vervangenwerken ook alle ambtenaren aangevoerd door den secretaris-generaal steeds onverhinderd voort. Bij de aftreding eens ministers is het de vraag naar een leidend beginsel voor de regering in de toekomst, niet naar de afdoening van huishoudelijke zaken. Op dat beginsel vooral moet de volksvertegenwoordiging het oog houden, uit dat beginsel gerustheid en vertrouwen putten en ter beoordeeling van dat beginsel neemt zij het verleden en het heden der mannen aan het roer, tot maatstaf. Er is dus wel degelijk winst, wanneer door de optreding van nieuwe mannen, een meer geruststellend beginsel voor de toekomstige leiding der zaken, wordt verkregen. Maar er is meer. In den goeden ouden tijd toen er nog zoo geen lastige 2e Kamer bestondtoen de ministers jaren lang het rijk alleen hadden, toen men zich dus in die soort van re- geringsstabiliteit verheugen kondë toen ging ons arme va derland, juist daardoor, met reuzenschreden, door leening op leening, zijn ondergang te gemoet en weinig scheelde het of wij leden een staatsbankroet. Het is immers duidelijk, dat de mate van verantwoordelijk heid, de kansen tot ontmaskering of ter beschaming, minder worden naar gelang men aan zijne tegenstanders zoo lang mogelijk de gelegenheid onthoudt, om achter de schermen te kijken. Een minister, die den korten duur van zijn ministerschap voorziet, zal minder despotisch geneigd zijn, dan een die vast in den zadel zit. Het langdurig ministerschap doet zich zelf verheven ge voelen boven de bedenkingen, voortspruitende uit de controle van opvolgers en onafhankelijk zich gevoelende ambtenaren Wat? zou het geen geluk mogen heeten, dat het mime

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1867 | | pagina 1