BURGERLIJKE STAM) DEK GEMEKTE HELDER.
ADVERTENTIE
duidelijk; <4 gevolgen waren dus niet te ont
gaan. Ten slotte werd, 11a gedaan onderzoek, de moeder
naar de prefectuur van politie gebragt en de dochters vierden
in vrijheid gesteld. Later bleek het echter, dat de in hech
tenis zittende dame schatrijk was, maar eeu ouoverwinnelij-
ken hartstogt bezat van een anders eigendom zich toe te
eigenen. Wat men er ook aan gedaan had, liet had niets
geholpen. Men ziet dus hare in vrijheidsstellipg weldra te
gemoet.
Een vreeselijk geval heeft in een ijzerfabriek te Crewe
plaats gegrepen. Twee mannen bevonden zich in een stoom
ketel, om dien schoon te maken, toen plotseling de kraan,
waarmee de stoom van die ketel afgesloten was en die zich
buiten den ketel bevondgeopend werd en de stoom
naar binnen drong. Een der mannen, die vlak onder bet
mangat stond, klom uit den ketel. Hij greep den ander
bij de hand, doch moest henT wegens de hitte loslaten.
Daarop een touw nemende, sloeg bij het den ander, die in
den inet stoom gevuld wordenden ketel zich bevond, om bet
lijf, en met behulp van een derde trok hij den ongelukkige
er uit, die deerlijk gebrand, weinige uren later overleed.
Hoe erg het klinke, bet schijnt dat hier aan boos opzet
gedacht inoet worden. De kraan gaat zeer zwaar en kan
onmogelijk van zelf openraken. De overledene was een pas
aangenomen werkman die den vorigen Zaturdag avond in eene
herberg geweigerd had voor zijne rekening te laten schen
ken wat men van hem als nieuweling gevraagd had. Een
verhoor heeft plaats gehad, doch zonder eenig resultaat.
Onder de gruwelen, die reeds vele jaren door perso
nen der lagere kiasse in Engeland begaan worden, veieischt
die, kortlings des avonds te Todmorden gepleegd, bijzondere
vermelding. Een wever, Wetherall die verkeering had met
eene dienstbode van den heer Plows, begaf zich omstreeks
li'ure ten huize van dien heer om wraak te nemen over
het wegzenden der dienstbodeten gevolge vaii die verkee
ring. De heer Plows gerucht hoorende, terwijl hij naar bed
ging, begaf zich naar het. achterste gedeelte van het huis,
alwaar Wetherall hem met een bijl aanviel en een pistool
op hem loste, dat echter weigerde vuur te geven. Heide
mannen worstelden en geraakten de achterdeur uit, terwijl
de overige dienstboden ontwaakt zijnde, toesnelden. Som
migen hunner hielden Wetherall bij zijne kleederen en haar
vast tot dat de heer Plows ontsnapte, doch eerst nadat deze
twee bijlslagen aan het achterhoofd, een op het hoofd, ver
scheiden wonden aan het voorhoofd en een houw ontvangen
had die zijn oor spleet. De vrouwen ontsnapten, doordien
het haar gelukte de achter- en voordeur te sluiten, terwijl
de werkmeid in de eetkamer gevlugt was en gedurende
korten tijd den moordenaar stuitte door zich met haren rug
tegen den deur te plaatsen, doch Wetherall kreeg zijn reg-
terarrn tusschen de deur en schoot haar dood met een pis
toolschot. Hij begaf zich vervolgens naar de keuken, vatte
een pook en trad de slaapkamer van mevr. Plows, die te
vens de kraamkamer geweest was, binnen. De baker weerde
hem af, doch het monster antwoordde dat hij beneden afge
daan had en vuurde nu ook een pistool tegen mevrouw
Plows af, na de beddelakens te hebben weggerukt, doch de
kogel trof niet. Daarop hragt hij de weerlooze vrouw eenige
slagen inet de pook toe, waardoor haar hoofd gewond en
haar neus gebroken werd. Op het oogenblik, dat hij zijn
slagen herhalen wilde, werd hij door drie mannen, die den
heer Plows ontmoet hadden, gevat en aan de politie over
geleverd, als wanneer men hevond dat hij drie pistolen en
een bijl bij zich had. Beide echtgenooten liggen in ge
vaarlijken toestand. De moordenaar bekende dadelijk met
de zoo gewone uitdrukkingen: '/Ik heb het gedaan, ik was
van plan het te doen, en het spijt mij maar, dat die ver-
wenschte pistool niet tegen mijnheer Plows afging." Het
huis had het aanzien van een slagtèrptaats.
Kene waarschuwing tegen liet overmatig
gebruik wan geestrijke dranken.
Eene verschrikkelijke gebeurtenis werd dezer dagen door
den commissaris van politie van een kanton, in de omstre
ken van Parijs, geconstateerd. De dame, weduwe P.
rentenierster, oud 69 jaren, beboorende tot eene der meest
respectabele familiën des lands, had de monomanie alleen in
hare woning te leven. Zij duldde ter naauwernood eene
dienstmaagd, welke door bare verwanten werd gezonden, om
baar dagelijks van levensmiddelen te voorzien, en in de buis
houding behulpzaam te zijn.
Voor eenige dagen vond de dienstmeid, toen zij des mor
gens, volgens gewoonte, bij haar kwam, van de weduwe
P. niets anders dan eenige misvormde overblijfselen, be
staande in een gedeelte van het hoofd, een dijbeen en een
voet. Deze overblijfsels lagen in bet midden der eetzaal.
De oude dame had de fout aan geestrijke dranken buiten
mate verslaafd te zijn, welk misbruik haar het slagtoffer der
verschrikkelijke menscholijke ontbinding heeft gemaakt, die
zelfverbranding wordt genoemd.
Van deze verbranding van het menschelijk wezen zijn
slechts zeer zeldzaam voorbeelden aan te wijzen.
Wij laten hierbij nog een voorval uit den laatsten tijd
volgen
In 1850, toen zekere Xavier, welke wagens zijn onmatig
drinken den bijnaam van Pochard verkregen had, zich met
eenige kameraden in eene heiberg bij de barrière del'Etoile,
zat te drinken en te klinken, wedde bij, dat bij eene bran
dende kaars zoude opeten. Men daagde hem uit er toe over
te gaan, en naauwelijks had bij het einde der brandende kaars
in den mond gestoken, of bij uitte een ligten kreet en zakte
te midden der verzamelde, door verbazing vestomde menigte
in elkander.
Men zag vervolgens eene blaauwacbtige vlam rondom zijne
lippen. Inmiddels trachtte men hem te hulp te komen, en
toen de omstanders hem wilden oprigten werden zij met
schrik bevangen, toen zij ontdekten dat de ongelukkige van
binnen geheel in brand stond. Na een half uur zag men,
dat het uiterlijke van Xavier geheel verkoold was. Twee
geneesheer™, die onmiddelijk geroepen werden, waren mag-
teloos de verbranding van den ongelukkige te beletten, waar
van niets meer dan eenige vormelooze overblijfsels over bleven.
Deze verbranding van bet menschelijk ligchaam lieef't eene
verschrikkelijke magt en onbegrijpelijke werkzaamheid. De
beenderen, bet vel, de spieren, alles word verscheurd, ver
nietigd en tot asch verteerd. Eenige vingergrepen stof, op
de plaats verstrooid waar het slagtoffer is gevallen, is al
betgene wat van bet lijk overblijft.
Men verhaalt nog van twee vrouwen, bijzonder van de her
togin de G. welke ook door zelfverbranding zou zijn ver
teerd, ten gevolge van het onmatig gebruik van sterke dranken.
Al de verschijnselen welke deze verbranding kenteekenen,
zijn met nadruk bewezen. Het grootste deeVdes ligchaams
wordt in volkomen staat tot asch verteerd, zonder dat in
het vertrek waarin dusdanige verbranding plaats vind, het
minste spoor van brand kan ontdekt worden.
De hertogin G.was voor den schoorsteen in brand
gevlogen, op bet oogenblik dat zij op het vuur eenig brand
hout lag.
Waarschijnlijk beeft de dood van de weduwe P. onder
dezelfde omstandigheden plaats gevonden.
Van 28 Februarij 0 Maart 1868.
ONDERTROUWD J. van den Dobbelsteen, zeilenmaker bij de marine,
27 jaren en II. E. Frank, 26 jaren. P. J. Timmerman, werktuigmaker,
38 jaren, weduwnaar van A. Penders en G. Polk, 47 jaren, weduwe vau
J. G. .Berger. Y. Buik, landman, 22 jaren, wonende te Callantsoog en
A. Vader, 23 jaren
GEHUWD G. Arends en E. ITeeres. A. F. T. Schulze eu J.vanStuij-
venberg.
BEVALLEN L C. van Nuijsenburg gcb. vau Melle, D. IC. Braggaar
geb. Dijker, Z. G. J. J. Hartkamp geb. Jonkers, D. AI. van Engelen,
Z. T. Bakker geb. Wagcmaker, D. A. Bekker geb. Zitwing, D
T. Blaakman geb. Stins, Z. W. Janzen geb. Kikkert, Z. G. Kwast
geb. Bethlehem, Z. A. C. L. vou Leseheu geb. Ditllof Tjassens, Z.
H. Kiljan geb. Smit, D. S. P. Kna.veu geb. Luijt, I). E. ICleïnkra-
mer geb. Prins, D. A. Koning geb. de Boer, D. N. Roderwijn geb.
Berg, Z. A. Zeebolt geb. Boon, D. M. W. Kwant geb. Eijke, Z.
OVERLEDEN W. Straatman, 45 jaren. J. M. Souge, -8 jaren.
C. Dol, 37 jaren. J. Goed, 56 jaren. J. A. Limouard, 23 dagen.
J. Dateina, 19 jaren.
«AKKTCËKIGTË N.
ALKMAAR 7 Maart.
Aangevoerd 10 Paarden I'15 a 45. 11 Koeijen f 90 a 1G0. 172 Nuchtere
Kalveren l'9 a 3 25 244 Schapen f5 a, 16. 120 Magere Varkens f 10 a 18.
63 Biggen f5 a 8. Boter per kop 1' 65 a 75 ets.
HOORN 5 Maart.
Kleine Kaas (gras) f31.25, aangevoerd 17 stapels, wegende 3390 NP.
265ste STAATS-LOTHRT.L Vijfde Klasse.
Twaalfde Trekking.
No. 793, 3760, 7707, 9300, 11099 en 13780 ieder f1000;
no. 2574, 2767, 4429, 9328, 12646, 17671 en 19851 ieder
f400; no. G04, 9702, 13328 en 17990 ieder f200; no. 6258,
6427, 9U30, 9965, lli'265, 11627,11894, 12085, 13092,15030
en 18145 ieder f100.
aangekomen schepen t e batavia
vóór 14 Eebr. JS68.
Antony lIóboken,\apt. Hazewinkel; Baron vanllardenbroele,
van Rossüm; Blectra, Landweer; BlizabethStorm; livaJo-
hannaHordijk; MacasserVitringa Ooulon; Mary en Hil-
legonda, Walters; ScheveningenAnnokkee; TernaleCars.
VERTOKKEN SCHEPEN van BATAVIA
vóór 14 Febr. 1868.
Austral eJochems; BaltimoreBrakke; ConslanceSchroot;
Doelwijk, Hoefnjan; Gazina Maria, Rolfi'; Lichtstraal, Jansen;
Samaravg, de Groot; PassaroeangHollanders; naar Australië;
Johanna en Willem, van der Veen.
Heden overleed tot diepe droefheid van mij en
mijnen zoon na voorzien te zijn van de II. Sacra
menten der stervenden, mijn geliefde Echtgenoot de
Heer JOHANNES van ROOZENDAAL, iu den
ouderdom van ruim 58 jaren.
Weduwe MARIA van ROOZENDAAL,
gcb. Celen.
Nieuwecliep 6 Maart 1868.
Benige kennisgeving.