Aangaande de nog altijd in project zijnde droogmaking
van het zuidelijk gedeelte der Zuiderzeeverneemt men thans
dat volgens de hoogste begrooting, die van den heer Stieltjes,
het werk met de renten f 115,900,000 zal beloopenals:
voor het kanaal van Muiden naar de Ketel ruim 9 millioen,
afsluitdijk bijna 23£ millieen, werken voor scheepvaart en
afwatering bijna 51 millioen, stoomtuigen, verkaveling, droog-
houden ruim 43 millioennieuwe werken 2-J- millioenon
voorzien en administratie bijna 91 millioen, rente bijna 23
millioen. De 195,000 bunders droog te maken grond, 1/10
deel van de geheele oppervlakte des lands, zullen alzoo f570
h f590 per bunder kosten, eene som, die niette hoog schijnt,
terwijl het duidelijk is, hoe zulk een aanwinst eener geheele
provincie voor den staat van het hoogste belang zou wezen,
niet alleen uit een direct, maar ook uit een indirect oogpunt.
't ls bekend, dat uit de boringen is gebleken, dat 4/5 van
den bodem uit klei en 1/5 uit zand bestaat; de klei is
meerendeels zwaarzeer geschikt voor bouwgrond het zand
goed voor houtteelt.
Omtrent den verschrikkelijke!) brand te Oenemniden,
waarbij een SOtal huizen met de school en het gemeente
huis een prooi der vlammen werden, wordt nog het volgende
gemeld:
Wat de ramp nog zeer vermeerdert, is de omstandigheid,
dat slechts een betrekkelijk klein gedeelte der huizen voor
brandschade is verzekerd en de inboedels bijna in het ge
heel niet Menschenlevens heeft men gelukkig niet te be
treuren; alleen is eene zieke vrouw, die in eene jaagschuit
was overgebragt, weinige oogenblikken daarna overleden.
Van de p. m. 1000 stuks vee, wier akelig geloei tot in
Zwartsluis, op een half uur afstands, werd gehoord en die
ouder de vreeselijkste wanorde en het gekerm der onge
lukkige bewoners uit de vlammen werden gedreven, waar
zij met dolle woede op inliepen, zijn slechts 3 h 4 om
gekomen, iets dat bijna ongelooflijk schijnt.
De persoon, die als verdacht van den brand in zijn wo
ning gesticht te hebben, voorloopig in hechtenis is genomen,
stond te Genemuiden zeer slecht aangeteekendvolgens de
daar loopende geruchten, verkeerde hij in financieele moei-
jelijkheden. Men had moeite hem voor mishandeling van
den kant der verwoede bevolking te vrijwaren. Het on
derzoek in loco heeft 2 dagen geduurd.
Als eene bijzonderheid deelt men nog mede dat al de
geldswaardige papieren der gemeente Genemuiden, die in een
voor korten tijd door de wed. Muiderman en Zonen te
Zwolle gefabriceerde brandkast geborgen warenofschoon die
bijna 48 uren aan een feilen vuurgloed was blootgesteld,
ongeschonden bleven. Hoewel door de soliditeit dier kast,
veel van waarde voor de gemeente werd behouden, bevestigt
zich toch het vermoeden, dat de registers van den burger
lijken stand, alsmede het archief, de beroemde drinkhoorn
en de antieke kast, welk een en ander op het raadhuis be
waard werd, met dat gebouw eeu prooi der vlammen ge
worden is.
Uit Amersfoort schrijft men aan de Utr. Cl. dat al
daar vrijdag ochtend de brievenbesteller H. W. wegens on
geoorloofde handelingen in verzekerde bewaring is genomen.
De verdachte schijnt een brief die hem eenigszins zwaarder
dan gewone brieven voorkwam, doch geen waarde bevatte,
en, als bestemd voor een buiten de kom der gemeente wo
nend ingezeten, eerst den volgenden morgen mogt besteld
worden des ondanks in den avond van aankomst (met welk
doel 1 naar zijne woning te hehben medegenomen, en voorts
eigendunkelijk het daarop gesteld portcijfer te hebben door
geschrapt, met in de plaatsstelling van een hooger cijfer,
zonder evenwel de verhoogde som van 10 cents bij de ge
dane bezorging te hebben afgevraagd, vermoedelijk tengevolge
zijner ontdekking van inmiddels door den postdirecteur, in
overleg met den commissaris van politie, genomen doeltref
fende maatregelen.
Enkele weken geleden moet er ook weder een brief, in
houdende een bakbillet van f25 uit Veenendaal naar Amers
foort zijn afgezonden, welke evenmin als een nader schrijven
over de vermissing aan de geadresseerde is bezorgd.
De hierboven genoemde persoon behoort tot het korps
brievenbestellers welke reeds onder den vorigen postdirec
teur, een half jaar geleden naar Alkmaar overgeplaatst, in
dienst waren.
Het Journal des Débats zegt van den tegenwoordigen
toestand: «In Frankrijk en Engeland niet alleen is de open
bare meening voor den vrede Duitschland pas bekomen van
den schok van 1866 Italië, dat zich genoopt voelt finan
ciële moeijelijkheden uit den weg te ruimen, wier oplossing
juist niet door een oorlog zou verkregen worden: Rusland
zelf. dat zicli bezig houdt met de voltooijiDg van zijn spoor
wegnet en thans arbeidt om Petersburg en Moskou in ge
meenschap te brengen met de zee van Azof, Rusland, welks
begrooting overigens met een bestendig tekort bezwaard is
en dat de vlottende schuld van drie milliarden francs, voort-
vloeijende uit den Krim-oorlog, nog niet heeft kunnen kon-
soliderendeze drie mogendheden zijn evenmin als Frankrijk
en Engeland geneigd, om zich in het kostbare en onzekere
avontuur van eeu Europeschen oorlog te bwyfl
twijfel heeft men intusschen nergens een ster*^|
den duur des vredes, en daarom vermeerdere^^H
zoowel als de groote staten hun effectieve legermai^^B
volmaken zij hun wapening. Pas was de nieuwe militaire
wet in Frankrijk aangenomen, of de Belgische regering b. v.
vroeg aan de kamer der vertegenwoordigers de verhoo<*ing
van het jaarlijks contingent van 10,000 tot 12,000 man, boven
en behalve een nieuwe reserve, bestemd om als tegenhanger
van onze mobiele nationale garde te dienen. In Engeland
zelf werd het budget van oorlog van 14,388,479 p. st. in
1867 tot 15,252,200 p. st. in 1868 en tot 15,455,400 p. st.
voor 1869 gebragt. Kortom, er is geen land in Europa, dat
zich niet ijverig bezig houdt met de vervorming van zijn
oorlogs-materiëel. Wij ontveinzen ons niet, dat deze toestand
van gewapende vrede aan Europa een verpletterenden last
oplegt, en dat het zeer te wenschen ware, zoo men kon te-
rugkeeren tot die gelukkige tijden, toen een jaarlijks contin
gent van 40,000 man genoegzaam was om Frankrijks veiligheid
naar buiten te verzekeren, en Europa hoogstens twee milli
oen man onder de wapenen hield, terwijl er thans zeven of
acht millioen noodig zijn, zonder de rustende of de mobiele
nationale garde, de riflemen en den landstorm te rekenen.
Maar hoe? Zal Europa, als middel om de kwaal van den
gewapenden vrede te genezen, zijn toevlugt tot den oorlog
moeten nemen Wie zou kunnen borg staan voor de krach
tige werking van het middel Er is nooit een tijd geweest,
waarin de oorlog de eigenschap had op homoeopathische wijze
te werken. De oorlog geneestvan den vrede, maar
geneest volstrekt niet van den oorlog. De oorlog zaait in
zijn bebloede voren die drakentanden, waaruit gewapende
mannen ontstaan, die hun zwaarden tegen elkander keeren.
Het gebeurt zeer zelden dat de uitspraakop het slagveld
door de kracht- geheven, als eindbeslissing wordt aangenomen,
en in de best opgestelde vredestraktaten vindt men altoos
eenige middelen van cassatie. In den tegenwoordigen toe
stand van Europa zien wij wel de vraagstukken waaruit de
oorlog kan voortkomen, maar niet die welke de oorlog zou
kunnen oplossen. Nog minder ontwaren wij de een of an
dere noodzakelijkheid, de een of andere fataliteit, al3 die
welke den oorlog onvermijdelijk maken. In Italië is de Ro-
meinsche kwestie verdaagd, met toestemming van alle partijen;
in Duitschland wordt het werk der unificatie op het gebied
der stoffelijke belangen voortgezet in de vreedzame verande
ring van het Tolparlemeut; in het Oosten eindelijk, is het
lijden der Christenbevolkingen niet ondragelijk gemaakt door
een verdubbelde verdrukking, en niets is er, dat aanspoort
tot haast om de nalatenschap van den '-zieken man" te aan
vaarden, ofschoon of misschien omdat de erfgenamen
zich in groot aantal vertoonen, om ze elkander te betwisten.
De oorlog doet zich alzoo nergens als een noodzakelijkheid
voor, en daarom voeden wij de hoop dat, zonder juist tege-
t looven dat de wolken, waarvan de minister van staat sprak,
voor goed verdwenen zijn, die wolken dit jaar nog «zwarte
stippen" zullen blijven."
Betreffende de ongeregeldheden die den 9 en 10 dezer
te Toulouse hebben plaats gehad leest men in een schrijven
aan de Avenir National van den Hen het volgende:
Het is een ure 's nachts. Toulouse, op dit uur anders
zoo eenzaam en stilwemelt van soldaten. De jonge men-
schendie vrijgeloot hadden van de militairen dienst en in
de stad en voorsteden wonenwaren gisteren opgeroepen.
Eergisteren begaven diegenenwelke in den faubourg St.
Cyprien wonenzich des middags ten twaalf ure na de
prefectuur; zij bragten hunne vrouwen en kinderen mede.
Men hief de Marseillaise aaner werden eenige personen in
hechtenis genomenmaar tegen I ure verspreidden zich de
groepen en tegen den avond trokken slechts eenige benden
door de stad, zonder nogthans veel gedruisch te maken.
In de voorstad Arnaud Bernard was men niet zoo vreed
zaam gezind. Tegen 8 ure trok eene bende van 800 personen
naar de prefectuur, waarvan de deuren gesloten waren. Zij
liepen die openplunderden de lokalenwierpen alles de ramen
uit en riepen onophoudelijk"Leve de vrijheidMen trok
daarop naar het paleis van generaal Goyon. De wacht kwam
naar buiten, maar zonder geweren. "Leve de linie! weg met
de militaire wetten riep de menigte. Van daar begaf men
zich naar de gedarmeriewaar inen eenige vensters inwierp
en vervolgens naar de Place du Capitole. Een ooggetuige
verzekerde ons, dat men eindelijk voor het jezuiten-collegie
stil hield en daar de vensterruiten verbrijzeld heeft. Om
kwart over tienen sloeg deze menigte die tot 2500 man was
aangegroeidde straat Lafayette inde glazen van alle stads-
gaslantarens inwerpende, terwijl zij met ontbloot hoofd de
Marseillaise zong. Tot hiertoe had de politie zoowel als de
militaire magt geenerlei poging aangewend om de beweging
meester te worden. De menigte had zich bijna weder verstrooid
toen plotseling op de Place du Capitole twee eskadrons
huzareu met hun kolonel aan het hoofdtwee bataljons
jagers te voeten 20 gendarmen te paard met een ganschen
zwerm politiedienaars verschenen. Deze magt ontwikkelde
zich door de omliggende straten, maar alles was rustig en
zonder de duisternis ten gevolge van het verbrijzelen der
gaslantarens en de eentoonige schreden der patrouilles zou
men niet gezegd hebben dat Toulouse het tooneel van een
straatoproer was geweest.
De paus heeft bij meer dan eene gelegenheid te kennen